33 264 Benoeming subsituut-ombudsman

Nr. 3 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2012

In verband met de herbenoeming van de drie zittende substituut-ombudsmannen kan de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het volgende meedelen.

Op 16 mei 2012 heeft de Nationale ombudsman, de heer Brenninkmeijer, de Kamer zijn voornemen te kennen gegeven de Kamer te verzoeken de drie zittende substituut-ombudsmannen te herbenoemen (Kamerstuk 33 264, nr. 1). Deze brief is vervolgens in handen gesteld van de commissie voor Binnenlandse Zaken.

Naar aanleiding van deze brief heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken de Nationale ombudsman verzocht om een nadere motivering van zijn voordracht tot herbenoeming. De Nationale ombudsman heeft middels zijn brief van 14 juni 2012 gehoor gegeven aan dit verzoek (Kamerstuk 33 264, nr. 2).

Op 14 juni 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een delegatie uit de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Nationale ombudsman over de herbenoeming van de drie substituut-ombudsmannen naar aanleiding van bovengenoemde brieven. In dit gesprek heeft de Nationale ombudsman zijn brieven nader toegelicht en vragen van de delegatie beantwoord.

Op grond van de bevindingen van de delegatie stelt de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken voor conform de aanbeveling van de Nationale ombudsman te besluiten en de heer mr. F.J.W.M. van Dooren en mevrouw mr. A. Stehouwer te herbenoemen tot substituut-ombudsman en de heer M.L.M. Dullaert te herbenoemen tot substituut-ombudsman, tevens Kinderombudsman.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Wolbert

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Van der Leeden

Naar boven