33 121 Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting)

Nr. 33 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2012

Bijgevoegd treft u een brief van De Nederlandsche Bank (DNB) aan met hierin een korte analyse over de effecten van de verschillende voorgenomen maatregelen op balansen en kredietverlening van banken1. Deze brief is opgesteld naar aanleiding van een toezegging van de minister van Financiën op een vraag van het lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Harbers (VVD) tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen op 6 oktober jl.2 In deze brief gaat DNB in op het gecombineerde effect van Basel III, de ex ante financiering van het depositogarantiestelsel (DGS) en de bankenbelasting. DNB gaat hier, net als bij haar eerdere brief van 15 mei jl., uit van twee scenario’s. DNB oordeelt dat het daadwerkelijke effect tussen deze twee scenario’s in zal liggen. Een exacte duiding kan niet worden gegeven.

DNB concludeert uiteindelijk dat «(...) (d)e effecten van de combinatie van maatregelen op de reële economie (...) potentieel groot (zijn). Daar staat echter tegenover dat de Bazel III eisen en het DGS een positieve bijdrage leveren aan de financiële stabiliteit. De bankenbelasting bemoeilijkt echter de opbouw van buffers en verkleint zodoende de weerbaarheid van de financiële sector.» Het kabinet wenst de volgende opmerking hierbij te plaatsen.

Hoewel de bankenbelasting als hoofddoelstelling heeft een bijdrage te vragen van de bancaire sector door de beprijzing van de impliciete overheidsgarantie, herbergt de bankenbelasting ook door de tariefsdifferentiatie en de link met het beloningsbeleid elementen in zich die een positief effect op de financiële stabiliteit kunnen hebben.

Hiernaast wil ik u in herinnering brengen dat ik, mede namens de minister van Financiën, in mijn brief aan de Tweede Kamer van 25 mei jl.3 heb toegezegd om de ex ante financiering van het DGS met een jaar uit te stellen om het cumulatieve effect voor de banken enigszins te mitigeren.

Desalniettemin benadrukt bijgevoegde brief van DNB de noodzaak om de effecten van de verschillende maatregelen goed te monitoren. Daarom hecht ik er ook zeer aan dat DNB, conform mijn toezegging4 tijdens de plenaire behandeling van de bankenbelasting in de Tweede Kamer, de effecten op de kredietverlening van verschillende maatregelen waarmee de banken worden geconfronteerd, zal blijven monitoren. Op die manier kan, mocht dat nodig zijn, tijdig en accuraat worden gereageerd op ontwikkelingen in de kredietverlening.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Handelingen II 2011/12, nr. 9, item 5, blz. 75.

X Noot
3

Kamerstukken II 2011/12, 33 121, nr. 31.

X Noot
4

Handelingen II, 2011/12, nr. 78, item 6, blz. 58.

Naar boven