Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2022
Naar aanleiding van de vergadering van de vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat
en Omgeving en voor Economische en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
van 10 mei 2022, ontving ik het verzoek van dhr. Nicolaï over het verstrekken van
informatie over het functioneren en de invoering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet
(DSO). Hieronder geef ik u op hoofdlijnen aan welke acties ik onderneem om aan het
informatieverzoek te voldoen.
Allereerst wil ik de verzoeker en uw commissie danken voor het verduidelijken van
de eerder gestelde vraag over het verstrekken van informatie over het DSO. Zoals gespecificeerd
na de procedurevergadering van 10 mei jl. luidt dit verzoek nu:
-
1. een lijst te verschaffen van alle tot op heden niet openbaar gemaakte adviezen, rapporten
en onderzoeksresultaten die in de periode juni 2018 tot en met heden zijn uitgebracht
door niet tot de ambtelijke organisatie te rekenen personen, colleges, bureaus en
andere entiteiten die betrekking hebben op of verband houden met het functioneren
en de invoering van het DSO.
-
2. bij elk van de op de lijst vermelde documenten aan te geven in welke aan de Kamer
gerichte brieven uitdrukkelijk op de inhoud van die documenten is ingegaan en welke
uitkomst met de Kamer is gedeeld;
-
3. de op de lijst vermelde documenten aan de Kamer te zenden;
-
4. aan te geven op welk moment en op welke wijze de op de lijst vermelde documenten met
de Minister zijn gedeeld.
Op basis van dit verzoek werk ik aan een inventarisatie van adviezen, rapporten en
onderzoeksresultaten van externe partijen, vanaf juni 2018 tot en met heden, die zoals
gevraagd betrekking hebben op of verband houden met het functioneren en de invoering
van het DSO-LV, die niet openbaar zijn gemaakt. Dit voor zover deze aanwezig zijn
in de archief- en informatiesystemen van het Ministerie van BZK en die in opdracht
van BZK zijn verricht.
Ik zal u de inventarisatie en de eventuele stukken zo spoedig mogelijk toesturen,
met daarbij de beantwoording van de vragen 2 en 4. Dit zo nodig in afstemming met
betrokken partijen. Daarbij zal ik voorrang geven aan documenten die een mogelijke
relatie zouden hebben met de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023.
Daarenboven ben ik, of een ambtelijke delegatie namens mij, uiteraard bereid tot een
gesprek met de heer Nicolaï over de gevraagde en verstrekte inventarisatie en documenten.
Ten aanzien van de tijdige behandeling van de inwerkingtreding van de Omgevingswet
hecht ik eraan uw Kamer mee te geven dat 21 juni aanstaande de uiterste datum is om
te stemmen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet om de minimale oefen- en inregeltermijn
van een half jaar voor de uitvoeringspraktijk ook feitelijk te borgen.
Als uw Kamer dan instemt, kan vervolgens het koninklijk besluit voor 1 juli 2022 worden
vastgesteld en gepubliceerd en kunnen de laatste technische voorzieningen worden getroffen,
zodat iedereen de gewenste duidelijkheid heeft en met de voorbereidingen aan de slag
kan.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge