33 115 Regels voor de opslag duurzame energie (Wet opslag duurzame energie)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELDHOVEN

Ontvangen 19 november 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 1, derde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de in artikel 61 van de Wet belastingen op milieugrondslag opgenomen verwijzing naar artikel 59, eerste lid, wordt gelezen als een verwijzing naar artikel 3, de in artikel 62 van de Wet belastingen op milieugrondslag opgenomen verwijzing naar artikel 59, eerste lid, onderdeel a, en derde lid en artikel 60, eerste lid, wordt gelezen als een verwijzing naar artikel 2, eerste lid, en de in artikel 67, eerste en tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag opgenomen verwijzing naar artikel 59, eerste lid, onderdeel a, wordt gelezen als een verwijzing naar artikel 2, eerste lid.

II

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het tarief voor de opslag duurzame energie bedraagt voor aardgas, met uitzondering van aardgas als bedoeld in het tweede lid, met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per Nm3 voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van twaalf maanden per aansluiting per kubieke meter € 0,0014 in 2013, € 0,0029 in 2014 en € 0,0046 in 2015.

III

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdelen a en b komen te luiden:

  • a. niet hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh € 0,0008 in 2013, € 0,0017 in 2014 en € 0,0027 in 2015;

  • b. hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh € 0,0008 in 2013, € 0,0017 in 2014 en € 0,0027 in 2015.

2. Onderdelen c tot en met e vervallen.

Toelichting

Een belangrijk punt van kritiek op de bestaande energiebelasting is dat het degressieve karakter van de tariefschalen grootschalige verbruikers lagere en kleinere verbruikers hogere lasten oplegt. Dit vertaalt zich in een hogere energierekening voor huishoudens en kleine ondernemingen, zoals bijvoorbeeld een bakkerij. Grote energieafnemers betalen juist een lager tarief per kWh stroom of m3 aardgas.

Deze vormgeving niet alleen inconsistent met het uitgangspunt «de vervuiler betaalt», maar levert ook een scheve prikkel op voor maatregelen ter bevordering van de energie-efficiëntie. Goedkopere maatregelen lonen immers niet of minder voor de grote verbruikers met een relatief lagere belastingdruk. In een essay voor de studiecommissie belastingstelsel werd al geschetst dat deze fiscale situatie «vanuit klimaatbeleid verre van optimaal is». Ook de Algemene Rekenkamer schetste in haar rapport over energiebesparing dat de gerealiseerde besparing door de industrie sinds 2000 met 0,5% per jaar lager lag dan de besparing die zonder overheidsbeleid sowieso zou moeten zijn opgetreden.

De nieuwe SDE+ opslag is vanuit dezelfde principes door de wetgever vormgegeven als de bestaande energiebelasting. Daarmee dreigt dezelfde weeffout in de vorm van een degressieve tariefopbouw opnieuw ingebouwd te worden. De indiener is van mening dat dit vermeden moet worden, en stelt daarom voor met dit amendement de tarieven te wijzigen om voor de nieuwe SDE+ opslag een vlak tarief zonder oplopende schijven te hanteren. De hoogte van de tarieven is in overleg met het ministerie van Economische zaken zodanig gekozen dat dit budget-neutraal tot stand komt. Dat wil zeggen dat de verwachte opbrengst van de SDE+ opslag wanneer alle gebruikers dit vlakke tarief betalen vergelijkbaar is met de opbrengst wanneer de tarieven gedifferentieerd zijn zoals met het oorspronkelijke wetsvoorstel.

Gevolgen voor gebruikers

De gevolgen van dit amendement voor de lasten van verschillende soorten gebruikers is met behulp van het ministerie berekend en is te vinden in de bijgevoegde tabellen. De eerste tabel geeft de resulterende lasten als gevolg van de SDE+ opslag indien het amendement wordt aangenomen voor dezelfde gebruikersvoorbeelden als in de Memorie van Toelichting. De tweede tabel geeft per geval het effect van het amendement weer.

Vrijstellingen in verband met wet belastingen op milieugrondslag

Met artikel 1 van het wetsvoorstel wordt reeds voorzien in het van overeenkomstige toepassing verklaren van de bepalingen van de Wet belastingen op milieugrondslag. Het betreft onder andere een aantal vrijstellingen, zoals bij het gebruik van aardgas bedoeld voor elektriciteitsopwekking. Waar naar specifieke tarieven verwezen wordt, is de verwijzing in verband met het amendement aangepast. Voor het overige zijn deze bepalingen ongewijzigd.

In de eerste nota van wijziging op de wet zijn in plaats van 0-tarieven, toch tarieven opgenomen onder artikel 3, 1b. In de praktijk levert dat geen extra inkomsten op, omdat er een vrijstelling geldt boven 10 000 000 kWh op grond van artikel 65 van de wet belastingen op milieugrondslag en het bijbehorende besluit. Het is dus een keuze om hier al dan niet getallen op te nemen. De indiener heeft door de tarieven te vermelden zich aangesloten bij de vormgeving van de nota van wijziging. De grootverbruikersvrijstelling is verbonden aan eerder in convenanten vastgelegde afspraken en wordt niet met dit amendement gewijzigd.

Tabel 1 – indicatieve gevolgen SDE+ opslag op microniveau

Amendement D66: vlak tax

 
       
 

2013

2014

2015

2016

2017

Geraamde uitgaven SDE+ (beoogde opbrengst opslag sde+)

>100

>200

>320

>490

>875

 

>Bedragen in euro

   

gemiddeld gezin (bedragen incl. 21% btw)

6

13

20

31

56

gas (m3)

2

5

7

11

20

elektra (kWh)

3

6

9

14

26

           

Bakker

21

43

68

104

186

gas (m3)

9

17

28

42

76

elektra (kWh)

13

25

40

62

110

           

Gemiddeld bedrijf in Groothandel

61

121

194

297

531

gas (m3)

14

29

46

71

126

elektra (kWh)

46

92

148

227

405

           

gemiddeld gezondheidszorg

88

175

281

430

768

gas (m3)

29

58

92

141

253

elektra (kWh)

59

118

188

288

515

           

Gemiddeld glastuinbouw zonder wkk

691

1 383

2 213

3 388

6 051

           

gas (m3)

549

1 097

1 755

2 688

4 800

elektra (kWh)

143

286

457

700

1 251

           

Gemiddeld bedrijf in foodsector

834

1 668

2 668

4 086

7 297

gas (m3)

245

491

785

1 203

2 147

elektra (kWh)

588

1 177

1 883

2 884

5 149

           

Groot staalbedrijf

18 512

37 024

59 239

90 710

161 982

gas (m3)

10 105

20 210

32 337

49 515

88 421

elektra (kWh)

8 407

16 814

26 902

41 194

73 561

           

Groot chemiebedrijf

25 730

51 460

82 337

126 078

225 139

gas (m3)

17 323

34 646

55 434

84 884

151 578

elektra (kWh)

8 407

16 814

26 902

41 194

73 561

Tabel 2 – verschillen door amendement t.o.v. wetsvoorstel

Effecten vlak tax ten opzichte van wetsvoorstel

 
           
 

2013

2014

2015

2016

2017

Geraamde uitgaven SDE+ (beoogde opbrengst opslag sde+)

         
 

>mutatie t.o.v wetsvoorstel

   

gemiddeld gezin (bedragen incl. 21% btw)

-3

-6

-9

-14

-26

gas (m3)

-1

-3

-4

-7

-12

elektra (kWh)

-1

-2

-3

-5

-9

           

Bakker

-11

-22

-35

-54

-97

gas (m3)

-5

-10

-16

-25

-45

elektra (kWh)

-6

-12

-19

-29

-52

           

Gemiddeld bedrijf in Groothandel

-33

-66

-105

-161

-287

gas (m3)

-9

-17

-27

-42

-75

elektra (kWh)

-24

-49

-78

-119

-212

           

gemiddeld gezondheidszorg

-34

-69

-110

-169

-302

gas (m3)

-17

-34

-55

-84

-150

elektra (kWh)

-17

-35

-56

-85

-152

           

Gemiddeld glastuinbouw zonder wkk

423

846

1 354

2 073

3 702

           

gas (m3)

394

789

1 262

1 933

3 451

elektra (kWh)

29

57

92

141

251

           

Gemiddeld bedrijf in foodsector

127

255

407

624

1 114

gas (m3)

-146

-291

-466

-713

-1 274

elektra (kWh)

273

546

873

1 337

2 388

           

Groot staalbedrijf

11 968

23 936

38 297

58 642

104 718

gas (m3)

7 410

14 821

23 713

36 311

64 841

elektra (kWh)

4 557

9 115

14 584

22 331

39 877

           

Groot chemiebedrijf

18 031

36 062

57 699

88 351

157 770

gas (m3)

13 473

26 947

43 115

66 020

117 892

elektra (kWh)

4 557

9 115

14 584

22 331

39 877

Van Veldhoven

Naar boven