Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 33091 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 33091 nr. B |
Vastgesteld 8 mei 2012
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 8 maart 2012 in antwoord op de vragen zoals gesteld door enkele leden van deze commissie over de kabinetsreactie op de voorstellen van de Europese Commissie ten aanzien van de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (E110057 t/m E11006322) (33 091, A).
Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de fractie van GroenLinks nog een aantal nadere vragen gesteld die zijn opgenomen in de brief aan de staatssecretaris van 10 april 2012. De leden van de fractie van de PvdA en de leden van de fractie van D66 hebben zich bij deze vragen aangesloten.
De staatssecretaris heeft op 7 mei 2012 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Warmolt de Boer
BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE
Den Haag, 10 april 2012
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 8 maart 2012 in antwoord op de vragen zoals gesteld door enkele leden van deze commissie over de kabinetsreactie op de voorstellen van de Europese Commissie ten aanzien van de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (33 091, A). De leden van de fractie van GroenLinks hebben nog een aantal nadere vragen. De leden van de fractie van de PvdA en de leden van de fractie van D66 sluiten zich aan bij deze vragen.
Budget voor vergroening
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het voorgestelde aandeel van 30 procent van het budget van directe betalingen (de eerste pijler) voor maatregelen ter bevordering van de vergroening onvoldoende. De regering kan zich in dit percentage vinden, en geeft aan dat 30 procent het maximaal haalbare is in Europa. Zal in de visie van de regering binnen afzienbare tijd een volgende stap gezet worden in Europa, richting een hoger aandeel vanuit het budget van de eerste pijler voor vergroeningsmaatregelen? Zal de regering zich hiervoor inzetten? Op welke termijn acht de regering een hoger aandeel mogelijk?
Vergroeningsmaatregelen
De leden van de fractie van GroenLinks zijn bezorgd over het ontbreken van concrete en toetsbare voorstellen voor maatregelen ter bevordering van vergroening, omdat hiermee het risico ontstaat op «greenwashing» en onvoldoende effectieve inzet van gelden uit het gemeenschappelijk landbouwbudget. De regering maakt zich ook zorgen over de effectiviteit van een aantal voorgestelde maatregelen en geeft aan dat investeringen in duurzame en innovatieve productiemethoden ondersteund zouden moeten worden, waaronder in principe ook maatregelen ter bevordering van diergezondheid en dierenwelzijn. De regering pleit voor een Europees keuzemenu met maatregelen die maximaal bijdragen aan verbetering van bijvoorbeeld de biodiversiteit, het klimaat, het milieu en duurzaamheid. Deze maatregelen zouden binnen een Europees kader moeten vallen. Kan de regering aangeven hoe dit Europese keuzemenu eruit zou moeten zien? Zal de regering harde randvoorwaarden stellen aan maatregelen binnen het Europese keuzemenu?
Bestaat er verschil van opvatting tussen de regering en de Europese Commissie over het type maatregelen, aangezien het kabinet schrijft dat de voorstellen van de Commissie zich «echter» vooral richten op biodiversiteit en klimaat?
Gevolgen voor agrariërs en schaalvergroting
De regering vindt een ecologisch beheer van 7% een te grote financiële belasting voor agrariërs Aan welk percentage denkt de regering?
De regering acht het bij de omzetting van generieke inkomenssteun naar doelgerichte betalingen niet van belang in hoeverre doelen worden behaald door grote of kleine bedrijven. De regering zegt daarom tegen de door de Commissie voorgestelde aftopping boven de 150 000 euro te zijn (en tegen het niet meer verstrekken van een basispremie boven de 300 000 euro). Dit standpunt bevreemdt de leden van de fractie van GroenLinks. Voor een efficiënte en doelmatige inzet van gemeenschapsgelden is het naar de mening van deze leden juist verstandig om af te toppen boven een bepaald bedrag. Ook bevordert deze opvatting van de regering verdergaande schaalvergroting. Hoe rijmt de regering deze opvatting met haar inzet voor de gezinsbedrijven en matiging van schaalgrootte?
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zien uw reactie met belangstelling graag uiterlijk 8 mei 2012 tegemoet.
De Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie E. M. Kneppers-Heynert
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2012
Bijgaand ontvangt u mijn antwoorden op de nadere vragen van de leden van de fractie van GroenLinks inzake de kabinetsreactie over de voorstellen van de Europese Commissie ten aanzien van de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (kenmerk 149717.04u). Zoals door u aangegeven, hebben de leden van de fracties van de PvdA en van D66 zich bij deze vragen aangesloten.
Budget voor vergroening
De Europese Commissie heeft in haar wetgevingsvoorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voorgesteld om 30% van het budget voor directe betalingen te reserveren voor vergroening. Zoals in het kabinetsstandpunt over deze wetgevingsvoorstellen verwoord, kan de regering zich in het voorgestelde vergroeningspercentage (30%) vinden. In de EU lijkt dit percentage het maximaal haalbare gezien de pleidooien van een groot aantal lidstaten voor een lager percentage. Het kabinet verder met genoegen dat het idee van doelgerichte betalingen en betalingen voor bovenwettelijke maatschappelijke prestaties wortel geschoten heeft geschoten bij de Europese Commissie. In de komende onderhandelingen zal het kabinet zich ook blijven inzetten voor doelgerichte betalingen voor versterking van concurrentiekracht, duurzaamheid en innovatievermogen van de landbouwsector en de beloning voor bovenwettelijke maatschappelijke prestaties. Hiervoor zal het kabinet ook eventuele aanvullende mogelijkheden naast de vergroening in het oog houden.
Vergroeningsmaatregelen
De regering bepleit een Europees keuzemenu voor vergroening waarbij naast de door de Commissie voorgestelde maatregelen ook enkele andere maatregelen opgenomen worden. Deze extra maatregelen moeten tegemoet komen aan lidstaatspecifieke uitdagingen op het vlak van vergroening. Door plaatsing van de diverse maatregelen in een Europees kader is het kabinet is van mening dat hiermee op efficiënte en doelmatige wijze, met inachtname van het gelijke speelveld in Europa, serieus invulling gegeven kan worden aan de GLB-vergroeningsdoelstelling.
Het kabinet constateert dat de voorstellen van de Commissie zich vooral richten op biodiversiteit en klimaat. Het kabinet wil naast deze maatregelen ook de mogelijkheid introduceren om maatregelen te nemen ten behoeve van innovatie, duurzaamheid, dierenwelzijn en diergezondheid. Deze doelen kunnen wellicht een plek krijgen in een dergelijk Europees keuzemenu.
Gevolgen voor agrariërs en schaalvergroting
Het kabinet is voor een sterke verlaging van het voorgestelde percentage van 7% voor ecologische aandachtsgebieden, waarbij de exacte invulling ervan mede afhankelijk zou moeten zijn van de invulling van het totale Europese keuzemenu voor vergroening. Met nadruk wil ik er op wijzen dat het kabinet enerzijds pleit voor deze verlaging, maar anderzijds pleit voor uitbreiding van de verplichting tot ecologisch beheer ook op grasland, waar het Commissievoorstel uitsluitend betrekking heeft op bouwland.
Wat betreft de door de Commissie voorgestelde wijze van aftopping van directe betalingen, is het kabinet van oordeel dat deze te grote administratieve lasten met zich meebrengt en tegelijkertijd niet praktisch uitvoerbaar is. Het kabinet staat echter open voor eventuele verbeterde commissievoorstellen om aftopping op een eenvoudig uitvoerbare wijze vorm te geven.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
Samenstelling:
Holdijk (SGP), Kneppers-Heynert (VVD) (voorzitter), Terpstra (CDA), Noten (PvdA) (vice-voorzitter), Sylvester (PvdA), Essers (CDA) Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Schaap (VVD), Smaling (SP), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), Postema (PvdA), Vlietstra (PvdA), Klever (PVV), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), Van Rey (VVD), Bröcker (VVD) en Beckers (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33091-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.