33 130 Voorstel voor een Interparlementaire Conferentie Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid

Nr. 1 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2011

Bij dezen meld ik U dat de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hedenmiddag in haar procedurevergadering een brief heeft vastgesteld in reactie op een voorstel van de Voorzitters van het Poolse parlement inzake de vormgeving van een Interparlementaire Conferentie aangaande het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie. Volgens dit voorstel zullen de deelnemende delegaties van de nationale parlementen aan de conferentie uit vier leden en twee plaatsvervangende leden bestaan. De delegatie van het Europees Parlement zal uit zestien leden bestaan.

In de bijgevoegde (Engelstalige) brief1 wordt ingestemd met het voornoemde voorstel, met dien verstande dat, met betrekking tot de samenstelling en grootte van de delegaties:

  • alle zes leden van de nationale parlementen geacht worden spreekrecht te hebben tijdens bijeenkomsten, van wie vier leden eveneens stemrecht hebben;

  • de nationale parlementen geacht worden per conferentie zelf de samenstelling van hun delegatie te bepalen;

  • dat het Europees Parlement geacht wordt naast de zestien leden geen plaatsvervangende leden af te vaardigen.

Aan de leden van de Eerste Kamer wordt een identieke brief voorgelegd. Bij instemming van beide Kamers zal de brief door de Voorzitters van beide Kamers gezamenlijk kunnen worden ondertekend.

Namens de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken verzoek ik U de bijgevoegde brief, alsmede het voorstel om de brief door de Voorzitters van beide Kamers gezamenlijk te laten ondertekenen, ter goedkeuring aan de Tweede Kamer voor te leggen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Albayrak


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven