33 174 (R 1974) Goedkeuring van het op 27 mei 2010 te Parijs tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (Trb. 2010, 221 en 314)

Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 augustus 2012

Het voorstel van Rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Voor het Europese deel van Nederland wordt goedgekeurd dat de in artikel 30, eerste lid, onder a, b, c en d, van het in artikel 1 bedoelde

Verdrag opgenomen voorbehouden worden ingetrokken, die bij de bekrachtiging van dat Verdrag zijn gemaakt overeenkomstig artikel 2 van de Rijkswet van 26 juni 1996, houdende goedkeuring van het op 25 januari 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (Trb. 1991, 4).

2

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Voor Aruba, het Caribische deel van Nederland, Curaçao en Sint Maarten

wordt goedgekeurd dat de in artikel 30, eerste lid, onder a, b, c, d en e, van het in artikel 1 bedoelde Verdrag opgenomen voorbehouden worden ingetrokken, die bij de bekrachtiging van dat Verdrag zijn gemaakt overeenkomstig artikel 3 van de in artikel 2 genoemde Rijkswet, met dien verstande dat:

a. voor Curaçao het voorbehoud gehandhaafd blijft dat geen bijstand wordt verleend ten aanzien van verplichte premies of bijdragen voor de sociale zekerheid, te betalen aan de centrale overheid of aan publiekrechtelijke instellingen voor sociale zekerheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer ii, van dat Verdrag;

b. voor Sint Maarten het voorbehoud gehandhaafd blijft dat geen bijstand wordt verleend ten aanzien van verplichte premies of bijdragen voor de sociale zekerheid, te betalen aan de centrale overheid of aan publiekrechtelijke instellingen voor sociale zekerheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer ii, van dat Verdrag en geen bijstand wordt verleend ten aanzien van de belastingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, iii, letters B en D, van dat Verdrag.

3

Artikel 4 vervalt, onder vernummering van de artikelen 5 en 6 in 4 onderscheidenlijk 5.

4

In artikel 4 (nieuw) wordt de zinsnede «voor Aruba, en Sint Maarten» telkens vervangen door «voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten».

Toelichting

Onderdeel 1

Met de wijziging van artikel 2 van het voorstel van Rijkswet wordt verduidelijkt dat wat betreft het Europese deel van Nederland alle voorbehouden die in 1996 zijn gemaakt bij de aanvaarding van het WABB-verdrag worden ingetrokken. In de toelichting op het voorstel van Rijkswet wordt het intrekken van deze voorbehouden reeds toegelicht. Samengevat zal het intrekken van de voorbehouden inhouden dat bijstand wordt verleend voor alle belastingmiddelen en dat ook bijstand wordt verleend bij uitreiking van documenten.

Onderdeel 2

Met de wijziging van artikel 3 van het voorstel van Rijkswet wordt verduidelijkt dat ook wat betreft Aruba, het Caribische deel van Nederland, Curaçao en Sint Maarten voorbehouden die in 1996 zijn gemaakt bij de aanvaarding van het WABB-verdrag worden ingetrokken, waardoor ook voor deze onderdelen van het Koninkrijk bijstand wordt verleend voor alle belastingmiddelen en dat ook bijstand wordt verleend bij uitreiking van documenten (inclusief uitreiking van documenten per post). Hierbij gelden echter twee uitzonderingen:

  • Curaçao en Sint Maarten wensen het voorbehoud te handhaven dat geen bijstand wordt verleend ten aanzien van verplichte premies of bijdragen voor de sociale zekerheid, te betalen aan de centrale overheid of aan publiekrechtelijke instellingen voor sociale zekerheid, opgesomd in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer ii van het WABB-verdrag;

  • Sint Maarten wenst voorts het voorbehoud te handhaven dat geen bijstand wordt verleend voor enkele met name genoemde belastingmiddelen, opgesomd in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, nummer iii, letters B en D, van het WABB-verdrag.

In tegenstelling tot het voorstel van Rijkswet is Curaçao nu wel opgenomen omdat Curaçao de wens te kennen heeft gegeven medegelding wenselijk te achten.

Onderdeel 3

Nu in artikel 3 van het voorstel van Rijkswet wordt ingegaan op de positie van alle Caribische delen van het Koninkrijk, kan artikel 4 vervallen.

Onderdeel 4

In dit onderdeel is Curaçao toegevoegd.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers

Naar boven