Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2022
Graag informeer ik uw Kamer over de stand van zaken ten aanzien van de beleidsdoorlichtingen
op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties.
Beleidsdoorlichtingen van artikel 1 en 8
In mijn brief van 21 september 2021 (Kamerstuk 33 189, nr. 14) heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd de doorlichting van beleidsartikel 1 van begrotingshoofdstuk IV
Koninkrijksrelaties, Versterken rechtsstaat voor het einde van 2022 aan de Tweede
Kamer te sturen. Eenzelfde toezegging heeft mijn ambtsvoorganger gedaan in de brief
d.d. 17 december 2020 (Kamerstuk 33 189, nr. 13) over de doorlichting van beleidsartikel 8, Wederopbouw Bovenwindse eilanden.
Tot mijn spijt is het niet mogelijk de doorlichtingen binnen de gestelde termijn aan
u te versturen omdat nadere afstemming is vereist. Ik zal u de beleidsdoorlichtingen
en de bijbehorende kabinetsreacties zo snel mogelijk doen toekomen. Dit is nog steeds
in lijn met de Strategisch Evaluatie Agenda omdat het binnen de maximale periode van
zeven jaar na de vorige evaluatie valt.
Beleidsdoorlichting van artikel 4
In mijn brief van 12 september 2022 (Kamerstuk 30 985, nr. 14) heb ik aangegeven de Tweede Kamer op een later moment te informeren over de opzet
en vraagstelling van de beleidsdoorlichting van artikel 4 van begrotingshoofdstuk IV
Koninkrijksrelaties, Bevorderen van de sociaaleconomische structuur.
Helaas heb ik moeten constateren dat het niet mogelijk is om op dit moment de beleidsdoorlichting
van artikel 4 uit te voeren. De beleidsdoorlichting zou een synthese moeten zijn van
verschillende onderliggende evaluaties, die op dit moment nog maar in beperkte mate
zijn uitgevoerd. Ik leg daarom nu de prioriteit bij het uitvoeren van deze evaluaties.
Het gaat onder meer om het onderzoek naar de vrije uitkering van het BES-fonds, welke
vanaf 1 januari a.s. zal worden uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau.
Daarnaast worden de uitgaven vanuit de 2019 Voorjaarsclaim ten aanzien van Venezuela
geëvalueerd. Ik zal u middels een tussentijdse brief inlichten over het verdere proces
en daarin ook melden hoe het staat met de evaluaties die aan de beleidsdoorlichting
van artikel 4 ten grondslag liggen. Tenslotte wordt de ondersteuning vanuit artikel 4
aan de landen van het Koninkrijk zoveel als mogelijk betrokken bij de beleidsdoorlichting
van artikel 5.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen