33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt voor mensen met arbeidsvermogen en harmonisatie van deze regelingen (Invoeringswet Participatiewet)

Nr. 120 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHOUTEN EN VAN WEYENBERG

Ontvangen 17 februari 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Aan paragraaf 1 van hoofdstuk 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 6b Medisch urenbeperkt

  • 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder medisch urenbeperkt verstaan: als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling voor een geringer aantal uren belastbaar zijn dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

  • 2. Het college kan:

    • a. ambtshalve vaststellen of een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 1, medisch urenbeperkt is;

    • b. op schriftelijke aanvraag van een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 1, vaststellen of hij medisch urenbeperkt is.

  • 3. Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan slechts eenmaal per twaalf maanden worden ingediend.

  • 4. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verricht voor het college de werkzaamheden ten behoeve van de vaststelling of een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 1, medisch urenbeperkt is en adviseert het college hierover.

II

Artikel I, onderdeel I, komt te luiden:

I

Artikel 31, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen q en x wordt «Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • z. inkomsten uit arbeid van een persoon die medisch urenbeperkt is tot 15 procent van deze inkomsten uit arbeid, met een maximum van € 124,00 per maand, voor zover hij algemene bijstand ontvangt, tenzij onderdeel n of r van toepassing is.

III

In artikel IX wordt na onderdeel Aa een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ab

Aan hoofdstuk I wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 4b

  • 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder medisch urenbeperkt verstaan: als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling voor een geringer aantal uren belastbaar zijn dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

  • 2. Het college kan:

    • a. ambtshalve vaststellen of een persoon die een uitkering op grond van deze wet ontvangt medisch urenbeperkt is;

    • b. op schriftelijke aanvraag van een persoon die een uitkering op grond van deze wet ontvangt vaststellen of hij medisch urenbeperkt is.

  • 3. Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan slechts eenmaal per twaalf maanden worden ingediend.

  • 4. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verricht voor het college de werkzaamheden ten behoeve van de vaststelling of een persoon die een uitkering op grond van deze wet ontvangt medisch urenbeperkt is en adviseert het college hierover.

IV

In artikel IX wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 7. In afwijking van het eerste lid wordt niet als inkomen uit arbeid beschouwd het inkomen uit arbeid van een persoon die medisch urenbeperkt is tot 15 procent van dit inkomen uit arbeid, met een maximum van € 124,00 per maand, voor zover hij een uitkering op grond van deze wet ontvangt, tenzij het tweede of vijfde lid van toepassing is.

  • 8. Onze Minister herziet het bedrag, genoemd in het zevende lid, met ingang van een door hem te bepalen dag, voor zover de ontwikkeling van het in artikel 31, tweede lid, onderdeel z, van de Wet werk en bijstand genoemde bedrag daartoe aanleiding geeft.

V

In artikel X worden na onderdeel Aa twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Ab

Aan hoofdstuk I wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 4b

  • 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder medisch urenbeperkt verstaan: als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling voor een geringer aantal uren belastbaar zijn dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

  • 2. Het college kan:

    • a. ambtshalve vaststellen of een persoon die een uitkering op grond van deze wet ontvangt medisch urenbeperkt is;

    • b. op schriftelijke aanvraag van een persoon die een uitkering op grond van deze wet ontvangt vaststellen of hij medisch urenbeperkt is.

  • 3. Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan slechts eenmaal per twaalf maanden worden ingediend.

  • 4. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verricht voor het college de werkzaamheden ten behoeve van de vaststelling of een persoon die een uitkering op grond van deze wet ontvangt medisch urenbeperkt is en adviseert het college hierover.

Ac

Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 11. In afwijking van het eerste lid wordt niet als inkomen uit arbeid beschouwd het inkomen uit arbeid van een persoon die medisch urenbeperkt is tot 15 procent van dit inkomen uit arbeid, met een maximum van € 124,00 per maand, voor zover hij een uitkering op grond van deze wet ontvangt, tenzij het derde of negende lid van toepassing is.

  • 12. Onze Minister herziet het bedrag, genoemd in het elfde lid, met ingang van een door hem te bepalen dag, voor zover de ontwikkeling van het in artikel 31, tweede lid, onderdeel z, van de Wet werk en bijstand genoemde bedrag daartoe aanleiding geeft.

Toelichting

Mensen met een medische urenbeperking zijn vanwege medische belemmeringen alleen in staat tot werken in deeltijd. Mensen met een medische urenbeperking die in deeltijd werken kunnen een inkomen hebben dat lager is dan de bijstandsnorm. Als zij ook geen vermogen hebben, kunnen ze in aanmerking komen voor aanvullende bijstand. Het complementaire karakter van de bijstand brengt mee dat bij een toename van inkomen of vermogen de bijstand in beginsel afneemt.

Volgens het wetsvoorstel zouden gemeenten slechts tijdelijk een vrijlating van inkomsten uit arbeid of een premie kunnen verstrekken aan mensen met een medische urenbeperking. Indieners zijn van mening dat voor iedereen werken structureel moet lonen, ook voor mensen met een medische urenbeperking. Zij stellen daarom voor om voor mensen met een medische urenbeperking structureel een vrijlating van inkomen uit arbeid van 15 procent van dit inkomen in te voeren, met een maximum van € 124 per maand.

De kosten van dit amendement bedragen 3 miljoen euro in 2015, oplopend tot structureel 30 miljoen euro. Deze kosten worden gedekt uit de resterende financiële ruimte van de Participatiewet.

Schouten Van Weyenberg

Naar boven