33 249 Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2011

Nr. 2 RAPPORT

Inhoud

   

Pag.

     

Samenvatting

3

     

1

Inleiding

6

     

2

Oordeel Algemene Rekenkamer bij Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2011

9

2.1

Oordeel over totstandkoming

10

2.2

Oordeel over kwalificatie van beheers- en controlesystemen

11

2.3

Oordeel over kwalificatie van financiële transacties

13

     

3

Afdrachten aan de Europese Unie

14

3.1

Politieke verantwoordelijkheid voor afdrachten en controle

14

3.2

Afdrachten Nederland aan de Europese Unie

14

3.2.1

Invoerrechten

15

3.2.2

Btw-afdrachten

15

3.2.3

Bni-afdrachten

16

3.2.4

Verschillen verantwoording en controle tussen type afdrachten

16

3.3

De totstandkoming van de bni-afdracht

16

3.3.1

Complicerende factoren

17

3.3.2

Controle op betrouwbaarheid gegevens

18

3.4

Europese ontwikkelingen

19

3.5

Conclusie

19

     

4

Aanbevelingen

21

     

5

Bestuurlijke reactie en nawoord

23

5.1

Reactie ministers

23

5.2

Nawoord Algemene Rekenkamer

27

     

Overzicht aanbevelingen voor ministers

29

   

Bijlage 1 Lidstaatverklaring 2011

36

Bijlage 2 Gebruikte afkortingen

63

Bijlage 3 Begrippenlijst

64

Literatuur

67

SAMENVATTING

De Algemene Rekenkamer geeft jaarlijks voor het parlement een oordeel over de EU-lidstaatverklaring die de minister van Financiën afgeeft namens het kabinet. Over de lidstaatverklaring 20111 zijn we over het geheel genomen positief. De lidstaatverklaring geeft een goed beeld van het beheer en de besteding van gelden van de Europese Unie in Nederland. Als verantwoordingsinstrument heeft de lidstaatverklaring zich in Nederland ontwikkeld tot een volwaardige bouwsteen voor een sluitende verantwoordingsketen op Europees niveau voor de uitgaven die in gedeeld beheer met de Europese Commissie worden uitgevoerd. De verantwoordelijke ministers geven inzicht in de aandachtspunten voor het beheer en de rechtmatige besteding van de gelden die nog verbetering behoeven.

Aandachtspunten per minister

Uit de lidstaatverklaring komt naar voren dat de systemen functioneren en dat geconstateerde onrechtmatige uitgaven worden gecorrigeerd. Niettemin willen we nadrukkelijk blijven wijzen op punten die aangepakt moeten worden om te zorgen dat we als lidstaat ook aan de goede kant van de streep blijven. Zonder afbreuk te doen aan het positieve oordeel over de werking van de lidstaatverklaring, vragen we met name voor onderstaande onderwerpen aandacht. Deze geven we per verantwoordelijke minister weer.

Van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) verwachten we een stevige aanpak van onderstaande tekortkomingen:

  • Het afgelopen jaar is, wegens tekortkomingen in oudere jaren, een bedrag van bijna € 52 miljoen aan financiële correcties over de periode 2003–2008 door de Europese Commissie in de rekeningen verwerkt. Een voorbeeld is een correctie van € 22,7 miljoen betreffende de regeling Gemeenschappelijke Marktordening Groenten en Fruit. De correctie is opgelegd omdat telersverenigingen volgens de Europese Commissie niet aan de erkenningscriteria voldeden, zoals centrale organisatie van de afzet en/of de centrale regie op de verkoop en prijsbepaling. Het beschikbare verbeterplan zou concrete doelen, acties en tijdgebonden mijlpalen moeten bevatten, waaruit duidelijke maatregelen blijken om toekomstige financiële correcties, betreffende de uitvoering van het beheer en de controle van de landbouwfondsen, te kunnen terugdringen.

  • Er zijn hiaten in het beheer van de Dienst Landelijk Gebied (DLG, verantwoordelijk voor het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling). Enkele cruciale interne controlemaatregelen zijn niet op orde. Het betreft de controle van de betaalaanvragen, het vorderingenbeheer, toepassing van sancties, administratieve controle ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering en de informatiebeveiliging. Overigens is ook bij de Dienst Regelingen (DR, verantwoordelijk voor het Europees Landbouwgarantiefonds) de informatiebeveiliging niet op orde. De minister zou beheersingsmaatregelen voortvarend moeten doorvoeren, omdat tekortkomingen in het beheer ertoe kunnen leiden dat de Europese Commissie een financiële correctie oplegt.

  • De inspectie van de cross compliance is niet op niveau. De inspectie op de naleving van de nationale randvoorwaarden is onvoldoende.

  • De foutmarges van 2% zijn bij het Europees Visserijfonds (EVF) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) overschreden. Voor beide fondsen geldt dat de beheersingsmaatregelen van de voor het beheer verantwoordelijke autoriteiten (Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn voor het EVF, en de Managementautoriteiten EFRO Noord en Zuid voor het EFRO) de fouten niet hebben kunnen voorkomen.

    Bij het EVF werd het hoge foutpercentage (5,9%) veroorzaakt door enkele fouten bij twee grotere projecten, waarvan een aanbestedingsfout. Bij het EFRO werd het foutpercentage boven de tolerantiegrens (2,16%) veroorzaakt door diverse door de auditautoriteit ontdekte fouten, met name aanbestedingsfouten en correcties van niet-subsidiabele facturen en loonkosten. De door de auditautoriteit geconstateerde fouten in de in 2010 ingediende betaalaanvragen zijn inmiddels wel grotendeels door de verantwoordelijke autoriteit hersteld in de betaalaanvragen in 2011, zoals ook toegelicht in de Nationale verklaring 2012.

Van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (II&A) verwachten we het beheer en de controle van het Europees Integratiefonds op orde te brengen. Het niet binnen anderhalf jaar kunnen afronden van de financiële verantwoording van dit financieel zeer kleine fonds (€ 0,9 miljoen), is ongewenst.

Afdracht eigen middelen

Opnieuw vragen wij aandacht voor de afdrachten aan de eigen middelen van de Europese begroting. Opname van de afdrachten in de lidstaatverklaring is wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau. Bovendien kan hiermee het door de Europese Rekenkamer geïdentificeerde hiaat in de controleketen van de Europese begroting op lidstaatniveau worden aangepakt. In het kader van haar controle op de volledigheid van de ontvangsten van de Europese Commissie merkt de Europese Rekenkamer immers op, dat zij de onderliggende werkzaamheden en gegevensverzameling, die als input dienen voor de statistieken, niet rechtstreeks kan controleren.

De afdrachten aan de eigen middelen van de EU maken deel uit van de verantwoording van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In 2010 bedroeg het totaal van de afdrachten uit Nederland volgens het financieel jaarverslag 2010 van de Europese Commissie € 5,6 miljard.2 Daarvan is € 4,2 miljard gebaseerd op statistieken (het bruto nationaal inkomen, bni). De afdrachten zijn verder afhankelijk van de zogenaamde traditionele eigen middelen, de invoerrechten (€ 1,7 miljard) en de btw-opbrengsten (€ 0,2 miljard). De afdrachten op basis van de invoerrechten kunnen nu al eenvoudig worden opgenomen in de lidstaatverklaring, omdat daarvoor al voldoende waarborgen aanwezig zijn om te komen tot een betrouwbare publieke verantwoording.

De informatie voor de berekening van de bni-afdracht en btw-afdracht komt van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Er zijn verschillende waarborgen op Europees en nationaal niveau om de kwaliteit van de statistische informatie te bewaken. Het CBS geeft, net als andere nationale statistische bureaus, geen betrouwbaarheidsmarges van de uitkomsten van de Nationale rekeningen. De achtergrond hiervan is onder meer dat voor de bepaling van het bni gebruik wordt gemaakt van diverse bronnen en verschillende manieren van informatieverzameling.

Opname van de afdrachten in de lidstaatverklaring is wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau, maar kan bovendien bijdragen aan aandacht in Nederland voor de kwaliteit van de basisgegevens die als input dienen voor statistieken. Relevant in dit kader zijn nieuwe verordeningen3 en de daaruit voortkomende regelgeving van de Europese Commissie voor versterking van het begrotingstoezicht. Deze regelgeving bevat maatregelen om de kwaliteit van de statistieken te waarborgen. Extra aandacht in Nederland voor de kwaliteit van de basisgegevens kan bijdragen aan het versterken en bevorderen van soortgelijke assurance in alle lidstaten van de EU.

Wij bevelen de ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën dan ook aan om gezamenlijk met betrokken nationale en Europese partijen te onderzoeken op welke wijze zekerheid kan worden verschaft over de kwaliteit van de basisgegevens die ten grondslag liggen aan de statistieken.

Reactie ministers

In reactie op onze conclusies en aanbevelingen hebben de ministers van Financiën, van EL&I en voor II&A toegezegd dertien van de vijftien openstaande aanbevelingen over te nemen. De effectiviteit van de volgens de minister van EL&I in 2010 in gang gezette maatregelen om financiële correcties te voorkomen, blijven wij met aandacht volgen.

Twee van onze aanbevelingen nemen de ministers niet of slechts gedeeltelijk over:

  • de herhaalde aanbeveling voor het opnemen van de eigen middelen in de lidstaatverklaring;

  • aanvullend inzicht in de jaarlijkse besteding van de beschikbare budgetten voor de meerjarige programmaperiode.

Wij delen de reactie van de ministers dat de Europese Rekenkamer een positief oordeel geeft over de ontvangsten (inclusief de eigen middelen) van de Europese Commissie. We willen er echter nogmaals op wijzen dat de controle van de Europese Rekenkamer de basisgegevens in de lidstaten niet afdekt. De kwaliteit van de statistieken – vooral ook van de onderliggende basisgegevens – blijft in EU-verband de komende jaren nog aandacht krijgen. De Europese Commissie heeft regelgeving ontwikkeld om de onafhankelijkheid van de nationale statistische bureaus te versterken en verscherpt toezicht te houden als nationale statistieken niet blijken te kloppen. Een werkgroep van Europese rekenkamers verkent welke samenwerking er mogelijk is met nationale statistische bureaus en Eurostat.

1 INLEIDING

De Europese Unie en Nederland zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De 27 lidstaten werken samen aan de ontwikkeling van Europa. De politieke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de Europese Unie ligt op zowel Europees als op nationaal niveau. Voor de uitoefening van democratische controle en openheid naar de Europese burgers zal de publieke verantwoording hierop moeten aansluiten. Een belangrijk onderdeel daarvan is de verantwoording en controle op lidstaatniveau. Een lidstaatverklaring is daarvoor het aangewezen instrument. In Nederland is dit voor de ontvangen gelden uit Brussel geregeld, maar voor de bijdragen aan de Europese begroting nog niet.

Met de EU-lidstaatverklaring wil Nederland bijdragen aan een beter beheer, een betere controle en een betere verantwoording van de EU-gelden die Nederland in gedeeld beheer met de Europese Commissie besteedt. De minister van Financiën geeft de lidstaatverklaring jaarlijks namens het kabinet af en is gericht aan de Europese Commissie en aan het Nederlandse parlement. De Algemene Rekenkamer geeft jaarlijks voor het parlement een oordeel over de Nederlandse EU-lidstaatverklaring.

Dit rapport bevat de uitkomsten van ons onderzoek naar de EU-lidstaatverklaring over 2011.4 De lidstaatverklaring over 2011 heeft betrekking op het functioneren van de beheers- en controlesystemen en de rechtmatigheid, juistheid en volledigheid van de verantwoorde financiële transacties, die in de betreffende verantwoordingsperiode bij de Europese Commissie zijn gedeclareerd.

Hieronder is weergegeven om welke fondsen en bedragen het gaat en welke minister hiervoor verantwoordelijk is:

Tabel 1 Overzicht Europese fondsen en verantwoordelijkheid per minister

Verantwoordelijke minister

Europees fonds (subsidiebijdragen EU-fonds)

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

1. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF; € 877,2 miljoen);

2. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO; € 71,4);

3. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO; € 59,9 miljoen);

4. Europees Visserijfonds (EVF; € 1,6 miljoen);

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

5. Europees Sociaal Fonds (ESF; € 20,4 miljoen);

Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel

6. Europees Integratiefonds (EIF; PM);

7. Europees Buitengrenzenfonds (EBF; € 1,0 miljoen);

8. Europees Terugkeerfonds (ETF; € 0,4 miljoen);

9. Europees Vluchtelingenfonds (EVLF;* € 2,4 miljoen).

X Noot
*

Om verwarring te voorkomen hanteren wij in dit rapport de niet-officiële afkorting EVLF in plaats van EVF, omdat het Europees Visserijfonds ook de afkorting EVF kent.

De verantwoorde bedragen in de lidstaatverklaring 2011 hebben conform Europese regelgeving betrekking op diverse periodes:

  • De verantwoordingsperiode voor de migratiefondsen (EIF, EBF, ETF en EVLF) was de periode 1 januari 2008 t/m 30 juni 2010. De Europese Commissie vroeg hiervoor op 31 maart 2011 van Nederland verantwoordings- en controle-informatie.

  • De verantwoordingsperiode voor de structuurfondsen (EFRO en ESF) en het EVF was het kalenderjaar 2010. De Europese Commissie vroeg hiervoor in december 2011 van Nederland verantwoordings- en controle-informatie.

  • Voor de landbouwfondsen (ELGF en ELFPO) wordt er op jaarbasis afgerekend met de Europese Commissie. Voor de lidstaatverklaring over 2011 was de verantwoordingsperiode 16 oktober 2010 t/m 15 oktober 2011. Over deze periode is per saldo € 948,6 miljoen gedeclareerd. De Europese Commissie vroeg hiervoor in januari 2012 van Nederland verantwoordings- en controle-informatie.

Voor de programmaperiode 2007 t/m 2013 heeft de Europese Commissie budgetten gereserveerd. De voor Nederland begrote uitgaven voor de programmaperiode 2007–2013 bedragen voor EFRO en ESF elk € 830 miljoen, voor het EVF € 48,6 miljoen en voor de migratiefondsen (EIF, EBF, ETF en EVLF) € 107 miljoen. In relatie tot de beschikbare budgetten is realisatie van de bestedingen tot nu toe beperkt. Bij het Europees Visserijfonds loopt Nederland het risico dat de budgetten niet volledig benut kunnen worden vanwege de «N+2»-regeling. Deze regeling houdt in dat het gedeelte van een aangegane betalingsverplichting in de bijdrage van de fondsen door de Europese Commissie wordt verminderd, indien aan het einde van het tweede jaar na het jaar waarin de betalingsverplichting is aangegaan, geen ontvankelijke betalingsaanvraag is ingediend.

Figuur 2 Uitputting van EU-subsidies (2007–2013) In procenten en miljoenen euro's

Figuur 2 Uitputting van EU-subsidies (2007–2013)

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 geven wij ons oordeel over de EU-lidstaatverklaring 2011. In hoofdstuk 3 geven wij onze bevindingen van ons onderzoek naar de afdrachten aan de Europese Unie (de eigen middelen). In hoofdstuk 4 geven we de reactie van het kabinet weer, gevolgd door ons nawoord. Dit rapport sluit af met een overzicht van de belangrijkste aanbevelingen en de toezeggingen die de ministers daarop hebben gedaan.

Op www.rekenkamer.nl hebben wij achtergrondinformatie opgenomen over de lidstaatverklaring. Naast een meer technische toelichting op de (totstandkoming van de) lidstaatverklaring, gaan we daarin dieper in op onze onderzoeksaanpak, onze onderzoeksbevindingen en de onderliggende deelverklaringen.

2 OORDEEL ALGEMENE REKENKAMER BIJ NEDERLANDSE EU-LIDSTAATVERKLARING 2011

Wij hebben de Nederlandse EU-lidstaatverklaring over 2011 (inclusief de bijbehorende consolidatiestaten)6 onderzocht en van een oordeel voorzien. De Europese verordeningen stellen per fonds verschillende eisen aan beheer, controle en verantwoording. Dat betekent dat de EU-lidstaatverklaring maatwerk vereist.

Ons oordeel bij de lidstaatverklaring 2011 richt zich op drie onderdelen:

  • de totstandkoming van de lidstaatverklaring en de onderliggende deelverklaringen met bijbehorende consolidatiestaten;

  • de kwalificatie van de systemen en de daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de EU-fondsen;

  • de kwalificatie van de wettigheid, regelmatigheid, juistheid en volledigheid van de verantwoorde financiële transacties tot op het niveau van eindbegunstigde.

De door de minister van Financiën, namens het kabinet ondertekende EU-lidstaatverklaring 2011 is opgenomen in bijlage 1 van dit rapport. In onderstaand kader hebben wij deze samengevat.

Door de Minister van Financiën ondertekende Nederlandse EU-Lidstaatverklaring 2011

Op 8 maart 2012 heeft de minister van Financiën de Nationale verklaring 2012 ondertekend.

De Nationale verklaring is positief over de beheers- en controlesystemen van acht van de negen betrokken EU-fondsen in Nederland. De minister kan nog geen oordeel geven over het beheer en de controle betreffende het EIF, waarvoor de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel verantwoordelijk is. Vanwege organisatorische en personele omstandigheden en de complexiteit van enkele subsidieverantwoordingen is circa een jaar vertraging ontstaan in de oplevering van het eindverslag van het fonds.

De verklaring is positief over de rechtmatigheid, juistheid en volledigheid van de uitgaven en ontvangsten betreffende de landbouwfondsen, het ESF, het EBF, het ETF en het EVLF. De verklaringen over de uitgaven en ontvangsten voor het EFRO en het EVF bevatten een voorbehoud vanwege geconstateerde onrechtmatigheden, die voor een belangrijk deel zijn gecorrigeerd in een betaalaanvraag vallende in het volgende verantwoordingsjaar.

In de bijlage licht de minister van Financiën de in 2011 door de Europese Commissie verrekende financiële correctie van in totaal € 52 miljoen toe. Verder heeft de minister een overzicht met de lopende onderzoeken van de Europese Commissie opgenomen met een korte toelichting op de bevindingen en indien bekend de door de Europese Commissie voorgestelde financiële correctie.

In de verantwoordingsperiode waar de lidstaatverklaring 2011 betrekking op heeft (zie figuur 1 in de Inleiding), zijn ten laste van acht fondsen uitgaven gedeclareerd bij de Europese Commissie. De EU-lidstaatverklaring heeft betrekking op de financiële realisatiecijfers in de volgende tabel.

Tabel 2 Financiële realisatiecijfers lidstaatverklaring 2011

Europees Fonds

verantwoordingsperiode

Gedeclareerde uitgaven

(in € mln.)

Vorderingen

(in € mln.)

Landbouwfondsen (ELGF en

ELGF

877,2

12,0

ELFPO)

16 oktober 2010 t/m 15 oktober 2011

ELFPO

71,4

0,1

Totaal

948,61

12,1

EFRO2

1 januari 2010 t/m 31 december 2010

Subsidiabele kosten

139,43

0

Aandeel uit EFRO

59,9

 

EVF

1 januari 2010 t/m 31 december 2010

Subsidiabele kosten

11,0

0

Aandeel uit EVF

1,6

 

ESF

1 januari 2010 t/m 31 december 2010

Subsidiabele kosten

46,7

0

Aandeel uit ESF

20,44

 

Migratiefondsen (EIF, EBF, ETF en EVLF)

1 januari 2008 t/m 30 juni 2010

Subsidiabele kosten EIF

PM

0

Aandeel uit EIF

PM5

 

Subsidiabele kosten EBF

1,5

0

Aandeel uit EBF

1,0

 

Subsidiabele kosten ETF

0,7

0

Aandeel uit ETF

0,4

 

Subsidiabele kosten EVLF

3,6

0,1

Aandeel uit EVLF

2,4

 
X Noot
1

Saldo van de uitgaven en ontvangsten die zijn verantwoord in de consolidatiestaat.

X Noot
2

De consolidatiestaat voor het EFRO betreft de optelling van de uitgaven van de vier EFRO-programma’s.

X Noot
3

Voor de structuurfondsen (EFRO, ESF, EVF en migratiefondsen) geldt dat er sprake is van cofinanciering. De totale subsidiabele kosten worden voor een deel vanuit het Europese fonds betaald en voor het andere deel uit andere financieringsbronnen (ministerie, lagere overheden, bedrijven, instellingen etc.). Op grond van de Europese richtlijnen dienen zowel de totale subsidiabele kosten als het aandeel van het desbetreffende fonds te worden opgenomen in de betaalaanvraag.

X Noot
4

In de Nationale verklaring 2012 is abusievelijk een bedrag van € 34,3 miljoen vermeld. Uit onze controle blijkt dat dit bedrag een te hoge weergave is van de daadwerkelijke bijdrage uit het ESF-fonds in 2010.

X Noot
5

Er is geen jaarverslag beschikbaar en cijfers zijn nog niet gecontroleerd. De niet-gecontroleerde bedragen zijn voor totale subsidiabele kosten € 2,5 miljoen en het fondsaandeel hierin bedraagt € 0,9 miljoen.

2.1 Oordeel over totstandkoming

Oordeel

Naar ons oordeel is de EU-lidstaatverklaring 2011, zoals die door de minister van Financiën namens het kabinet is afgegeven, over het geheel genomen deugdelijk tot stand gekomen.

2.2 Oordeel over kwalificatie van beheers- en controlesystemen

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de lidstaatverklaring 2011 een deugdelijke kwalificatie geeft van het functioneren van de door Nederland opgezette beheers- en controlesystemen (en de daarin vervatte maatregelen) voor de in de lidstaatverklaring 2011 verantwoorde uitgaven en ontvangsten betreffende de Europese fondsen, met uitzondering van het EIF (verantwoordelijkheid van de minister voor II&A), zoals ook in de lidstaatverklaring is toegelicht.

De tekortkoming in het functioneren van de systemen bij het Europees Integratiefonds komt in de lidstaatverklaring tot uitdrukking. Er is niet tijdig een volledig jaarverslag opgesteld, de auditautoriteit heeft nog geen oordeel over de werking van de beheers- en controlesystemen en een geldigverklaring bij het betalingsverzoek kunnen geven, en er is een jaar vertraging ontstaan in de oplevering van het eindverslag van het EIF 2008. Wij concluderen dat er sprake is van onordelijk beheer als het niet mogelijk blijkt om een verantwoording op te stellen waarvan de subsidieperiode al in juni 2010 is afgelopen.

Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel over de kwalificatie van het functioneren van de systemen in de lidstaatverklaring, vragen wij aandacht voor een aantal punten.

EVF en EFRO

Het beheer door de voor het Europees Visserijfonds en Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen verantwoordelijke autoriteiten vertoonde tekortkomingen blijkens de door de auditautoriteit geconstateerde onrechtmatigheden. De geconstateerde onrechtmatigheden overschreden de voor de controle gehanteerde materialiteit van 2% wat de in het verantwoordingsjaar 2010 ingediende betaalaanvragen betreft. Deze fouten zijn inmiddels grotendeels hersteld in de betaalaanvragen in 2011, zoals ook is toegelicht in de Nationale verklaring 2012.

Bij het EVF werd het hoge foutpercentage (5,9%) veroorzaakt door enkele door de auditautoriteit geconstateerde fouten bij twee grotere projecten, die niet eerder door de managementautoriteit en certificeringsautoriteit zijn ontdekt.

Bij het EFRO werd het foutpercentage boven de tolerantiegrens (2,16%) veroorzaakt door diverse door de auditautoriteit ontdekte fouten. Dit betrof vooral aanbestedingsfouten en correcties van niet-subsidiabele facturen en loonkosten bij twee van de vier EFRO-fondsen (Noord en Zuid; 3,15%, respectievelijk 2,56%). Deze fouten hebben de managementautoriteiten en de certificeringsautoriteit niet eerder ontdekt. Voor zowel het EVF als EFRO geldt dat fouten voor een belangrijk deel inmiddels zijn gecorrigeerd in latere bij de EC ingediende betaalaanvragen.

Landbouwfondsen

Het beheer en de controle van de landbouwfondsen kent een aantal voortdurende tekortkomingen die hieronder worden toegelicht. Tot op heden zijn de gevolgen voor ons oordeel over het functioneren van de systemen beperkt gebleven. De achtergrond hiervan is dat uiteindelijk via aanvullende maatregelen de onrechtmatigheden onder de grens van 2% zijn gebleven. Ook is er vooruitgang geboekt ten opzichte van 2010.

Het langer voortbestaan van onderstaande problemen zal leiden tot onnodige financiële risico’s, vanwege correcties en boetes van de Europese Commissie. De minister moet kordater gaan optreden om terugkerende tekortkomingen aan te pakken.

Tegengaan financiële correcties nog onvoldoende

Het Ministerie van EL&I beschikt over het door de EU voorgeschreven systeem met erkende betaalorganen, gecombineerd met toezicht door een erkennende instantie12 (in casu de directie Financieel-Economische Zaken, EL&I) en een certificerende instantie, gericht op een rechtmatige besteding van de EU-gelden. Niettemin blijken bij audits door de Europese Commissie regelmatig tekortkomingen aan het licht te komen, die leiden tot financiële correcties.

Dit jaar is een bedrag van bijna € 52 miljoen aan financiële correcties over de periode 2003–2008 in de rekeningen verwerkt. Hiervan betreft € 22,7 miljoen de regeling Gemeenschappelijke Marktordening Groenten en Fruit en betreft € 29,3 miljoen betalingen aan producenten van aardappelzetmeel.

Nieuwe omvangrijke correctievoorstellen betreffen onder andere tekortkomingen in de perceelregistratie (€ 35,4 miljoen over de periode 2008–2009) en in verband met het onvoldoende handhaven van de randvoorwaarden (cross compliance) in de periode 2005–2007 (€ 14,6 miljoen) wat dierenwelzijn, milieu en dierengezondheid betreft. De financiële correcties betaalt het ministerie uit de eigen nationale begroting. In de praktijk worden deze veelal niet verhaald bij de eindbegunstigden, waardoor deze ten laste komen van de Nederlandse belastingbetaler.

De getroffen maatregelen om financiële correcties terug te kunnen dringen, hebben helaas onvoldoende voortgang gehad de afgelopen twee jaar. Het ontbreekt aan concrete doelen, acties en tijdgebonden mijlpalen om toekomstige financiële correcties te voorkomen. Bovendien willen wij er nadrukkelijk op wijzen dat op grond van de Europese regelgeving de financiële correcties moeten worden teruggevorderd bij de eindbegunstigde, tenzij de schuld evident bij het ministerie ligt.

Tekortkomingen in beheer betaalorganen

De Dienst Landelijk Gebied (verantwoordelijk voor het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) heeft de vorig jaar door ons geconstateerde gebreken in de naleving van de Europese aanbestedingsregels voortvarend opgepakt. Op andere onderdelen van het beheer constateren we nog tekortkomingen. Dit betreft de controle van de betaalaanvragen, het vorderingenbeheer, toepassing van sancties, administratieve controle ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering en informatiebeveiliging.

Overigens is ook bij de Dienst Regelingen (verantwoordelijk voor het Europees Landbouwgarantiefonds) de informatiebeveiliging niet op orde. Het langer voortbestaan van de tekortkomingen in het beheer is ondoelmatig, kan leiden tot onrechtmatige uitgaven en tot het opleggen van financiële correcties door de Europese Commissie. Zie voor een nadere detaillering § 3.2 en 3.3 van de toelichting bij dit rapport.

Cross compliance niet op niveau

De inspectie van de cross compliance is niet op niveau. De inspectie op de naleving van de nationale randvoorwaarden in 2011 is onvoldoende geweest. Zie voor een nadere detaillering § 3.3.8 van de toelichting bij dit rapport.

2.3 Oordeel over kwalificatie van financiële transacties

Oordeel

Naar ons oordeel geeft de lidstaatverklaring 2011 een deugdelijke kwalificatie van de financiële transacties tot op het niveau van eindbegunstigden betreffende de Europese fondsen.

De bij de Europese Commissie ingediende betaalaanvragen betreffende het EVF en het EFRO bevatten te veel onrechtmatigheden. Deze door de controleurs van de auditautoriteit geconstateerde fouten zijn inmiddels grotendeels door de uitvoerende autoriteiten gecorrigeerd in betaalaanvragen voor het volgende verantwoordingsjaar.

3 AFDRACHTEN AAN DE EUROPESE UNIE

De Nederlandse EU-lidstaatverklaring is een passend instrument voor publieke verantwoording op het niveau van de lidstaat. De waarde hiervan kan toenemen door een integraal beeld te geven van het beheer en de controle van financiële middelen waarvoor de lidstaat in het kader van de Europese Unie verantwoordelijk is. Naast verantwoording over de besteding van de EU-subsidiegelden in Nederland, waarvoor zij in gedeeld beheer met de Commissie verantwoordelijk is (tot op heden is dat de reikwijdte van de lidstaatverklaring), kan de regering ook gevraagd worden om verantwoording af te leggen over de afdrachten aan de Europese Unie. Daarmee ontstaat een «jaarrekening» waarin zowel de ontvangsten als afdrachten in relatie tot de EU staan. Dit was ook de oorspronkelijke ambitie van het kabinet bij de introductie van de lidstaatverklaring in 2006.13

Dit hoofdstuk beschrijft de uitkomsten van onze inventarisatie naar de totstandkoming van de afdrachten aan de eigen middelen van de Europese begroting.14

3.1 Politieke verantwoordelijkheid voor afdrachten en controle

De afdrachten aan de eigen middelen van de begroting van de Europese Commissie zijn opgenomen in de verantwoording van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa). De politieke verantwoordelijkheidsverdeling voor de afdrachten is echter diffuus. Naast de minister van Buitenlandse Zaken heeft de minister van Financiën namelijk verantwoordelijkheden die van belang zijn voor de totstandkoming van de afdrachten aan de Europese Commissie. Daarnaast heeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een begrotingsartikel waarop landbouwheffingen worden gepresenteerd.

De auditdienst van het Ministerie van BuZa is verantwoordelijk voor de controleverklaring bij het jaarverslag van de minister van BuZa. Hiervoor maakt de auditdienst mede gebruik van de onderliggende werkzaamheden en uitkomsten van auditors van de Rijksauditdienst (RAD) die controles verrichten in opdracht van de minister van Financiën.

3.2 Afdrachten Nederland aan de Europese Unie

De basis voor de bijdragen aan de begroting van de Europese Unie ligt vast in het Verdrag van Rome (25 maart 1957). In artikel 201 van het Verdrag staat: «De begroting wordt, onafhankelijk van andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd». Bij besluit van 21 april 1970 zijn de bijdragen van de lidstaten aan Europa vervangen door eigen middelen. Het eigenmiddelenstelsel omvat oorspronkelijk vier te onderscheiden financiële bronnen:

  • 1. Landbouwrechten en suikerheffingen

    Dit betreft voornamelijk douanerechten op uit derde landen ingevoerde landbouwproducten waarvoor een gemeenschappelijke marktordening bestaat, alsmede heffingen op suiker, isoglucose en insulinestroop.

  • 2. Douanerechten

    Deze vloeien voort uit de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief en worden geheven op de invoer uit derde landen.

  • 3. De middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw)

    Deze vloeit voort uit de toepassing van een uniform percentage op de btw-grondslag van elke lidstaat.15

  • 4. De afdrachten afhankelijk van het bruto nationaal inkomen (de «vierde middelenbron»)

    Deze in 1988 ingevoerde middelen worden aanvullend genoemd, omdat bij de vaststelling ervan rekening wordt gehouden met de andere drie bronnen waaruit de begroting wordt gevoed.16

De onder 1 en 2 genoemde rechten worden inmiddels onder dezelfde categorie geschaard, namelijk de invoerrechten.17

De Rijkshoofdboekhouding betaalt maandelijks op basis van betaalaanvragen van de Europese commissie 1/12 deel van de voor een jaar begrote bijdrage aan de eigen middelen.

In 2010 heeft Nederland volgens het financieel jaarverslag 2010 van de Europese Commissie € 5 614 miljoen aan de Europese Commissie afgedragen. Hiervan was 75% (€ 4 219 miljoen) berekend op basis van het bruto nationaal inkomen. Daar tegenover ontving Nederland € 2 146 miljoen aan subsidies. Dit betekent dat Nederland over 2010 netto € 3 468 miljoen afdroeg aan de Europese Unie. Dit is 0,6 % van ons bni in 2010.18

Volgens het jaarverslag 2011 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Nederland in 2011 € 6 567 miljoen aan de Europese Commissie afgedragen. Hoeveel Nederland daartegenover aan subsidies ontving, is nog niet precies bekend. De omvang van de afdrachten is via Europese regelgeving gemaximeerd. Het bni is daarbij van belang. Het totaal van de eigen middelen van de EU wordt bepaald door 1,24% te nemen van de som van de bni’s van alle lidstaten.19

3.2.1 Invoerrechten

Voor de controle op de juistheid en volledigheid van de invoerrechten steunt de auditdienst van het Ministerie van BuZa op de controlewerkzaamheden die de RAD uitvoert in het kader van de controle van het Beheersverslag van de Belastingdienst (douanecontrole op invoer). Uit ons onderzoek is gebleken dat de auditdienst van het Ministerie van BuZa geen actieve review uitvoert op de werkzaamheden van de RAD om te beoordelen in hoeverre de verantwoordelijkheid voor de uitkomsten kan worden overgenomen voor de controleverklaring bij de verantwoording van het Ministerie van BuZa.

3.2.2 Btw-afdrachten

Het Ministerie van Financiën berekent de grondslag voor de btw en het aan de EC af te dragen btw-bedrag. De btw-opbrengsten vormen een object van de wettelijke controle die de RAD verricht voor het beheersverslag van de Belastingdienst en het jaarverslag van het Ministerie van Financiën (IXB). De geïnde omzetbelasting wordt volledig als belastingontvangst opgenomen in het beheersverslag en het jaarverslag IXB. Het deel dat afgedragen wordt aan de EU wordt opgenomen in de verantwoording van het Ministerie van BuZa.

De RAD controleert de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw en brengt hierover jaarlijks een rapport uit aan de DG Belastingen van het Ministerie van Financiën. De controle beperkt zich tot de beoordeling van de consistentie, de aanvaardbaarheid en de juistheid van de berekening van de grondslag en de juistheid van de afdrachten aan de EC.

Geharmoniseerde btw

Voor de grondslagberekening levert het CBS jaarlijks een notitie (de «btw-nota») aan het Ministerie van Financiën voor het berekenen van het gewogen gemiddelde btw-tarief.

3.2.3 Bni-afdrachten

Cijfers van het CBS worden gebruikt om de afdracht op basis van het bruto nationaal inkomen te berekenen. Deze cijfers worden jaarlijks via de zogenaamde Nationale rekeningen aan de EC beschikbaar gesteld. Er wordt bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van uitgegaan dat Eurostat de kwaliteit van de informatie waarborgt door periodieke evaluaties.

3.2.4 Verschillen verantwoording en controle tussen type afdrachten

Voorgaande paragrafen hebben duidelijk gemaakt dat de afdrachten zijn gebaseerd op verschillende bronnen en dat de grondslag voor de berekening sterk verschilt. Daar waar voor de invoerrechten (de traditionele eigen middelen) en btw fysieke transacties een rol spelen, is het bni volledig gebaseerd op statistische informatie. Dit betekent dat voor de afdrachten, vallende onder traditionele eigen middelen en btw, verantwoording en controle eenvoudiger is dan voor het bni.

Aangezien de bni-afdracht de belangrijkste component is van de eigen middelen en daarop, in tegenstelling tot de invoerrechten en btw, geen wettelijke controle plaatsvindt, besteden we daar in de volgende paragraaf extra aandacht aan.

3.3 De totstandkoming van de bni-afdracht

Het CBS geeft voor het bruto nationaal inkomen de volgende omschrijving:

Het Bruto Nationaal Inkomen is het inkomen dat de sectoren ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond e.d. Het Bruto Binnenlands Product vermeerderd met het per saldo uit het buitenland ontvangen (primaire) inkomen geeft het Bruto Nationaal Inkomen. Bruto is inclusief afschrijvingen.

Het binnenlands product (bruto) in 2010 was € 588 414 miljoen (voorlopige raming). Het bbp kan via drie methoden worden samengesteld (productie, bestedingen en inkomens) en via het saldo van primaire stromen van/naar het buitenland wordt het omgerekend naar het bni. Zie de publicatie Nationale rekeningen van het CBS (tabellen M1, M2 en M4). Indien berekend vanuit de inkomensvorming, is dit bedrag als volgt opgebouwd:

 

Bedragen in miljoenen

Beloning van werknemers

€ 300 474

Saldo van belastingen op productie en invoer en (-)subsidies

€ 63 739

Exploitatieoverschot/gemengd inkomen (bruto)

€ 224 201

 

€ 588 414

Het CBS is verplicht om jaarlijks (uiterlijk op 22 september) aan de Europese Commissie een questionnaire in te sturen met de bni-cijfers van het voorgaande jaar (plus aangepaste cijfers van eerdere jaren). De cijfers gaan vergezeld van een «quality report». In dit rapport dienen wijzigingen ten opzichte van de Inventory20 opgenomen te worden. De kwaliteit van de bni’s van de lidstaten wordt via een vastgestelde controleprocedure beoordeeld.

Het BNI-comité21 is de laatste jaren bijzonder gericht op het transparanter maken van het proces. Omdat de uitkomsten zelf lastig te beoordelen zijn, is de aandacht verschoven naar het proces. Belangrijk is dat processen beschreven zijn en duidelijk wordt hoe cijfers tot stand komen. Transparantie wordt gecreëerd door een vergelijking te maken tussen de brongegevens en de gegevens die naar Eurostat gaan.

Het bni van t-4 staat vast, tenzij er sprake is van een of meer voorbehouden. Als het assessment van Eurostat nog niet afgerond is, bestaat er een algemeen voorbehoud. Na afronding van de assessmentprocedure kunnen er nog wel specifieke voorbehouden zijn. In het kader van de afdracht staan de cijfers formeel vast met uitzondering van de specifieke voorbehouden.

Als de cijfers definitief vaststaan voor Nederland, kan het Ministerie van Financiën toch nog niet afsluiten (qua afdracht), omdat wijzigingen bij andere landen nog wijzigingen in de Nederlandse afdracht tot gevolg kunnen hebben. De afdracht wordt berekend via een verdeelsleutel. Een aanpassing van de cijfers van andere lidstaten heeft daardoor altijd consequenties voor de hoogte van de afdracht van alle betrokken lidstaten.

Het CBS geeft, net als andere nationale statistische bureaus geen betrouwbaarheidsmarges van de uitkomsten van de Nationale rekeningen. Dit is vanwege de verschillende bronnen, wijze van informatieverzameling (steekproeven, modelschattingen, balanceren en verwerking in een geïntegreerd cijfer) volgens het CBS niet mogelijk. De kwaliteit van de uitkomsten van de Nationale rekeningen (inclusief bni) wordt via een vastgestelde controleprocedure beoordeeld. Deze procedure en de daarbinnen te onderkennen stappen zijn beschreven in § 8.3 van de toelichting bij dit rapport.

3.3.1 Complicerende factoren

Er zijn verschillende complicerende factoren in het verwerkingsproces van basisgegevens tot statistieken. De statistieken komen tot stand met behulp van een combinatie van enquêtes (veelal op steekproefbasis), administratieve bronnen en modelschattingen. De zekerheid over de betrouwbaarheid van deze basisgegeven is niet overal gelijk.

Mutaties (ter verbetering) in bronnen en methoden

Nationale belangen leiden soms tot wijzigingen in de beschikbare statistische informatie. Het beleid om administratieve lasten te beperken leidt soms tot aanpassingen waardoor bepaalde input voor de statistieken niet meer aanwezig is. Zo kunnen enquêtes vervallen of worden er detailvragen uit een enquête geschrapt. In de praktijk gaan soms bronnen verloren, maar er ontstaan soms ook nieuwe (betere) bronnen voor de bni-raming.

Naast Eurostat spelen ook het IMF, de Wereldbank, de OESO en de VN met de nationale statistische instellingen een belangrijke rol bij de verdere verbetering van methoden, concepten en definities. Zij dragen bij aan de samenstelling van het System of National Accounts (SNA) en het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR). Ook het Committee on Monetary, Financial and Balance of payments statistics (CMFB, een comité waarin zowel centrale banken als statistische bureaus zijn vertegenwoordigd) speelt hierbij een belangrijke rol. Zo hebben zij geadviseerd hoe de licenties voor UMTS verwerkt moeten worden voor de buitensporigtekortprocedure.

Nederland is vaak vertegenwoordigd in task forces en internationale werkgroepen waarin tal van problemen ten aanzien van nieuwe concepten, definities en methoden worden uitgewerkt als voorbereiding voor verdere besluitvorming of implementatie. Ook bij de voorbereiding van het nieuwe SNA2008 en het ESR2010 is Nederland nauw betrokken geweest.

Verschillen methoden voor informatieverzameling

Het is een complex proces om tot een nauwkeurig bni te komen. Er worden administratieve bronnen gebruikt (bijvoorbeeld de polisadministratie die wordt beheerd door UWV, of omzetbelasting), maar ook enquêtes die op basis van steekproeven informatie uitvragen bij geselecteerde bedrijven of personen en modelschattingen.

Om de zwarte economie in kaart te brengen, zijn bijramingen nodig. Zo zijn er bijvoorbeeld bijramingen voor de bouw, thuiskappers en zwart werk in de horeca. Het is moeilijk om een uitspraak te doen over de betrouwbaarheid van die informatie omdat zwarte activiteiten naar de aard van het fenomeen moeilijk waar te nemen zijn.

Verslaggevingseisen niet gelijk

Verslaggevingsregels op het niveau van de centrale overheid zijn niet gelijk aan die van de lagere overheden. Centraal wordt het verplichtingen-kasstelsel gehanteerd (met uitzondering van de batenlastendiensten) en op het niveau van de lokale overheden wordt het batenlastenstelsel gehanteerd. Dit compliceert het verkrijgen van eenduidige informatie als input voor de statistieken.

3.3.2 Controle op betrouwbaarheid gegevens

Op Europees niveau is de Europese Rekenkamer verantwoordelijk voor de controle van de begroting van de Europese Commissie. In dat kader controleert zij de juistheid en volledigheid van de eigen middelen. Mede op initiatief van de Europese Rekenkamer is het instrument direct verification geïntroduceerd. Met dit instrument is het mogelijk om op systematische wijze de verwerking van de statistische bronnen in het systeem van de Nationale rekeningen te volgen en te beoordelen.

De Europese Rekenkamer oordeelt positief over de verantwoorde afdrachten van de eigen middelen, maar merkt ook op dat er sprake is van een beperking in de controle. Zo kan zij de onderliggende verrichtingen die gebaseerd zijn op macro-economische statistieken niet rechtstreeks controleren. Om die reden wordt voor de controle uitgegaan van de macro-economische grootheden, die lidstaten hebben opgesteld en aan de Commissie verstrekt. Vervolgens worden de systemen van de Commissie voor de verwerking van de gegevens beoordeeld om de bedragen te bepalen die in de definitieve rekeningen worden opgenomen. De kwaliteit van de basisgegevens op het niveau van de lidstaat zijn derhalve niet betrokken in de audit van de Europese Rekenkamer.

3.4 Europese ontwikkelingen

De EU-landencrisis heeft aangetoond dat versterking van de waarborgen om de betrouwbaarheid van de statistische informatie te verzekeren nodig is. Relevant zijn de naar aanleiding daarvan geïntroduceerde nieuwe verordeningen24 en daaruit voortkomende regelgeving van de Europese Commissie voor versterking van het begrotingstoezicht. De nieuwe regelgeving bevat maatregelen om de kwaliteit van de statistieken te waarborgen.

Mede naar aanleiding van deze nieuwe regelgeving zijn verschillende initiatieven gestart door verantwoordelijke statistische bureaus en rekenkamers om na te gaan hoe bijgedragen kan worden aan verbetering van de betrouwbaarheid van de statistieken. In Nederland hebben het CBS en de Algemene Rekenkamer inmiddels verkennende gesprekken gevoerd over de kwaliteit van de gegevens die als input dienen voor de statistieken.

3.5 Conclusie

De afdrachten aan de eigen middelen van de Europese Unie komen tot uitdrukking in de verantwoording van het Ministerie van BuZa. De afdrachten zijn gebaseerd op de invoerrechten, btw-heffingen en het bni. De bni-bijdrage is financieel gezien de belangrijkste en bedraagt nu circa 75% van de totale eigen middelen.

Het hiaat25 in de controleketen dat de ERK heeft geconstateerd, kan worden aangepakt door nationaal aandacht te besteden aan de kwaliteit van de gegevens die als input dienen voor de statistieken.

Het expliciet afleggen van verantwoording over de eigen middelen en assurance door onafhankelijke controle op lidstaatniveau maakt dat de ketens van de verantwoording en controle op nationaal en Europees niveau op elkaar aansluiten. Net zoals voor de Europese subsidies geldt, draagt opname van de afdrachten in lidstaatverklaring bij aan verbeteringen in beheer, controle en publieke verantwoording.

Opname van de afdrachten in de lidstaatverklaring is wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau (nettopositie). Bovendien zou dit kunnen bijdragen aan het verstevigen van de kwaliteit van de basisgegevens die als input dienen voor statistieken. Relevant in dit kader zijn nieuwe verordeningen26 en daaruit voortkomende regelgeving van de Europese Commissie voor versterking van het begrotingstoezicht. De regelgeving bevat maatregelen om de kwaliteit van de statistieken te waarborgen.

Extra aandacht in Nederland voor de kwaliteit van de basisgegevens kan bijdragen aan het versterken en bevorderen van soortgelijke assurance in alle lidstaten van de EU.27

Het CBS geeft, net als andere nationale statistische bureaus vanwege de verschillende bronnen en wijze van informatieverzameling (steekproeven, modelschattingen, balanceren en verwerking in een cijfer (geïntegreerd cijfer)) geen betrouwbaarheidsmarges bij de uitkomsten van de Nationale rekeningen. Er is echter wel een groot aantal maatregelen getroffen om de kwaliteit van de uitkomsten te garanderen en inzicht te geven in de processen die leiden tot de bni-cijfers. Via de BNI-procedure vindt onafhankelijke controle op de uitkomsten plaats. Onafhankelijke controle op de basisgegevens vereist maatwerk. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de reeds bestaande kwaliteitsmaatregelen die er zijn om de kwaliteit van de voor Europa relevante statistische cijfers te waarborgen.

Wij bevelen de ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën aan om gezamenlijk met betrokken partijen te onderzoeken op welke wijze meer zekerheid kan worden verschaft over de basisgegevens die ten grondslag liggen aan de statistieken. De afdrachten op basis van de invoerrechten kunnen nu al worden opgenomen in de lidstaatverklaring, omdat daarvoor al voldoende waarborgen aanwezig zijn om te komen tot een betrouwbare publieke verantwoording.

4 AANBEVELINGEN

In dit hoofdstuk lichten wij toe welke verbeteringen wij mogelijk achten. We gaan daarbij eerst in op de aanbevelingen die wij vorig jaar deden en dit jaar nog van toepassing zijn. Vervolgens doen wij nieuwe aanbevelingen. Aan dit rapport is een lijst toegevoegd met daarin alle actuele aanbevelingen.

Afgelopen jaar zijn twee openstaande aanbevelingen toereikend opgelost. Dit betrof de problemen met Europese aanbestedingsregels bij DLG en het beheer van het ESF. Bij een belangrijk deel van de vorig jaar nog openstaande aanbevelingen is onvoldoende vooruitgang geboekt.

Er zijn zeven nieuwe aanbevelingen en we vragen speciale aandacht voor de afdrachten aan de Europese Unie:

Landbouwfondsen

  • 1. We bevelen de minister van EL&I aan adequate maatregelen te treffen om de financiële correcties van de EC terug te dringen (EU-conformiteit) door concrete verbeterpunten te benoemen en onrechtmatige uitgaven terug te vorderen bij de eindbegunstigden.

  • 2. We bevelen de minister van EL&I aan om DLG, verantwoordelijk voor de uitvoering van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, openstaande tekortkomingen aan te laten pakken door de beheersingsmaatregelen te verscherpen en strikter na te leven.

    Het aanpakken van de tekortkomingen in het beheer bij DLG betreffen de controle van de betaalaanvragen, het vorderingenbeheer, administratieve controle ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering en de toepassing van sancties.

  • 3. We bevelen de minister van EL&I aan stringentere maatregelen te treffen om de naleving van de randvoorwaarden controles door zowel de NVWA en medeoverheden af te dwingen. De NVWA zal bij controles ter plaatse alle randvoorwaarden moeten toetsen. Zorg ervoor dat medehandhavers onder andere alle controles betreffende grondwaterbescherming, de nitraatrichtlijn, vogelrichtlijn, habitatrichtlijn en bodemerosie uitvoeren.

  • 4. We bevelen de minister van EL&I aan de resterende informatiebeveiligingsmaatregelen voor de betaalorganen (DLG en DR) te implementeren. Voer de controles uit op de juiste werking van de beveiligingsmaatregelen volgens het Information Security Management System (ISMS).

Europees Visserijfonds en Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling

  • 5. We bevelen de minister van EL&I aan het beheer van het EVF en EFRO te laten verbeteren om onrechtmatige uitgaven in volgende betaalaanvragen tijdig te voorkomen. De verantwoordelijke autoriteiten zijn de Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn voor het EVF en de Managementautoriteiten EFRO Noord en Zuid voor het EFRO. Doel is onrechtmatigheden in de bij de Europese Commissie ingediende betaalaanvragen te voorkomen.

Controleverklaring gedeclareerde subsidiebedragen EFRO, ESF en EVF

  • 6. We bevelen de ministers van EL&I en SZW aan er zorg voor te dragen dat de auditautoriteit (RAD) in haar controleverklaring bij de consolidatiestaat (bijlage deelverklaring) een uitspraak doet over de getrouwheid en rechtmatigheid van zowel de totaal subsidiabele kosten, als het aandeel van het Europese fonds (aandeel EFRO, ESF en EVF). Dit dient expliciet in de controleopdracht aan de RAD te worden opgenomen. Voor de lidstaatverklaring 2011 hebben wij deze controle zelf uitgevoerd naar aanleiding van een fout bij het ESF.

Migratiefondsen

  • 7. We bevelen de minister voor II&A aan het beheer bij het EIF te verbeteren om het ontbreken van een verantwoording in het vervolg te voorkomen. Bovendien bevelen we de minister aan op zeer korte termijn de verantwoording EIF 2008 en de controle hiervan af te ronden door:

    • een volledig jaarverslag EIF 2008 op te stellen;

    • de auditautoriteit een oordeel te laten geven over de werking van de beheers- en controlesystemen;

    • de auditautoriteit een geldigverklaring te laten geven bij het betalingsverzoek.

De afdrachten aan de Europese Unie

  • 8. Om over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau te beschikken bevelen wij aan:

    • de afdrachten op basis van de invoerrechten op te nemen in de lidstaatverklaring. Er bestaan voldoende waarborgen om te komen tot een betrouwbare publieke verantwoording.

    • Een gezamenlijke verkenning uit te voeren met betrokken partijen en te onderzoeken op welke wijze zekerheid kan worden verschaft over de basisgegevens die ten grondslag liggen aan de statistieken. Aandacht in Nederland voor de kwaliteit van de basisgegevens kan bovendien een bijdrage leveren aan het versterken en bevorderen van soortgelijke assurance in alle lidstaten van de EU.

5 BESTUURLIJKE REACTIE EN NAWOORD

Op 1 mei 2012 ontvingen we een reactie op ons conceptrapport van de minister van Financiën. Hij reageert daarmee mede namens de minister van EL&I, van SZW, voor II&A en van BuZa. In dit hoofdstuk is de volledige tekst van de brief opgenomen (§ 5.1) en van een nawoord voorzien (§ 5.2).

De minister van Financiën heeft bij de brief ook een bijlage opgenomen met daarin een reactie op de aanbevelingen voor de ministers die wij hebben opgenomen in de tabel aan het eind van dit deel van het rapport. Dit deel van de reactie hebben wij in de betreffende tabel overgenomen. De volledige reactie van de ministers is ook te vinden op onze website www.rekenkamer.nl.

5.1 Reactie ministers

Hierbij bied ik u namens het kabinet de reactie op uw concept Rapport bij de Nationale Verklaring 2012 (hierna: de NV) aan.

«Het kabinet is verheugd dat de Algemene Rekenkamer over het geheel genomen positief is over de Nationale Verklaring 2012. U geeft daarbij wel verbeterpunten aan. Hierna wordt ingegaan op uw hoofdconclusies en de daaruit voortgekomen belangrijkste aanbevelingen tot een verdere verbetering van de Nationale Verklaring 2012 en het financieel beheer.

Oordeel bij de Nationale Verklaring 2012

Algemeen

Op verzoek van de minister van Financiën geeft de Algemene Rekenkamer ten behoeve van de Tweede Kamer een oordeel over de nationale verklaring.

Het kabinet heeft kennis genomen van uw oordeel. Samenvattend:

  • de totstandkoming van de NV en de deelverklaring is over het geheel genomen deugdelijk tot stand gekomen;

  • een deugdelijke kwalificatie wordt gegeven van de werking van de systemen met uitzondering van het Europees Integratiefonds;

  • een deugdelijke kwalificatie wordt gegeven van de wettigheid en regelmatigheid van de verantwoorde financiële transacties tot op het niveau van eindbegunstigden.

De aandachtspunten en aanbevelingen die u geeft hebben hoofdzakelijk betrekking op uw oordeel inzake de beheers- en controlesystemen.

Migratiefondsen

Oordeel over de kwalificatie van de beheer- en controlesystemen

U geeft een positief oordeel, met uitzondering van het Europees Integratiefonds. In uw samenvatting noemt u het niet afronden van de financiële verantwoording voor dit fonds ongewenst.

Zoals in de NV reeds is aangeven, is de verantwoording van het desbetreffende programmajaar helaas nog niet afgerond, waardoor hierover geen oordeel gegeven kon worden. Ook de redenen daarvoor zijn transparant in de NV toegelicht.

Vanuit de verantwoordelijkheid van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel voor de vier migratiefondsen (Europees Buitengrenzenfonds, Europees Vluchtelingenfonds, Europees Terugkeerfonds en het Europees Integratiefonds) constateert de minister dat de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer zich concentreren op één van de vier fondsen, te weten het Europees Integratiefonds (EIF). Het beheer van de overige drie migratiefondsen leidt niet tot aanbevelingen van de Rekenkamer. De Algemene Rekenkamer heeft bij de totstandkoming en de kwalificatie van de beheer en controlesystemen gekeken naar de verantwoording over de periode 1 januari 2008 – 31 december 2010. De aanbeveling ten aanzien van het EIF concentreert zich met name op de verantwoording over 2008.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel deelt de conclusies van de Algemene Rekenkamer als het gaat om de vertraging in de verantwoording over het jaar 2008. In de NV staat aangegeven dat de vertraging bij het EIF is ontstaan door een combinatie van capaciteitstekort en complexiteit van de aanvragen. Om herhaling te voorkomen zijn er ten aanzien van het beheer van het EIF door de minister in 2011 maatregelen getroffen om dit kleine, maar in populariteit van aanvragen groeiende fonds goed te beheren. Het beheers- en controlesysteem is verbeterd en de capaciteit voor het afhandelen van EIF-subsidies is uitgebreid.

U rapporteert daarnaast zonder afbreuk te doen aan uw positieve oordeel een aantal aandachtspunten en doet aanbevelingen bij de onderstaande fondsen:

Europees Visserijfonds (EVF) en Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Verbetering controle subsidiebetalingen

U concludeert dat het beheer van de deze fondsen tekortkomingen heeft vertoond omdat het aantal onrechtmatigheden, zoals ook gemeld in de NV, de voor de NV gehanteerde materialiteit van 2% heeft overschreden. Ter zake doet u een aantal aanbevelingen.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna EL&I) neemt de aanbeveling tot verbetering van het beheer van EVF en EFRO over. Concreet gaat het daarbij om enerzijds het vervroegen van de managementverificaties binnen het interne beheersingsproces van de betrokken managementautoriteiten en anderzijds om de controles van de Audit Autoriteit voor de betrokken operationele programma’s te vervroegen. Zoals u bevestigt, zijn de geconstateerde fouten in de betaalaanvragen 2010 inmiddels door de betreffende managementautoriteiten in 2011 grotendeels gecorrigeerd. Voorts heeft de minister van EL&I hiermee rekening gehouden door een verklaring met beperking af te geven voor deze fondsen en de foutpercentages te vermelden. Als rekening gehouden wordt met de aangebrachte correcties liggen de foutfracties voor EFRO en EVF onder de toegestane materialiteit. De betrokken Management Autoriteiten stellen verbeterplannen op, die de Audit Autoriteit bij de lopende systeemaudit zal beoordelen.

De minister neemt met instemming kennis van uw de opmerking dat het Coördinatiepunt structuurfondsen van het ministerie van EL&I in 2011 nog beter invulling heeft kunnen geven aan haar coördinerende rol. Ook de komende jaren zal het ministerie van EL&I de coördinerende rol actief en met voldoende capaciteit uitvoeren om zo een bijdrage te leveren aan een doelmatig en doeltreffend beheer van de EFRO-programma’s.

Landbouwfondsen

U stelt dat het beheer en de controle van de landbouwfondsen een aantal voortdurende tekortkomingen kent die tot op heden beperkte gevolgen hebben gehad voor uw oordeel over het functioneren van het systeem. Deze betreffen:

Voorkomen financiële correcties

De door u genoemde financiële correcties hebben volledig betrekking op declaraties van uitgaven welke zijn ingediend in de perioden vóór 2010. Deze zijn transparant in de NV weergegeven. De opvolging van deze aanbeveling om nieuwe financiële correcties te minimaliseren, is al vanaf 2010 in gang gezet. Het betreft hier concreet (1) de versterking van de interne organisatie binnen de betaalorganen om probleemdossiers in de EU-conforme uitvoering tijdig op te schalen voor besluitvorming en (2) het tijdig identificeren en afstemmen van interpretaties van nieuwe EU-regelgeving met de Europese Commissie. Terugvordering van onrechtmatig aan begunstigden betaalde steun wordt conform bestuursrechtelijke en EU-regelgeving uitgevoerd.

Verbetering controle subsidiebetalingen betaalorgaan Dienst Landelijk Gebied

U beveelt aan om openstaande tekortkomingen aan te laten pakken door de beheersingsmaatregelen te verscherpen en strikter na te leven. Het aanpakken van de tekortkomingen in het beheer bij het betaalorgaan DLG betreffen de controle van de betaalaanvragen, het vorderingenbeheer, administratieve controle ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering en de toepassing van sancties.

De minister van EL&I heeft deze aanbeveling overgenomen. Het betaalorgaan DLG heeft in overleg met EL&I/FEZ, in de functie van erkennende instantie, een plan van aanpak geïmplementeerd voor verbetering van het beheer in 2012 en de verantwoording daarover.

Tijdigheid verantwoording randvoorwaardencontroles

U beveelt aan stringentere maatregelen te treffen om de naleving van de randvoorwaardencontroles zowel door de NVWA als medeoverheden af te dwingen.

De minister van EL&I heeft de aanbeveling overgenomen. Alleen onderdelen van de 1%-controles op de randvoorwaarden op de vogelrichtlijn, habitatrichtlijn (controles op artikel 19d Natuurbeschermingswet) en bodemerosie in Zuid-Limburg worden door de provincies uitgevoerd. Mede op basis van het gegeven dat medeoverheden niet alle 1% controles uitvoeren heeft NVWA in 2011 de 1%-controles op de randvoorwaarden op de grondwaterrichtlijn en de nitraatrichtlijn uitgevoerd. Hoewel de statistieken voor de randvoorwaardencontroles laten zien dat de percentages van door medeoverheden (onder andere de gemeenten, provincies en waterschappen) uitgevoerde inspecties omhoog gaan ten opzichte van oudere jaren, is gebleken dat de medehandhavers niet 100% van de controles hebben uitgevoerd. In dit verband heeft er de afgelopen jaar een evaluatie plaatsgevonden naar de wijze waarop de provincies deze controles uitvoeren en zijn verbeteracties ondernomen om tot een betere naleving van afspraken over controles door medeoverheden te komen.

Conclusies en aanbevelingen voor de afdrachten aan de EU

Met betrekking tot de conclusies en aanbevelingen van de afdrachten aan de Europese Unie wordt het volgende opgemerkt.

Hiaat in de controleketen van de EU-begroting

U spreekt in uw rapport van een hiaat in de controleketen van de EU begroting. Volgens het jaarverslag van de Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begrotingsjaar 2010 van de Europese Unie worden de onderliggende verrichtingen niet rechtstreeks gecontroleerd. U beveelt aan om een gezamenlijk onderzoek te starten met betrokken partijen over hoe (meer) zekerheid kan worden verschaft over basisgegevens die ten grondslag liggen aan de statistieken van het CBS.

Hierover merkt het kabinet het volgende op:

  • Bij de samenstelling van de Nationale rekeningen en de daarvan afgeleide BNI-cijfers wordt gebruik gemaakt van verschillende brongegevens. De kwaliteit daarvan is volgens het CBS voldoende om betrouwbare Nationale rekeningen te maken. Daarnaast is een groot aantal maatregelen getroffen om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten te garanderen en inzicht te geven in de processen die leiden tot de BNI-cijfers. Zo worden de basisgegevens die het CBS ontvangt, op diverse aspecten gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd. Dit proces leidt tot uitkomsten van de basisstatistieken. Voordat de uitkomsten uit deze basisstatistieken worden ingezet in het stelsel van de Nationale rekeningen, vinden nadere consistentie- en plausibiliteitscontroles plaats op het niveau van de (sub)totalen en zo nodig op het niveau van individuele eenheden. Binnen de Nationale rekeningen worden vervolgens diverse basisstatistieken met elkaar geconfronteerd en consistent gemaakt. Daarnaast oefent de Centrale Commissie voor de Statistiek toezicht uit en wordt de kwaliteit van het CBS beoordeeld in peer reviews van statistische instituten in andere lidstaten en Eurostat. Ten slotte is er sprake van een vorm van beoordeling door andere professionele gebruikers zoals het Centraal Planbureau en wetenschappelijke instituten. Ook internationaal staat het CBS in kwalitatief opzicht hoog aangeschreven en vervult het zelfs een voorbeeldfunctie voor andere lidstaten.

  • De Europese Rekenkamer heeft de problematiek van de onderliggende statistische cijfers in haar rapport niet als «hiaat» gekwalificeerd maar heeft – zonder nadere toelichting – gesteld dat zij deze niet rechtstreeks kan controleren. Dit heeft haar niet belemmerd om een positief oordeel te geven over de doeltreffendheid van de systemen in het waarborgen van de regelmatigheid van de verrichtingen met betrekking tot de Eigen middelen; dit in tegenstelling tot de EU-uitgaven. Indien er sprake zou zijn van een hiaat dan ligt het voor de hand dat daarover aanbevelingen van de Europese Rekenkamer worden gedaan en dat er op EU-niveau eenduidige verplichtingen voor alle lidstaten worden vastgelegd. Dat is nu niet het geval.

In het licht van bovenstaande ziet het kabinet geen aanleiding voor een gezamenlijk onderzoek met betrokken partijen over hoe, zoals u in de samenvatting aanbeveelt: zekerheid kan worden verschaft over basisgegevens die ten grondslag liggen aan de statistieken.

U ziet voorts mogelijkheden voor het opnemen van de eigen middelen in de nationale verklaring en adviseert hiermee stapsgewijs te beginnen.

Het kabinet heeft meermaals in reactie op een vergelijkbare aanbeveling aangegeven de afdrachten van eigen middelen niet op te nemen in de nationale verklaring; de laatste keer in antwoord op vragen van de Tweede kamer tijdens het Algemeen Overleg van 9 juni 2011 inzake de financiële verantwoording van EU-middelen. Hiervoor zijn de volgende redenen:

  • In tegenstelling tot de uitgaven in het gedeeld beheer zijn binnen de EU de afdrachten voor eigen middelen wel op orde zoals jaarlijks wordt bevestigd door de Europese Rekenkamer. Het kabinet wil haar inspanningen richten op en beperken tot die onderdelen van de EU begroting die niet op orde zijn, zeker gegeven de forse taakstelling op de Rijksdienst.

  • Het beheer en controlesysteem zijn volledig ingericht onder de verantwoordelijkheid van de Commissie en conform de eisen die zij stelt. Het nemen van politieke verantwoordelijkheid door Nederland past hier niet bij. De onafhankelijkheid van het CBS waarborgt de objectieve bepaling van de cijfers die als basis dienen voor de berekening van de afdracht. Door opnemen van de eigen middelen in de NV zou het kabinet hierover een oordeel moeten geven op basis van eigen controles. Een dergelijke politieke inmenging acht het kabinet niet wenselijk vanwege de onafhankelijke positie van het CBS. Gezien de controle die reeds door EU-instituties, zoals Eurostat en het BNI-comité, en andere instanties wordt uitgeoefend, valt niet goed in te zien wat daarvan de toegevoegde waarde is en acht het kabinet dit dan ook onnodig.

  • Als Nederland zo'n verklaring geheel vrijwillig zou afgeven, zou Nederland de enige EU-lidstaat zijn. Als het doel met zo’n verklaring zou zijn andere landen te stimuleren het Nederlandse voorbeeld te volgen, dan is het kabinet, gezien de huidige ervaringen met de NV over de uitgaven in gedeeld beheer, daar somber over. Als er een verklaring over de eigen middelen zou moeten komen, dan zou eerst een wettelijke verplichting daartoe op Europees niveau verankerd moeten worden.

Onze reactie op de resterende actiepunten treft u aan in de bijlage.»

5.2 Nawoord Algemene Rekenkamer

Wij vinden het positief dat de minister van Financiën, mede namens de verantwoordelijke ministers van het kabinet, toezegt om dertien van de vijftien openstaande aanbevelingen volledig over te nemen.

Voorkomen financiële correcties

De minister van EL&I geeft aan dat de opvolging van onze aanbeveling (aanbeveling 7 in de tabel) over de naleving van de Europese regels en het voorkomen van financiële correcties sinds 2010 in gang is gezet. Terugvordering van onrechtmatig aan begunstigden betaalde steun wordt volgens bestuursrechtelijke en EU-regelgeving uitgevoerd. De effectiviteit van deze maatregelen zullen wij met aandacht volgen.

Ten aanzien van de niet overgenomen aanbevelingen merken wij het volgende op:

Afdrachten aan Europa

Het kabinet neemt onze aanbeveling (aanbeveling 1 in de tabel) om ook de afdrachten aan de EU op te nemen in de lidstaatverklaring niet over. Wij delen de reactie van de ministers dat de Europese Rekenkamer een positief oordeel geeft over de ontvangsten (inclusief de eigen middelen) van de Europese Commissie. We willen er echter nogmaals op wijzen dat de controle van de Europese Rekenkamer de basisgegevens in de lidstaten niet afdekt. In paragraaf 2.13 van het Jaarverslag over de uitvoering van de begroting 2010 merkt de Europese Rekenkamer expliciet op: «De controle van de Rekenkamer omvat geen oordeel over de kwaliteit van de btw- en bni-gegevens die de Commissie van de lidstaten ontving.»

Wij zien vanuit onze verantwoordelijkheid voor publieke verantwoording en transparantie mogelijkheden om het vertrouwen in de manier waarop Nederland Europese verplichtingen nakomt te onderbouwen. De kwaliteit van de statistieken – vooral van de onderliggende basisgegevens - zal in EU-verband de komende jaren nog aandacht blijven krijgen. De Europese Commissie heeft regelgeving ontwikkeld om de onafhankelijkheid van de nationale statistische bureaus te versterken en verscherpt toezicht te houden als nationale statistieken niet blijken te kloppen. Een werkgroep van Europese rekenkamers verkent welke samenwerking er mogelijk is met nationale statistische bureaus en Eurostat.

Inzicht in budgetuitputting

Onze aanbeveling om in de consolidatiestaat de stand van de besteding van het beschikbare budget voor de gehele programmaperiode op te nemen (aanbeveling 17 in de tabel) neemt de minister niet over. Wij zijn het met het kabinet eens dat de Nationale verklaring informatie op jaarbasis bevat. Inzicht in de voortgang van besteding van de beschikbare budgetten is echter ook van belang. Zoals uit de figuur in de inleiding van ons rapport blijkt, loopt Nederland het risico dat budgetten niet volledig benut worden.

OVERZICHT AANBEVELINGEN VOOR MINISTERS

In onderstaande tabellen geven we aan welke van de vorig jaar door ons geformuleerde aanbevelingen nog niet (geheel) zijn gerealiseerd. Verder hebben we enkele nieuwe aanbevelingen geïdentificeerd. Deze staan ook in de tabellen.

NATIONALE VERKLARING MINISTER VAN FINANCIËN (NAMENS KABINET)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

2010

     

1. Geef invulling aan het oorspronkelijk voornemen om ook de afdrachten aan de EU op te nemen in de lidstaatverklaring. Over de traditionele eigen middelen (landbouwrechten en douanerechten) zou naar de mening van de Algemene Rekenkamer op korte termijn verantwoording in de lidstaatverklaring kunnen plaatsvinden. Wij bevelen aan om over te gaan tot een stapsgewijze invoering.

Vanuit Europa wordt regelgeving opgesteld ter versterking van de kwaliteit van de statistieken. Dit is een extra argument om met alle betrokken partijen in Nederland te verkennen hoe hieraan een bijdrage geleverd kan worden, door volledige opname van de eigen middelen (inclusief bni-bijdrage) in de lidstaatverklaring

Het kabinet neemt deze aanbeveling niet over.

De kwaliteit van de statistieken en onderliggende basisgegevens blijft aandacht krijgen. Regelgeving van de Europese Commissie versterkt de onafhankelijkheid van de nationale statistische bureaus en verscherpt het toezicht als nationale statistieken niet blijken te kloppen. Een werkgroep van Europese rekenkamers verkent samenwerking met nationale statistische bureaus en Eurostat.

DEELVERKLARING MINISTER VAN EL&I (ELGF en ELFPO)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

2007

     

2. Verbeter de betrouwbaarheid van inspectieresultaten. De manier waarop gegevens worden vastgelegd heeft consequenties voor de informatie die op de gegevens wordt gebaseerd.

Het systeem dat controlestatistieken oplevert voor het ELFPO functioneert niet adequaat. Wij bevelen aan om het totstandkomingsproces van de controlestatistieken door te lichten en maatregelen te treffen om de betrouwbaarheid van de controlestatistieken te waarborgen.

De minister van EL&I neemt de aanbeveling over. Het tot stand komen van de controle-statistieken wordt doorgelicht. Op basis hiervan worden maatregelen genomen om de betrouwbaarheid te waarborgen.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

2008

     

3. Versnel de beschikbaarheid van inspectieresultaten, in het bijzonder over de naleving van randvoorwaarden, zodat deze informatie gebruikt kan worden voor de lidstaatverklaring.

Inspectieresultaten worden nog niet tijdig opgeleverd. Het verslag 2010 over de randvoorwaardencontroles is pas in november 2011 opgeleverd. Onduidelijk is wanneer het verslag over het jaar 2011 wordt opgeleverd. Wij verzoeken de minister om met NVWA afspraken te maken om de inspectieresultaten uiterlijk voor 15 maart t+1 op te leveren over het jaar t.

De minister van EL&I neemt de aanbeveling over. De verantwoording over inspectieresultaten aan de betaalorganen DLG en DR vindt plaats conform de EU-regelgeving en managementafspraken met de betaalorganen daarover. (De bewaking van) tijdigheid valt onder deze afspraken. De NVWA is voor deze verantwoording deels afhankelijk van medeoverheden. Het beheersverslag over 2010 is begin mei 2011 opgeleverd. Alleen de aanvulling over doormeldingen van inspectieresultaten door medeoverheden is pas in november 2011 opgeleverd.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

2010

     

4. Tref maatregelen bij DLG en auditdienst EL&I om de naleving van lokale aanbestedingsregels onder de EU-drempel bij het ELFPO tot op het niveau van eindbegunstigde af te dekken.

Afgerond.

N.v.t.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

2010

     

5. Bewaak de kwaliteit van de systemen voor de oppervlaktegerelateerde subsidies:

• Houd het perceelsregistratiesysteem actueel en de mutaties navolgbaar.

• Merk niet-subsidiabele percelen als zodanig in het perceelsregistratiesysteem aan.

• Verbeter de kwaliteit van satellietcontroles en laat de NVWA bij twijfel controles ter plaatse uitvoeren (rapid field visits).

• Waarborg de kwaliteit van deze satellietcontroles door deze te laten beoordelen door steekproefsgewijs controles ter plaatse uit te voeren.

Er is veel werk verricht, zo zijn de rapid field visits en steekproefsgewijze controles ter plaatse gerealiseerd. Er is echter nog een verbeterslag nodig om het perceelsregister actueel en mutaties traceerbaar te houden. Aanbeveling blijft gehandhaafd.

De minister van EL&I neemt de aanbeveling over. Het perceelsregister is de basis voor het beoordelen van oppervlaktegerelateerde subsidieaanvragen. Het bijhouden van het perceelsregister en het traceerbaar houden van de mutaties worden vanaf 2012 meer structureel geregeld.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2011: EU-conformiteit

     

6. Neem in de toelichting op de deelverklaring de uitkomsten op van de uitgevoerde analyses en de naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen.

Benoem heldere en concreet uitgewerkte doelen per verbeterpunt om het beoogde effect op termijn te bereiken.

Vorder onrechtmatige uitgaven terug bij de eindbegunstigden.

 

De minister van EL&I is van mening dat al vanaf 2010 aan deze aanbevelingen is voldaan. Deze zijn vanaf 2010 in gang gezet om nieuwe financiële correcties te minimaliseren. Het betreft:

• De versterking van de interne organisatie binnen de betaalorganen om probleemdossiers in de EU-conforme uitvoering tijdig op te schalen voor besluitvorming;

• Het tijdig identificeren en afstemmen van interpretaties van nieuwe EU-regelgeving met de Europese Commissie. Bij de in de toelichting vermelde financiële correcties is vermeld welke verbetermaatregelen ter zake zijn genomen. Het betreft correcties op declaraties van vóór 2010.

Onrechtmatig betaalde steun wordt volgens bestuursrechtelijke en EU-regelgeving bij begunstigden teruggevorderd.

De effectiviteit van de maatregelen blijven we met aandacht volgen.

Nieuw in 2011: Beheer Dienst Landelijk Gebied

     

7. Breng verbeteringen aan in het beheer met betrekking tot:

• De getrouwe en betrouwbare weergave van de tabellen III en IIIbis.

• Het voldoen aan de sanctiebepaling.

• Het voldoen aan de vereiste om bankafschriften als bewijs van betaling toe te voegen.

• Het uitbreiden van administratieve controles met procedures ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering en het voldoen aan Vo 65/2011.

 

De minister van EL&I heeft de aanbeveling overgenomen. DLG heeft in overleg met FEZ, als erkennende instantie, een plan van aanpak geïmplementeerd om het beheer en de verantwoording hierover te verbeteren in 2012.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2011: Randvoorwaardencontroles

     

8. Toets bij de controles ter plaatse aan alle randvoorwaarden.

 

De minister van EL&I heeft de aanbeveling overgenomen. De statistieken voor de randvoorwaardencontroles laten stijgende percentages zien van door medehandhavers (zoals gemeenten, provincies en waterschappen) uitgevoerde inspecties. De medehandhavers hebben echter niet 100% van de controles uitgevoerd. De NVWA heeft minimum van de 1%-controles wel gerealiseerd. Afgelopen jaar is de controle door provincies geëvalueerd en zijn verbeteracties ondernomen.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2011:

Informatiebeveiliging

     

9. Implementeer de resterende IB-maatregelen bij betaalorganen (DLG en DR).

Voer de controles uit op de juiste werking van maatregelen (ISMS).

 

De minister van EL&I heeft de aanbeveling overgenomen. FEZ, als erkennende instantie, heeft aan de betrokkenen partijen binnen EL&I gevraagd de aanbeveling uit te voeren, de voortgang te bewaken en daarover te rapporteren.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

DEELVERKLARING MINISTER VAN EL&I (EFRO)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

2008

     

10. Wij plaatsen een kanttekening bij de ingewikkelde structuren die zijn ontstaan en bevelen de minister aan de kwaliteit van de uitvoering extra kritisch te volgen, te bewaken en indien nodig corrigerende maatregelen te treffen.

De risico’s blijven bestaan, echter in 2011 zijn de eerder geconstateerde problemen grotendeels onder controle gebleven.

Op grond van een in 2011 afgerond onderzoek heeft de minister van EL&I besloten de beheersstructuur gedurende de looptijd van het huidige programma 2007-2013 te handhaven. Wel blijft de minister van EL&I de uitvoering volgen.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

2009

     

11. Gezien het voorbehoud in de verklaring, vragen we aandacht voor de geconstateerde tekortkomingen bij de certificeringsautoriteit, waaronder:

• het toereikend vastleggen en onderbouwen van verrichte controlewerkzaamheden;

• het aanscherpen en vervolmaken van de checklists;

• het bewaken van reactie- en beslistermijnen.

De tekortkomingen zijn deels opgelost. Verdere verbeteringen zijn nog nodig in de uitvoering van de certificeringswerkzaamheden en de vastlegging van het certificeringscontrolespoor.

De minister van EL&I neemt de aanbeveling over. Hij ziet erop toe dat de certificeringsautoriteit deze aanbeveling ook opvolgt.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2011: Onrechtmatigheden in betaalaanvragen

     

12. Verbeter de controle op betaalaanvragen door managementautoriteit EFRO Noord en Zuid en certificeringsautoriteit, om onrechtmatigheden in de ingediende betaalaanvragen te voorkomen.

 

De minister van EL&I neemt de aanbeveling over. Concreet gaat het daarbij om het vervroegen van de managementverificaties binnen het interne beheersingsproces van de betrokken operationele programma’s. Daarnaast gaat het om het vervroegen van audits door de auditautoriteit. De betrokken managementautoriteiten stellen verbeterplannen op, die de auditautoriteit bij de lopende systeemaudit beoordeelt.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

DEELVERKLARING MINISTER VAN EL&I (EVF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Nieuw in 2011: Onrechtmatigheden in betaalaanvragen

     

13. Verbeter de controle op betaalaanvragen door managementautoriteit en certificeringsautoriteit, om onrechtmatigheden in de ingediende betaalaanvragen te voorkomen.

 

De minister van EL&I neemt de aanbeveling over en zal met de Auditdienst Rijksoverheid nader overleggen over inhoud en het te hanteren normenkader en de daartoe te verlenen controleopdracht.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

DEELVERKLARING MINISTER VAN SZW (ESF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

2009

     

14. Pak de door de managementautoriteit en de minister erkende verbetermaatregelen voortvarend op.

Concretisering 2010: Verbeter de door de auditautoriteit geconstateerde tekortkomingen, zoals: geen adequate dossiervorming, onvoldoende interne review van de uitgevoerde verificaties en tekort aan controlecapaciteit.

Afgerond.

N.v.t.

 
DEELVERKLARING MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL (EIF, EBF, ETF, EVLF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Nieuw in 2011: Beheer EIF

     

15. Verbeter het beheer bij het EIF. Los de organisatorische en personele problemen op, zodat tijdig kan worden voldaan aan de vereisten aan verantwoording en controle.

 

De minister voor II&A neemt de aanbeveling over.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

OVERIGE PUNTEN

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

2010

     

16. Rijksauditdienst (in rol als auditautoriteit EFRO, ESF en EVF):

• Waarborg voldoende capaciteit en zorg voor interventiemogelijkheden bij problemen in de uitvoering van audits, zodat noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden.

• Uniformeer de auditwerkzaamheden voor vergelijkbare auditobjecten.

• Voorkom beperking van de reikwijdte gedurende de uitvoering van de audits.

• Beoordeel jaarlijks alle relevante essentiële vereisten inzake beheersings- en controlesystemen.

• Bewaak een zorgvuldige evaluatie van alle auditbevindingen.

In 2011 zijn veel verbeteringen aangebracht. Er resteren nog enkele verbeterpunten, vooral voor EFRO, waarvan de belangrijkste zijn:

• Verbeter de planning van de projectaudits (tijdige afronding).

• Verbeter de dossiervorming: toegankelijkheid controle-informatie en vastlegging van het controlespoor in de projectauditdossiers.

• Uniformeer de auditwerkzaamheden voor vergelijkbare auditobjecten.

• Stroomlijn de interne reviews op projectauditdossiers.

• Beoordeel jaarlijks alle relevante essentiële vereisten aan beheersings- en controlesystemen, in opzet, bestaan en werking. Zorg in het bijzonder voor spoedige toetsing van de werking van EV 6, ICT, bij EFRO.

De aanbeveling wordt overgenomen en ingevoerd in 2012. Bij de vorming van de ADR wordt een nieuw auditmanagementsysteem opgezet, waarin dit element wordt meegenomen. Invoering is voorzien in 2013, afhankelijk per Operationeel Programma en per prioriteitsas. Waar mogelijk wordt dit toegepast. Maatregelen worden in 2012 per fonds genomen. In opzet wordt dit al gedaan per fonds, ook voor 2012. Voor de ICT is dit afhankelijk van de omvang van de IT-systemen per fonds. Voor EFRO worden zeer kleine ICT-systemen gebruikt. Hierover zijn afspraken met de Europese Commissie.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2011

     

17. Neem in de controleopdracht van de RAD, in het kader van de controleverklaring bij de financiële gegevens EFRO, ESF en EVF, naast de controle op de totaal gedeclareerde subsidiabele kosten ook het aandeel op van de kosten dat uit het Europese Fonds wordt gefinancierd.

Maak in de bijbehorende consolidatiestaat de besteding zichtbaar van het voor de programmaperiode (2007–2013) beschikbare budget.

 

De betrokken ministers nemen eerste deel van de aanbeveling over. Met ADR volgt nader overleg over de inhoud, het normenkader en de controleopdracht.

De Nationale verklaring bevat op jaarbasis informatie over de werking van systemen en de rechtmatigheid van de uitgaven. Informatie over de besteding van het beschikbare budget sluit hier niet op aan, wat reden is om dit niet op te nemen.

Inzicht in en de bewaking van de besteding van de beschikbare budgetten is relevant om te voorkomen dat Nederland deze niet volledig kan benutten. Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

BIJLAGE 1 LIDSTAATVERKLARING 2011

Op 8 maart ontving de Algemene Rekenkamer de Nationale verklaring 2012 van de minister van Financiën. Hieronder is de integrale tekst van de verklaring weergegeven. Deze is ook te vinden op onze website www.rekenkamer.nl.

Nationale verklaring 2012

Op grond van het besluit van de ministerraad d.d. 2 maart 2012, verklaar ik hierbij namens het Nederlandse kabinet, vanuit mijn positie en verantwoordelijkheid als minister van Financiën inzake het financieel beheer van middelen voor de hierna genoemde Europese fondsen in gedeeld beheer en op basis van de mij ter beschikking staande informatie dat:

Verklaring inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO):

  • (1) het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) over het begrotingsjaar 16 oktober 2010 tot en met 15 oktober 2011 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • (2) de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 948 583 651,12 ten laste respectievelijk ten gunste van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse betaalorganen over het begrotingsjaar 16 oktober 2010 tot en met 15 oktober 2011 opgestelde en bij de Commissie ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • (3) openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 12 103 965,15 inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse betaalorganen over het begrotingsjaar 16 oktober 2010 tot en met 15 oktober 2011 opgestelde en bij de Commissie ingediende rekeningen naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Visserijfonds (EVF)

  • (1) het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het EVF over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • (2) de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 10 952 440,35 (aandeel EVF € 1 553 560,32) ten laste respectievelijk ten gunste van het EVF die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse certificeringsautoriteit over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 opgestelde en bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden, met uitzondering van een totaal bedrag van € 645 849,68 (5,9%) aan onrechtmatige uitgaven in ingediende uitgavenstaten. Eind 2011 is een deel van deze bruto fout gecorrigeerd waardoor de resterende netto fout per 31 december 2011 is teruggebracht tot 0,09%;

  • (3) openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het EVF, die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Certificeringsautoriteit opgestelde en bij de Commissie over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

  • (1) het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het EFRO over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • (2) de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 139 424 785,41 (aandeel EFRO € 59 933 674,53) ten laste respectievelijk ten gunste van het EFRO die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse certificeringsautoriteit over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 opgestelde en bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden, met uitzondering van een totaal bedrag van € 3 009 267,26 (2,16%) aan onrechtmatige uitgaven in ingediende uitgavenstaten. Eind 2011 is een deel van deze bruto fout gecorrigeerd waardoor de resterende netto fout per 31 december 2011 is teruggebracht tot 1,96%;

  • (3) openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het EFRO, die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Certificeringsautoriteit opgestelde en bij de Commissie over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF)

  • (1) het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het programma ESF Doelstelling 2 2007–2013, CCI2007NL052PO001 over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • (2) de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 46 722 914 (aandeel ESF € 34 306 197) ten laste respectievelijk ten gunste van het ESF die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse certificeringsautoriteit over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 opgestelde en bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, in de context van bovengenoemde informatie naar mijn beste weten, juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • (3) openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het ESF, die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Certificeringsautoriteit opgestelde en bij de Commissie over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake de EU Migratiefondsen (het Europees Integratiefonds (EIF), het Europees Buitengrenzenfonds (EBF), het Europees Terugkeerfonds (ETF), het Europees Vluchtelingenfonds (EVF)):

Het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het Jaarprogramma EVF 2008, ETF 2008 en EBF 2008 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • de totale subsidiabele kosten tot een bedrag van € 3 603 020,14 (aandeel EVF € 2 385 922,60) ten laste van het Jaarprogramma EVF 2008 opgestelde en door de verantwoordelijke autoriteit bij de Commissie ingediende rekeningen (ontvangsten en uitgaven), juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden (zie bijlage 10);

  • de totale subsidiabele kosten tot een bedrag van € 673 763,06 (aandeel ETF € 442 081,81) ten laste van het Jaarprogramma ETF 2008 opgestelde en door de verantwoordelijke autoriteit bij de Commissie ingediende rekeningen (ontvangsten en uitgaven), juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden (zie bijlage 13);

  • de totale subsidiabele kosten tot een bedrag van € 1 521 223,15 (aandeel EBF € 1 030 748,36) ten laste van het Jaarprogramma EBF 2008 opgestelde en door de verantwoordelijke autoriteit bij de Commissie ingediende rekeningen (ontvangsten en uitgaven), naar mijn beste weten, juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden (zie bijlage 12);

    • openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 99 687,29 ten gunste van het Europees Vluchtelingenfonds die zijn opgenomen in bijgaande tabel Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten inzake het Jaarprogramma EVF 2008 naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, volledig en juist zijn.

    • openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het Europees Terugkeerfonds inzake het Jaarprogramma ETF 2008 naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, volledig en juist zijn.

    • openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het Europees Buitengrenzenfonds inzake het Jaarprogramma EBF 2008 naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, volledig en juist zijn.

Er kan nog geen oordeel over de werking van de beheers- en controlesystemen en de juistheid, volledigheid, wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties tot op het niveau van eindbegunstigden worden gegeven inzake het jaarprogramma EIF 2008. Dit omdat niet tijdig een volledig jaarverslag is opgesteld door de verantwoordelijke autoriteit van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de audit autoriteit nog geen oordeel over de werking van de beheers- en controlesystemen en geldigverklaring van het betalingsverzoek heeft kunnen geven. De totaal subsidiabele kosten die zijn opgenomen in de bij de Commissie ingediende rekeningen EIF bedragen thans € 2 452 937,10 (aandeel EIF € 854 652,79).

De mij bekende onderzoeken of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie, zijn verantwoord in de bijgevoegde toelichting. De bevestigingen in deze verklaring zijn beperkt tot zaken van materieel belang en vloeien direct voort uit audits en laten onverlet inherente interpretatie van Europese regelgeving.

De minister van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

Den Haag

Toelichting:

Weging en verantwoordingstolerantie

Voor de weging van te rapporteren aandachtspunten in de verklaring gelden de volgende criteria:

  • Vormt het aandachtspunt een substantieel financieel en/of politiek risico?

  • Gaat het om een belangrijke kwaliteitsverbetering in de uitvoering van de Europese subsidieregelingen?

  • Speelt het aandachtspunt voldoende breed in respectievelijk de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het Europees Visserij Fonds, de Europese Structuurfondsen en de Migratiefondsen binnen Nederland?

Voor uiteindelijke verantwoording van belangrijke aandachtspunten of tekortkomingen in de nationale verklaring gelden de volgende criteria:

  • Uit onderzoek naar kwalitatieve aspecten blijkt dat een belangrijke tekortkoming bestaat in nationale controlesystemen en

  • de hieruit voortkomende onrechtmatigheid wordt voor de betrokken deelpopulatie van de jaardeclaratie geschat op meer dan 2% (verantwoordingstolerantie) en

  • het effect kon niet worden tenietgedaan door corrigerende maatregelen.

Voor balansposten geldt een verantwoordingstolerantie van 2% van het verantwoorde eindsaldo, voor zover nog niet gecorrigeerd op balansdatum.

Indien er op fondsniveau sprake is van overschrijding van de verantwoordingstolerantie wordt dit vermeld.

Goedkeuring Europese Commissie

De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. Daardoor bestaat er altijd onzekerheid over aard en omvang van financiële correcties die de Commissie kan opleggen.

Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB)

Verklaring betaalorganen

De betaalorganen Dienst Regelingen en Dienst Landelijk gebied hebben overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr.1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 bij de over de periode 16 oktober 2010 tot en met 15 oktober 2011 bij de Europese Commissie ingediende rekeningen verklaard dat de beheersmaatregelen voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Beoordeling Certificerende instantie

De Certificerende instantie heeft overeenkomstig artikel 8 van genoemde Verordening de juistheid van de verklaring van de betaalorganen bevestigd met een controleverklaring. Daarbij is een aantal belangrijke aanbevelingen geformuleerd welke door de betaalorganen zijn opgepakt. Indien het oordeel van de Certificerende instantie negatief is (afkeurend of met beperking) dan dient dit duidelijk tot uitdrukking gebracht te worden.

Controleverklaring rechtmatigheid

De departementale Auditdienst heeft aanvullend op de Europese voorschriften verklaard dat de bij de Europese Commissie gedeclareerde uitgaven in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn op basis van de geldende Europese en nationale voorschriften tot op het niveau van eindbegunstigden.

Europees Visserij Fonds (EVF)

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Dienst Regelingen, heeft in de functie van Nederlandse certificeringsautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen van de Managementautoriteit voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Rapportage Auditautoriteit over controle- en beheerssysteem 2010

De Rijksauditdienst, heeft in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 62 van genoemde Verordening over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 geoordeeld dat de controle- en beheerssystemen van de Managementautoriteit en de Certificeringsautoriteit voldoende effectief hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Auditautoriteit heeft in haar controleverslagen over de controle- en beheersstructuur van de managementautoriteit (directie Agroketens en Visserij) respectievelijk de Certificeringsautoriteit geen belangrijke aanbevelingen geformuleerd. In het vervolgonderzoek zal de Auditautoriteit de opvolging van alle aanbevelingen vaststellen.

Rapportage Auditautoriteit over rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2010

De Auditautoriteit heeft in haar controleverslag op grond van de uitgevoerde steekproef een totaal bedrag van € 645 849,68 aan fouten geconstateerd en gerapporteerd. Deze hoge bruto foutfractie doet niets af aan het oordeel van de Auditautoriteit over het functioneren van het controle- en beheerssysteem omdat hoofdzakelijk sprake was van incidentele en geïsoleerde fouten. Doordat de managementautoriteit al fouten heeft gecorrigeerd in 2011 is de foutfractie van 5,9%28 teruggebracht tot (netto) 0,09%.

Het EVF kent een meerjarig financieringssysteem. Budgetten komen beschikbaar in 7 jaarlijkse tranches. De managementautoriteit dient daartoe tussentijds betalingsaanvragen in van gecontroleerde door begunstigden gemaakte en betaalde subsidiabele kosten. De finale betalingsaanvraag en het bijbehorende controlerapport van de Auditautoriteit, na afsluiting van het programma, zijn de basis voor de goedkeuring van de financiële verantwoording van het programma door de Europese Commissie.

Controleverklaring rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2010

De Rijksauditdienst heeft aanvullend op de Europese voorschriften verklaard dat de bij de Europese Commissie gedeclareerde uitgaven met uitzondering van de bovengenoemde correcties in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn op basis van de geldende Europese en nationale voorschriften tot op het niveau van eindbegunstigden. Dit resulteert conform de nationale systematiek in een controleverklaring met beperking.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Dienst Regelingen, heeft in de functie van Nederlandse certificeringsautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Rapportage Auditautoriteit over controle- en beheerssystemen 2010

De Rijksauditdienst, heeft in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 62 van genoemde Verordening over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 geoordeeld dat de controle- en beheerssystemen van de managementautoriteiten Noord, Zuid, Oost en West en de Certificeringsautoriteit voldoende effectief hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. In de controleverslagen van de managementautoriteiten Noord, Zuid en Oost zijn belangrijke aanbevelingen geformuleerd. In het vervolgonderzoek zal de Auditautoriteit de opvolging van alle aanbevelingen vaststellen.

Rapportage Auditautoriteit over rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2010

De Auditautoriteit heeft in haar controleverslagen op grond van de uitgevoerde steekproef een totaal bedrag van € 3 009 267,26 aan fouten geconstateerd (bruto foutfractie 2,16%). Doordat de managementautoriteiten al fouten hebben gecorrigeerd in 2011 is de foutfractie ultimo 2011 teruggebracht tot (netto) 1,96%.

De bruto/netto fout voor afzonderlijke regionale programma’s bedraagt voor West 1,47%/1,42%, voor Oost 1.52%/1,52%, voor Zuid 2,56%/2,50% en voor Noord 3,15%/2,07%. Voor de individuele programma’s zijn in 2012 dus nog correcties noodzakelijk om aan de door de Europese Commissie toegestane foutfractie van 2% te voldoen.

Het EFRO kent een meerjarig financieringssysteem. Budgetten komen beschikbaar in 7 jaarlijkse tranches. De managementautoriteiten dienen daartoe tussentijds betalingsaanvragen in van gecontroleerde door begunstigden gemaakte en betaalde subsidiabele kosten. De finale betalingsaanvraag en het bijbehorende controlerapport van de Auditautoriteit, na afsluiting van het programma, zijn de basis voor de goedkeuring van de financiële verantwoording van het programma door de Europese Commissie. Dit betekent dat de lidstaten gelegenheid hebben de door de Auditautoriteit jaarlijks geconstateerde fouten te herstellen.

Controleverklaring rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2010

De Rijksauditdienst heeft aanvullend op de Europese voorschriften verklaard dat de bij de Europese Commissie gedeclareerde uitgaven met uitzondering van de bovengenoemde correcties in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn op basis van de geldende Europese en nationale voorschriften tot op het niveau van eindbegunstigden. Dit resulteert conform de nationale systematiek in een controleverklaring met beperking.

Europees Sociaal Fonds (ESF)

Certificaat om tussentijdse betaling Europese Commissie d.d. 30 november 2010

De Dienst Regelingen, heeft in de functie van Certificeringsautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 27 juli 2006 over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen van de Managementautoriteit voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Rapportage Auditautoriteit

De Rijksauditdienst, heeft in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 62 van genoemde Verordening over de periode van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011 de juistheid van de verklaring van de Certiceringsautoriteit beoordeeld en bevestigd. Daarbij is een aantal aanbevelingen geformuleerd dat door de Managementautoriteit en Certficeringsautoriteit voor verbetering in aanmerking zijn genomen. In het vervolgonderzoek zal de Auditautoriteit de toereikendheid hiervan vaststellen.

Controleverklaring rechtmatigheid

De Rijksauditdienst heeft aanvullend verklaard dat de in 2010 bij de Europese Commissie gedeclareerde uitgaven in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn op basis van de geldende Europese en nationale voorschriften tot op het niveau van begunstigden.

Bekende ESF-onderzoeken of correctievoorstellen door de Europese Commissie

Over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 hebben geen correctievoorstellen door de Europese Commissie plaatsgevonden.

De Europese Commissie heeft in 2011 een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van EU-regelgeving inzake terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen en de daarvan bijgehouden boekhouding

Europese Migratiefondsen

Algemeen

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel is sedert de vorming van het huidige kabinet verantwoordelijk voor het beheer van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Terugkeerfonds en het Europees Buitengrenzenfonds in Nederland. Vanaf 16 december 2011 is de minister ook verantwoordelijk voor het beheer van het Europees Integratiefonds in Nederland. De gedeclareerde uitgaven hebben betrekking op de Jaarprogramma’s 2008 van deze fondsen. De subsidiabiliteitsperiode van deze jaarprogramma’s loopt van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2010.

Openstaande vorderingen

Een bedrag van € 667 192,30 voor het project «Implementation of the VIS in the Netherlands» van de Directie Migratiebeleid van het ministerie van BZK is niet opgenomen als openstaande vordering. Dit betreft een vordering die is ontstaan en direct is verrekend binnen het ministerie zelf.

De Audit Autoriteit heeft projectaudits uitgevoerd waaruit is gebleken dat de verantwoorde kosten voor een aantal projecten grotendeels niet voldoen aan de wet- en regelgeving. Dit beeld kwam overeen met de bevindingen uit de werkzaamheden van de gedelegeerde instantie (het Programmasecretariaat Europese Fondsen), zoals monitoring van projecten, de beoordeling van door de projecten ingezonden administratieve bescheiden, alsmede de door accountants overeenkomstig het uitgevaardigde controleprotocol uitgevoerde toetswerkzaamheden. Het PEF was genoodzaakt om substantiële correcties op een aantal ingediende vaststellings-rapportages aan te brengen, om tot juiste Eindverslagen te komen over de Jaarprogramma’s voor de Commissie. De auditautoriteit heeft een positief oordeel gegeven over de beheers- en controlesystemen en de uitgavendeclaraties.

Besteding van de fondsen

Uit vergelijkingscijfers blijkt dat de noodzakelijke terugvorderingen vanwege het niet voldoen aan de subsidievoorwaarden verminderen. Desalniettemin is de besteding van de beschikbare middelen nog niet optimaal. Op basis van een in de tweede helft van 2011 ingesteld onderzoek wordt in 2012 gewerkt aan de realisatie van een aantal aanbevelingen die hierin verdere verbetering moeten brengen.

Bekende onderzoeken of correctievoorstellen door de Europese Commissie

Over de programmaperiode 2007–2013 zijn mij geen correctievoorstellen bekend. De Europese Commissie heeft aangekondigd in de loop van 2012 ex-post Audits uit te zullen voeren over het programmajaar 2007 van het EBF en het EIF en over het programmajaar 2008 van het EBF en het EVF.

Eindverslag EIF

Voorts is door organisatorische en personele omstandigheden en de complexiteit van enkele subsidieverantwoordingen circa een jaar vertraging ontstaan in de oplevering van het eindverslag van het EIF 2008.

De Europese Commissie is door Nederland hiervan op de hoogte gehouden. Om herhaling te voorkomen, ook voor de andere fondsen, zijn inmiddels de volgende maatregelen getroffen:

  • de gedelegeerde instantie (het Programmasecretariaat Europese Fondsen), die het grootste deel van de werkzaamheden rond het beheer van de fondsen verricht, is inmiddels organisatorisch ondergebracht bij het Directoraat-generaal Vreemdelingenzaken, te weten bij het Bureau Regie & Besturing; daar is een speciale procescoördinator belast met de dagelijkse aansturing van het programmasecretariaat; er vindt daardoor een scherpe sturing plaats op de verschillende deadlines ten aanzien van indiening bij de Europese Commissie van Jaarprogramma’s en Jaarverslagen voor de migratiefondsen;

  • het Programmasecretariaat Europese Fondsen heeft tevens personeelsuitbreiding gekregen.

Nadere informatie is opgenomen in de bijlage: ‘nadere toelichting Migratiefondsen’.

GLB

Bijlage 1: Consolidatiestaat GLB 2011

Bijlage 2: Verrekende financiële correcties GLB 2011

Bijlage 3: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie GLB

EVF

Bijlage 4: Consolidatiestaat EVF 2011

Bijlage 5: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en correctievoorstellen en –besluiten EVF 2011

EFRO

Bijlage 6: Consolidatiestaat EFRO 2011

Bijlage 7: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en ontvangen correctievoorstellen en –besluiten EFRO 2011

ESF

Bijlage 8: Consolidatiestaat 2010

Migratiefondsen

Bijlage 9: Nadere toelichting Migratiefondsen

Bijlage 10: FINANCIELE UITVOERING EVF Jaarprogramma 2008

Bijlage 11: EVF Tabel 2. Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten

Bijlage 12: FINANCIELE UITVOERING EBF Jaarprogramma 2008

Bijlage 13: FINANCIELE UITVOERING ETF Jaarprogramma 2008

Bijlage 1: Consolidatiestaat GLB 2011

Hoofdstuk

ELGF

Uitgaven van

16-okt-10 t/m 15-okt-11

Correcties

Definitief 2011

05 02 01

Granen

8 876 138,90

0,00

8 876 138,90

05 02 02

Rijst

0,00

0,00

0,00

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

3 379 903,28

0,00

3 379 903,28

05 02 04

Voedselprogramma's

0,00

0,00

0,00

05 02 05

Suiker

0,00

0,00

0,00

05 02 06

Olijfolie

0,00

0,00

0,00

05 02 07

Vezelgewassen

923 837,64

0,00

923 837,64

05 02 08

Groenten en fruit

102 339 235,49

642 280,17

102 981 515,66

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

0,00

0,00

0,00

05 02 10

Afzetbevordering

3 106 392,13

0,00

3 106 392,13

05 02 11

Overige plantaardige producten / overige maatregelen

4 303 913,09

0,00

4 303 913,09

05 02 12

Melk en zuivelproducten

– 9 527 777,64

0,00

– 9 527 777,64

05 02 13

Rundvlees

3 562 960,52

0,00

3 562 960,52

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

0,00

0,00

0,00

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

7 745 323,42

0,00

7 745 323,42

05 02 16

Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

4 477 167,37

0,00

4 477 167,37

 

Totaal 0502

129 187 094,20

642 280,17

129 829 374,37

         

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse steun

783 089 703,92

0,00

783 089 703,92

05 03 02

Andere rechtstreekse steun

34 337 856,32

0,00

34 337 856,32

05 03 03

Extra steunbedragen

5 530,09

0,00

5 530,09

 

Totaal 0503

817 433 090,33

0,00

817 433 090,33

         

05 04 01

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie – Programmeringsperiode 2000–2006

0,00

0,00

0,00

 

Totaal 0504

0,00

0,00

0,00

         

05 07 01 06

Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het dader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

0,00

0,00

0,00

05 07 01 07

Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

0,00

0,00

0,00

 

Totaal 050701

0,00

0,00

0,00

         

05 07 02

Regeling van geschillen

0,00

0,00

0,00

 

Totaal 050702

0,00

0,00

0,00

         

67 01 00

Goedkeuring van de ELGF rekeningen – Bestemmingsontvangsten

– 51 994 625,87

0,00

– 51 994 625,87

67 02 00

Onregelmatigheden in het kader van het ELGF – Bestemmingsontvangsten

– 3 636 211,97

– 290 406,50

– 3 926 618,47

67 03 00

Heffing voor melkproducten – Bestemmingsontvangsten

– 14 189 284,75

0,00

– 14 189 284,75

 

Totaal 67

– 69 820 122,59

– 290 406,50

– 70 110 529,09

         

68 01 00

Tijdelijke herstructureringsheffing – Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

68 02 00

Onregelmatigheden in verband met het tijdelijke herstructureringsfonds – Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

68 03 00

Goedkeuring in verband met het tijdelijk herstructureringsfonds – Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

 

Totaal 68

0,00

0,00

0,00

 

Totaal Generaal

876 800 061,94

351 873,67

877 151 935,61

AS

ELFPO

Uitgaven van 16-okt-10 t/m 15-okt-11

Correcties

Definitief 2011

1

Verbetering van de concurrentiekracht land- en bosbouwsector

13 680 261,61

– 189 262,85

13 490 998,76

2

Milieu- en natuurverbetering

16 627 976,66

6 135 346,70

22 763 323,36

3

De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie

24 979 110,80

– 776 793,13

24 202 317,67

4

Leader

10 720 693,78

– 197 490,13

10 523 203,65

5

Technische bijstand

451 872,07

0,00

451 872,07

 

Totaal

66 459 914,92

4 971 800,59

71 431 715,51

 

Totaal ELGF + ELFPO

943 259 976,86

5 323 674,26

948 583 651,12

 

Fonds

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande (saldo 15/10/2011)

   
 

ELFPO

93 196,90

   
 

ELGF

12 010 768,25

   
 

TOTAAL

12 103 965,15

   

Bijlage 2: Verrekende financiële correcties GLB 2011

In de consolidatiestaat zijn de volgende correctiebesluiten van de Europese Commissie verwerkt:

Correctiebesluit Periode

Bedrag (in €)

2010/668/EU: Aardappelzetmeel 2003–2008

29 303 218,08

2011/244/EU: Groenten en Fruit 2005–2008

22 691 407,79

Totaal

51 994 625,87

2010/668/ EU: Aardappelzetmeel

Deze forfaitaire correctie is opgelegd voor betalingen aan producenten van aardappelzetmeel over de jaren 2003 tot en met 2008 ad € 28,9 mln. Het betreft hier de steun aan landbouwers die voor de zetmeelproductie aardappels produceren en de steun voor de productie van aardappelzetmeel. EL&I is hiertegen een procedure gestart bij het Gerecht van de EU. De Auditdienst van de Europese Commissie heeft in 2011 een vervolgaudit aangekondigd. Daarnaast is met dit besluit een correctie opgelegd inzake de steunbetaling aan producenten van gedroogde voedergewassen en zaaizaad over de jaren 2005 tot en met 2007 ad € 0,4 mln. EL&I gaat hiertegen niet in beroep. Inmiddels zijn herstelmaatregelen genomen om herhaling te voorkomen.

2011/244/EU: Groenten en Fruit

Deze forfaitaire correctie is opgelegd voor subsidiebetalingen aan erkende telersverenigingen. Het betreft hier de uitvoering van meerjarige operationele programma’s marktordening Groenten en Fruit gericht op de verbetering van afzet, kwaliteit en milieubescherming. EL&I is tegen dit besluit een procedure gestart bij het Gerecht van de EU en is in overleg met de Europese Commissie over verbeteringen in de uitvoering voor de periode vanaf 2009.

De Europese Commissie heeft in oktober 2009 en in november 2011 op het dossier Groenten en Fruit vervolgaudits uitgevoerd die nog niet zijn afgerond.

Bijlage 3: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie GLB

De Europese Commissie kan op grond van artikel 11 van Verordening (EG) 885/2006 correcties opleggen als zij op grond van eigen onderzoeken concludeert dat EU-regelgeving niet op de juiste wijze door de lidstaat is geïnterpreteerd en uitgevoerd. De uitvoering van het onderzoek vindt gefaseerd plaats. In de loop van het onderzoek kan de Auditdienst van de Europese Commissie correctievoorstellen doen die wel of niet door de Commissie, eventueel gehoord het bemiddelingsorgaan, worden overgenomen. Het onderzoek wordt afgesloten met een besluit van de Commissie, eventueel voorzien van een forfaitaire of een berekende financiële correctie. De lidstaat kan hiertegen in beroep gaan.

a. Ontvangen correctiebesluiten

In 2011 zijn de volgende correctiebesluiten ontvangen, die nog niet met de declaratie zijn verrekend:

Correctiebesluit

Periode

Bedrag (in €)

2011/689/EU: Toeslagrechten

2007–2008

2 242 382,95

Totaal

 

2 242 382,95

Toeslagrechten

Dit correctiebesluit betreft de niet-naleving van de budgetregels voor de bedrijfstoeslag en de berekening van de toeslag voor vlas en hennep, conform Verordening (EG) 795/2004 en Verordening (EG) 796/2004. EL&I heeft afgezien van een bemiddelings- en beroepsprocedure. Inmiddels zijn herstelmaatregelen genomen om herhaling te voorkomen.

b. Ontvangen correctievoorstellen

In 2010 en 2011 zijn de volgende correctievoorstellen ontvangen, waarvoor de Europese Commissie nog geen definitief besluit heeft genomen:

Correctievoorstel

Periode

Bedrag (in €)

Randvoorwaarden

2006–2008

14 597 917,84

Plattelandsontwikkeling

2007–2008

2 018 471,00

Slachtpremie

2008

1 547 815,00

Perceelsregistratie

2008–2009

35 430 616,96

Vorderingenbeheer

2006–2009

5 277 577,43

Totaal

 

58 872 398,23

Randvoorwaarden

Dit betreft de toepassing van kortingen op subsidiebetalingen, zoals voorgeschreven in Verordening (EG) 1782/2003 en Verordening (EG) 796/2004, bij een niet-naleving van randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid (cross compliance). De Europese Commissie heeft het advies van het bemiddelingsorgaan niet overgenomen en is in 2011 een vervolgonderzoek gestart naar de subsidiebetalingen in de jaren 2009 en 2010.

Plattelandsontwikkeling

Dit betreft de agro-milieumaatregelen binnen het operationele programma voor Plattelandsontwikkeling Nederland 2007–2013 (POP), conform Verordening (EG) 1974/2006 en Verordening (EG) 1975/2006. EL&I ziet af van een bemiddelingsprocedure en heeft herstelmaatregelen genomen om herhaling te voorkomen.

Slachtpremie

Dit betreft de betalingen inkomenssteun aan houders van runderen en kalveren, conform Verordening (EG)796/2004 en Verordening (EG)1973/2004. EL&I ziet af van een bemiddelingsprocedure. In 2011 is een vervolgaudit gestart waarbij ook aandacht werd besteed aan de zogenaamde artikel 68 steun voor I&R schapen en geiten. De onterecht betaalde slachtpremie die werd vastgesteld in het kader van deze vervolgaudit is teruggevorderd. Ten aanzien van I&R schapen en geiten is geen herstelactie noodzakelijk. De controle is nog niet afgerond.

Perceelsregistratie

Dit betreft de betalingen van oppervlaktegerelateerde inkomenssteun. Dit forfaitaire correctievoorstel volgt op een eerder correctiebesluit ad € 16,6 mln over de jaren 2005 tot en met 2007. EL&I is ultimo 2009 een herstelactie gestart, die inmiddels grotendeels is voltooid. Deze herstelactie heeft er toe geleid dat de declaraties ELGF en ELFPO 2010 zijn gecorrigeerd. EL&I heeft uit juridische overwegingen besloten om begunstigden te compenseren voor het bedrag dat zij zouden moeten terugbetalen op basis van het nieuwe perceelsregister en daarover de Tweede Kamer geïnformeerd. De Europese Commissie heeft in november 2010 een vervolgaudit uitgevoerd en vastgesteld dat verbetering is doorgevoerd maar dat het systeem op onderdelen nog verbetering behoeft. EL&I is een bemiddelingsprocedure gestart.

Vorderingenbeheer

Dit betreft de toepassing van wettelijke rente bij achterstallige openstaande vorderingen, conform Verordening (EG) 885/2006. EL&I start een bemiddelingsprocedure.

c. Overige informatie uit lopende onderzoeken

De betreft lopende onderzoeken waarvoor nog geen correctievoorstellen zijn ontvangen en welke niet als vervolgonderzoek onder a of b zijn opgenomen.

Goedkeuring rekeningen boekjaar 2007

Dit onderzoek betreft de boekhoudkundige goedkeuring van de declaratie ELGF 2007, conform Verordening (EG) 885/2006. Dit onderzoek is nog niet afgerond.

Goedkeuring rekeningen boekjaar 2010

De Europese Commissie neemt de door de Certificerende Instantie gekwantificeerde fout inzake de onrechtmatige subsidiebetaling van € 688 510 inzake aanschaf van hommels en bijen over als bevinding.

Exportrestitutie Melkpoeder

Dit onderzoek betreft een restitutiebetaling uit 1997–2000, inzake export van melkpoeder. Dit onderzoek is nog niet afgerond.

Admininistratieve nacontroles

Deze controle betreft de toepassing van de administratieve nacontroles op subsidiebetalingen, zoals voorgeschreven in Verordening (EG) 4045/89, in 2006 door de NVWA (voorheen AID). Dit onderzoek is nog niet afgerond.

Herstructurering Suiker en Weersverzekering

Dit betreft de subsidiebetaling in 2010. Dit onderzoek is nog niet afgerond.

Toepassing aanbestedingsregels POP

Dit onderzoek betreft de toepassing van de nationale aanbestedingsregels over de jaren 2009 en 2010. Dit onderzoek is nog niet afgerond.

Bijlage 4: Consolidatiestaat EVF 2011

De consolidatiestaat 2010 is gebaseerd op de betalingsaanvragen van de Nederlandse certificeringsautoriteit, die zijn gecontroleerd door de Auditautoriteit.

Operationeel Programma

Prioritaire as

Gedeclareerde subsidiabele uitgaven

Bijdrage EVF

Perspectief voor een duurzame visserij

CCI:2007NL14FPO001

     
 

Maatregelen voor aanpassing visserijvloot

909 947,47

167 566,22

 

Aquacultuur, binnenvisserij, verwerken en in de handel brengen van visserij en aquaproducten

5 527 469,17

551 658,41

 

Maatregelen van gemeenschappelijk belang

4 354 409,87

754 028,77

 

Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

0,00

0,00

 

Technische bijstand

160 613,84

80 306,92

Totaal-generaal

 

10 952 440,35

1 553 560,32

Operationeel Programma

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande is

Bijdrage EVF

Perspectief voor een duurzame visserij

0,00

0,00

Bijlage 5: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en correctievoorstellen en –besluiten EVF 2011

Systeemaudit 2010

Dit onderzoek van de Europese Commissie betreft de uitvoering van de werkzaamheden van de nationale Certificeringsautoriteit (inzake geschrapte en teruggevorderde bedragen) conform Verordening (EG) nr. 1198/2006 en is nog niet afgerond.

Correctievoorstellen en -besluiten

Er is geen sprake van correctievoorstellen en -besluiten.

Bijlage 6: Consolidatiestaat EFRO 2011

De Consolidatiestaat 2010 is gebaseerd op de betalingsaanvragen van de Nederlandse certificeringsautoriteit, die zijn gecontroleerd door de Auditautoriteit.

Operationeel Programma

Prioritaire as

Gedeclareerde subsidiabele uitgaven

Bijdrage EFRO

Noord CCI:2007NL162PO001

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

16 488 355,79

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1 349 856,67

 
 

Attractieve steden

2 625 597,81

 
 

Technische bijstand

0,00

 

Subtotaal Noord

 

20 463 810,27

9 834 359,69

Zuid CCI:2007NL162PO001

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

32 597 050,47

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

11 930 466,22

 
 

Attractieve steden

8 380 032,18

 
 

Technische bijstand

2 919 100,34

 

Subtotaal Zuid

 

55 826 649,21

23 477 218,23

West CCI:2007NL162PO003

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

24 201 062,53

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

2 236 216,81

 
 

Attractieve steden

14 658 247,72

 
 

Technische bijstand

5 328 900,78

 

Subtotaal West

 

46 424 427,84

19 102 662,20

Oost CCI:2007NL162PO002

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

16 709 898,09

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

0,00

 
 

Attractieve steden

0,00

 
 

Technische bijstand

0,00

 

Subtotaal Oost

 

16 709 898,09

7 519 434,41

Totaal-generaal

 

139 424 785,41

59 933 674,53

Operationeel Programma

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande is

Bijdrage EFRO

Noord

0,00

0,00

Zuid

0,00

0,00

West

0,00

0,00

Oost

0,00

0,00

Bijlage 7: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en ontvangen correctievoorstellen en –besluiten EFRO 2011

Systeemaudit 2010

Dit onderzoek van de Europese Commissie betreft de uitvoering van de werkzaamheden van de nationale Certificeringsautoriteit (inzake geschrapte en teruggevorderde bedragen) conform Verordening (EG) nr. 1083/2006 en is nog niet afgerond.

Correctievoorstellen en -besluiten

Er is geen sprake van correctievoorstellen en -besluiten.

Bijlage 8: Consolidatiestaat 2010

Operationeel programma ESF 2007–2013

Referentienummer: CCI2007NL052PO001

Doelstelling: Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Prioritaire as

Totale uitgaven t/m 2010

Totale uitgaven t/m 2009

Uitgaven 2010

1. Vergroten arbeidsaanbod

7 483 824

5 691 804

1 792 020

2. Bevorderen insluiting op arbeidsmarkt

66 516 789

57 800 140

8 716 649

3. Vergroten aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal

64 880 363

41 221 313

23 659 050

4. Technische bijstand

28 743 528

16 188 333

12 555 195

Totaal

167 624 504

120 901 590

46 722 914

Prioritaire as

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande is

Vergroten arbeidsaanbod

0,00

Bevorderen insluiting op arbeidsmarkt

0,00

Vergroten aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal

0,00

Technische bijstand

nvt

Bijlage 9 nadere toelichting Migratiefondsen:

Algemeen

Mede in verband met de eerder genoemde verschuiving in de verantwoordelijkheid voor het Europees Integratiefonds, maar ook vanwege de departementale herindeling bij het aantreden van het huidige kabinet, alsmede de overheveling van de gedelegeerde instantie van de directie Financieel Economische Zaken naar het Bureau Regie & Besturing bij het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een nieuwe beschrijving van het management- en controlsysteem. Dit zal in de februari 2012 aan de Europese Commissie worden aangeboden.

De Europese Commissie heeft de Jaarprogramma’s 2008 van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Buitengrenzenfonds en het Europees Integratiefonds pas medio december 2008 goedgekeurd en het Jaarprogramma 2008 van het Europees Terugkeerfonds medio maart 2009. Het gevolg daarvan was dat de beschikkingen aan de eindbegunstigden pas in de loop van 2009 konden worden verzonden, toen de subsidiabiliteitsperiode al grotendeels was verstreken.

Ten aanzien van de melding van de Audit Autoriteit met betrekking tot de acceptatie van een bedrag van € 11 995,– aan accountantskosten die buiten de subsidiabele periode waren gemaakt wordt het volgende opgemerkt. Aan het desbetreffende project was uitstel verleend voor de indiening van het eindverslag. Daarbij was niet expliciet aangegeven dat ook toestemming werd verleend voor latere indiening van de accountantsverklaring. Maar gelet op de samenhang werd dat uitstel wel impliciet verleend. De Europese regelgeving geeft de Verantwoordelijke Autoriteit ook deze bevoegdheid. Op grond hiervan zijn deze accountantskosten om reden van redelijkheid en billijkheid en in de geest van de Europese regelgeving geaccepteerd.

Europees Buitengrenzenfonds (EBF)

Naar aanleiding van de door Nederland ingediende einddeclaratie 2008 heeft de Europese Commissie verzocht om een nadere toelichting te geven ten aanzien van de inhoudelijke aspecten inzake EBF 2008. Deze nadere toelichting is gegeven.

Europees Vluchtelingenfonds (EVF)

Naar aanleiding van de door Nederland ingediende einddeclaratie EVF 2008 heeft de Europese Commissie verzocht om de gedeclareerde bedragen ten behoeve van de Technische Bijstand en Hervestiging op te nemen in de verslagen van de Audit Dienst en de Certificerend Autoriteit. Tevens heeft de Commissie verzocht de Certificerend Autoriteit ook het in het eindverslag opgenomen aantal hervestigers van de relevante categorieën te certificeren. Aan al deze verzoeken van de Europese Commissie is voldaan.

Bijlage 10 Migratiefondsen:

FINANCIELE UITVOERING EVF Jaarprogramma 2008

Eindverslag over de uitvoering van het Nederlandse Jaarprogramma EVF 2008

Tabel 1: gedetailleerd financieel verslag
Lidstaat: Nederland
Betrokken Nederlandse Jaarprogramma: Europees Vluchtelingenfonds 2008
Prioriteit / andere acties: [...]
Situatie op: augustus 2011

(alle cijfers in euro)

Geprogrammeerd door LS

(zoals in het door de Commissie goedgekeurde Jaarprogramma)

Vastgelegd op het niveau van de LS

Werkelijke cijfers aanvaard door de verantwoordelijke instantie (door de begunstigden gedragen kosten en definitieve EG-bijdrage)

Acties

Projecten

Ref. prioriteit

Ref. specifieke prioriteit (1)

Totale geprogrammeerde kosten (a)

EG bijdrage (b)

% EG -bijdrage (c=b/a)

Totale subsidiabele kosten (d)

EG – bijdrage <e>

% EG – bijdrage (f=e/d)

Totale subsidiabele kosten (g)

EG – bijdrage (h)

% EG – bidjrage (i=h/g)

Bijdrage van derden (j)

Door het project gegenereerde ontvangsten (k)

Betaling/Terugvordering over te maken door verantwoordelijke instantie (l)

Actie 1:

project 1: IND-Vergroten Klantvriendelijkheid

1

 

     

347 267,00

173 633,50

50,00%

348 787,37

173 633,50

49,78%

0,00

0,00

0,00

Total Actie 1

   

347 268,00

173 634,00

50,00%

347 267,00

173 633,50

50,00%

348 787,37

173 633,50

49,78%

0,00

0,00

 

Actie 2

project 1:COA – Herijking bijzondere opvang PIT/IBW/Amog, 1e fase

 

1

     

516 236,00

387 177,00

75,00%

223 902,31

167 926,73

75,00%

0,00

0,00

-25 661,77

 

project 2: COA – Methodiekontwikkeling AMV's

 

1

     

253 351,00

190 013,25

75,00%

156 700,77

117 525,58

75,00%

0,00

0,00

0,00

 

project 3: COA – Reception Experts Teams, 1e fase

1

       

340 660,00

170 330,00

50,00%

87 985,94

43 992,97

50,00%

0,00

0,00

-41 172,03

 

project 4: St. Vrolijkheid – Duizend en één kinderen

 

1

     

323 384,76

242 538,00

75,00%

322 069,87

241 223,11

74,90%

0,00

0,00

0,00

 

project 5: ASKV – ZAPP, 1e fase

 

1

     

216 390,97

162 293,23

75,00%

202 963,51

152 222,63

75,00%

0,00

0,00

0,00

Total Actie 2

   

1 650 023,00

1 152 351,00

69,84%

1 650 022,73

1 152 351,48

69,84%

993 622,40

722 891,02

72,75%

0,00

0,00

-66 833,80

Actie 3

project 1: FSAN – Badbaado en Begeleiding

 

1

     

177 383,17

132 383,17

74,63%

104 263,09

73 755,09

70,74%

30 508,00

0,00

0,00

 

project 2: Pharos – Somalische Zorg

1

       

159 793,78

79 403,92

49,69%

117 896,58

58 907,08

49,97%

58 989,50

0,00

0,00

 

project 3: SNV Brabant Centraal – Meet & (Gr)eat, 2e fase

1

       

80 814,53

35 814,53

44,32%

66 618,19

23 532,89

35,33%

42 000,00

1 085,30

0,00

 

project 4: ST. UAF – Startende Ondernemers

1

       

190 200,20

95 098,20

50,00%

144 603,62

67 301,81

46,54%

77 301,81

0,00

-8 776,75

 

project 5: VON – Changemakers #0

1

       

538 808,95

268 808,95

49,89%

475 407,25

205 407,25

43,21%

270 000,00

0,00

-9 639,92

 

project 6: VON – Changemakers #1

1

       

287 001,78

141 231,78

49,21%

264 676,63

118 906,63

44,93%

145 770,00

0,00

0,00

Total Action 3

1 521 474,00

792 622,00

52,10%

1 434 002,41

752 740,55

52,49%

1 173 465,36

547 810,75

46,68%

624 569,31

1 085,30

-10 853,17

Actie 4

project 1: [...]

                           

Total Actie 4

   

331 653,04

131 653,04

39,70%

                 

Actie 5

project 1:COA – Herijken Opvang Uitgenodigde Vluchtelingen

3

       

215 703,00

107 851,50

50,00%

186 508,99

93 254,49

50,00%

0,00

0,00

0,00

 

project 2: St. UAF – Hervestiging van hoger opgeleide vluchtelingen

3

       

166 850,00

83 425,00

50,00%

104 606,36

52 303,18

50,00%

0,00

0,00

-14 436,82

Total Actie 5

   

382 554,00

191 277,00

50,00%

382 553,00

191 276,50

50,00%

291 115,35

145 557,67

50,00%

0,00

0,00

-14 436,82

Technische bijstand

   

216 029,66

216 029,66

100,00%

216 029,66

216 029,66

100,00%

216 029,66

216 029,66

100,00%

0,00

0,00

0,00

Andere activiteiten (1)

   

580 000,00

580 000,00

100,00%

580 000,00

580 000,00

100,00%

580 000,00

580 000,00

100,00%

0,00

0,00

0,00

TOTAAL

   

5 029 001,70

3 237 566,70

64,38%

4 609 874,80

3 066 031,69

66,51%

3 603 020,14

2 385 922,60

66,22%

624 569,31

1 085,30

-99 687,29

Bijlage 11 Migratiefondsen:

Lijst van alle lopende terugvorderingen op 30 juni van het jaar N+2 (N = het jaar van dit Nederlandse Jaarprogramma)

Eindverslag over de uitvoering van het Jaarprogramma
Tabel 2. Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten
Lidstaat: Nederland
Fonds: Europees Vluchtelingenfonds
Situatie op: augustus 2011

Referentie

Jaarprogramma

Project

Totaal terug te vorderen bedrag

Terug te vorderen EG-bijdrage

Afgeleid van het betrokken financieel verslag (J/N) financial report (Y/N)

Redenen voor de terugvordering

Actie 2

2008

Herijking bijzondere opvang PIT/IBW/Amog, 1e fase

– 25 661,77

– 25 661,77

J

Niet subsidiabele kosten

Actie 2

2008

Reception Expert Teams, 1e fase

– 41 172,03

– 41 172,03

J

Niet subsidiabele kosten

Actie 3

2008

Startende Ondernemers, 2e fase

– 8 776,75

– 8 776,75

J

Niet subsidiabele kosten

Actie 3

2008

Changemakers #0

– 9 639,92

– 9 639,92

J

Niet subsidiabele kosten

Actie 5

2008

Hervestiging van hoger opgeleide vluchtelingen

– 14 436,82

– 14 436,82

J

Niet subsidiabele kosten

Bijlage 12 Migratiefonds:

FINANCIELE UITVOERING EBF Jaarprogramma 2008

Final report on the implementation of the annual programme
Table 1 Detailed financial report
Member State: The Netherlands
Annual programme concerned: EBF 2008
Situation at: 30 / 06 / 2010

(all figures in euros)

   

Programmed by MS (as in the Commission approved annual programme)

Committed at the level of the MS

Actual figures accepted by the Responsible Authority (costs incurred by the beneficiaries and final EC contribution)

Actions

Projects

Ref. priority

Ref. specific priority

(1)

Total programmedcosts (a)

EC contribution (b)

% EC contribution (c = b/a)

Total eligiblecosts (d)

EC contribu-tion (e)

%EC contribu-tion (f = e/d)

Total eligible costs (g)

EC contribu-tion (h)

% EC contribu-tion (i = h/g)

Contribu-tions from third parties

(j)

(k)

Payment/ Recovery to be made by the

RA (l)

Action 1:

project 1: Setting-up of Central Control Room for Seaport Police/ Maritime External Border

1

 

1 068 495,30

534 247,65

50

733 381,90

533 381,90

73

450 635,49

337 976,62

75

0

0

71 285,67

Total Action 1

 1 068 495,30

534 247,65 

50 

733 381,90 

 533 381,90

 73

 450 635,49

 337 976,62

 75

 0

0

71 285,67

Action 2:

project 1: Programme Office for Sustained Border Management

 1

 

356 165,10 

178 082,55 

50 

356 165,10 

178 042,55 

50 

430 342,40

178 042,55 

41 

20 000

0

89 021,27

Total Action 2

356 165,10 

178 082,55 

50 

356 165,10 

178 042,55 

50 

430 342,40 

178 042,55 

41 

20 000

0

89 021,27

Action 3:

project 1: Implementation of the VIS in the Netherlands

2 849 320,62 

2 136 990,50 

75 

2 783 278,18 

2 087 481,05 

75 

502 064,30

376 548,23

75 

0

0

-667 192,30

Total Action N

2 849 320,62 

2 136 990,50 

75 

2 783 278,18 

2 087 481,05 

75 

502 064,30

376 548,23

75 

0

0

-667 192,31

Technical assistance

 246 723,03

246 723,03 

100 

246 723,03 

246 723,03 

100 

138 180,96 

138 180,96 

100 

0

0

-108 542,07

Other operations1

                       

TOTAL

4 520 704,05

3 096 043,73

68

4 119 548,21

3 045 628,53

74

1 521 223,15

1 030 748,36

68

20 000

0

– 615 427,43

Column (k): receipts generated by the project

X Noot
1

If applicable.

Bijlage 13 Migratiefonds:

FINANCIELE UITVOERING ETF Jaarprogramma 2008

Final report on the implementation of the annual programme
Table 1 Detailed financial report
Member State: The Netherlands
Annual programme concerned: ETF 2008
Situation at: 21 Jul. 11

(all figures in euros)

     

Programmed by MS (as in the Commission approved annual programme)

Committed at the level of the MS

Actual figures accepted by the Responsible Authority (costs incurred by the beneficiaries and final EC contribution)

Actions

Projects

Ref. priority

Ref. specific priority

(1)

Total programmed costs (a)

EC contribution (b)

% EC contribution (c = b/a)

Total eligible costs (d)

EC contribution (e)

%EC contribution (f = e/d)

Total eligible costs (g)

EC contribution (h)

% EC contribution (i = h/g)

Contributions from third parties

(j)

Receipts generated by the project

(k)

Payment/ Recovery to be made by the

RA (l)

Action 1: assisted voluntary return

project 1: Assisted Voluntary Return from Detention

1

(1, 2)1

1 400 000,00

1 000 000,00

71,42

650 270,00

318 770,00

49,02

454 544,33

222 863,08

49,02

231 681,25

0,00

63 478,08

Action 2: durable reintegration

project 1: [...]

 n.a.

 2 000 000,00

1 000 000,00

 50

0,00 

n.a. 

 n.a.

 n.a. 

 n.a. 

 n.a. 

 n.a. 

 n.a.

 n.a.

Action 3: informed and dignified return

project 1: [...]

 3

 1

 783 907,00

 483 907,00

 61,73

0,00 

n.a. 

 n.a.

 n.a. 

 n.a. 

 n.a. 

 n.a. 

 n.a.

 n.a.

Total Action N

4 183 907,00 

2 483 907,00 

59,36 

650 270,00 

318 770,00 

49,02 

454 544,33 

222 863,08 

49,02 

231 681,25 

0,00

63 478,08

Technical assistance

 219 218,73

 219 218,73

 100

219 218,73 

219 218,73 

100% 

 219 218,73

219 218,73 

100

 n.a.

n.a.

n.a.

Other operations2

                       

TOTAL

4 403 125,73

2 703 125,73

61,39

869 488,73

537 988,73

61,87

673 763,06

442 081,81

65,61

231 681,25

0,00

63 478,08

X Noot
1

Specific priority 1, 2 were foreseen in the AP but were not part of the activities described in the project proposal Assisted Voluntary Return from Detention. As mentioned in the Final Report, the open call for proposals has resulted in just one project proposal.

X Noot
2

If applicable.

BIJLAGE 2 GEBRUIKTE AFKORTINGEN

AID

(voormalige) Algemene Inspectiedienst

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

bbp

bruto binnenlands product

bni

bruto nationaal inkomen

btw

belasting (over de) toegevoegde waarde

BuZa

(Ministerie van) Buitenlandse Zaken

DLG

Dienst Landelijk Gebied

DR

Dienst Regelingen

EBF

Europees Buitengrenzenfonds

EC

Europese Commissie

EFRO

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EIF

Europees Integratiefonds

EL&I

(Ministerie van) Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

ELFPO

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

ELGF

Europees Landbouw Garantiefonds

ESF

Europees Sociaal Fonds

ESR

Europees systeem van nationale en regionale rekeningen

ETF

Europees Terugkeerfonds

EU

Europese Unie

EVF

Europees Visserij Fonds

EVLF

Europees Vluchtelingenfonds

II&A

(minister) voor Immigratie, Integratie en Asiel

NVWA

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

PDCA

Plan-do-check-act

RAD

Rijksauditdienst

SNA

System of National Accounts

SZW

(Ministerie van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid

UMTS

Universal Mobile Telecommunications System

Vo.

Verordening

BIJLAGE 3 BEGRIPPENLIJST

Assurance

Het verschaffen van zekerheid over informatie door een accountant/auditor.

Audit

Een systematisch, onafhankelijk en gedocumenteerd proces om de activiteiten en resultaten van een organisatie te onderzoeken en te evalueren.

Auditautoriteit

Instantie die door de lidstaat is aangewezen voor elk operationeel programma en verantwoordelijk is voor het verifiëren van de goede werking van het beheer- en controlesysteem. De auditautoriteit is functioneel onafhankelijk van de managementautoriteit en van de certificeringsautoriteit.

Auditdienst

Accountantsdienst die naast de (wettelijke verplichte) controle van het (departementale) jaarverslag ook periodiek de bedrijfsvoering en de beleidsvoering onderzoekt.

Betrouwbaarheid

De mate waarin de informatie waarheidsgetrouw is.

Betaalorgaan

Orgaan dat namens de Europese Commissie betalingen verricht.

Certificering

Het (officieel) verklaren dat iets geldig is of voldoet aan een norm.

Certificeringsautoriteit

Instantie die door de lidstaat is aangewezen om uitgavendeclaraties en betalingsaanvragen te certificeren voordat zij aan de Commissie worden toegezonden.

Conformiteit

Het in overeenstemming zijn met de (EU-)voorschriften.

Conformiteitsbeoordeling

Het beoordelen of aan de (EU-)vereisten is voldaan.

Consolidatiestaat

Een overzicht van samengevoegde uitgaven/betalingen.

Eindbegunstigde

De uiteindelijke ontvanger van de subsidie.

Fasen in administratief organisatorische processen

  • 1. Opzet: beschrijving en inrichting van het proces;

  • 2. Bestaan: er is daadwerkelijk een proces met activiteiten aanwezig conform opzet;

  • 3. Werking: het proces functioneert de gehele periode conform opzet en doet waarvoor het is ingesteld.

Geldigverklaring

Betreft controleverklaring over de getrouwheid en rechtmatigheid van bij de Europese Commissie ingediende uitgavendeclaraties betreffende migratiefondsen.

Managementautoriteit

Instantie die door de lidstaat is aangewezen om het operationale programma te beheren.

Materialiteit

De mate van onnauwkeurigheid die wordt geaccepteerd.

Materiële fouten

Fouten zijn van materieel belang wanneer zij een bepaald aanvaardbaar geacht percentage te boven gaan.

Onregelmatigheden

Elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld, hetzij door de vermindering of het achterwege blijven van ontvangsten uit de eigen middelen, die rechtstreeks voor rekening van de Gemeenschappen worden geïnd, hetzij door een onverschuldigde uitgave.

Onzekerheid

Indien niet kan worden vastgesteld of bepaalde uitgaven of ontvangsten rechtmatig zijn of getrouw zijn weergegeven.

Operationeel Programma

Document dat door een lidstaat is ingediend en door de Commissie is goedgekeurd, waarin een ontwikkelingsstrategie wordt uiteengezet die gebaseerd is op een coherent geheel van prioriteiten, en voor realisatie waarvan een beroep wordt gedaan op bijstand uit een fonds.

Randvoorwaarden

Specifieke eisen op het terrein van volksgezond-heid, diergezondheid en gezondheid van planten, milieu, dierenwelzijn waaraan een landbouwer moet voldoen om voor volledige steun in aanmerking te komen.

Review

Onderzoek naar de (toereikendheid van de) uitgevoerde accountantscontrole.

Subsidiabiliteit

Uitgaven die op grond van criteria van de Europese Commissie in aanmerking komen voor steun uit Europese fondsen.

Tolerantiegrens

Kwantitatieve tolerantiegrenzen geven een financiële grens aan, waarboven een fout of onzekerheid als belangrijk (materieel) wordt aangemerkt.

Voorbehoud

Voorbehoud is een uitzondering op een afgegeven verklaring.

Vordering

Een juridisch afdwingbaar recht op een geldbedrag van een derde. Veelal is sprake van teruggave van onverschuldigde betalingen.

LITERATUUR

Algemene Rekenkamer (2006). Brief aan de minister van Financiën, 14 november 2006, kenmerk 6006396 R/S. Den Haag: eigen beheer.

Algemene Rekenkamer (2007). Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2006, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 31 095, nrs. 1–2, Den Haag: Sdu.

Algemene Rekenkamer (2010). Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2009, Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 381, nrs. 1–2, Den Haag: Sdu.

Auditdienst EL&I (2012a). Rapport inzake de certificerende audit van de Dienst Landelijk Gebied over ELFPO-begrotingsjaar 2011. 13 februari 2012, Den Haag.

Auditdienst EL&I (2012b). Rapport inzake de certificerende audit van de Dienst Regelingen over het ELGF-begrotingsjaar 2011. 31 januari 2012, Den Haag.

Europese Commissie (2011). EU budget 2010 — Financial Report. Luxemburg: Europese Unie.

Ministerie van Financiën (2006). Brief van de minister van Financiën, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 455 en 24 202, nrs. 5–6, Den Haag: Sdu.


X Noot
1

Abusievelijk door de minister van Financiën als «Nationale verklaring 2012» aangeduid.

X Noot
2

Dit is inclusief de correctie voor Nederland – en Zweden – van € 0,6 miljard (Europese Commissie (2011)).

X Noot
3

Verordening (EU) No 1173/2011 effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (onderdeel «sixpack», de zes nieuwe verordeningen van de Europese Commissie naar aanleiding van EU-landencrisis). Zie ons digitale dossier EU-Governance op www.rekenkamer.nl.

X Noot
4

De minister van Financiën hanteert voor de aanduiding van het jaar een afwijking ten opzichte van voorgaande jaren. De minister noemt het jaar van publicatie en niet het voorafgaande verantwoordingsjaar.

X Noot
6

De bijbehorende consolidatiestaten zijn verantwoordingsdocumenten waarin de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten per EU-fonds zijn weergegeven.

X Noot
12

Een door de minister aangewezen instantie die verantwoordelijk is voor de erkenning en toezicht op het functioneren van betaalorganen.

X Noot
13

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 455 en 24 202, nr. 5 en nr. 6

X Noot
14

Eigen middelen zijn financieringsbronnen die van rechtswege aan de Europese Unie toevallen, zonder dat verdere besluiten van de nationale autoriteiten nodig zijn.

X Noot
15

Dit uniforme percentage bedraagt sinds 2004 0,5% (eerst 0,3%). Het wordt toegepast op een grondslag die niet meer mag bedragen dan 50% van het bni van een lidstaat.

X Noot
16

Deze middelen zijn gebaseerd op de toepassing van een in het kader van de begrotingsprocedure vastgesteld uniforme percentage op de som van de bni's van alle lidstaten. Voor alleen de periode 2007–2013 zal de jaarlijkse bni-bijdrage van Nederland worden verminderd met een brutobedrag van € 605 miljoen, uitgedrukt in prijzen van 2004.

X Noot
17

Zie artikel 2 van Besluit van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (2007/436/EG, Euratom).

X Noot
18

Bijlage 1 van ons EU-trendrapport 2012 bevat een overzicht met cijfers van alle lidstaten. Zie ook onze website

www.eu-verantwoording.nl.

X Noot
19

Council Decision 2007/436.

X Noot
20

Dit betreft een overzicht van de procedures en basisstatistieken die zijn gebruikt voor de berekening van het bni en zijn componenten overeenkomstig het ESR 95 (artikel 3 van Vo. 1287/2003). In 2006 stuurde het CBS de Inventory van Nederland over verslagjaar 2001 naar Eurostat. In 2008 heeft het CBS de definitieve versie van dit document op zijn website gepubliceerd (http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/D6900700-8D0A-4E7E-B611-A7906B94A77B/0/2009GROSSNATIONALINCOMEINVENTORYESA95pub.pdf).

X Noot
21

Dit in 1989 opgerichte comité (toen nog BNP-comité geheten) heeft het harmoniseren van het bni tot taak, zodat een vergelijkbare grondslag bestaat op basis waarvan de afdracht eigen middelen van de afzonderlijke lidstaten kan worden vastgesteld. Het BNI-comité bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie (Eurostat). Vertegenwoordigers van DG Budget en de Europese Rekenkamer zijn altijd aanwezig bij bijeenkomsten van het comité.

X Noot
24

Verordening (EU) No 1173/2011 effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (onderdeel six pack).

X Noot
25

Onderliggende verrichtingen die gebaseerd zijn op macro-economische statistieken kunnen niet rechtstreeks door de Europese Rekenkamer worden gecontroleerd.

X Noot
26

Verordening (EU) No 1173/2011 effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (onderdeel «»sixpack», de zes nieuwe verordeningen van de Europese Commissie naar aanleiding van EU-landencrisis). Zie ons digitale dossier EU-Governance op www.rekenkamer.nl.

X Noot
27

De statistische bureaus en rekenkamers hebben enkele initiatieven genomen om na te gaan hoe de betrouwbaarheid van de statistieken kan worden verbeterd.

X Noot
28

De Auditautoriteit heeft in het Annual Control Report EVF een foutfractie van 6,3% gerapporteerd over de uitgaven in de steekproef. De geëxtrapoleerde fout voor de totale uitgaven is 5,9%.

Naar boven