33 196 EU-voorstellen: Voorstel voor een verordening betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde COM(2011)7371 en voorstel voor een verordening betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van de belasting op financiële transacties COM(2011)7382

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 19 april 2012

In navolging op het mondeling overleg dat de vaste commissies voor Europese Samenwerkingsorganisaties en voor Financiën op 14 februari jl. met de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van Financiën voerden over onder meer het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020, heeft de vaste commissie voor Financiën tijdens haar vergadering van 21 februari besloten bij brief van 8 maart 2012 de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken enkele nadere vragen voor te leggen die betrekking hebben op de financiële gevolgen van twee voorstellen van de Europese Commissie tot instelling van twee nieuwe Eigen Middelen voor de Europese Unie.

De minister van Financiën heeft, mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, op 18 april 2012 gereageerd.

De vaste commissie voor Financiën3 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Kim van Dooren

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Den Haag, 8 maart 2012

In navolging op het mondeling overleg dat de vaste commissies voor Europese Samenwerkingsorganisaties en voor Financiën op 14 februari jl. met u en de minister van Financiën voerden over onder meer het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020, heeft de vaste commissie voor Financiën tijdens haar vergadering van 21 februari besloten u enkele nadere vragen voor te leggen die betrekking hebben op de financiële gevolgen van twee voorstellen van de Europese Commissie tot instelling van twee nieuwe Eigen Middelen voor de Europese Unie. Deze vragen zien op de voorgestelde nieuwe BTW-afdrachten en de Financiële transactiebelasting (FTT).

Met betrekking tot het Commissievoorstel voor een verordening betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde (COM(2011)737)4 ontvangen de leden van de commissie graag een uitgebreide beschouwing van de te verwachten effecten voor de Nederlandse begroting.

Ten aanzien van het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van de belasting op financiële transacties (COM(2011)738)5 vragen de leden van de commissie de regering om een reactie op het discussiepaper dat het Centraal Planbureau (CPB) op 23 januari jl. over de Financiële transactiebelasting heeft gepubliceerd. Voorts vraagt de commissie hoe de regering de gevolgen van de eventuele introductie van deze maatregel voor pensioenfondsen beoordeelt. In welke mate verwacht de regering dat de FTT kostenverhogend zal werken voor Nederlandse pensioenfondsen? De commissie verzoekt hierbij nadrukkelijk om een zo exact mogelijke specificatie van de te verwachten kosten.

De commissie ontvangt graag binnen vier weken een reactie van de regering op deze brief.

Daarnaast spreekt zij de nadrukkelijke wens uit op de hoogte gehouden te worden over toekomstige ontwikkelingen rond beide voorstellen.

Een afschrift van deze brief is verzonden aan de minister van Financiën.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, P. H. J. Essers

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2012

U heeft namens de vaste commissie van Financiën enkele vragen gesteld over de financiële gevolgen van de voorstellen van de Europese Commissie tot instelling van twee nieuwe Eigen Middelen voor de Europese Unie. Het gaat hierbij om een nieuw BTW-middel en een Financiële Transactiebelasting (FTT). De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken sprak hier onlangs over met Uw Kamer bij de Algemene Europese Beschouwingen.

Mede namens de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken vindt u in deze brief onze reactie op de vragen van de commissie.

Het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuw BTW-middel is bedoeld ter vervanging van het bestaande BTW-middel. Het relatieve aandeel van Nederland in de bijdrage van het bestaande BTW-middel aan de EU-begroting is afhankelijk van het Nederlandse aandeel in de totale BTW-grondslag in de EU. In het voorstel van de Europese Commissie voor het nieuwe BTW-middel zou voor het vaststellen van de grondslag alleen gekeken moeten worden naar dat deel van de grondslag (producten en diensten) waarop het standaard BTW-tarief van toepassing is. Het bepalen van de grondslag voor de BTW-heffing, waarop alleen het standaard tarief van toepassing is, op dit moment in Nederland echter niet mogelijk. Op het aangifteformulier dient de af te dragen btw per tariefsoort te worden vermeld, maar mogen teruggaven worden verrekend. Juist deze teruggaven worden niet gespecificeerd per tarief. Hierdoor is geen inzicht mogelijk per tariefsoort. Ook voor de meeste andere Europese lidstaten zal waarschijnlijk om dezelfde redenen een grondslagberekening niet mogelijk zijn. Een kwantitatieve vergelijking tussen het bestaande BTW-middel en het huidige voorstel, die noodzakelijk is voor het vaststellen van de financiële gevolgen voor Nederland van het voorstel, is op dit moment dan ook nog niet mogelijk. Bovendien heb ik op grond hiervan grote twijfels of het voorstel van de Europese Commissie wel uitvoerbaar is en ook de Commissie beziet vanwege deze twijfels nog de precieze vormgeving van het voorstel.

De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft op 20 maart jongstleden een reactie van kabinet ontvangen op de evaluatie van het CPB van het voorstel van de Europese Commissie voor een Financiële Transactiebelasting (FTT)6. Deze reactie treft u als bijlage bij deze brief. In deze reactie wordt tevens ingegaan op de gevolgen van de eventuele introductie van een FTT voor de Nederlandse pensioenfondsen.

Tot slot wil ik bovendien opmerken dat de financiële gevolgen van de beide voorstellen moeilijk in isolatie beoordeeld worden. De financiële gevolgen voor Nederland van het Meerjarig Financieel Kader en een nieuw Eigen Middelen Besluit zullen in zijn totaliteit (nieuwe regels voor inkomsten en uitgaven van de EU) beoordeeld dienen te worden. De waardering van eventuele nieuwe eigen middelen is bovendien afhankelijk van de vraag of zij een duidelijke bijdrage weten te leveren aan een eerlijker en transparanter systeem van eigen middelen. Nederland is tegen een FTT als eigen middel en is vooralsnog niet overtuigd van de voordelen van het nieuwe BTW-middel.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën, J. C. de Jager


X Noot
1

Zie E110073 op www.europapoort.nl; De twee COM-documenten zijn als bijlagen bij dit verslag opgenomen.

X Noot
2

Zie E110074 op www.europapoort.nl.

X Noot
3

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), Sylvester (PvdA), Essers (CDA), (voorzitter), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP) Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Boer (GL), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Klever (PVV), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), (vice-voorzitter), Van Rey (VVD) en Bröcker (VVD).

X Noot
4

Dossier E110073 op www.europapoort.nl.

X Noot
5

Dossier E110074 op www.europapoort.nl.

X Noot
6

Zie TK 32 013, nr. 23.

Naar boven