Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33279 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33279 nr. 12 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2014
Hierbij informeer ik u over de jaarlijkse stand van zaken met betrekking tot internationale militaire samenwerking. De eerste rapportage heeft de Kamer ontvangen op 13 februari jl. (Kamerstuk 33 279, nr. 10).
Defensie richt zich bij de bilaterale samenwerking op een beperkt aantal strategische partners. Dat zijn in de eerste plaats België, Duitsland en Luxemburg. Daarnaast blijft Defensie nauw samenwerken met Denemarken, Frankrijk, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De samenwerking met al deze landen verloopt goed. In deze brief ga ik in op enkele recente ontwikkelingen in de bilaterale samenwerking met België en Luxemburg en met Duitsland. Ook ga ik in op het Britse initiatief voor een Joint Expeditionary Force en op de samenwerking met Noorwegen. In de bijlage is een actualisatie opgenomen van het overzicht van de samenwerking met deze en andere landen en de samenwerking in multilateraal verband.
Duidelijk is dat Nederland met concrete initiatieven een voortrekkersrol blijft vervullen bij de verdere verdieping van de Europese defensiesamenwerking. De uitkomsten van het Interdepartementale Beleidsonderzoek «Wapensystemen», dat kortgeleden is begonnen en in maart 2015 wordt voltooid, zullen eveneens bij de verdere verdieping van de internationale samenwerking worden betrokken. Let wel, de voortgang die in het kader van de Europese defensiesamenwerking kan worden geboekt, is afhankelijk van de bereidheid van alle partners, inclusief Nederland, om werkelijk stappen te zetten. De kost gaat bij deze initiatieven meestal voor de baat uit. Realisme blijft derhalve geboden.
Op 15 en 16 oktober jl. heeft het Ministerie van Defensie in samenwerking met het Instituut Clingendael in Den Haag een internationaal seminar georganiseerd over defensiesamenwerking onder de titel Defence cooperation in Clusters – Identifying the Next Steps. Er is onder andere gesproken over de rol van parlementen bij het versterken van de samenwerking, het belang van een verdere harmonisering van de defensieplanning van samenwerkingspartners en de rol van het Europese Defensie Agentschap (EDA) en de Navo bij defensiesamenwerking. Het Instituut Clingendael zal binnenkort het verslag van het seminar publiceren.
Benelux
Met België en Luxemburg werkt Nederland al langere tijd intensief samen. Een belangrijk voorbeeld daarvan is de Belgisch-Nederlandse samenwerking op marinegebied (Benesam), waarbij de marines verregaand zijn geïntegreerd ten aanzien van onder meer onderhoud, opleidingen en training. De Benelux-partners hebben op 18 april 2012 een ministeriële verklaring getekend over de intensivering van hun samenwerking. In de bijlage wordt ingegaan op de tot dusver behaalde resultaten. Een noemenswaardig resultaat is de oprichting van het gezamenlijke wapenbeheersingsbureau (Benelux Arms Control Agency, BACA) in het Belgische Peutie (Kamerstuk 28 676, nr. 197).
België en Nederland maken daarnaast goede vorderingen met een verdrag dat de integratie van de luchtruimbewaking mogelijk moet maken. Beide Ministers van Defensie hebben hierover op 23 oktober 2013 een Letter of Intent getekend (Kamerstuk 33 763, nr. 11). Naar verwachting is het conceptverdrag eind dit jaar gereed en kan het in het eerste kwartaal van 2015 aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Het streven is de samenwerking in 2016 te laten ingaan, na ratificatie van het verdrag door de parlementen van beide landen.
Bij de Belgisch-Nederlandse samenwerking speelt een rol dat België en Frankrijk reeds een verdrag hebben gesloten om elkaar steun te verlenen bij de Renegade taak (de bestrijding van luchtvaartterrorisme). België, Frankrijk en Nederland bezien in hoeverre dit van invloed is op het te sluiten Belgisch-Nederlandse verdrag. Naar verwachting is een voor alle drie de landen bevredigende oplossing mogelijk. De Kamer zal hierover tijdig worden geïnformeerd.
Bilaterale samenwerking met Duitsland
Duitsland en Nederland werken sinds lange tijd intensief samen. Een belangrijk voorbeeld daarvan is het in 1995 opgerichte gezamenlijke Duits-Nederlandse hoofdkwartier in Münster, dat momenteel wordt ontwikkeld tot een snel inzetbaar Joint Task Force hoofdkwartier van de Navo.
Met de ondertekening op 28 mei 2013 van de Declaration of Intent hebben Duitsland en Nederland de reeds bestaande samenwerking sterk geïntensiveerd (Kamerstuk 33 279, nr. 6). In deze DoI is afgesproken een reeks van verdere mogelijkheden voor samenwerking te onderzoeken waarbij, indien van toepassing, de integratie van eenheden het eindresultaat kan zijn. Eerder dit jaar bereikten beide landen een belangrijke mijlpaal in hun samenwerking met de integratie van de Luchtmobiele Brigade in de Duitse Division Schnelle Kräfte. Deze integratie is op 12 juni jl. officieel van start gegaan met een ceremonie in Schaarsbergen en het Duitse Stadtallendorf in aanwezigheid van de Ministers van Defensie en parlementariërs uit beide landen.
Voor de uitvoering van de DoI bestaan intensieve contacten zowel op het niveau van de ministeries als van de defensieonderdelen zoals de operationele commando’s. Een hoogambtelijke overlegstructuur (High Level Steering Group, HLSG) geeft sturing aan de samenwerking en bewaakt de voortgang. Gedurende de uitwerking van DoI zijn inmiddels enkele veelbelovende gebieden onderkend die zicht bieden op concreet resultaat. Voorbeelden daarvan zijn het onderhoud van grondgebonden systemen; een mogelijke studie over de integratie van sensoren voor ballistische raketverdediging, ook in het kader van het Smart Defence initiatief van de Navo; cyber; grondgebonden luchtverdediging; harmonisering van de plannen voor marinebouw; grondgebonden vuursteuneenheden (artillerie en mortieren) en kennisuitwisseling bij militaire gezondheidszorg.
Daarnaast is nog een reeks van voorbereidende studies gaande. Zowel Duitsland als Nederland heeft in het volgende decennium behoefte aan fregatten en andere marineschepen, waarbij het voor Nederland onder meer gaat om de vervanging van de twee M-fregatten. Momenteel wordt bezien in hoeverre de technische eisen van beide landen ten aanzien van fregatten onder één noemer kunnen worden gebracht. Op landmachtgebied streeft Defensie naar het behoud van expertise met betrekking tot het opereren met tanks op compagnies- en bataljonsniveau. In dit verband bezien beide landmachten of de integratie mogelijk is van de 43e gemechaniseerde brigade in Havelte en de Duitse Eerste Pantserdivisie en, als onderdeel hiervan, van een Duitse eenheid in de Nederlandse brigade.
Bij enkele aspecten die in de DoI van 2013 zijn genoemd hebben beide landen inmiddels geconcludeerd dat samenwerking weinig perspectieven biedt. Het gaat onder andere om kleinkaliberwapens. De harmonisering van de plannen voor de aanschaf van onderzeeboten is geen optie gebleken want in de investeringsschema’s van beide landen voor de lange termijn is bij onderzeeboten geen sprake is van samenloop. Dit laat onverlet dat samenwerking bij onderzeeboten op andere gebieden wel degelijk kansen biedt. Een ontwikkeling van een van afstand bestuurbaar luchtsysteem (UAS) is niet aan de orde. Samenwerking op het gebied van MALE UAV biedt de meeste kansen indien Duitsland en Nederland zouden kiezen voor hetzelfde systeem.
Noorwegen
Noorwegen is aangemerkt als strategische samenwerkingspartner. In maart 2012 is een Declaration of Intent getekend over materiële en operationele samenwerking. Onlangs hebben beide landen besloten tot de oprichting van een coördinatiegroep om het overleg over de bestaande samenwerkingsinitiatieven beter te structureren en om mogelijke nieuwe initiatieven te onderzoeken. De coördinatiegroep moet in het voorjaar van 2015 van start gaan. Beide landen zien onder meer perspectief in de samenwerking bij de bouw van onderzeeboten.
Joint Expeditionary Force (JEF) van het Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk heeft het initiatief genomen tot de JEF in het kader van de herinrichting van de Britse krijgsmacht nu de ISAF-operatie in Afghanistan ten einde loopt. De JEF is een snel inzetbare expeditionaire strijdmacht die drie operaties tegelijkertijd moet kunnen uitvoeren, aangestuurd vanuit het Permanent Joint Headquarters (PJHQ) in Londen. De missies kunnen, wereldwijd, het gehele spectrum bestrijken van humanitaire hulp tot gewapende inzet. Zes landen (Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Nederland en Noorwegen) hebben op 4 september jl. in Wales samen met het Verenigd Koninkrijk een Letter of Intent getekend inzake deelneming aan de JEF. Zij zullen in overleg bijdragen en deelnemen aan oefeningen, training en inzet ervan. Het streven is midden volgend jaar een Memorandum of Understanding over de JEF te tekenen.
Het is de bedoeling dat de JEF in de internationale samenstelling in 2018 volledig operationeel inzetbaar zal zijn. Het Britse deel van de JEF beschikt sinds april jl. over een initiële operationele capaciteit. Nederland zal vanaf begin volgend jaar een officier plaatsen in het PJHQ ten behoeve van de oprichting van de JEF in de internationale samenstelling.
Voor Nederland geldt dat bijdragen aan de JEF steeds zullen moeten worden bezien in samenhang met bijdragen aan de snelle reactiemachten van de Navo en de EU Battlegroups. De JEF lijkt goede mogelijkheden te bieden tot uitbreiding van de samenwerking op maritiem gebied, in het bijzonder ten aanzien van de UK/NL Amphibious Force en het Joint Support Ship (JSS), maar ook andere capaciteiten komen hiervoor in aanmerking.
De JEF is complementair aan de nieuwe Very High Readiness Joint Taskforce van de Navo, maar staat daar verder los van. De VJTF maakt deel uit van het Readiness Action Plan, een initiatief van de Secretaris-Generaal van de Navo dat beoogt de gereedheid en inzetbaarheid van de NATO Response Force (NRF) te vergroten. De VJTF wordt gezien als het voorhoede-element van de NRF dat binnen enkele dagen inzetbaar moet zijn. De staatshoofden en regeringsleiders van de Navo hebben het Readiness Action Plan bekrachtigd tijdens de Navo-top in Wales van 4 en 5 september jl.
Ten slotte
Zoals eerder gesteld, vervult Nederland een voortrekkersrol op het gebied van internationale defensiesamenwerking. Ik ben voornemens de inspanningen op dit gebied onverminderd voort te zetten.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Standdatum 1 oktober 2014
Het onderstaande is een overzicht van de belangrijkste samenwerkingsthema’s per land of categorie landen, alsmede van de samenwerking in multinationaal verband. Mede vanwege het overwegend vertrouwelijke karakter van internationale samenwerking is dit overzicht niet uitputtend.
Bij elk samenwerkingsaspect is vermeld, indien het geen defensiebrede projecten betreft, welke operationele commando’s hierbij betrokken zijn (Commando Zeestrijdkrachten: CZSK, Commando Landstrijdkrachten: CLAS, Commando Luchtstrijdkrachten: CLSK, Commando Koninklijke Marechaussee: CKMar). Bij projecten die betrekking hebben op samenwerking bij ontwikkeling en aanschaf van materieel zijn ook de defensieonderdelen Bestuursstaf (BS) en Defensie Materieel Organisatie (DMO) betrokken. Bij enkele projecten op het gebied van logistiek speelt het Commando DienstenCentra (CDC) een rol.
Samenwerkingsgebieden met België en Luxemburg
Benelux: structurele samenwerking op basis van de ministeriële verklaring van 18 april 2012, geleid door een tri-nationale stuurgroep. Nederland is in 2014 voorzitter hiervan.
Gezamenlijk helikoptercommando (Combined Joint Helicopter Command, CJHC): in oktober 2013 hebben de Belgische en Nederlandse luchtmachtcommandanten een overeenkomst getekend over een uitwisselingsprogramma voor vliegers en over de inrichting van een Belgian-Netherlands Coordination Cell (BENECC). Beide landen houden reeds gezamenlijke oefeningen. Ook is begonnen met de uitwisseling van leerlingen bij de opleiding van gevechtsleiders. De gezamenlijke training op en het gezamenlijke onderhoud van de NH-90 helikopter worden verder uitgewerkt. (CZSK, CLSK)
Luchtruimbewaking: op 23 oktober 2013 hebben de Ministers van Defensie van België en Nederland een Letter of Intent getekend over de opstelling van een verdrag over de integratie van de luchtruimbewaking, inclusief de Renegade-taak. Een binationale werkgroep werkt nu dit verdrag uit. Het ligt in de bedoeling de integratie van de luchtruimbewaking in 2016 tot stand te brengen. (CLSK)
Oprichten combined Paraschool: in januari 2014 is begonnen met een geïntegreerde opleiding voor parainstructeurs. In 2014 zijn Nederlandse en Belgische militairen door instructeurs uit beide landen opgeleid voor het parabrevet automatische opening (static line) in Schaffen, België. Het onderzoek naar een geïntegreerde vrije valopleiding is naar verwachting gereed in 2014. (CZSK, CLAS)
Opleiding & Training: de drie landen maken steeds meer wederzijds gebruik van bestaande opleidings- en oefenfaciliteiten, zoals op het gebied van civiel-militaire samenwerkeng (CIMIC), explosievenopruiming (EOD), verdediging tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen (CBRN), vuursteun, genie, logistiek, informatie-operaties en Counter-IED. Waar mogelijk worden doctrines en syllabi gesynchroniseerd om tot gezamenlijke opleidingen te komen. (CZSK, CLAS, CLSK)
Tactische oefeningen en schietseries: sinds begin 2014 maken Nederlandse en Belgische landmachteenheden gezamenlijk gebruik van het schiet- en oefenterrein in het Duitse Bergen-Hohne. De doelstelling is om vanaf 2016 structureel gebruik te maken van een geïntegreerde trainingsagenda. De ontwikkeling van een Benelux-centrum voor simulaties van landoptreden in Amersfoort is in onderzoek. (CLAS)
Special Forces: verdergaande samenwerking op het gebied van gereedstelling en inzet, zoals in 2013 tijdens de operatie Atalanta. Het streven is regelmatig een geïntegreerde bijdrage te leveren aan de snel inzetbare eenheden van EU en Navo. (CZSK, CLAS)
Uitwisseling officieren: een aanvang is gemaakt met de Belgisch-Nederlandse uitwisseling van officieren bij de nationale staven, de staven van operationele commando’s en bij eenheden. Een studie wordt verricht naar de mogelijke gezamenlijke van vulling van posities in internationale staven. (CZSK, CLAS, CLSK)
Militaire gezondheidszorg: Gezamenlijke training en oefening van medische evacuaties per helikopter en per vliegtuig (Luxemburg Air Rescue) in 2014 en 2015. Op basis van operationele testen lijkt een gezamenlijk concept voor medische zorg aan boord van schepen haalbaar. De ontwikkeling van gezamenlijke opleidingen voor geneeskundig personeel is begonnen. (CZSK, CLAS, CLSK)
Verkenningen (ISTAR): het betreft de oprichting van een gezamenlijk Recognition Center in het Belgische Heverlee, een gezamenlijke opleidingskalender en opleidingen, en onderzoek naar gezamenlijke verwerving van tactische onbemande toestellen. Nederland neemt met Raven UAV’s deel aan de EU Battlegroup in de tweede helft van 2014 onder Belgische leiding. (CLAS)
Officiersopleidingen: de samenwerking bij hogere stafcursussen is begonnen. De Nederlandse deelneming aan de bestaande Belgische masteropleiding wordt uitgewerkt en een studie naar de verdere integratie van vervolg- en masteropleidingen is gaande. De hogere stafopleiding is vanaf het cursusjaar 2014 -2015 deels geïntegreerd. (CDC)
Wapenbeheersing: in 2013 is de combined Benelux Arms Control Agency (BACA) begonnen met de werkzaamheden. Het Memorandum of Understanding over de oprichting is op 26 februari 2014 getekend. De Belgische, Luxemburgse en Nederlandse eenheden zijn samengevoegd onder één gezamenlijk commando en de nieuwe eenheid is gestationeerd in het Belgische Peutie. De BACA wordt aangestuurd door een tri-nationale stuurgroep. (CZSK, CLAS, CLSK)
Professional Education & Training Air: een studie wordt uitgevoerd naar een gezamenlijke opleidingseenheid voor overlevingstechnieken voor de bemanningen van vliegtuigen. Aanvankelijk zal de eenheid onder binationaal commando staan, op termijn komt er een gezamenlijk commando. (CZSK, CLSK)
Benesam: het voortzetten van de marinesamenwerking in het kader van Benesam. De Belgische en Nederlandse marines zijn verregaand geïntegreerd ten aanzien van onderhoud, gereedstelling en opleidingen.
Op 3 februari 2014 is op Woensdrecht de Binationale Logistieke Cel NH-90 (BNLC) opgericht, waarmee Nederland en België streven naar zo laag mogelijke kosten van de instandhouding van de NH-90. (CZSK, CLSK)
Marineschepen: samenwerking bij de modernisering en het onderhoud van de M-fregatten en het onderhoud van de mijnenjagers. Mogelijke samenwerking bij de vervanging van de mijnenjagers en de M-fregatten wordt onderzocht. (CZSK)
Smart Vest: de verwerving van een communicatie-, informatie- en beschermingssysteem voor individuele militairen. Smart Vest is het gemeenschappelijke element van de drie nationale programma’s, in Nederland bekend als Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Voor de aanbesteding van het Smart Vest treedt Nederland op als single contracting nation namens de drie Benelux-landen. (CZSK, CLAS)
Overig materieel: het betreft onder meer de gezamenlijke verwerving van graafmachines, de aankoop en het beheer van reservedelen voor de NH-90 helikopter en samenwerking bij het kwaliteitsonderzoek van munitie. (CZSK, CLAS, CLSK)
Investeringsplan: een onderzoek naar de mogelijkheden voor gemeenschappelijke verwerving, standaardisatie en interoperabiliteit op basis van de langetermijn defensieplannen is gestart.
EUBG 2018: de drie landen zijn begonnen met de voorbereidingen voor een door de Benelux geleide EUBG in 2018, waarbij Nederland in het eerste en België in het tweede half jaar de Force Commander levert, terwijl Nederland het volledige jaar als secretary nation zal optreden. (CLAS, CLSK)
Samenwerkingsgebieden met Duitsland
Enkele van de genoemde onderwerpen vloeien voor uit de Declaration of Intent die beide Ministers van Defensie hebben getekend op 28 mei 2013. Andere samenwerkingsgebieden zijn al van oudere datum.
Duits-Nederlands legerkorpshoofdkwartier: het consolideren van de geïnstitutionaliseerde samenwerking van beide Framework Nations, Nederland en Duitsland, door oefeningen en inzet. Dit hoofdkwartier wordt verder ontwikkeld tot Joint Task Force Land HQ en is aangeboden als HQ aan de Navo voor 2017. (CLAS)
Luchtmobiel: verdergaande samenwerking door de integratie van de 11e Luchtmobiele Brigade in de Division Schnelle Kräfte. Op 12 juni 2014 is de integratie geformaliseerd met een plechtigheid in het Duitse Stadtallendorf. (CLAS)
Lucht- en raketverdediging: verdergaande samenwerking van de grondgebonden lucht- en raketverdediging waaronder Patriots. (CLAS, CLSK)
Artillerie: verdergaande samenwerking en uiteindelijk de integratie van artillerie-eenheden (onderwijs en training, onderhoud, verwerving onderdelen en operationeel optreden). (CLAS)
Expertise ten aanzien van optreden met tanks: Defensie streeft naar het behoud van expertise met betrekking tot het opereren met tanks op compagnies- en bataljonsniveau. Hiertoe wordt bezien of de integratie mogelijk is van de 43e gemechaniseerde brigade in Havelte en de Duitse Eerste Pantserdivisie. In dit verband wordt tevens de mogelijke integratie bestudeerd van een Duits bataljon in de Nederlandse brigade.(CLAS)
Doctrine: ontwikkeling van gezamenlijke doctrines. (CZSK, CLAS)
Cyber: Onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van cyber.
Uitwisseling van personeel: uitwisseling bij nationale staven, staven van de operationele commando’s en eenheden, zodat er wederzijds kennis en begrip ontstaat over de manier van opereren. (CZSK, CLAS)
Opleidingen & Training: gebruikmaken van elkaars opleidingen en trainingsfaciliteiten. Hierdoor ontstaan schaalvoordelen en wordt het personeel op vergelijkbare wijze opgeleid, wat bevorderlijk is voor samenwerking en uitwisseling. (CZSK, CLAS, CLSK)
Oefenmogelijkheden: Duitsland beschikt over veel goede en grote oefengebieden waarvan Nederland veelvuldig gebruik maakt en wil blijven maken. (CZSK, CLAS, CLSK)
Militaire gezondheidszorg: gezamenlijk opleiden van vliegend personeel; training ter voorbereiding op uitzendingen; kennisuitwisseling; ontwikkelen van een Trauma Registratie Systeem en een modulaire Role 2/3 capaciteit (beide Navo-projecten); gezamenlijke en gedeelde onderzoeksprogramma’s. (CLAS, CLSK)
Samenwerking op het gebied van Joint capaciteiten: onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden van Joint capaciteiten, zoals logistiek, CBRN, CIMIC, inlichtingen, elektronische oorlogvoering en commando- en informatiesystemen (CIS).
Capaciteitsontwikkeling: vergelijken en waar mogelijk synchroniseren van capaciteitsontwikkeling, zoals plannen voor marinebouw en cyber. (CZSK, CLAS, CLSK)
Materieel: het bestendigen van de samenwerking bij lopende projecten en gemeenschappelijk gevoerde systemen zoals munitie, Fennek, Boxer, Pantserhouwitser, NH-90 en SMART-L, alsmede het onderzoeken van de samenwerking voor nieuwe systemen of vervanging van systemen, zoals MALE UAV, mijnenbestrijdingseenheden en fregatten. (CZSK, CLAS, CLSK)
CSSM: het voortzetten en verbreden van de samenwerking in het kennisgebied scheepssignaturen bij het Duits-Nederlandse Centre for Ship Signature Management (CSSM) in Eckernförde (DEU). (CZSK, DMO)
Samenwerkingsgebieden met Noorwegen en Denemarken
Northern Group: Het betreft een aantal gelijkgestemde landen die de mogelijkheden onderzoeken voor nauwere samenwerking bij onder meer oefening en training, de uitbreiding en pooling and sharing van capaciteiten, en kennisdeling en -vergaring. Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn uitgenodigd om aan te sluiten bij het project Sea Surveillance of the Baltic Sea (SUCBAS) dat streeft naar een omvattend maritiem informatiebeeld van de Oostzee en de Noordzee.
Hoge Noorden: het strategisch belang van het hoge Noorden neemt toe door het slinken van de ijskap. Hierdoor worden de noordelijke vaarroutes aantrekkelijk, komen er meer toeristische mogelijkheden, ontstaan nieuwe visgebieden en nemen de mogelijkheden van olie- en gaswinning toe. Nederland volgt het multilaterale overleg tussen betrokken landen met grote belangstelling.
F-35: Nederland en Noorwegen hebben beide besloten de F-35 aan te schaffen. Beide landen willen onderzoeken welke mate van samenwerking mogelijk is, eventueel in combinatie met andere F-35 gebruikers zoals Groot-Brittannië en Italië. Mogelijke samenwerkingsgebieden zijn F-35 motorenonderhoud, opleiding en training van vliegers en onderhoudspersoneel, onderhoud van de airframes en gezamenlijk optreden als Europese F-35 partners. (CLSK, DMO)
Onderzeeboten: Nederland onderzoekt, samen met Noorwegen, de mogelijkheden van samenwerking bij de vervanging van de huidige onderzeebootcapaciteit in de periode vanaf 2025. Inmiddels is daarvoor een technische overeenkomst getekend. (CZSK)
UK/NL AF: Noorwegen heeft interesse in nauwere samenwerking met de UK/NL Amphibious Force. De mogelijkheden worden onderzocht. (CZSK)
NRF 2015: Noorwegen zal samen met Nederland en Duitsland deelnemen met een landmachtcomponent in de NRF-rotatie in 2015. (CLAS)
Oefenmogelijkheden: de uitgestrektheid en klimatologische omstandigheden maken Noorwegen en andere landen in de regio aantrekkelijk voor oefeningen en training. Nederland maakt hier veelvuldig gebruik van en wil dit blijven doen. (CZSK, CLAS, CLSK)
Army Cooperation Initiative (ACI): Op landmachtgebied wordt samengewerkt bij onder andere doctrinevorming. Andere samenwerkingsgebieden worden onderzocht. (CLAS)
Submarine Command Course (SMCC): Groot-Brittannië, Noorwegen en Nederland werken nauw samen bij de opleiding van toekomstige onderzeebootcommandanten. (CZSK)
Cyber: Onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van cyber.
NATO Air Policing: Nederland leverde in februari 2014 een bijdrage met
tankercapaciteit in de vorm van een KDC-10 aan de uitvoering door Noorwegen van de Air Policing taak van de Navo boven IJsland. (CLSK)
Samenwerkingsgebieden met Frankrijk
Opleiding & training: het consolideren en actief verder zoeken naar nieuwe mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van opleiding en training. Voorbeelden hiervan zijn samenwerking op het niveau van brigadehoofdkwartieren, zoals bijvoorbeeld dat van de toekomstige 13e Gemotoriseerde Brigade, en opleidingen ter voorbereiding op inzet in Afrika (EMSOME). (CLAS)
Jungleschool: met Frankrijk worden de mogelijkheden onderzocht van een gezamenlijke jungleschool in Gabon. (CZSK, CLAS)
Uitwisseling officieren: De Frans-Nederlandse uitwisseling van officieren bij nationale staven, de staven van operationele commando’s en bij eenheden wordt uitgebreid. (CZSK, CLAS, CLSK, CKMar)
Politiemissies: het onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van politiemissies. (CKMar)
Sub-Sahara: het intensiveren van de samenwerking met Frankrijk in deze regio. (CLAS)
Anti-drugsoperaties: het intensiveren van de samenwerking in het Caribisch gebied, samen met de Verenigde Staten. (CZSK, CKMar)
Materieel: het behalen van doelmatigheidswinsten door gezamenlijke aanschaf, beheer en onderhoud van materieel. Frankrijk is vaste partner voor materieelsamenwerking in verbanden als Navo, EDA en OCCAR.
Capaciteitsontwikkeling: samenwerken bij de capaciteitsontwikkeling van op afstand bestuurbare onbemande systemen. (CLAS, CLSK, DMO)
Cyber: onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van cyber.
Officiersopleidingen: Nederland laat officieren studeren aan de L’ecole de Guerre en in het Franse equivalent van de Middelbare Defensie Vorming voor officieren in de rang van kapitein of majoor. (CZSK, CLAS, CKMar)
Quadri Parti Cooperation: Het consolideren en verder versterken van de samenwerking tussen St. Maarten, St-Martin, Frankrijk en Nederland bij onder meer Kustwacht, grensbewaking, criminaliteitsbestrijding, gezondheidszorg, informatie-uitwisseling en gezamenlijk oefenen. (CZSK, CLAS, CKMar)
Samenwerkingsgebieden met het Verenigd Koninkrijk
UK/NL Amphibious Force: sinds 1973 zijn Britse en Nederlandse marinierseenheden geïntegreerd in de UK/NL AF. Zij maken gebruik van dezelfde doctrines, technieken en tactieken, trainen en oefenen gezamenlijk en zij kunnen overal ter wereld als eenheid worden ingezet. (CZSK)
Opleiding & training: het gebruik van faciliteiten in het Verenigd Koninkrijk voor tactische oefeningen van de marine, landmacht en luchtmacht en het opwerken en trainen van Nederlandse marine-eenheden door deelneming aan de Flag Officer Sea Training (FOST). Nederlands marinepersoneel neemt structureel deel aan Britse maritieme opleidingen en de opleiding van maritieme helikopterbemanningen gebeurt in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast maken Nederlandse Chinook-bemanningen gebruik van Britse simulatoren. De onderzeediensten van Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Nederland werken nauw samen bij de opleiding van onderzeebootcommandanten. (CZSK, CLSK)
Uitwisseling personeel: het VK en Nederland hebben een uitwisselingsprogramma voor officieren en onderofficieren bij de marine (staf, instructie/training en aan boord), de DMO (instandhouding), bij de landmacht (doctrineontwikkeling) en bij de luchtmacht (jacht- en helivliegers). (CZSK, CLAS, CLSK, DMO)
Onderhoud: Beide landen beschikken over een gezamenlijke pool voor het onderhoud aan de gasturbines van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten en M-fregatten. (CZSK, DMO)
F-35: het Verenigd Koninkrijk en Nederland zullen samen met Australië en de Verenigde Staten de operationele testfase van de F-35 uitvoeren. (CLSK)
Joint Expeditionary Force (JEF): Het Verenigd Koninkrijk heeft met Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Nederland en Noorwegen op 4 september 2014 een Letter of Intent getekend over de JEF. Het betreft een expeditionaire eenheid voor snelle inzet, opgebouwd rond Britse eenheden, concepten en voorzieningen. Het streven is dat de JEF in de internationale samenstelling operationeel zal zijn vanaf 2018, waarbij zal worden gebruikgemaakt van (niche)capaciteiten van de genoemde partners. De mogelijke Nederlandse inbreng wordt onderzocht. Vanaf januari 2015 is de plaatsing van een Nederlandse stafofficier in het JEF-hoofdkwartier voorzien.
Samenwerkingsgebieden met de Verenigde Staten
Doctrinevorming en -ontwikkeling: de Verenigde Staten zijn koploper op dit gebied in de wereld en binnen de Navo in het bijzonder. De uitwisseling van kennis omtrent doctrinevorming en -ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt door het plaatsen van Nederlands personeel bij strategische militaire commando’s (CENTCOM, AFRICOM), bij operationele commando’s, bij krijgsmachtdeelstaven en bij hogere defensieopleidingen (Defense Colleges). (CZSK, CLAS, CLSK)
Opleiding, training en oefeningen: het consolideren van bestaande en verkennen van nieuwe mogelijkheden op het gebied van opleiding, training en oefeningen. Voorbeelden van bestaande samenwerking zijn de initiële vliegeropleiding voor F-16 en helikopters, voortgezette F-16 opleiding, Apache-training, de Air Assault en gunnery training, en oefeningen van mariniers. Nieuw zijn opleidingen en cursussen op het gebied van de ruimte en de intensivering van gezamenlijke training en oefeningen met het US Marine Corps. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van individuele loopbaanopleidingen op alle rangniveau’s voor alle operationele commando’s. (CZSK, CLAS, CLSK)
Materieel: het onderzoeken van operationele en materiële samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van de F-35, raketverdediging, onbemande vliegtuigen, Apache-helikopters en cyber. (CZSK, CLAS, CLSK, DMO)
Anti-drugsoperaties: CZMCARIB is een van de zes ondercommandanten van de Amerikaanse Joint Inter Agency Task Force South (JIATFS) bij anti-drugsoperaties in het Caribisch gebied. CZMCARIB is daarbij niet alleen een leverancier van capaciteiten, maar voert ook operaties uit. Voor de uitwisseling van inlichtingen heeft Nederland een vertegenwoordiger geplaatst bij JIATFS. De Verenigde Staten maken gebruik van Curaçao en Aruba als steunpunten voor (onbewapende) drugsbestrijdingsvluchten. (CZSK, CLSK)
F-35: Australië, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zullen vanaf 2015 gezamenlijk de operationele testfase van de F-35 uitvoeren. Nederland stelt daarvoor de twee F-35 testtoestellen beschikbaar. (CLSK, DMO)
Overige Navo- en EU-partners; andere partners
Met diverse Navo- en EU-partners en met andere partners zoals Australië, Indonesië en Israël bestaan – buiten de multilaterale kaders – ook bilaterale samenwerkingsverbanden op uiteenlopende gebieden die per partner verschillen. Het kan gaan om bijvoorbeeld kennisuitwisseling, operationele samenwerking, gezamenlijk oefenen, opleiding en training en materieelsamenwerking. Een ander voorbeeld is de logistieke samenwerking bij de F-35 met Italië, Noorwegen en Groot-Brittannië. Nederland heeft op 4 februari jl. met Indonesië een MoU getekend over verdieping van de defensierelatie en op 12 maart jl. met Australië de kennisdeling over Counter-IED geformaliseerd. Op 19 mei jl. is met Israël een gezamenlijke verklaring getekend over het maken van afspraken over de status van het bezoekende personeel en over uitvoeringsaspecten, zoals de financiën.
Partners voor specifieke thema’s
Buiten de meer strategische en gelieerde partners zijn er veel, vaak tijdelijke, bilaterale relaties met landen rondom specifieke thema’s. Voorbeelden bij operaties zijn Afghanistan en de Verenigde Arabische Emiraten (logistiek); diverse landen in Afrika met het oog op bevordering van ontwikkeling en stabiliteit, waaronder Burundi in het kader van SSD-programma’s; partnerlanden in antipiraterij-operaties zoals Malta, de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte, Singapore, Kenia en India, Indonesië en Zuid-Afrika; partners voor oefenen, opleiding en training, bijvoorbeeld onderzoek naar jungletrainingsmogelijkheden in Gabon en Peru, opleiden van marineofficieren uit Australië, Singapore en Indonesië, trainingsfaciliteiten voor special forces in Jordanië; en samenwerking met landen in verband met instandhouding, verkoop en afstoting van materieel, bijvoorbeeld Peru, Estland, Finland, Jordanië, Marokko, Pakistan en Zuid-Korea.
Samenwerkingsgebieden in de Navo
Binnen de langlopende reguliere en veelomvattende samenwerking in Navo-verband gaat Nederland in 2015 samen met Duitsland en Noorwegen in het kader van de NATO Response Force invulling geven aan de testbedfunctie voor de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF). De VJTF komt voort uit het tijdens de Navo-Top in Wales aangenomen Readiness Action Plan. Dit testbed levert SACEUR de mogelijkheid op het concept van de VJTF uit te proberen en verder uit te werken zodat de Navo antwoord kan blijven geven op hedendaagse en toekomstige bedreigingen voor het bondgenootschap.
Daarnaast is Nederland betrokken bij de volgende projecten en initiatieven in het kader van Smart Defence. Bij de meeste daarvan is sprake van een defensiebrede betrokkenheid:
Immersive Training Environment: het delen van trainingsprogramma’s van virtuele trainingsomgevingen.
Centres of Excellence (COE) as hub of Education and Individual Training: de Centres of Excellence zullen een leidende rol spelen bij opleiding en training op hun specialisme. Een COE is een multinationale entiteit die door Allied Command Transformation (ACT) wordt geaccrediteerd maar geen deel uitmaakt van de Navo-commandostructuur. Inmiddels zijn twintig COE’s door ACT geaccrediteerd en zijn nog drie COE’s in oprichting. Nederland is betrokken bij twaalf van de twintig geaccrediteerde COE’s en bij een COE in oprichting.
CIS E-learning Training Centres Network: het opzetten van een netwerk voor het delen van online-trainingen op het gebied van communicatie- en informatiesystemen (CIS).
Individual Training and Education Programme: het bereiken van meer doelmatige en doeltreffende coördinatie van individuele trainingsprogramma’s van Navo-personeel dat op missie gaat.
Remote Controlled Vehicles for Route Clearance Operations: het gezamenlijk verwerven van op afstand bedienbare Counter-IED voertuigen.
Female Leaders in Security and Defence: a Roadmap to Provide Equal Opportunities: het opzetten van een conferentie als opstap naar een betere implementatie van VN-genderresolutie (VNVR 1325).
Joint Logistics Support Group capability: het ontwikkelen en implementeren van een standaard format voor gezamenlijke logistieke ondersteuning. Vanwege ervaring en expertise vervult Nederland hierbij een voortrekkersrol.
Shared Operational Resources Tool: het opzetten van een virtuele markplaats waarop landen in het operatiegebied militaire goederen en diensten kunnen aanbieden en uitruilen.
P&S MN Medical Treatment facilities (Role 2): het samenbrengen van multinationaal samengestelde medische faciliteiten op het niveau van Role 2 Enhanced.
Pooling of Deployable Air Activation Modules: het coördineren van nationale Deployable Air Activation Modules opdat Navo-breed meer eenheden inzetbaar zijn. Nederland neemt momenteel niet deel aan dit project, maar is wel geïnteresseerd. (CLSK)
Theatre Opening Capability: het inzichtelijk maken en delen van capaciteiten om Ports of Disembarkation operationeel te krijgen. (CZSK)
Multinational Logistics Partnership – Fuel Handling: samenwerking op het gebied brandstofvoorziening in het operatiegebied.
Dismantling, Demilitarization and Disposal (DD&D) of Military Equipment: Het gezamenlijk demilitariseren, ontmantelen en afstoten van militaire uitrustingsstukken. Dit project is inmiddels voltooid.
Multinational Cooperation on Munitions: het opzetten van een netwerk van internationale verdragen over samenwerking op munitiegebied.
Biometrics: Nederland leidt dit project waarbij de focus ligt op het ontwikkelen van een gezamenlijke biometriedoctrine. (CLAS, BS)
Multinational Cyber Defence Capability Development (MNCD2): Nederland neemt deel aan dit project ter versterking van de capaciteiten voor cyberverdediging.
Malware Information Sharing Platform (MISP).Het onderhouden en versterken van het huidige MISP ten aanzien van technische capaciteiten en deelnemende landen om informatie uitwisseling te vergroten.
SMART-L: de ontwikkeling van een detectiecapaciteit van ballistische raketten in de hogere luchtlagen op schepen. (CZSK)
Samenwerkingsgebieden in de EU
Naast de reguliere en veelomvattende samenwerking in EU-verband is Nederland in EU-kader betrokken bij de volgende projecten en initiatieven, waarbij ook het Europees Defensieagentschap (EDA) een rol speelt. Bij de meeste daarvan is sprake van een defensiebrede betrokkenheid:
Helicopter Training Programme: Programma voor het gezamenlijk organiseren en uitvoeren van multinationale helikoptertraining en oefeningen met behulp van een permanent Core Planning Team (CPT). (CLSK)
MARSUR Network Development: programma voor een netwerk waarin de deelnemende landen informatie delen over civiele scheepvaartbewegingen voor de ondersteuning van maritieme operaties in het kader van het GVDB, en voor de verbetering van situational awareness in de Europese kustwateren. (CZSK)
Multinational Modular Medical Units: het ontwikkelen van een concept voor geïntegreerde multinationale, modulair opgebouwde uitzendbare hospitaaleenheden voor EU-crisisbeheersingsoperaties. Nationale operationele hospitaalmodules worden voor inzet gereed gemaakt en getraind in een framework nation-concept.
Air-to-Air Refueling: de gezamenlijk aanpak van het Europese tekort aan capaciteit voor bijtanken in de lucht (Air-to-Air Refueling) door een beter gebruik van de reeds beschikbare capaciteiten of door gezamenlijke verwerving en gebruik van nieuwe capaciteiten. (CLSK)
Pilot Training: programma om (delen van) de vliegeropleidingen gezamenlijk uit te voeren. (CZSK, CLSK)
European Transport Hubs: programma voor het inrichten van logistieke knooppunten waarin goederen voor uitgezonden troepen kunnen worden verzameld voor een zo doelmatig mogelijk transport naar het inzetgebied, waaronder het wegnemen van juridische obstakels voor grensoverschrijdende militaire verplaatsingen.
Smart Munitions: Programma voor het gezamenlijk aanvullen van munitievoorraden.
JDEAL: Het Joint Deployable Exploitation and Analysis Laboratory is een door Nederland geleide internationale Counter-IED trainingsorganisatie inclusief een oefenlaboratorium met permanente en roulerende multinationale technische analysecapaciteit voor training en inzet. De uitzendbare JDEAL-faciliteiten zijn sensoren waarmee uiteenlopende technische inlichtingen verzameld kunnen worden, bijvoorbeeld ter ondersteuning van Counter-IED activiteiten.
Personnel Recovery: Project voor het gezamenlijk oefenen en trainen voor het redden van vermist eigen personeel in missiegebieden.
Cyber Defence: Programma voor onder meer samenwerking bij het gebruik van nationale cyberfaciliteiten, en overige samenwerking bij oefeningen en trainingen op cybergebied.
RPAS: Programma voor samenwerking bij het gebruik van op afstand bestuurbare vliegtuigen (Remotely Piloted Aircraft Systems, RPAS).
Overige multilaterale samenwerkingsgebieden
Movement Coordination Centre Europe (MCCE): het MCCE is een multinationaal samenwerkingsverband dat het strategisch militair transport en Air-to-Air Refueling van de 26 participerende landen coördineert. Het MCCE beoogt een meer doelmatig en doeltreffend gebruik van de beschikbare nationale transportmiddelen. Het MCCE is gevestigd op de vliegbasis Eindhoven. (CLSK)
European Air Transport Command (EATC): het EATC is een multinationaal samenwerkingsverband van België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Spanje en Nederland op het gebied van militair luchttransport. Het hoofdkwartier van het EATC bevindt zich op de vliegbasis Eindhoven. (CLSK)
SAC C-17: SAC C-17 is een internationaal samenwerkingsverband van twaalf landen voor het gezamenlijk gebruik van drie in Hongarije gestationeerde C-17 transportvliegtuigen van de Heavy Airlift Wing (HAW). De deelnemende landen beschikken hiermee over een strategische luchttransportcapaciteit aan de hand van een vlieguurverdeelsleutel. (CLSK)
European Gendarmerie Force (EUROGENDFOR): multinationaal samenwerkingsverband van politiekorpsen met een militaire basis voor de uitvoering van politietaken in instabiele landen. (CKMar)
European Air Group (EAG): samenwerkingsverband van zeven Europese landen met als doel de operationele capaciteiten van jachtvliegtuigen te verbeteren door bijvoorbeeld vergroting van de interoperabiliteit. (CLSK)
Multinational Fighter Program (MNFP): Samenwerkingsverband van F-16 gebruikers ten aanzien van onderhoud en modificaties. (CLSK)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33279-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.