33 173 Prestaties in de strafrechtketen

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2018

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over pakkans en ophelderingspercentage, gesteld bij brief van 14 september 2018.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Antwoorden van de Minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over pakkans en ophelderingspercentage

1.

Hoe worden de begrippen «pakkans» en «ophelderingspercentages» door u gedefinieerd en gebruikt?

Op grond van de Strafrechtketenmonitor1 wordt het begrip ophelderingspercentage gedefinieerd als het aantal delicten waaraan door de politie een verdachte is gekoppeld ten opzichte van het totaal aantal delicten. Het begrip pakkans wordt op het domein van Justitie en Veiligheid niet gebruikt in kwantitatieve analyses.

2.

Welke ontwikkelingen zijn er de afgelopen jaren geweest op deze indicatoren?

Het algemene ophelderingspercentage schommelde de afgelopen jaren tussen de 25 en 27%. Er is de afgelopen jaren geen dalende of opgaande trend waarneembaar.

3.

Welke streefwaarden zijn hierbij door het kabinet gehanteerd?

De ophelderingspercentages van de verschillende misdrijven verschillen sterk. Zo is het ophelderingspercentage bij rijden onder invloed zeer hoog, omdat de politie bij de constatering van het strafbare feit de verdachte voor zich heeft staan. Bij fietsendiefstal is dit percentage relatief laag omdat bij dit delict over het algemeen sprake is van weinig opsporingsindicaties. Door deze grote verschillen is het stellen van een algemeen wenselijk niveau weinig zinvol. Bij specifieke delicten kan dit echter wel zinvol zijn en gebeurt dit ook. Zo is in het kader van de Veiligheidsagenda bijvoorbeeld de doelstelling geformuleerd om het ophelderingspercentage bij overvallen te laten stijgen van een realisatie van 50% in 2017 tot 50,8% in 2018.

4.

In hoeverre geven de «pakkans» en «ophelderingspercentages» inzicht in het succes van de opsporing/de prestaties van de strafrechtketen? Welke voor- en nadelen hebben deze begrippen?

Het begrip ophelderingspercentage geeft weer hoe vaak de politie een verdachte aan een misdrijf heeft gekoppeld. Tot dusverre is deze indicator gehanteerd omdat deze het meest recht doet aan de inspanningen van de politie. Tijdens het wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2017 van Justitie en Veiligheid op 13 juni 2018 heb ik toegezegd het Bestuurlijk Ketenberaad van de strafrechtketen te vragen of het wenselijk is om deze indicator anders in te richten, met als doel om beter inzicht te krijgen in de prestaties van de strafrechtketen als geheel (Kamerstuk 34 950 VI, nr. 15). Net zoals u heb ik behoefte aan een zo goed mogelijk inzicht in de ketenprestaties. Ik verwacht u in november 2018 over de uitkomst te kunnen berichten.

5.

Welke andere indicatoren zijn denkbaar voor het inzichtelijk maken van het succes van de opsporing/de prestaties van de strafrechtketen?

Er worden verschillende indicatoren gebruikt, zie hiervoor ook het antwoord op vraag 6. Lastig is dat een algemene indicator zoals het ophelderingspercentage, zoals blijkt uit het antwoord op vraag 3, slechts een beperkt beeld geeft van de prestaties van de strafrechtketen. Daarom verken ik een indicator die recht doet aan de inspanningen van de gehele keten. Hierop kom ik in november 2018 terug.

6.

Welke indicatoren en streefwaarden gaat u hanteren voor de prestaties in de strafrechtketen? In hoeverre worden hierbij ook de begrippen «pakkans» en «ophelderingspercentages» gebruikt?

Bij het meten van de kwantitatieve prestaties van de strafrechtketen worden verschillende indicatoren gebruikt. In de factsheet Strafrechtketenmonitor2, die u ieder jaar ontvangt, zijn onder meer indicatoren op het gebied van doorlooptijden, herinstroom van zaken en startsnelheid van de tenuitvoerlegging opgenomen. Ook is het ophelderingspercentage opgenomen.

7.

In hoeverre bent u voornemens om in de veiligheidsagenda voor na 2018 de begrippen «pakkans» en «ophelderingspercentages» te hanteren en met welke streefwaarden?

Conform artikel 18 van de Politiewet stel ik tenminste eens in de vier jaar landelijke beleidsdoelstellingen voor de taakuitvoering van de politie vast, gehoord hebbende het College van Procureurs Generaal en de regioburgemeester. Omdat de huidige landelijke beleidsdoelstellingen eind 2018 aflopen, ben ik thans in overleg met onder andere het College en de regioburgemeester over nieuwe landelijke beleidsdoelstellingen. Zoals opgemerkt bij het antwoord op vraag 3 bezien wij daarbij of het voor specifieke doelstellingen zinvol is een streefwaarde vast te stellen. Afhankelijk van de doelstelling zijn andere streefwaarden mogelijk meer betekenisvol. Na vaststelling van de landelijke beleidsdoelstellingen zal ik uw Kamer informeren.

8.

Welke streefwaarde voor het verhogen van het ophelderingspercentage, zoals opgenomen in het Regeerakkoord, wordt gehanteerd en hoe gaat u deze streefwaarde realiseren?

Zie het antwoord op de vragen 3 en 7.


X Noot
1

Zie onder meer Kamerstuk 29 279, nr. 447

X Noot
2

Kamerstuk 29 279, nr. 447

Naar boven