33 240 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2011

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in:

  • a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);

  • b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

B1. LEESWIJZER

Budgettair kader

Uit de hiervoor vermelde samenvattende departementale begrotingsstaat blijkt dat ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 de begroting van de uitgaven voor 2011 met € 8,3 miljoen wordt verhoogd en dat het begrotingsbedrag van de ontvangsten voor 2011 met een bedrag van € 9,6 miljoen wordt verhoogd. Met deze mutaties uit de slotwet 2011 leidt dit tot een uitgavenbudget van € 8 156,4 miljoen en een ontvangstenbudget van € 459,8 miljoen. Het bedrag voor de in 2011 aan te gane verplichtingen wordt verlaagd met € 648,6 miljoen tot een bedrag van € 7 440,6 miljoen.

Samenvatting belangrijkste begrotingswijzigingen

Eén van de voornaamste oorzaken die het totaal van uitgavenbudget beïnvloeden, is de doorwerking van de per saldo hogere ontvangsten van € 9,6 miljoen, waaronder hogere HGIS-ontvangsten (Homogene groep Internationale Samenwerking) van € 1,8 miljoen, minder opbrengsten uit verkopen van € 5,7 miljoen en € 13,4 miljoen hogere overige ontvangsten bij de defensieonderdelen.

De totale eindejaarsmarge Defensie bedraagt € 192,3 miljoen. Hierin zit ondermeer verwerkt het bedrag voor het veteranenbeleid ten bedrage van € 107,2 miljoen en de bijstelling van de pensioenen (€ 50 miljoen). Voor HGIS is de eindejaarsmarge vastgesteld op € 28,2 miljoen. Deze eindejaarsmarge is bepaald op basis van de beschikbare budgetten Najaarsnota en de uiteindelijke realisatie 2011.

De lagere verplichtingen worden veroorzaakt door terughoudendheid met het aangaan van nieuwe verplichtingen in de eerste helft van 2011 vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief.

Toelichtingen

De mutaties in de slotwet hebben een niet-beleidsmatig karakter en ontstaan door het verloop van de realisatie.

Mutaties

Bij de beleidsartikelen worden de mutaties naar oorzaak toegelicht waarbij het totaal van de mutaties sluit op de slotwet zoals die is opgenomen in de tabel voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten.

Baten-lastendiensten

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2011 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de stand ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie is derhalve gelijk te stellen aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Hiervoor geeft het jaarverslag een toelichting.

B2. ALGEMENE TOELICHTING

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2011 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van xxx, Stb. xx, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.

Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatig en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoeringstechnische aspecten.

Voor zover de aanpassingen van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening Defensiebegroting 2011 van xxx.

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2011 ontstaat samenvattend het volgende beeld:

A. Uitgaven

Totaal van de verhoging

+ € 8,267 miljoen

B. Ontvangsten

Totaal van de verlaging

+ € 9,571 miljoen

Ad A. Uitgaven

Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de onderscheiden deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Overzicht uitgavenmutaties

Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving

UCBO

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

DMO

CDC

Geh.

Nom.

Alg.

Totaal

Begroting 2011 (incl. amendement)

270,7

580,8

1 295,7

694,0

374,7

2 168,7

1 147,5

2,2

– 4,5

1 728,8

8 258,6

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2011

48,8

10,9

3,5

8,1

26,3

– 26,6

– 6,8

0,0

70,6

– 14,3

115,5

Stand Voorjaarsnota 2011

319,5

591,7

1 299,2

702,1

401,1

2 142,0

1 140,7

2,2

66,1

1 714,5

8 379,1

Stand Miljoenennota 2012

319,5

591,7

1 299,2

702,1

401,1

2 142,0

1 140,7

2,2

66,1

1 714,5

8 379,1

Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2011

– 137,2

5,1

– 6,4

1,3

0,9

– 154,2

86,9

0,0

– 66,1

38,7

– 231,0

Stand Najaarsnota 2011

182,3

596,9

1 292,8

703,4

401,9

1 987,8

1 227,6

2,2

0,0

1 753,2

8 148,1

Nadere wijzigingen:

                     

A. Autonome wijzigingen:

                     

1. Bijstelling uitgaven

2,0

– 3,0

– 17,6

– 22,4

– 3,0

39,0

4,7

4,0

0,0

– 7,0

– 3,3

2. Doorwerking van de ontvangsten

1,8

– 3,7

5,6

4,4

1,6

1,0

– 2,4

   

1,3

9,6

                       

B. Beleidsmatige wijzigingen:

                     

3. Overhevelingen departementen

         

2,0

       

2,0

                       

Stand slotwet 2011

186,1

590,2

1 280,9

685,4

400,5

2 029,8

1 229,9

6,2

0,0

1 747,5

8 156,4

Opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het defensiebudget ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletoire begroting 2011, samenhangend met de Najaarsnota 2011, beïnvloeden, zijn:

Wijzigingen

1. Eindejaarsmarge

Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting betreffen de minderuitgaven € 3,3 miljoen. Hierbij moet rekening gehouden worden met een overheveling van het ministerie van Buitenlandse Zaken als bijdrage voor de verwerving van de C-17 capaciteit (€ 2 miljoen) en de doorwerking in de uitgavenbudgetten van de hogere ontvangsten van € 9,6 miljoen.

De eindejaarsmarge kan als volgt worden vastgesteld. Hierbij dient rekening gehouden worden met de vrijgaven in de 2e suppletoire begroting en geldt een aparte eindejaarsmarge voor Defensie en HGIS. De reservering voor de schaderegeling Veteranen valt onder de eindejaarsmarge van Defensie.

Eindejaarsmarge Defensie

Bedrag x € 1 000

   

Omschrijving

Totaal uitgaven

Saldo vrijgave 2e suppletoir

+ 30 000

Budgetoverheveling C-17 van Buza naar Defensie

+ 2 000

Bijstelling (meer) uitgaven excl HGIS

– 4 678

Bijstelling (meer) ontvangsten

+ 7 765

Bijstelling pensioenen via EJM

+ 50 000

Bijstelling Defensiebudget m.b.t. veteranenbeleid via EJM

+ 107 200

Totaal eindejaarsmarge Defensie

+ 192 287

Eindejaarsmarge HGIS

Bedrag x € 1 000

   

Omschrijving

Totaal uitgaven

Saldo vrijgave 2e suppletoir

+ 30 000

Bijstelling (meer) uitgaven Crisisbeheersingsoperaties

– 6 044

Bijstelling (minder) uitgaven Contributies

+ 2 206

Bijstelling (minder) uitgaven Attachés

+ 251

Bijstelling (meer) ontvangsten

+ 1 807

Totaal eindejaarsmarge HGIS

+ 28 220

De bijstellingen hebben betrekking op de alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder de B3. Artikelsgewijze toelichting.

2. Bijstelling (verrekenbare) ontvangsten

Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget bij hogere en/of lagere ontvangsten evenredig bijgesteld. Voor 2011 geldt na de tweede suppletoire begroting een bijstelling van totaal € 9,6 miljoen (incl ontvangsten Hgis + € 1,8 miljoen). Derhalve wordt het uitgavenbudget met dit bedrag verhoogd. De verkopen van materieel en onroerende zaken zijn voor een bedrag van € 5,7 miljoen lager dan de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting. De overige bijstellingen hebben betrekking op de alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder de B3. Artikelsgewijze toelichting.

3. Overhevelingen overige departementen

Betreft een overheveling van het ministerie van Buitenlandse Zaken als bijdrage voor verwerving van C-17 capaciteit (€ 2 miljoen).

Ad B. Ontvangsten

Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de onderscheiden deelbudgetten en welk (eventueel afgerond) bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Overzicht ontvangstenmutaties

Omschrijving

UCBO

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

DMO

CDC

Geh.

Nom.

Alg.

Totaal

Ontwerpbegroting 2011

1,4

13,6

15,8

9,2

4,7

274,4

129,3

0

0

9

457,3

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2011

         

5,3

35,2

   

1,7

42,3

Stand Voorjaarsnota 2011

1,4

13,6

15,8

9,2

4,7

279,7

164,5

0,0

0,0

10,7

499,6

Stand Miljoenennota 2012

1,4

13,6

15,8

9,2

4,7

279,7

164,5

0,0

0,0

10,7

499,6

Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2011

         

– 20,7

– 30,9

   

2,2

– 49,4

Najaarsnota 2011

1,4

13,6

15,8

9,2

4,7

259,0

133,6

0,0

0,0

12,9

450,2

Wijzigingen in samenhang met de Slotwet 2011

1,8

– 3,7

5,6

4,4

1,6

1,0

– 2,4

   

1,3

9,6

Stand slotwet 2011

3,2

9,9

21,4

13,6

6,3

260,0

131,2

0,0

0,0

14,2

459,8

Opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk.

Wijzigingen ontvangsten

De per saldo hogere ontvangsten (inclusief HGIS) die, volgens de regels van de budgetdiscipline, eveneens het uitgavenbudget met € 9,6 miljoen verhogen, vinden vooral hun oorzaak bij de beleidsartikelen Defensie Materieel Organisatie (DMO) en Commando DienstenCentra (CDC). Voornamelijk de lagere opbrengsten uit verkopen (€ 5,7 miljoen) zijn hier de oorzaak van, vanwege het verschuiven naar een later moment van de te verkopen onroerende en roerende goederen. Daartegenover staan hogere ontvangsten bij de CLAS (€ 5,6 miljoen) en CLSK (€ 4,4 miljoen) gerealiseerd, in verband met hogere geneeskundige ontvangsten en ontvangsten uit medegebruik. Daarnaast zijn er diverse kleinere wijzigingen.

Voor alle wijzigingen wordt voor een meer uitgebreide toelichting op de mutaties van de ontvangsten verwezen naar het gestelde in de artikelsgewijze toelichting.

B3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2011 is een norm gehanteerd. Op het niveau van (beleids)artikel worden in principe alleen de verschillen toegelicht die groter zijn dan, dan wel gelijk zijn aan, 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.

Beleidsartikel 20. Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 41,2 miljoen en houdt voornamelijk verband met de verplichtingen voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties. De redeployment ISAF leidt in 2012 tot uitgaven.

Uitgaven

Diverse operaties

De realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 186,1 miljoen. Het verschil ten opzichte van de tweede suppletoire begroting bedraagt € 3,8 miljoen. Dit verschil is opgetreden in de uitgaven bij de diverse operaties (€ 6 miljoen) en houdt met name verband met de Redeployment Task Force (RDTF / ISAF) en de Geïntegreerde Politiemissie. Daartegenover vallen de bijdrage aan contributies € 2,2 miljoen lager uit.

Ontvangsten

De ontvangsten komen € 1,8 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011. Het betreft voornamelijk vorderingen op de partnerlanden voor de door Nederland verrichte diensten.

Beleidsartikel 21. Commando zeestrijdkrachten (CZSK)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 4,3 miljoen en worden veroorzaakt door de lagere uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn € 6,7 miljoen lager dan verwacht. Het betreft de formatie en personeelsgebonden uitgaven.

Ontvangsten

De lagere ontvangsten van € 3,7 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn voornamelijk het gevolg van lagere personele ontvangsten en diverse overige ontvangsten.

Beleidsartikel 22. Commando landstrijdkrachten (CLAS)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 31,4 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor lagere verplichtingen. Daarnaast zijn minder verplichtingen aangegaan voor huisvesting en infra en overige exploitatie.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn € 11,9 miljoen lager dan verwacht. Dit betreft personele uitgaven en de gevolgen van terughoudendheid binnen de CLAS bij het uitvoeren van activiteiten, vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 5,6 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 betreffen voornamelijk extra ontvangsten voor materiële ontvangsten en brandstof.

Beleidsartikel 23. Commando luchtstrijdkrachten (CLSK)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 74,3 miljoen. De aangegane verplichtingen 2011 zijn met name neerwaarts bijgesteld bij overige exploitatie (€ 64,0 miljoen) en bij instandhouding (€ 10,3 miljoen).

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn € 18,0 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door daling personeelsterkte met de daarbij behoorde persoonsgebonden uitgaven en exploitatie, waaronder minder interne verhuizingen en huisvestingskosten (€ 12,1 miljoen) en minder uitgaven voor gereedstelling en instandhouding (€ 6,0 miljoen) als gevolg van versobering van oefeningen en niet in 2011 doorgaan van oefeningen in verband met inzet in Libië.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 4,4 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 hebben voornamelijk betrekking op extra ontvangsten voor geneeskundige zaken.

Beleidsartikel 24. Commando Koninklijke marechaussee (CKmar)

Verplichtingen

De lagere verplichtingen van € 3,3 miljoen worden veroorzaakt door diverse kleinere contracten binnen met name overige exploitatie (€ 1,3 miljoen) en op het gebied van informatievoorziening (€ 2,0 miljoen).

Uitgaven

De lagere realisatie (€ 1,5 miljoen) op dit artikelonderdeel is toe te schrijven aan een lagere personeelsvulling dan verwacht.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 1,6 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn voornamelijk het gevolg van hogere verrekeningen van geleverde diensten aan andere ministeries.

Beleidsartikel 25. Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget blijft € 394,0 miljoen achter bij de tweede suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door terughoudendheid met het aangaan van nieuwe verplichtingen in de eerste helft van 2011 vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief. Het betreft onder meer de grote projecten Vervanging deelsystemen TITAAN (€ 87,6 miljoen), Herintroductie mijnenveegcapaciteit (€ 91,3 miljoen), Verbetering Mk 48 torpedo (€ 67,5 miljoen), Vervanging mortier opsporingsradar (MOR) (€ 85,0); AH-64 Zelfbescherming (ASE) (€ 89,6 miljoen) en Patriot modificatie SD7 en IFF mode 5 (€ 20,8 miljoen). Per saldo zijn € 27 miljoen ook diverse kleinere projecten eerder aangegaan dan gepland.

Uitgaven

De realisatie is € 42,0 miljoen hoger ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. De opbouw hiervan is onderstaand beschreven.

Investeringen

Het verschil tussen de totale investeringsraming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt + € 19,7 miljoen. Enerzijds is dit het gevolg van het eerder realiseren van de projecten JSS, Chinook en JSF en anderzijds het gevolg van de vertraging van het project GPW Boxer.

Logistieke ondersteuning DMO bedrijven

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt + € 14,1 miljoen. Deze hogere realisatie is met name het gevolg van hogere uitgaven voor onderhoud wapensystemen en operationele zaken.

DMO STAF

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt + € 8,2 miljoen en komt met name door een hogere vullingsgraad personeel, huisvesting en infra en overige exploitatie.

Ontvangsten

Exploitatie

Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt € 1,0 miljoen. De verkoopopbrengsten via Domeinen zijn € 1,7 miljoen lager uitgevallen, de overige materiële en personele ontvangsten zijn € 2,7 miljoen hoger.

Beleidsartikel 26. Commando DienstenCentra (CDC)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt per saldo € 171,7 miljoen en wordt met name veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het meerjarige C-17 contract en lagere verplichtingenstand voor infra investeringen als gevolg van terughoudend met het aangaan van nieuwe verplichtingen 2011 vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief.

Uitgaven

De totale realisatie van CDC is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting € 2,2 miljoen hoger uitgevallen.

Investeringen Infra en Informatievoorziening

De lagere realisatie bij investeringen infra (€ 3,2 miljoen) en informatievoorziening (€ 5,6 miljoen) zijn bij diverse kleinere infra en IV projecten opgetreden.

Bedrijfsgroepen

Bij de bedrijfsgroepen is met name bij bedrijfsgroep Facility Services sprake van een hogere realisatie met € 6,9 miljoen als gevolg van het defensiebreed belasten van koersverschillen op dit artikel en verder bij bedrijfsgroep Transport (€ 4,1 miljoen) als gevolg van onder andere hogere uitgaven SAC C-17.

Ontvangsten

Domeinenopbrengsten en overige ontvangsten

Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt – € 2,4 miljoen. De verkoopopbrengsten van de verkochten objecten zijn € 4, 1 miljoen lager uitgevallen dan was voorzien. De overige ontvangsten daarentegen vallen met € 1,7 miljoen hoger uit door ondermeer meerontvangsten voor psychologische keuringen en honorarium verwerving.

Niet-beleidsartikel 90. Algemeen

Verplichtingen

De per saldo verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 14,9 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor lagere verplichtingen.

Uitgaven

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt – € 5,7 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door € 4,0 miljoen minder uitgaven voor overig materieel, waaronder het project Digi-inkoop en ERP kenniscentrum en € 2,0 miljoen lagere personele uitgaven. Verder zijn er en lagere uitgaven bij wetenschappelijk onderzoek doordat er projecten naar 2012 doorschuiven (– € 5,8 miljoen) en diverse kleine bijstellingen (– € 5,6 miljoen) op de overige artikelonderdelen. Daartegenover staan meer uitgaven voor pensioenen en uitkeringen aan het ABP van + € 11,8 miljoen die door de latere kassluiting nog in 2011 konden worden betaald.

Ontvangsten

Het verschil tussen de raming van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt € 1,3 miljoen. De hogere ontvangsten zijn het saldo van hebben in het bijzonder betrekking op € 2,6 miljoen extra ontvangsten uit de NAVO bijdragen en € 1,3 miljoen lagere overige personele en materiële ontvangsten.

Baten-lastendiensten

Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2011 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie, zijnde de zogenoemde slotwetmutaties, is derhalve gelijk te stellen aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van het jaarverslag 2011. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletoire begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemd jaarverslag 2011.

Naar boven