33 136 Structuurvisie Ondergrond

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2014

Naar aanleiding van uw verzoek informeer ik u hierbij over de resultaten van overleg met de sector over de rol van drinkwater in de Structuurvisie Ondergrond. Daarbij merk ik op dat in het kader van de structuurvisie naast het opstellen van een rijksstructuurvisie die alleen het rijk bindt, bestuurlijke afspraken met andere overheden gemaakt zullen worden om invulling te geven aan de ruimtelijke ordening van de ondergrond. Daarnaast informeer ik u over het proces en de planning van de Structuurvisie Ondergrond in het algemeen.

In het overleg met de drinkwatersector is onderstreept dat een goede verbinding tussen het drinkwaterbeleid en de Structuurvisie Ondergrond essentieel is. Het rijksbeleid rond de drinkwatervoorziening is opgenomen in de Beleidsnota Drinkwater. De ruimtelijke vertaling hiervan en de inpassing in het totale gebruik van de ondergrond, vindt plaats in de Structuurvisie Ondergrond. In de Beleidsnota Drinkwater is aangegeven dat de openbare drinkwatervoorziening gezien wordt als een nationaal belang. Dat zal ook het uitgangspunt vormen voor de Structuurvisie Ondergrond. Bij te maken afwegingen zal het drinkwaterbelang zwaar wegen. In dat verband wijs ik op artikel 2, tweede lid, van de Drinkwaterwet, waarin is bepaald dat bij de uitoefening van bevoegdheden en toepassing van wettelijke voorschriften door bestuursorganen de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening geldt als dwingende reden van groot openbaar belang. In het overleg is ook gesproken over de betrokkenheid van de drinkwatersector bij het proces rond het opstellen van de Structuurvisie Ondergrond. Daarbij heeft de drinkwatersector aangegeven een actieve structurele inbreng te willen leveren in dat proces. Daaraan kom ik graag tegemoet. Met de sector vindt in ieder geval ambtelijk halfjaarlijks overleg plaats. Met de sector is overeengekomen dat, voorafgaand aan bestuurlijke besluitvorming, specifiek aanvullend overleg zal worden gevoerd over het proces en de inhoud van de Structuurvisie Ondergrond.

Eén van de hoofddoelen van de Beleidsnota Drinkwater is voldoende water van goede kwaliteit voor nu en in de toekomst. Om dat te realiseren is voldoende ruimte voor en bescherming van de winning van grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening nodig. Om te bepalen welke ruimte nodig is om ook voor de toekomst de drinkwatervoorziening veilig te stellen, wordt ten behoeve van de doorwerking van de Beleidsnota Drinkwater in de Structuurvisie Ondergrond samen met provincies, waterschappen en de drinkwatersector een strategische verkenning uitgevoerd naar de toekomstige behoefte aan drinkwater op de korte, middellange en lange termijn, en de wijze waarop hierin kan worden voorzien (strategische voorraden). Potentieel geschikte grondwatervoorraden worden in beeld gebracht. Bij de inschatting van de behoefte wordt uitgegaan van een worst case scenario, rekening houdend met mogelijke effecten van klimaatverandering. In de verkenning wordt, vooral met het oog op schoon grondwater voor de lange termijn, ook gekeken naar dieper gelegen voorraden zoet grondwater van hoge kwaliteit die minder kwetsbaar zijn voor bedreigingen. In de verkenning zal gekeken worden naar de ligging van deze voorraden en de mogelijke functie ervan als grondwaterreserve. De drinkwatersector is nauw betrokken bij de strategische verkenning via deelname aan de begeleidingscommissie.

De resultaten van de verkenning vormen belangrijke input voor de Structuurvisie Ondergrond. Uit de verkenning zal blijken wat ruimtelijk nodig is met het oog op de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. Het aanwijzen van strategische voorraden berust primair bij de provincies. Afhankelijk van de aard en schaal van de benodigde voorraden kan aanwijzing door het Rijk plaatsvinden. Ook bij de ruimtelijke vertaling van de resultaten van het onderzoek wordt de drinkwatersector betrokken.

Over het proces van de Structuurvisie Ondergrond in het algemeen het volgende. Ik heb in overleg met de Minister van Economische Zaken en in afstemming met andere betrokken partijen besloten om zienswijzen te vragen op de concept-Notitie Reikwijdte Detailniveau voor het planMER van de Structuurvisie Ondergrond wanneer deze gereed is. Ik streef er naar de zienswijzeprocedure met de ter inzage legging van de concept-Notitie Reikwijdte en Detailniveau nog voor het einde van dit jaar te starten. Gelijktijdig zal ik de concept-Notitie Reikwijdte en Detailniveau aan uw Kamer doen toekomen. Daarnaast heb ik de Commissie voor de m.e.r. gevraagd haar advies te geven over deze notitie en daarbij de ingediende zienswijzen te betrekken. Dit is vergelijkbaar met het proces dat inzake de Structuurvisie Schaliegas is doorlopen.

De zienswijzeprocedure en de ruimte die ik wil nemen voor bestuurlijke afstemming maken dat er meer tijd nodig is om de ontwerpStructuurvisie Ondergrond af te ronden. Het is mijn verwachting dat de ontwerpStructuurvisie op zijn vroegst na de zomer van 2015 aan uw Kamer aangeboden kan worden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven