33 273 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van de richtlijn solvabiliteit II en invoering van een daarop gebaseerd regime voor bepaalde kleinere verzekeraars (Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 6 november 2012

Het voorbereidend onderzoek geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van de implementatiewet richtlijn Solvabiliteit II (hierna: Solvency 2). De kredietcrisis van 2008 heeft niet alleen de kwetsbaarheid van banken aan het licht gebracht, maar liet ook zien dat er in de verzekeringsbranche onevenwichtigheden waren met systeemrisico's. De leden van de fractie van D66 staan daarom in dat licht in beginsel positief tegenover aangescherpte regelgeving. De aan het woord zijnde leden menen dat de verzekeringsmarkt zich steeds meer op Europese schaal voltrekt en deze leden verwelkomen daarom ook een Europese richtlijn terzake. Niettemin maken deze leden graag van de gelegenheid gebruik om enkele vragen te stellen over i) het implementatie tijdspad, ii) de zorgen van verzekeraars, iii) de effecten op de zorgpremie, iv) de uitwerking van Solvency II Basic, v) de dubbele verslaglegging, vi) de lastendruk, en vii) het groepstoezicht.

Implementatie tijdspad

De leden van de fractie van D66 constateren dat het voorliggende wetsontwerp het resultaat is van de inspanningen van het zogenaamde level 1 en er dus nog een boel werk verzet dient te worden. De aan het woord zijnde leden maken zich zorgen over de vertraagde implementatie van Solvency 2 en voelen zich in die zorg gesteund door een recente brief2 van de voorzitter van de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA), de heer Bernandino, aan Michel Barnier, Eurocommissaris Interne Markt. In deze brief uit de voorzitter van EIOPA zijn zorg over het stagnerende tempo van implementatie en roept op tot een versnelling van het proces. Het huidige Solvency 1 regime voldoet niet meer aan de moderne tijd, een overkoepelend Europees toezichtskader ontbreekt en de onduidelijkheid omtrent de invoering ondermijnt de geloofwaardigheid van de EU, zo betoogt de voorzitter van EIOPA in de brief.

Allereerst willen de aan het woord zijnde leden van de regering weten welk tijdspad zij reëel acht voor de verdere uitwerking van Solvency 2 in level 2 en 3. Ook vernemen deze leden graag het huidige standpunt van de regering over de vertraging in de EU regelgeving. Vindt zij deze ook onwenselijk? En zo ja, welke acties verbindt zij hieraan? Graag zien deze leden dat in het antwoord voornoemde brief van de voorzitter van EIOPA wordt meegenomen.

Position paper Verbond van verzekeraars

In diverse publicaties hebben verzekeraars de zorg geuit dat tijdens de uitwerking van Solvency 2 in level 2 en 3 hogere eisen worden gesteld aan de hoeveelheid kapitaal die verzekeraars moeten aanhouden dan in level 1 de bedoeling was. Het aanhouden van extra kapitaal leidt tot extra kosten voor de verzekeraar en zouden kunnen worden doorberekend in de premie. Het Verbond van verzekeraars uit concreet zorgen op het gebied van zes onderwerpen, te weten i) het eigen vermogen; ii) de waardering van verplichtingen; iii) calibratie en risico-inschatting; iv) equivalentie en eerlijke concurrentie; v) kredietrisico’s en risicospreiding; en vi) toezichteisen. De aan het woord zijnde leden menen dat de zorgen van de verzekeraars niet licht mogen worden genomen, daar zij de meeste praktijkkennis van de markt en van de financiële veerkracht van de branchepartijen hebben. Deze leden vragen de regering dan ook om de voorstellen van het Verbond voor verzekeraars te betrekken in de antwoorden op de gestelde vragen. Deze reactie zou – zo menen zij – per voorstel moeten verduidelijken waarom deze wel of niet in de implementatie wordt verwerkt.

Effecten op de zorgpremie

De leden van D66 constateren dat het verhogen van de solvabiliteitseisen leidt tot een verhoging van de kosten voor verzekeraars. Er dient immers meer kapitaal aangehouden te worden, en kapitaal kost geld. Deze leden menen dat een verhoging van de verzekeringspremie wenselijk kan zijn mits daar een beperking van risico tegenover staat, maar maakt zich voor de zorgverzekeringen wel zorgen over de mogelijkheden van een stijging van de premie. De zorgverzekeringspremie is de laatste jaren al fors gestegen en deze leden menen dat het zo veel mogelijk gelijk houden van de premie prioriteit verdient. Een verdere stijging die louter door versterkte kapitaalseisen is veroorzaakt gaat onherroepelijk vertaald worden in een stijging van de zorgpremie. Een stijging in de premie die niet het gevolg is van kostenstijging in de zorg zelf, maar door deze externe eisen is veroorzaakt, zal druk leggen op de hele zorgsector. Kan de regering nader toelichten wat de beleidskaders zijn waarbinnen het kabinet in deze materie opereert? Terzake wordt verwezen naar uitlatingen in het Financieele Dagblad van 18 september jongstleden, waarin de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betoogt dat verzekeraars nu al te veel kapitaal aanhouden. In een reactie stelt Zorgverzekeraars Nederland dat dit in afwachting is van Solvency 2. Graag vernemen de leden van de fractie van D66 of de regering meent dat zorgverzekeraars – met het oog op de voortschrijdende wetgeving die voorligt – op dit moment te veel kapitaal aanhouden, of en hoe de regering verwacht dat dit zal veranderen als Solvency 2 volledig geïmplementeerd wordt, en welke effecten de regering op de premie verwacht.

Solvency II Basic

De leden van de fractie van D66 zijn positief over het afgezwakte Solvency II Basic regime (hierna: Basic). Het is immers wenselijk kleine en grote verzekeraars niet op dezelfde wijze te behandelen, en deze leden menen dat het proportionaliteitsbeginsel terecht is toegepast. Tijdens de consultatieronde, zoals weergegeven in de memorie van toelichting, bleek dat er bij kleine verzekeraars nog enige zorgen zijn over de uitwerking van dit regime. In de memorie van toelichting wordt hier niet op ingegaan aangezien de reacties zullen worden betrokken bij de verdere uitwerking. Deze uitwerking vindt plaats op het niveau van een AMvB. De leden van de fractie van D66 vinden het van belang dat Basic recht doet aan legitieme zorgen van kleine verzekeraars. Daarom willen deze leden de regering vragen de AMvB in deze Kamer voor te hangen en bij wijze van begeleidend schrijven de consultatiereacties toe te lichten.

Dubbele verslaglegging

De richtlijn Solvency 2 heeft tot effect dat verzekeraars twee systemen van financiële verslaglegging dienen te gaan gebruiken. Één om te voldoen aan de Solvency 2 eisen en één om te voldoen aan de eisen gesteld in het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De aan het woord zijnde leden begrijpen dat Solvency 2 waardering op actuele waardes voorschrijft, maar dit volgens het BW niet altijd mag, bijvoorbeeld bij leningen en hypotheken. Kan de regering dit bevestigen en tevens aangeven waar de overige verschillen zitten? Deze leden willen verder van de regering weten of zij voornemens is stappen te nemen om beide verslagleggingsvoorschriften met elkaar te verenigen zodat in de toekomst met één verslagleggingsmethode kan worden volstaan? Voor verzekeraars met een beperkte risico omvang wordt het ook verplicht volgens twee methode verslag te leggen. De regering stelt in de memorie van toelichting dat dit op een zo praktisch mogelijke manier vorm dient te krijgen. Kan de regering aangeven hoe dit concreet vorm gaat krijgen? Ook willen deze leden weten of een dubbele verslaglegging voor kleine verzekeraars niet leidt tot een onevenredige lastenverzwaring? Zo ja, welke maatregelen is de regering voornemens te nemen?

Lastendruk

De leden van de fractie van D66 zijn de regering erkentelijk voor de uitgebreide lasten analyse zoals weergegeven in de memorie van toelichting. De absolute toename in kosten heeft – zo menen deze leden – evenwel weinig informatieve waarde als niet ook de relatieve grote van de toename in het aandeel van die kosten en in het aandeel van de totale kosten bekend is. Deze leden vragen de regering dan ook tabel 2 aan te vullen met een indicatie van de relatieve toename in de kosten. Als laatste willen zij van de regering gaarne een indicatie krijgen welk effect de level 2 en level 3 implementatie zal kunnen hebben op de geraamde lasten.

Groepstoezicht

De aan het woord zijnde leden zien het groepstoezicht als een groot verbeterpunt van Solvency 2. Europa wordt steeds meer één en daar hoort een verdere integratie van het toezicht bij, zo menen zij. De memorie van toelichting beschrijft op abstract niveau hoe dit toezicht vorm zal krijgen. De leden van de fractie van D66 vinden het van groot belang de dynamiek binnen het groepstoezicht te doorgronden en willen de regering daarom vragen om twee concrete voorbeelden: een waarin een Nederlandse dochteronderneming van een in Nederland gezetelde groep in het buitenland gevestigd is en een waarin een buitenlandse dochteronderneming van een in het buitenland gezetelde groep in Nederland gevestigd is.

Tijdens de bankencrisis constateerde Nederland dat nationaal bankentoezicht niet in alle EU landen volgens de zelfde standaarden voltrokken wordt als in Nederland. Daarom zal er binnenkort Europees Bankentoezicht worden ingesteld. De leden van de fractie van D66 menen dat verzekeraars, net als banken, systeemrisico's in zich dragen. Deze leden vragen aan de regering of zij van mening is dat het groepstoezicht in andere landen niet adequaat genoeg geregeld is en de verzekerden in Nederland getroffen worden door de gevolgen van ontoereikend toezicht elders?

De leden van de commissie zien de beantwoording van voorgaande vragen met belangstelling en bij voorkeur binnen vier weken tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Essers

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), Sylvester (PvdA), Essers (CDA), (voorzitter), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Boer (GL), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), (vice-voorzitter), Vacature (VVD), Bröcker (VVD) en Kok (PVV).

Naar boven