Het voorstel van Rijkswet wordt als volgt gewijzigd:
1
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
Voor het Europese deel van Nederland wordt goedgekeurd dat de in artikel 30, eerste
lid, onder a, b, c en d, van het in artikel 1 bedoelde
Verdrag opgenomen voorbehouden worden ingetrokken, die bij de bekrachtiging van dat
Verdrag zijn gemaakt overeenkomstig artikel 2 van de Rijkswet van 26 juni 1996, houdende
goedkeuring van het op 25 januari 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake
wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (Trb. 1991, 4).
2
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
Voor Aruba, het Caribische deel van Nederland, Curaçao en Sint Maarten
wordt goedgekeurd dat de in artikel 30, eerste lid, onder a, b, c, d en e, van het
in artikel 1 bedoelde Verdrag opgenomen voorbehouden worden ingetrokken, die bij de
bekrachtiging van dat Verdrag zijn gemaakt overeenkomstig artikel 3 van de in artikel 2
genoemde Rijkswet, met dien verstande dat:
a. voor Curaçao het voorbehoud gehandhaafd blijft dat geen bijstand wordt verleend
ten aanzien van verplichte premies of bijdragen voor de sociale zekerheid, te betalen
aan de centrale overheid of aan publiekrechtelijke instellingen voor sociale zekerheid,
bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer ii, van dat Verdrag;
b. voor Sint Maarten het voorbehoud gehandhaafd blijft dat geen bijstand wordt verleend
ten aanzien van verplichte premies of bijdragen voor de sociale zekerheid, te betalen
aan de centrale overheid of aan publiekrechtelijke instellingen voor sociale zekerheid,
bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer ii, van dat Verdrag en geen
bijstand wordt verleend ten aanzien van de belastingen, bedoeld in artikel 2, eerste
lid, onderdeel b, iii, letters B en D, van dat Verdrag.
3
Artikel 4 vervalt, onder vernummering van de artikelen 5 en 6 in 4 onderscheidenlijk
5.
4
In artikel 4 (nieuw) wordt de zinsnede «voor Aruba, en Sint Maarten» telkens vervangen
door «voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten».
Toelichting
Onderdeel 1
Met de wijziging van artikel 2 van het voorstel van Rijkswet wordt verduidelijkt dat
wat betreft het Europese deel van Nederland alle voorbehouden die in 1996 zijn gemaakt
bij de aanvaarding van het WABB-verdrag worden ingetrokken. In de toelichting op het
voorstel van Rijkswet wordt het intrekken van deze voorbehouden reeds toegelicht.
Samengevat zal het intrekken van de voorbehouden inhouden dat bijstand wordt verleend
voor alle belastingmiddelen en dat ook bijstand wordt verleend bij uitreiking van
documenten.
Onderdeel 2
Met de wijziging van artikel 3 van het voorstel van Rijkswet wordt verduidelijkt dat
ook wat betreft Aruba, het Caribische deel van Nederland, Curaçao en Sint Maarten
voorbehouden die in 1996 zijn gemaakt bij de aanvaarding van het WABB-verdrag worden
ingetrokken, waardoor ook voor deze onderdelen van het Koninkrijk bijstand wordt verleend
voor alle belastingmiddelen en dat ook bijstand wordt verleend bij uitreiking van
documenten (inclusief uitreiking van documenten per post). Hierbij gelden echter twee
uitzonderingen:
-
– Curaçao en Sint Maarten wensen het voorbehoud te handhaven dat geen bijstand wordt
verleend ten aanzien van verplichte premies of bijdragen voor de sociale zekerheid,
te betalen aan de centrale overheid of aan publiekrechtelijke instellingen voor sociale
zekerheid, opgesomd in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer ii van het WABB-verdrag;
-
– Sint Maarten wenst voorts het voorbehoud te handhaven dat geen bijstand wordt verleend
voor enkele met name genoemde belastingmiddelen, opgesomd in artikel 2, eerste lid,
onderdeel b, nummer iii, letters B en D, van het WABB-verdrag.
In tegenstelling tot het voorstel van Rijkswet is Curaçao nu wel opgenomen omdat Curaçao
de wens te kennen heeft gegeven medegelding wenselijk te achten.
Onderdeel 3
Nu in artikel 3 van het voorstel van Rijkswet wordt ingegaan op de positie van alle
Caribische delen van het Koninkrijk, kan artikel 4 vervallen.
Onderdeel 4
In dit onderdeel is Curaçao toegevoegd.
De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers