33 090 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 HERDRUK1 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 4

De begrotingsstaten die deel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in:

  • a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1) LEESWIJZER

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2011. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1) De leeswijzer;

  • 2) Overzicht van de belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties;

  • 3) De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan € 2 mln worden onder de tabel toegelicht.

  • 4) De niet-beleidsartikelen. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan € 2 mln worden toegelicht.

2) OVERZICHT BELANGRIJKSTE SUPPLETOIRE UITGAVEN-EN ONTVANGSTENMUTATIES

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2011 (Najaarsnota)

(bedragen x € 1 mln)
 

Art.nr.

Uitgaven 2011

Stand na Incidentele Suppletoire Begroting 2011

 

5 900,8

Stand na 1e suppletoire begroting 2011

 

6 030,0

     

Mutaties Miljoenennota 2012

 

49,5

     

Belangrijkste 2e suppletoire begrotingsmutaties:

   

1) Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

5,4

2) Innovatie Prestatie Contracten

2

17,2

3) Innovatieprogramma’s

2

28,7

4) Lucht- en Ruimtevaart

2

21,6

5) Borgstellingsregeling Scheepsbouw

3

– 9,0

6) Besluit Subsidies Regionale Investeringsprojecten (BSRI)

3

– 5,0

7) Borgstellingskrediet Midden- en Kleinbedrijf

3

13,6

8) Garantie Ondernemingsfinanciering

3

– 35,6

9) Groeifinancieringsfaciliteit

3

– 15,5

10) Seed-regeling

3

– 13,8

11) Valorisatie

3

– 10,8

12) Bedrijventerreinen

3

– 12,4

13) Brainport Eindhoven

3

– 45,0

14) Overgangswet elektriciteitssector

4

– 6,5

15) Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP)/ Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)

4

– 107,0

16) Smart Grids

4

– 6,5

17) Straling

4

– 8,0

18) Transitiemanagement

4

– 4,6

19) Stimulering Duurzame Energieproductie

4

– 6,0

20) Apparaatsuitgaven artikel 4 (Doelmatige en duurzame energiehuishouding)

4

21,7

21) Realiseren van de economische en maatschappelijke meerwaarde van ICT-toepassingen en diensten voor de burgers, bedrijven en overheid

10

– 9,7

22) Biobased Economy

31

– 11,9

23) Afronding ILG Onderhandelingssakkoord Rijk-IPO

33

83,3

24) Faunafonds

33

8,0

25) Dienst Regelingen

33

11,4

26) Herschikking natuurbudget

34

– 7,7

27) Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit

35

33,1

28) Apurement

39

60,0

Overige mutaties

 

– 75,1

Stand 2e suppletoire begroting 2011

 

5 993,4

Toelichting:

1) Nederlandse Mededingingsautoriteit

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft in 2011 € 5,4 mln aan hogere uitgaven dan eerder geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat in het verleden aangegane verplichtingen sneller tot betaling komen (€ 2,4 mln) en er een schadevergoeding van € 3 mln betaald moet worden aan een bedrijf dat partij was in een fusiebesluit van de NMa uit 2003. Dit besluit is vernietigd.

2) Innovatie Prestatie Contracten

In 2011 is het ritme van de uitbetaling van de Innovatie Prestatie Contracten (IPC’s) gewijzigd. Voorheen werden subsidieverzoeken in 3 jaar uitbetaald, dat is als maatregel ten gevolge van de economische crisis, gewijzigd naar volledige uitbetaling in het jaar waarin de aanvraag is toegekend, waardoor een versnelling van de uitgaven optreedt. De raming wordt daarop bijgesteld.

3) Innovatieprogramma’s

In het kader van de Maatschappelijke Agenda Veiligheid (MIA-V) en de uitvoering van de daarbijbehorende Small Business Innovation Research(SBIR)-regeling worden er middelen overgeboekt (€ 15 mln) van het Ministerie van V&J naar het Ministerie van EL&I. Er worden twee SBIR projecten uitgevoerd. Het eerste SBIR project is gericht op Fysieke bescherming (van hulpverleners) en de tweede SBIR is gericht op Simulatie en «serious gaming». Hiernaast wordt de kasraming aangepast van innovatieprogramma’s waar de uitfinanciering sneller verloopt dan oorspronkelijk geraamd.

4) Lucht- en Ruimtevaart

Voor diverse lopende ruimtevaartprogramma's (onder andere Ariane en ERA) heeft ESA dit jaar een versnelling van de financiering verzocht ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast worden ook de jaarlijkse bijdragen voor het General Budget en Kuhru overgemaakt. In totaal is hiervoor € 13,2 mln budget nodig.

Verder wordt er circa € 9 mln betaald op verplichtingen van het voormalige Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR), die door het Ministerie van EL&I zijn overgenomen.

5) Borgstellingsregeling Scheepsbouw

Van de Borgstellingsregeling Scheepsbouw is geen gebruik gemaakt. De uitgaven worden daarom met € 9 mln naar beneden bijgesteld.

6) Besluit Subsidies Regionale Investeringsprojecten (BSRI)

Twee BSRI projecten worden gedeeltelijk ingetrokken ter dekking van een green deal in het Noorden en een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij.

7) Borgstellingskrediet Midden- en Kleinbedrijf

De uitgavenraming wordt verhoogd omdat in 2011 meer verliesdeclaraties worden verwacht dan geraamd.

8) Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Als gevolg van een geringer beroep op deze garantieregeling, zijn de uitgaven lager dan oorspronkelijk geraamd. De in 2011 onbesteed gebleven ruimte blijft beschikbaar voor 2012.

9) Groeifinancieringsfaciliteit

Er wordt in 2011 minder gebruik gemaakt van de Groeifinancieringsfaciliteit dan geraamd. Als gevolg hiervan worden de uitgaven- en de ontvangstbudgetten verlaagd.

10) Seed-regeling

Doordat het aantal ontvangen aanvragen achterblijft bij de raming wordt deze bijgesteld.

11) Valorisatie

Doordat het aantal ontvangen aanvragen achterblijft bij de oorspronkelijke raming zal het budget niet worden uitgeput. Als gevolg hiervan wordt de raming verlaagd.

12) Bedrijventerreinen

De uitfinanciering van de oude TIPP regeling (Herstructurering Bedrijventerreinen) blijft achter bij de ramingen. Het betreft projecten met lange doorlooptijden waarbij de voorschotten op declaratiebasis worden verstrekt (€ 3,7 mln).

Verder worden er middelen voor Bedrijventerreinen (onder andere Railterminal Chemelot, Port Valley Rotterdam en verschillende Topperprojecten) in het kader van decentralisatie overgeboekt naar het Gemeente- en Provinciefonds (€ 8,7 mln).

13) Brainport Eindhoven

De gemeente Eindhoven heeft nog niet in haar meerjarencijfers kunnen aangeven hoe het decentraal te financieren aandeel in het project Brainport Eindhoven wordt gedekt.

Hierdoor loopt het project vertraging op en wordt de raming 2011 verlaagd met € 45 mln.

14) Overgangswet elektriciteitssector

Deze mutatie betreft de kosten voortvloeiend uit de Overgangswet elektriciteitssector (OEPS) naar aanleiding van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Door verlate indiening van de definitieve einddeclaraties door energiebedrijven is vertraging ontstaan bij de uitvoering van het programma. De verlate indiening wordt veroorzaakt doordat de definitieve vaststelling van de MEP subsidie- en Regulerende Energie Belasting (REB)-bedragen is vertraagd als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedures.

15) Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP)/Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)

De betalingen in 2011 op lopende beschikkingen MEP en SDE zullen lager uitvallen dan bij de voorjaarsnota 2011 geraamd. Bij de MEP gaat het om een bedrag van € 25 mln. Dit wordt dit onder meer veroorzaakt door biomassa projecten, waar de productie lager uitvalt als gevolg van hoge biomassaprijzen. Bij de SDE gaat het om een bedrag van circa € 82 mln. Dit wordt in de eerste plaats veroorzaakt doordat de Brusselse goedkeuring van de subsidieverleningen aan de windparken in de Noordoostpolder langer op zich laten wachten dan verwacht. Om die reden zal een eerder voorziene uitbetaling van € 37 mln in 2011 pas in 2012 plaatsvinden. Het resterende bedrag van € 45 mln wordt onder meer veroorzaakt door verschuiving van de startdatum van de productie van verschillende projecten.

16) Smart Grids

De voorgestelde mutatie betreft de overheveling van de gelden voor de uitvoeringskosten van Agentschap NL naar bijdrage baten-lastendienst (zie ook toelichting onder apparaatsuitgaven, nummer 22).

17) Straling

In 2011 zijn middelen toegevoegd voor de financiering van extra activiteiten die met name voortvloeien uit de voorbereiding van de vergunningaanvraag voor een nieuwe kerncentrale. Daartoe zijn onderzoeken en specialistische activiteiten uitbesteed, maar deze zullen in 2011 nog maar in beperkte mate tot uitgaven leiden. Daarnaast is sprake van enige vertraging bij een aantal reeds lopende onderzoeken, zoals in het meerjarige omvangrijke onderzoek naar de mogelijkheden van eindberging van radioactief afval.

18) Transitiemanagement

De energietransitie is de verandering van het Nederlandse energiesysteem dat momenteel nog voor het overgrote deel rust op het gebruik van fossiele brandstoffen naar een systeem dat veel zuiniger is en in grote mate draait op hernieuwbare energiebronnen. Die transitie is noodzakelijk vanwege de economie en het broeikaseffect en geeft Nederland kansen voor nieuwe bedrijvigheid en een gezonde leefomgeving. Op dit onderdeel worden de uitgaven verantwoord voor met name de Unieke Kansen Regeling (UKR) en het Unieke Kansen Programma (UKP). De UKR stimuleert projecten waarin Nederlandse marktpartijen en niet-marktpartijen samen werken aan de transitie naar een duurzame energiehuishouding. De nadruk bij de Unieke Kansen Regeling ligt op versnelde marktintroductie van technieken op het gebied van energiebesparing en energieneutraal wonen, bij de UKP gaat het om scholen en kantoren.

De voorgestelde mutatie is het gevolg van het feit dat projecten vertraging oplopen als gevolg van externe invloeden (onder andere financiële crisis/verslechterende woningmarkt).

19) Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)

De voorgestelde mutatie betreft de overheveling van de gelden voor de uitvoeringskosten van Agentschap NL naar bijdrage baten-lastendienst (zie ook toelichting onder apparaatsuitgaven, nummer 22).

20) Apparaatsuitgaven artikel 4 (Doelmatige en duurzame energiehuishouding)

Voor de uitvoering van subsidieregelingen en programma’s in 2011 door Agentschap NL worden de geraamde kasgelden overgeheveld naar de bijdrage aan de baten-lastendienst. Deze mutatie is het gevolg van de verplichting aan Agentschap NL voor de uitvoering in 2011 die eind 2010 is aangegaan en waarvoor eveneens een overheveling vanuit programmamiddelen heeft plaatsgevonden.

21) Realiseren van de economische en maatschappelijke meerwaarde van ICT-toepassingen en diensten voor de burgers, bedrijven en overheid

De uitgaven voor deze Operationele Doelstelling worden met € 9,7 mln verlaagd.

Deze verlaging wordt voornamelijk verklaard door een aanpassing in het kasritme van € 8 mln voor het programma Implementatie ICT agenda (PRIMA). De middelen voor PRIMA zijn bestemd voor Rijksbrede activiteiten in het kader van de ICT-agenda, voorheen deels gefinancierd uit FES. Deze voormalige FES-middelen zijn overeenkomstig de rijksbrede lijn, integraal toegevoegd aan het begrotingsjaar 2011.

22) Biobased Economy

Er is sprake van een vertraging in de uitputting van de middelen voor het programma Biobased Economy. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met de staatssteunmelding procedure die nog in Brussel loopt voor de Bioproces Pilot Facility TU Delft.

23) Afronding ILG Onderhandelingssakkoord Rijk-IPO

Er is een onderhandelaarsakkoord natuur met het Interprovinciaal Overleg (IPO). Gelet op de door de provincies aangegane verplichtingen is een ander tempo van financiering afgesproken dan voorzien op de begroting. Voor 2011 betekent dit een verhoging met € 83,3 mln. Bij Voorjaarsnota 2012 wordt de begroting met € 83,3 mln verlaagd in de periode 2014–2017. In 2012 en 2013 zijn geen aanpassingen noodzakelijk.

24) Faunafonds

De bijdrage aan het Faunafonds valt dit jaar hoger uit dan geraamd als gevolg van een groter aantal uit te betalen tegemoetkomingen in schade die voornamelijk veroorzaakt wordt door ganzen en als gevolg van het gestegen bedrag per schadegeval van 30%.

25) Dienst Regelingen

De bijdrage aan de Dienst Regelingen wordt verhoogd voornamelijk in verband met hogere uitvoeringskosten dan voorzien voor de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL). De uitvoeringskosten zijn hoger, doordat het controlewerk in 2011 arbeidsintensiever was dan voorzien. Dit heeft twee oorzaken. (1) Als gevolg van de hersteloperatie percelen in 2010 heeft de automatisering van de SNL vertraging opgelopen. (2) De aanvragen waren veelal op basis van de oude kaartlaag gedaan, terwijl beschikt moest worden op basis van de nieuwe kaartlaag (€ 8,8 mln).

In het kader van het ICT-programma «digitale dienstverlening», waarmee EL&I investeert in de infrastructuur en services voor communicatie met bedrijven (agrosector) en burgers via het internet en waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het terugdringen van administratieve lasten, worden twee projecten uitgevoerd door de Dienst Regelingen (€ 2,5 mln)

26) Herschikking natuurbudget

Ter compensatie van natuurprojecten rond de nieuwe Amerikaanse ambassade in Den Haag/Wassenaar zijn middelen op de begroting geraamd. Het betreft hier het realiseren c.q. verbeteren van de ecologische structuur, het versterken van de cultuurhistorische en recreatieve waarden van de landgoederen en het verbeteren van de recreatieve voorzieningen. Als gevolg van vertraging in de uitvoering komt er in 2011 € 2,7 mln niet tot betaling. De uitgaven zullen in 2012 plaatsvinden.

Onderdeel van het regeerakkoord is dat de doelstellingen op het gebied van landschap en «groen in de stad» niet meer als rijksverantwoordelijkheid worden gezien. Daarom was 2011 vooral gericht op het afronden van bestaande projecten en zijn geen nieuwe verplichtingen meer aangegaan. Een deel van de toegekende «Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)» gelden die bestemd waren voor de Nationale Landschappen en een deel van de middelen voor «Groen in de stad» worden daardoor dit jaar niet benut (€ 4,5 mln).

Als gevolg van minder aanvragen vallen de uitgaven voor de beheerovereenkomsten voor de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer, onderdeel ganzen, € 0,5 mln lager uit.

27) Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit

In verband met de reorganisatie van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) wordt een voorziening getroffen. De voorziening wordt in de komende jaren aangewend ter dekking van de kosten van herplaatsingskandidaten, alsmede voor de kosten van sociaal flankerend beleid. Aan deze voorziening draagt EL&I in 2011 € 12,5 mln bij en VWS in 2011 éénmalig € 10 mln.

Daarnaast wordt de bijdrage aan de nVWA verhoogd met € 10,6 mln:

  • In 2011 is de uitstroom van boventallig personeel trager verlopen dan eerder werd voorzien (€ 5,4 mln);

  • De nVWA wordt gecompenseerd voor de niet kostendekkende tarieven. Deze compensatie is bedoeld als vergoeding voor keuringsactiviteiten die op basis van bestaande afspraken niet volledig kunnen worden doorberekend aan de sector. Het betreft de tarieven voor kleine slachterijen en de gederfde inkomsten als gevolg van het roodvleesconvenant (€ 3,4 mln);

  • Hogere kosten voor inhuur externen en ICT (€ 1,8 mln).

28) Apurement

Om het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie in de gelegenheid te stellen toekomstige financiële correcties vanuit de EU op te kunnen vangen wordt een reservering aangelegd. Deze mutatie betreft de overheveling van de Aanvullende Post naar de EL&I-begroting. Het betreft correcties op Nederlandse declaraties bij Europese fondsen voor die gevallen, waarbij achteraf blijkt dat de uitvoering naar de mening van de Commissie niet conform Europese regelgeving heeft plaatsgevonden en waarbij Nederland geen verdere mogelijkheden meer heeft om het correctiebesluit ongedaan te maken.

Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2011 (Najaarsnota)

(bedragen x € 1 mln)
 

Art.nr.

Ontvangsten 2011

Stand na Incidentele Suppletoire Begroting 2011

 

10 744,9

Stand na 1e suppletoire begroting 2011

 

12 412,1

Mutaties Miljoenennota 2012

 

113,2

1) Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

1

– 17,6

2) Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR)

2

– 10,0

3) Groeifinancieringsfaciliteit

3

– 12,0

4) Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

3

– 35,6

5) Borgstellingsregeling Scheepsbouw

3

– 10,0

6) Package4growth

5

– 3,0

7) Uitbetaling verliesdeclaraties en provisie-inkomsten

31

2,5

8) Milieukwaliteit en aanleg bufferzones

33/34

– 14,5

Overige mutaties

 

– 15,5

     

Stand 2e suppletoire begroting 2011

 

12 424,1

Toelichting:

1) Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

De ontvangsten vallen € 17,6 mln lager uit dan oorspronkelijk begroot. Als gevolg van trager verlopende (hoger) beroepsprocedures en overeengekomen betalingsregelingen wordt een aantal boetes, opgelegd in de bouwsector, later ontvangen dan oorspronkelijk geraamd (€ 2,6 mln). Daarnaast worden naar verwachting minder boetes ontvangen uit hoofde van High Trust (€ 6,4 mln) en heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in vier gevallen de in het verleden opgelegde (en reeds ontvangen) boetes verlaagd, waardoor in 2011 gedeeltelijke terugbetaling heeft plaatsgevonden (€ 6,9 mln).

2) Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR)

In verband met het opheffen van het NIVR worden liquide middelen overgeboekt naar de EL&I begroting. Naar verwachting zal het opheffen niet meer in 2011 plaatsvinden.

3) Groeifinancieringsfaciliteit

Er wordt minder gebruik gemaakt van de Groeifinancieringsfaciliteit dan geraamd. Als gevolg hiervan worden de ontvangsten verlaagd met € 12 mln.

4) Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Als gevolg van een geringer beroep op deze garantieregeling worden in 2011 minder uitgaven en ontvangsten gerealiseerd dan eerder geraamd.

5) Borgstellingsregeling Scheepsbouw

Doordat de regeling in 2011 niet wordt opengesteld (omdat er geen gebruik van wordt gemaakt), worden de ontvangsten met € 10 mln naar beneden bijgesteld.

6) Package4growth

Dit betreft een verlaging van de ontvangsten in het kader van de desaldering met het uitgavenbudget van het instrument Package4growth.

7) Uitbetaling verliesdeclaraties en provisie-inkomsten

Deze mutatie betreft het saldo van de onttrekking uit de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit voor de uitbetaling van verliesdeclaraties en de storting van de provisie-inkomsten voor de garantstelling borgstellingsfaciliteit.

8) Milieukwaliteit en aanleg bufferzones

De lagere ontvangsten houden voornamelijk verband met het volgende.

De bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor milieukwaliteit en de aanleg van bufferzones in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied wordt in 2011 via budgetoverheveling geëffectueerd in plaats van rechtstreekse betaling. Deze bijdrage loopt dus in 2011 niet via de ontvangstenbegroting waardoor het bedrag thans wordt verlaagd.

3) DE BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

1 Goed functionerende economie en Markten in Nederland en Europa

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

87 172

86 842

3 414

90 256

UITGAVEN

87 034

86 804

8 214

95 018

         

Programma-uitgaven

27 207

27 052

– 2 283

24 769

OD 1 Optimale marktordening en mededinging bevorderen

24 303

24 148

– 2 122

22 026

Algemeen

2 904

2 904

– 161

2 743

         

Apparaatsuitgaven

59 827

59 752

10 497

70 249

Algemeen: Apparaat

59 827

59 752

10 497

70 249

         

ONTVANGSTEN

43 204

43 204

– 17 634

25 570

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen heeft met name betrekking op de verdeling van de loon- en prijsbijstelling.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 1 Optimale marktordening en mededinging bevorderen

De verlaging van de programma-uitgaven wordt met name veroorzaakt door een mutatie op het programmabudget voor PIANOo. In 2009 en 2010 is budget toegevoegd aan het programmabudget van PIANOo. Omdat een deel hiervan apparaatskosten betreft, wordt vanuit het programmabudget € 2 mln overgeheveld naar het apparaatsbudget van PIANOo.

Toelichting op de apparaatsuitgaven

De verhoging van de apparaatsuitgaven met € 10,5 mln heeft met name betrekking op de volgende onderdelen:

  • Op het uitgavenbudget van de Nederlandse Mededingingsautoriteit wordt een overschrijding verwacht van € 5,4 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat in het verleden aangegane verplichtingen sneller tot betaling komen dan verwacht (€ 2,4 mln) en er een schadevergoeding van € 3 mln betaald moet worden aan een bedrijf dat partij was in een fusiebesluit uit 2003. Dit besluit is door de rechter vernietigd.

  • De overheveling van programmabudget naar het apparaatbudget van PIANOo (€ 2 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten vallen € 17,6 mln lager uit dan oorspronkelijk begroot. Als gevolg van trager verlopende (hoger) beroepsprocedures en overeengekomen betalingsregelingen wordt een aantal boetes, opgelegd in de bouwsector, later ontvangen dan oorspronkelijk geraamd (€ 2,6 mln). Daarnaast worden naar verwachting minder boetes ontvangen uit hoofde van High Trust (€ 6,4 mln) en heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in vier gevallen de in het verleden opgelegde (en reeds ontvangen) boetes verlaagd, waardoor in 2011 gedeeltelijke terugbetaling heeft plaatsgevonden (€ 6,9 mln).

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

2 Een sterk innovatievermogen

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties 2e suppletoire begroting 2011

Stand 2e suppletoire begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

890 520

981 451

14 613

996 064

UITGAVEN

809 210

822 143

54 172

876 315

         

Programma-uitgaven

736 915

743 162

54 931

798 093

OD 1 Meer bedrijven die meer (technologische) kennis ontwikkelen en benutten

123 786

114 898

8 507

123 405

OD 2 Topprestaties op innovatiethema’s

607 569

623 766

46 763

670 529

Algemeen

5 560

4 498

– 339

4 159

         

Apparaatsuitgaven

72 295

78 981

– 759

78 222

Algemeen: Apparaat

6 431

6 565

– 1 526

5 039

Algemeen: Baten-lastendiensten

65 864

72 416

767

73 183

         

ONTVANGSTEN

42 519

52 487

– 9 968

42 519

Toelichting op de verplichtingen

De mutatie van € 13,9 mln op het verplichtingbudget wordt met name veroorzaakt door:

  • Een verhoging bij Lucht- en Ruimtevaart met € 29,5 mln. Dit betreft een bijstelling voor de ESA call up en de bijdrage aan het Tropomi instrument. Het Tropospheric Monitoring Instrument (TROPOMI) gaat in 2014 gelanceerd worden aan boord van ESA's Sentinel-5-precursor satelliet. Het instrument zal de mondiale verspreiding van luchtverontreiniging en broeikasgassen in kaart brengen.

  • Vanuit het ministerie van Infrastructuur & Milieu zijn budgetten toegevoegd aan de begroting voor de bijdrage aan Deltares en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Om de committering vast te kunnen leggen voor het uitvoeringsjaar is eenmalig extra verplichtingbudget nodig van € 31,8 mln.

  • De tweede tender van de regeling Innovatie Prestatie Contracten sluit niet meer in 2011, maar pas medio januari 2012. Daardoor wordt € 9 mln niet gebruikt in 2011 maar wordt dat toegevoegd aan het budget in 2012.

  • Om de oploop in de subsidietaakstelling (Regeerakkoord 2010) in te kunnen vullen moet reeds in 2011 worden omgebogen op de subsidie-instrumenten (met name innovatieprogramma’s). Daarvoor is € 35,7 mln verlaagd op de verplichtingenraming.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 1 Meer bedrijven die meer (technologische) kennis ontwikkelen en benutten

De verhoging van € 8,5 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • In 2011 is het ritme van de uitbetaling van de IPC’s gewijzigd. Voorheen werden subsidieverzoeken in 3 jaar uitbetaald, dat is gewijzigd naar volledige uitbetaling in het jaar waarin de aanvraag is toegekend, daarom wordt de Innovatie Prestatie Contracten (IPC)-regeling met € 17,2 mln verhoogd.

  • De verlaging van € 3 mln bij de Innovatievouchers. De subsidieregeling Innovatievouchers is gesloten. Voor deze regeling worden er minder vouchers verzilverd dan er budget beschikbaar is. De middelen worden ingezet voor de Innovatie Prestatie Contracten.

  • Daarnaast wordt het onderdeel Seed met € 4 mln verlaagd. Dit betreft het overhevelen van middelen naar artikel 3 (Een excellent ondernemings- en vestigingsklimaat) waar de Seed-regeling nu wordt begroot.

OD 2 Topprestaties op innovatiethema’s

De verhoging van € 46,8 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • De verhoging van de Innovatieprogramma’s met € 28,7 mln. In het kader van de Maatschappelijke Agenda Veiligheid (MIA-V) en de uitvoering van de daarbijbehorende Small Business Innovation Research(SBIR)-regeling worden er middelen overgeboekt (€ 15,0 mln) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar het Ministerie van EL&I. Er worden twee SBIR projecten uitgevoerd. Het eerste SBIR project is gericht op Fysieke bescherming (van hulpverleners) en de tweede SBIR is gericht op Simulatie en «serious gaming».

    Verder wordt de kasraming aangepast van innovatieprogramma’s waar de uitfinanciering sneller verloopt dan oorspronkelijk geraamd.

  • Voor diverse lopende ruimtevaartprogramma's (onder andere Ariane en ERA) heeft ESA dit jaar een versnelling van de financiering verzocht ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast worden ook de jaarlijkse bijdragen voor het General Budget en Kuhru overgemaakt. In totaal is hiervoor € 13,2 mln budget nodig.

    Verder wordt er circa € 9 mln betaald op verplichtingen van het voormalige Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR), die door het Ministerie van EL&I zijn overgenomen.

Toelichting op de ontvangsten

In verband met het opheffen van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) worden liquide middelen overgeboekt naar de EL&I begroting. Naar verwachting zal het opheffen niet meer in 2011 plaatsvinden, waardoor de ontvangst zal doorschuiven naar 2012.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

3 Een excellent ondernemings- en vestigingsklimaat

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties 2e suppletoire begroting 2011

Stand 2e suppletoire begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

2 252 034

2 239 692

– 532 855

1 706 837

UITGAVEN

490 134

494 307

– 100 751

393 556

         

Programma-uitgaven

471 817

471 376

– 103 081

368 295

OD 1 Bevorderen level playing field

37 969

38 619

– 13 653

24 966

OD 2 Stimuleren meer en beter ondernemerschap

189 413

186 1291

– 31 918

154 211

OD 3 Benutten van gebiedsgerichte economische kansen in (inter)nationale concurrerende clusters

241 158

243 3862

– 62 733

180 653

Algemeen

3 277

3 242

5 223

8 465

         

Apparaatsuitgaven

18 317

22 931

2 330

25 261

Algemeen: Apparaat

13 442

13 450

2 763

16 213

Algemeen: Baten-lastendiensten

4 875

9 481

– 433

9 048

         

ONTVANGSTEN

105 772

127 066

– 50 635

76 431

X Noot
1

De hier opgenomen stand is gecorrigeerd ten opzichte van de stand zoals oorspronkelijk was opgenomen in de 1e suppletoire begroting 2011 (TK, 2010–2011, 32 780, nrs. 1 en 2)

Toelichting op de verplichtingen

De verlaging van € 532,9 mln op het verplichtingbudget is een saldo van:

  • Borgstellingskrediet Midden- en Kleinbedrijf (BMKB) € 235 mln. In verband met de doorlooptijd van de aanvraag en de grote vraag naar borgstellingskrediet in 2011 is het budget voor de BMKB voor 2011 verhoogd van € 765 mln naar € 1 mld. Bij Voorjaarsnota 2012 wordt de verplichtingruimte meerjarig (2012–2015) bijgesteld.

  • Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) € 258,9 mln. De onbenutte ruimte van de oorspronkelijke € 1,5 mld uit 2009 en 2010 wordt beschikbaar gesteld in 2011 en 2012.

  • Van de Borgstellingsregeling Scheepsbouw is geen gebruik gemaakt. Het verplichtingenbudget wordt daarom met € 1 mld naar beneden bijgesteld.

  • Om de oploop in de subsidietaakstelling (Regeerakkoord 2010) op artikel 13 (Een excellent ondernemingsklimaat) in te kunnen vullen moet er in 2011 € 35,5 mln versneld worden omgebogen op de verplichtingbudgetten van de verschillende subsidie-instrumenten (onder ander microkredieten en valorisatie).

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 1 Bevorderen level playing field

De verlaging op OD 1 met € 13,7 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • Vanwege het niet openstellen van de Borgstellingsregeling Scheepsbouw worden de uitgaven met € 9 mln naar beneden bijgesteld.

  • Het gedeeltelijk intrekken van 2 Besluit Subsidies Regionale Investeringsprojecten (BSRI) ad € 5 mln.

OD 2 Stimuleren meer en beter ondernemerschap

De verlaging van OD2 met € 31,9 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • Verhoging van het Borgstellingskrediet Midden- en Kleinbedrijf met € 42,6 mln, omdat ook in 2011 meer schadedeclaraties worden verwacht dan geraamd.

  • Als gevolg van een geringer beroep op de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), zullen de uitgaven trager verlopen dan oorspronkelijk geraamd en wordt het budget naar beneden bijgesteld met € 35,6 mln.

  • Er wordt minder gebruik gemaakt van de Groeifinancieringsfaciliteit dan geraamd. Als gevolg hiervan wordt het budget verlaagd met € 15,5 mln.

  • Doordat er minder financieringsdeals worden gesloten, blijft de uitputting van de Seed-regeling achter bij de raming, hierdoor wordt dit onderdeel naar beneden bijgesteld met € 13,8 mln.

  • Door dat het aantal ontvangen aanvragen bij Valorisatie achterblijft bij de oorspronkelijke raming zal het budget niet worden uitgeput. Als gevolg hiervan wordt de raming verlaagd met € 10,8 mln.

OD 3 Benutten van gebiedsgerichte economische kansen in (inter)nationale concurrerende clusters

De verlaging van OD3 met € 62,7 mln heeft met name de volgende oorzaken:

  • De uitfinanciering van de oude TIPP regeling (Herstructurering Bedrijventerreinen) blijft achter bij de ramingen (€ 3,7 mln). Het betreft projecten met lange doorlooptijden waarbij de voorschotten op declaratiebasis worden verstrekt.

  • Verder zijn er middelen voor Bedrijventerreinen (onder andere Railterminal Chemelot, Port Valley Rotterdam en verschillende Topperprojecten) in het kader van decentralisatie overgeboekt naar het Gemeente- en Provinciefonds (€ 8,7 mln).

  • De gemeente Eindhoven heeft nog niet in haar meerjarencijfers kunnen aangeven hoe het decentraal te financieren aandeel in het project Brainport Eindhoven wordt gedekt. Hierdoor loopt het project vertraging op en wordt de raming 2011 verlaagd met € 45 mln.

  • Vanuit het Zuiderzeelijn (ZZL)-pakket is tot en met 2020 € 150 mln beschikbaar om de economie in Noord-Nederland te versterken. In dit kader wordt in 2011 subsidie verstrekt aan het project IJkdijk (afsluitende validatie onderzoeken). Deze subsidie (€ 3,7 mln) was eerder niet voorzien.

  • Verder zijn er onder andere voor de projecten Cool Port, Verduurzaming Waddenglas en Groen Gas middelen overgeboekt naar het Provinciefonds (€ 9,1 mln)

Algemeen

Het budget voor Onderzoek en Ontwikkeling wordt met € 5 mln verhoogd door een overheveling uit OD 1 ten behoeve van een green deal project in het Noorden en een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij voor een storting in het «life science project fonds».

Toelichting op de ontvangsten

De verlaging van de ontvangsten met € 43,9 mln wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • Als gevolg van een groter beroep op de Borgstellingsregeling Midden- en Kleinbedrijf (BMKB) wordt in 2011 € 7 mln meer provisie ontvangen.

  • Er wordt minder gebruik gemaakt van de Groeifinancieringsfaciliteit dan geraamd. Als gevolg hiervan worden de ontvangsten verlaagd met € 12 mln.

  • Als gevolg van een geringer beroep op de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), zullen de ontvangsten (€ 35,6 mln) trager verlopen dan oorspronkelijk geraamd.

  • Vanwege het niet openstellen van de Borgstellingsregeling Scheepsbouw worden de ontvangsten met € 10 mln naar beneden bijgesteld.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

334 493

3 505 095

– 91 417

3 413 678

UITGAVEN

1 408 098

1 278 840

– 154 570

1 124 270

         

Programma-uitgaven

1 376 429

1 247 545

– 176 741

1 070 804

OD 1 Optimale ordening en werking van de energiemarkten

10 000

10 000

– 6 500

3 500

OD 2 bevorderen van de voorzienings- zekerheid

96 970

96 956

– 188

96 768

OD 3 verduurzaming van de energiehuishouding

1 258 360

1 127 964

– 170 835

957 129

Algemeen

11 099

12 625

782

13 407

         

Apparaatsuitgaven (algemeen)

31 669

31 295

22 171

53 466

Algemeen: apparaat

12 272

13 024

440

13 464

Algemeen: baten-lastendiensten

19 397

18 271

21 731

40 002

         

ONTVANGSTEN

10 049 911

11 649 911

100 570

11 750 481

Toelichting op de verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met totaal € 91 mln verlaagd. Deze verlaging is het saldo van een aantal verhogingen en verlagingen:

  • Energie-innovatie en energiebesparing (- € 81,8 mln): De mutatie betreft het doorschuiven van middelen samenhangend met energie-innovatie en energiebesparing, om in 2012 en verder invulling te kunnen geven aan het topsectorenbeleid. In 2011 wordt daarom geen subsidieregeling opengesteld.

  • Programma elektrische auto (+ € 12,5 mln): Het beheer van het dossier Elektrisch Rijden is overgeheveld van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu naar het Ministerie van EL&I.

  • Carbon Capture Pegasus (+ € 6 mln): Met deze mutatie worden middelen ter beschikking gesteld ten behoeve van het kleinschalige CO2-afvangdemonstratieproject Pegasus.

  • Geothermie (– € 46,5 mln): Met deze mutatie wordt de verplichtingenruimte ten behoeve van de garantieregeling geothermie verlaagd. De reden hiervoor is dat de aanpassingen van de garantieregeling meer tijd in beslag nemen dan van tevoren ingeschat. De nieuwe openstelling wordt in de eerste helft van 2012 verwacht.

  • Diverse programma-uitgaven energie (+ € 29 mln): deze mutatie betreft het naar voren halen van € 29 mln aan verplichtingenruimte met betrekking tot het aanvullend programma Hoge Flux Reactor (HFR) voor de periode 2012–2015.

  • Joint Implementation (€ 10 mln): voorgesteld wordt om het verplichtingenbudget op te hogen in verband met de Europese richtlijn waardoor de aankoop van emissierechten per 1 januari 2011 BTW plichtig wordt.

  • Energie innovatie (– € 26,9 mln): temporisering verplichtingen. Deze mutatie betreft een correctie van het verplichtingenbudget als gevolg van het niet doorgaan van projecten waarvoor eerder verplichtingen zijn aangegaan. Omdat de bijbehorende uitgavenbudgetten voor toekomstige jaren beschikbaar zijn, wordt het verplichtingenbudget verlaagd en bij voorjaarsnota 2012 opgehoogd voor de desbetreffende jaren.

  • Bijdrage aan baten-lastendiensten (+ € 9 mln): overheveling uitvoeringskosten naar bijdrage aan baten-lastendiensten.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 1 Optimale ordening en werking van de energiemarkten

Deze mutatie betreft de kosten voortvloeiend uit de Overgangswet elektriciteitssector (OEPS) naar aanleiding van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Door verlate indiening van de definitieve einddeclaraties door energiebedrijven is vertraging ontstaan bij de uitvoering van het programma. De verlate indiening wordt veroorzaakt doordat de definitieve vaststelling van de MEP-subsidie en Regulerende energie belasting (REB)-bedragen is vertraagd als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedures.

OD 3 Verduurzaming van de energiehuishouding

Het budget van deze Operationele Doelstelling wordt met totaal € 170,9 mln naar beneden bijgesteld. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

Temporisatie energiemiddelen (– € 44 mln)

De mutatie betreft het doorschuiven van middelen samenhangend met energie-innovatie en energiebesparing, om in 2012 en verder invulling te kunnen geven aan het Topsectorenbeleid. In 2011 is dan ook geen subsidiebudget opengesteld

Carbon Capture and Storage Barendrecht en Pegasus (€ 2,3 mln)

Met deze mutaties worden gereserveerde middelen naar voren gehaald ten behoeve van de afwikkeling van de CO2-opslagdemonstratieproject in Barendrecht en worden er middelen ter beschikking gesteld ten behoeve van het kleinschalige CO2- afvangdemonstratieproject Pegasus fase 1b.

Elektrische auto (€ 4,8 mln)

Een overheveling van middelen voor het dossier Elektrisch Rijden van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het gaat om de middelen voor een meerjarige opdracht die het Agentschap NL zal uitvoeren ten behoeve van het programma «Proeftuinen Hybride en elektrisch rijden».

MEP/SDE (– € 107 mln)

De betalingen in 2011 op lopende beschikkingen MEP en SDE zullen naar verwachting lager uitvallen dan bij de voorjaarsnota 2011 geraamd. Bij de MEP gaat het om een bedrag van € 25 mln. Dit wordt dit onder meer veroorzaakt door biomassa projecten, waar de productie lager uitvalt als gevolg van hoge biomassaprijzen. Bij de SDE gaat het om een bedrag van circa € 82 mln. Dit wordt in de eerste plaats veroorzaakt doordat de Brusselse goedkeuring van de subsidieverleningen aan de windparken in de Noordoostpolder langer op zich laten wachten dan verwacht. Om die reden zal een eerder voorziene uitbetaling van € 37 mln in 2011 pas in 2012 plaatsvinden. Het resterende bedrag van € 45 mln wordt onder meer veroorzaakt door verschuiving van de startdatum van de productie van verschillende projecten.

Smart Grids (– € 6,5 mln)

De voorgestelde mutatie betreft de overheveling van de gelden voor de uitvoeringkosten van Agentschap NL naar bijdrage baten- en lastendienst (zie ook toelichting op de apparaatsuitgaven)

Straling (– € 8 mln)

In 2011 zijn middelen toegevoegd voor de financiering van extra activiteiten die met name voortvloeien uit de voorbereiding van de vergunningaanvraag voor een nieuwe kerncentrale. Daartoe zijn onderzoeken en specialistische activiteiten uitbesteed, maar deze zullen in 2011 nog maar in beperkte mate tot uitgaven leiden, omdat de werkzaamheden niet bevoorschot worden, maar de werkelijke kosten achteraf gedeclareerd worden. Daarnaast is sprake van enige vertraging bij een aantal reeds lopende onderzoeken, zoals in het meerjarige omvangrijke onderzoek naar de mogelijkheden van eindberging van radioactief afval.

Transitiemanagement (– € 4,6 mln)

De energietransitie is de verandering van het Nederlandse energiesysteem dat momenteel nog voor het overgrote deel rust op het gebruik van fossiele brandstoffen naar een systeem dat veel zuiniger is en in grote mate draait op hernieuwbare energiebronnen. Die transitie is noodzakelijk vanwege de economie en het broeikaseffect en geeft Nederland kansen voor nieuwe bedrijvigheid en een gezonde leefomgeving. Op dit onderdeel worden de uitgaven verantwoord voor met name de Unieke Kansen Regeling (UKR) en het Unieke Kansen Programma (UKP). De UKR stimuleert projecten waarin Nederlandse marktpartijen en niet-marktpartijen samen werken aan de transitie naar een duurzame energiehuishouding. De nadruk bij de Unieke Kansen Regeling ligt op versnelde marktintroductie van technieken op het gebied van energiebesparing en energieneutraal wonen, bij de UKP gaat het om scholen en kantoren.

De voorgestelde mutatie is het gevolg van het feit dat projecten vertraging oplopen als gevolg van externe invloeden (onder andere financiële crisis/verslechterende woningmarkt).

SDE (– € 6 mln)

De voorgestelde mutatie betreft de overheveling van gelden voor de uitvoeringkosten van Agentschap NL naar de bijdrage baten- en lastendienst (zie ook toelichting onder apparaatsuitgaven)

Toelichting op de apparaatsuitgaven

Voor de uitvoering van subsidieregelingen en programma’s in 2011 door Agentschap NL worden de geraamde kasgelden overgeheveld naar de bijdrage aan de baten-lastendienst. Deze mutatie is het gevolg van de verplichting aan Agentschap NL voor de uitvoering in 2011 die eind 2010 is aangegaan en waarvoor eveneens een overheveling vanuit programmamiddelen heeft plaatsgevonden.

Toelichting op de ontvangsten

Naar aanleiding van de Koninginne-MEV (KMEV) is de raming voor de gastbaten aangepast. Deze aanpassing wordt met name veroorzaakt door de bijstelling van de olieprijs.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

5 Internationale economische

betrekkingen

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties suppletoire begroting

NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

140 784

140 021

– 22 883

117 138

UITGAVEN

128 912

135 329

– 4 348

130 981

         

Programma-uitgaven

110 512

115 707

– 35 495

80 212

OD 1 Een open internationaal handels- en investeringsverkeer en een versterkte duurzame internationale economische rechtsorde

4 007

4 127

677

4 804

OD 2 Bevorderen internationaal ondernemen (inkomend en uitgaand)

19 389

23 164

2 183

25 347

OD 3 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op buitenlandse markten

53 027

54 327

– 6 257

48 070

Algemeen

34 089

34 089

– 32 098

1 991

         

Apparaatsuitgaven

18 400

19 622

31 147

50 769

Algemeen: Apparaat

6 136

5 987

362

6 349

Algemeen: Baten-lastendiensten

12 264

13 635

30 785

44 420

         

ONTVANGSTEN

11 815

11 815

– 3 000

8 815

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 3 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op buitenlandse markten

ODA-deel Package4growth

Naar verwachting wordt € 3,4 mln van het ODA-gedeelte binnen het budget van het instrument Package4Growth niet in 2011 benut. Bij Voorjaarsnota 2012 worden deze middelen opgevraagd.

Non-ODA Package4growth

In 2011 wordt het tijdelijk instrument package4growth omgevormd tot het nieuwe instrument «investeringsfaciliteit Package4growth». Er is daarom in 2011 onder het tijdelijk instrument geen beleidsbudget meer vrijgegeven anders dan benodigd voor de verwerking van de reeds in 2010 ingediende projecten.

Met deze mutatie wordt het budget (€ 3 mln), middels een desaldering, aangepast aan de raming 2011. De vrijgevallen middelen en het resterende budget van het tijdelijk instrument zullen vanaf 2012 ingezet worden binnen de «investeringsfaciliteit Package4growth».

Toelichting op de apparaatsuitgaven

Het Agentschap NL (Economische Voorlichtingsdienst) verzorgt naast haar voorlichtingstaak ook de uitvoering van de financiële instrumenten van het Directoraat Internationale Betrekkingen. Tot 2010 is het budget voor deze opdracht verantwoord onder de kop «Algemeen» binnen het beleidsartikel.

Met deze mutatie wordt het volledige budget voor deze opdracht ondergebracht onder het apparaatsartikel van dit artikel.

Toelichting op de ontvangsten

Dit betreft een verlaging van de ontvangsten in het kader van de desaldering met het uitgavenbudget van het instrument Package4growth (zie ook toelichting OD 3 non-ODA).

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

8 Economische analyses en prognoses

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

12 997

12 972

1 306

14 278

UITGAVEN

12 997

12 972

1 306

14 278

         

Apparaatsuitgaven

12 997

12 972

1 306

14 278

Apparaat CPB

12 997

12 972

1 306

14 278

         

ONTVANGSTEN

1 643

1 643

472

2 115

Toelichting op de apparaatsuitgaven

De stijging van het budget voor het Centraal Planbureau (CPB) wordt voornamelijk veroorzaakt door toekenning van de loon- en prijsbijstelling 2011 (€ 0,1 mln), een bijdrage van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) voor de uitvoering van het Onderzoeksprogramma Toekomst Zorg (€ 0,3 mln) en eenmalige middelen in verband met voorbereidingskosten voor de verhuizing van het CPB (€ 0,2 mln). Tevens zijn middelen toegekend voor de uitvoering door het CPB van extern gefinancierde projecten (€ 0,5 mln). Hier staan eveneens hogere ontvangsten uit extern gefinancierde projecten tegenover (€ 0,5 mln).

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

9 Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

187 431

187 890

3 786

191 676

UITGAVEN

187 431

187 890

3 786

191 676

         

Apparaatsuitgaven

187 431

187 890

3 786

191 676

Apparaat CBS

187 431

187 890

3 786

191 676

         

ONTVANGSTEN

Toelichting op de verplichtingen en de apparaatsuitgaven

Het verhoging van het budget voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt verklaard door het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling 2011 (€ 2,4 mln), de toevoeging van middelen voor Sociaal Flankerend Beleid (€ 1,1 mln) en de bijdrage vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de Veiligheidmonitor (€ 0,3 mln).

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

10 Elektronische communicatie en post

Stand Incidentele suppletoire

Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

83 279

97 084

3 753

100 837

UITGAVEN

89 834

103 279

– 8 247

95 032

         

Programma-uitgaven

70 349

83 744

– 8 614

75 130

OD1 Een efficiënt werkende communicatie- en postmarkt

6 083

6 128

516

6 644

OD 2 Een veilig en betrouwbaar elektronisch-en postnetwerk

       

OD 3 Realiseren van de economische en maatschappelijke meerwaarde van ICT-toepassingen en diensten voor de burgers,bedrijven en overheid

52 583

60 483

– 9 737

50 746

Algemeen

11 683

17 133

607

17 740

         

Apparaatsuitgaven

19 485

19 535

367

19 902

Algemeen: Apparaat

7 108

7 158

220

7 378

Algemeen: Bijdrage Agentschappen

12 377

12 377

147

12 524

         

ONTVANGSTEN

26 400

26 400

 

26 400

Toelichting op de verplichtingen

Deze mutatie betreft met name de overheveling vanuit artikel 2 (Een sterk innovatievermogen) ten behoeve van de vernieuwing van de ICT-onderzoeksinfrastructuur. Vernieuwing van supersnelle communicatienetwerken, supercomputers, grootschalige dataopslag is nodig voor hoogwaardig onderzoek en om Research & Development (R&D) in Nederland te kunnen blijven verrichten.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 3 Realiseren van de economische en maatschappelijke meerwaarde van ICT-toepassingen en diensten voor de burgers, bedrijven en overheid

De uitgaven voor deze Operationele Doelstelling worden met € 9,7 mln verlaagd.

Deze verlaging wordt voornamelijk verklaard door een aanpassing in het kasritme van € 8 mln voor het Programma Implementatie ICT-agenda PRIMA. De middelen voor PRIMA zijn bestemd voor Rijksbrede activiteiten in het kader van de ICT-agenda, voorheen deels gefinancierd uit FES. Deze voormalige FES-middelen zijn overeenkomstig de rijksbrede lijn, integraal toegevoegd aan het begrotingsjaar 2011.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

31 Duurzaam ondernemen

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

301 001

351 386

– 26 847

324 539

UITGAVEN

277 871

324 912

– 6 932

317 980

         

Programma-uitgaven

130 688

166 255

– 27 464

138 791

31.11 Verbeteren van ondernemerschap en ondernemersklimaat

13 129

21 254

5 059

26 313

31.12 Bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn

25 137

44 898

– 8 152

36 746

31.13 Bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen w.o. biologische landbouw

85 408

89 782

– 27 556

62 226

31.14 Bevorderen duurzame vangst en kweek van vis en schelpdieren

7 014

10 321

3 185

13 506

         

Apparaatsuitgaven

147 183

158 657

20 532

179 189

U31.21 Apparaat

8 656

11 179

162

11 341

U31.22 Baten-lastendiensten

138 527

147 478

20 370

167 848

         

ONTVANGSTEN

11 966

24 666

11 819

36 485

Toelichting op de verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door geplande en verschoven openstellingen in 2012 en 2013 van de regelingen Jonge Agrariërs, Marktintroductie Energie-innovatie (MEI), Fijnstofregelingen en Precisielandbouw.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 31.11 Verbeteren van ondernemerschap en ondernemersklimaat

De verhoging op OD 31.11 betreft met name het volgende:

  • EL&I verwacht in 2011 in totaal € 12,5 mln uit te betalen aan verliesdeclaraties van de borgstellingsfaciliteit Landbouw. Om deze uitbetaling mogelijk te maken is in de eerste suppletoire begroting reeds € 5 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve garantstelling. Thans wordt additioneel € 6 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve en wordt € 1,5 mln gefinancierd uit de provisie-inkomsten voor de garantstelling borgstellingsfaciliteit.

  • Hiertegenover wordt OD 31.11 verlaagd met € 2,5 mln. De belangrijkste reden hiervoor is dat de betalingen in het kader van de openstelling 2011 van de Reddings- en herstructureringsregeling Q-koorts en de compensatie aan groentetelers rondom Moerdijk voor geleden schade aan gewassen lager uitvallen dan geraamd.

OD 31.12 Bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn

De verlaging van OD 31.12 betreft voornamelijk de overboeking van € 3,8 mln naar artikel 36 (Kennis en innovatie) voor de uitvoering van diverse onderzoeksprojecten door Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO).

OD 31.12 wordt verder verlaagd met € 4,4 mln als gevolg van minder uitbetalingen in het kader van de Investeringsregeling Duurzame Stallen. Deze uitbetalingen zijn met name vertraagd doordat het verkrijgen van de benodigde vergunningen meer tijd in beslag neemt dan gepland.

OD 31.13 Bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen w.o. biologische landbouw

De verlaging van OD 31.13 betreft voornamelijk het volgende:

  • Er wordt € 2,7 mln overgeboekt naar artikel 36 voor de uitvoering van diverse onderzoeksprojecten door Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) en € 15,2 mln naar OD 31.22 voor de opdrachtenpakketten van Dienst Regelingen en de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit.

  • Er is sprake van een vertraging in de uitputting van de middelen voor het programma Biobased Economy (€ 11,9 mln). Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met de staatssteunmelding procedure die nog in Brussel loopt voor de Bioproces Pilot Facility TU Delft.

OD 31.14 Bevorderen duurzame vangst en kweek van vis en schelpdieren

De verhoging van OD 31.14 betreft voornamelijk het volgende:

  • Er is een vangstverbod ingesteld voor paling en wolhandkrab in gebieden waar de paling en de wolhandkrab teveel voor de volksgezondheid schadelijke dioxine en dioxineachtige PCB’s (Polychloorbifenylen) bevat en die op basis van voedselveiligheidsnormen niet in de handel mag worden gebracht.

  • De staatssecretaris van EL&I heeft aan de Tweede Kamer toegezegd om de aalvissers, die getroffen zijn door de sluiting van de met dioxine vervuilde gebieden, langs drie sporen tegemoet te willen komen. In deze tweede suppletoire begroting 2011 worden de financiële gevolgen van spoor 2 verwerkt.

  • Spoor 2 betreft het verlenen van een tegemoetkoming voor met het oog op de visserij gedurende de huurtijd gemaakte kosten, die wegens de vroegere beëindiging van de huur niet meer uit de opbrengsten van de visserij kunnen worden goedgemaakt. In 2011 wordt naar verwachting € 2,5 mln uitgekeerd.

  • Op 3 december 2001 heeft een aanvaring plaatsgevonden tussen (scheepsbestanddelen van) het zeeschip «Tridens», in eigendom toebehorend aan de Staat, en een onderzeese pijpleiding, gelegen op het zeebed van de Noordzee. Dit leidt tot een schadepost van € 0,7 mln voor het Ministerie van EL&I.

Toelichting op de apparaatsuitgaven

OD31.22 Baten-lastendiensten

De verhoging van OD 31.22 heeft met name betrekking op de volgende onderdelen:

  • De bijdragen aan de baten-lastendiensten Dienst Regelingen en de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit worden bijgesteld op basis van de opdrachtenpakketten op het gebied van Agroketens en Visserij € 15,4 mln. Het betreft uitvoeringskosten in verband met perceelsregistratie, de uitvoering van de dierentuinrichtlijn, de ontwikkeling van het Programma Client Export en de controle windhagen op fruitpercelen.

  • Dienst Regelingen (DR) verricht werkzaamheden ten behoeve van mest (€ 2,1 mln) en grondkamers (€ 1,9 mln). De uitvoeringskosten worden gedekt uit leges. Middels het verhogen van de uitgavenbegroting en de ontvangstenraming worden alle uitvoeringskosten en daarmee samenhangende ontvangsten van DR inzichtelijk gemaakt in de begroting.

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging van de ontvangstenraming heeft voor het grootste deel de volgende oorzaken:

  • Onttrekking van € 6 mln aan de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit voor de uitbetaling van verliesdeclaraties op de regeling garantstelling voor de landbouw.

  • Provisie-inkomsten voor de garantstelling borgstellingsfaciliteit van € 1,5 mln (ter financiering van de uitbetaling van verliesdeclaraties op U31.11)

  • Leges mest en grondkamers (€ 4 mln). Dienst Regelingen verricht werkzaamheden ten behoeve van mest (€ 2,1 mln) en grondkamers (€ 1,9 mln). De uitvoeringskosten worden gedekt uit deze leges.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

32 Agrarische ruimte

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

18 032

10 550

40

10 590

UITGAVEN

53 368

52 886

247

53 133

     

 

Programma-uitgaven

43 608

43 126

207

43 333

32.11 Ruimte voor grondgebonden landbouw

26 208

25 726

– 1 993

23 733

32.12 Ruimte voor niet grondgebonden landbouw

17 400

17 400

2 200

19 600

         

Apparaatsuitgaven

9 760

9 760

40

9 800

U32.21 Apparaat

       

U32.22 Baten-lastendiensten

9 760

9 760

40

9 800

         

ONTVANGSTEN

44 231

44 231

– 1 993

42 238

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 32.11 Ruimte voor grondgebonden landbouw

De bijdrage aan de provincies in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor duurzaam ondernemen is verlaagd met € 2 mln aangezien de afgesproken prestaties in het kader van het ILG neerwaarts zijn bijgesteld. Hiertegenover staan tevens lagere ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van dezelfde omvang.

OD 32.12 Ruimte voor niet grondgebonden landbouw

In het kader van de Infrastructuurregeling Glastuinbouw wordt € 3,2 mln uitbetaald voor twee projecten in het Westland. Deze betaling vindt plaats naar aanleiding van een door de gemeente Westland ingediend bezwaar. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden. Binnen het OD wordt € 1 mln opgevangen. Derhalve wordt dit OD verhoogd met € 2,2 mln.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

33 Natuur

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties

suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

345 570

352 167

34 384

386 551

UITGAVEN

565 272

536 908

101 914

638 822

         

Programma-uitgaven

487 221

458 397

67 664

526 061

33.11 Verwerven Ecologische Hoofdstructuur

142 123

103 864

– 1 308

102 556

33.12 Inrichten Ecologische Hoofdstructuur

110 709

110 709

– 2 190

108 519

33.13 Beheren Ecologische Hoofdstructuur

164 393

166 393

69 485

235 878

33.14 Beheer natuur buiten EHS en beschermen van de internationale biodiversiteit

69 996

77 431

1 677

79 108

         

Apparaatsuitgaven

78 051

78 511

34 250

112 761

U33.21 Apparaat

7 778

8 553

44

8 597

U33.22 Baten-lastendiensten

70 273

69 958

34 206

104 164

         

ONTVANGSTEN

44 394

44 394

– 18 624

25 770

Toelichting op verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget heeft voornamelijk betrekking op de hogere bijdrage aan de baten-lastendiensten. Deze hogere bijdrage is toegelicht bij de apparaatsuitgaven.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 33.12 Inrichten Ecologische Hoofdstructuur

De bijdrage aan de provincies in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor de aanleg van bufferzones is verlaagd met € 2,2 mln, omdat de afgesproken prestaties in het kader van het ILG neerwaarts zijn bijgesteld. Hiertegenover staan tevens lagere ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van dezelfde omvang.

OD 33.13 Beheren Ecologische Hoofdstructuur

De verhoging met € 69,5 mln houdt verband met het volgende:

  • Op 20 september is er een onderhandelaarsakkoord getekend tussen rijk en het IPO over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd met de brief van 21 september 2011 Decentralisatie Natuurbeleid (TK 21 september 2011, ref 232613).

    Onderdeel van het akkoord is dat de financiering van de verplichtingen en het beheer tot 2014 in de periode 2011–2013 in de vorm van een decentralisatie-uitkering wordt uitgekeerd. De verplichtingen zijn door de provincies aangegaan in de ILG periode onder de oorspronkelijke bestuursovereenkomsten en komen tot uitfinanciering in de oorspronkelijke ILG periode (voor 2014). Conform eerdere toezeggingen aan de Tweede Kamer komt het rijk met dit akkoord deze verplichtingen van de provincies na. Doordat de financiering van de verplichtingen en de financiering van het beheer tot 2014 door het rijk zich concentreren in de periode 2011–2013 is het beslag op de begroting in deze eerste jaren hoger dan in de jaren vanaf 2014. Er is in het akkoord een ander tempo van financiering afgesproken dan voorzien op de begroting. In de periode 2011–2013 is € 83,3 mln meer nodig dan begroot. In de periode 2014–2017 is € 83,3 mln minder nodig dan begroot. Vanaf 2014 zijn de verplichtingen uitgefinancierd en draagt het rijk structureel € 100 mln bij aan het beheer via het Provinciefonds. Binnen het financieel kader van het regeerakkoord is derhalve een verschuiving van middelen noodzakelijk op de begroting van de jaren 2014–2017 naar 2011. Voor 2011 betekent dit een verhoging van artikel 23.13 met € 83,3 mln. Bij Voorjaarsnota wordt de begroting op het natuurdeel  (artikel 18.4 in de nieuwe begrotingsopzet) met € 83,3 mln verlaagd in de periode 2014–2017. De mutatie richt zich in het geheel op 2011 waardoor in 2012 en 2013 geen aanpassingen noodzakelijk zijn.

    De decentralisatie uitkering 2011 wordt geëffectueerd bij slotwet, onder voorbehoud van instemming van alle gedeputeerde staten met het onderhandelaarsakkoord. De middelen die in 2011 reeds zijn, en nog zullen worden bevoorschot zullen daardoor gelden als een decentralisatie uitkering. De decentralisatie uitkeringen 2012 en 2013 zullen bij Voorjaarsnota worden geëffectueerd.

  • Voorts vindt op deze OD een verlaging plaats met € 13,8 mln. Deze houdt verband met een lagere bijdrage aan het ILG voor het subsidiestelsel Programma Beheer van € 15 mln ten gunste van de bijdrage aan de Dienst Regelingen. Deze verlaging heeft geen gevolgen voor de verplichtingen (zie toelichting op de apparaatsuitgaven). Hiertegenover staat een verhoging met € 1 mln in het kader van de loonbijstelling 2011.

Toelichting op de apparaatsuitgaven

OD33.22 Baten-lastendiensten

De hogere bijdrage aan de baten-lastendiensten houdt verband met het volgende.

Dienst Regelingen

De bijdrage aan de Dienst Regelingen wordt met € 24,2 mln verhoogd. Deze verhoging houdt hoofdzakelijk verband met hogere uitvoeringskosten dan voorzien voor de Subsidieregeling Natuur en Landschap. Deze hogere kosten hangen samen met vertraagde oplevering ICT en de gevolgen van de actualisatie van het perceelsregister voor de aanvragers en de beoordeling van Dienst Regelingen.

Dienst Landelijk Gebied

De bijdrage aan de Dienst Landelijk Gebied wordt met € 9 mln verhoogd. De verhoging houdt verband met het in overeenstemming brengen van de bijdrage met het opdrachtenpakket afgezet tegen het uurtarief, uitvoeringskosten voor de implementatie van beheersplannen in het kader van Natura 2000-gebieden en de uitvoeringskosten van het project Programmatische Aanpak Stikstof.

Nieuwe Voedsel en Warenautoriteit

In verband met de overgang van werkzaamheden van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) naar de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) in het kader van de Subsidieregeling Natuur en Landschap wordt de bijdrage aan de nVWA verhoogd met € 0,8 mln. De verlaging van de DLG-bijdrage is reeds bij Voorjaarsnota 2010 structureel verwerkt.

Toelichting op de ontvangsten

De lagere ontvangsten houden voornamelijk verband met het volgende.

De bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor milieukwaliteit en de aanleg van bufferzones in het kader van het ILG wordt in 2011 via budgetoverheveling geëffectueerd in plaats van rechtstreekse betaling. Deze bijdrage loopt dus in 2011 niet via de ontvangstenbegroting waardoor het bedrag thans wordt verlaagd.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

34 Landschap en recreatie

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties

suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

82 324

78 901

– 3 450

75 451

UITGAVEN

257 823

257 200

– 12 341

244 859

         

Programma-uitgaven

225 693

225 070

– 14 249

210 821

34.11 Nationale Landschappen

24 936

24 936

– 6 180

18 756

34.12 Landschap Algemeen

17 573

14 150

– 1 390

12 760

34.13 Groen en de stad

146 452

149 252

– 9 553

139 699

34.14 Recreatie

36 732

36 732

2 874

39 606

         

Apparaatsuitgaven

32 130

32 130

1 908

34 038

U34.21 Apparaat

       

U34.22 Baten-lastendiensten

32 130

32 130

1 908

34 038

         

ONTVANGSTEN

7 560

20 476

– 4 910

15 566

Toelichting op de verplichtingen

Het verschil tussen de verplichtingenverlaging en de uitgavenverlaging van € 8,8 mln wordt veroorzaakt door de onderstaande mutaties alleen betrekking hebben op de uitgavenbudgetten:

  • Lagere uitgaven nieuwe Amerikaanse Ambassade (– € 2,7 mln op OD34.13)

  • Afronden bestaande projecten (– € 1,4 mln op OD34.12 en – € 1,8 mln op OD34.13)

  • Lagere bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor bufferzones op OD34.13 (– € 2,8 mln)

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 34.11 Nationale landschappen

De verlaging met € 6,2 mln houdt verband met het volgende.

Bij Nota van Wijziging op de begroting 2011 (TK 2010–2011, 32 500 XIV, nr. 10) is voor 2011 € 5,1 mln toegevoegd ten behoeve van het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK).

Onderdeel van het regeerakkoord is dat de doelstellingen op het gebied van landschap niet meer als rijksverantwoordelijkheid worden gezien. Daarom was 2011 vooral gericht op het afronden van bestaande projecten en zijn geen nieuwe verplichtingen meer aangegaan. De toegekende Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) gelden uit het Fonds Economische Structuurversterking ad € 5,1 mln die bestemd waren voor de Nationale Landschappen worden daardoor niet benut.

Tevens wordt € 0,9 mln ingezet voor werkzaamheden van het bureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, ressorterend onder de Dienst Landelijk Gebied.

OD 34.13 Groen en de stad

De verlaging met € 9,6 mln houdt verband met het volgende.

De uitgaven voor natuurprojecten rond de nieuwe Amerikaanse Ambassade in Den Haag/Wassenaar vallen € 2,7 mln lager uit door vertraging. De uitgaven zullen in 2012 plaatsvinden. Daarnaast blijft € 1,8 mln onbesteed aangezien 2011 op grond van het Regeerakkoord was gericht op het afronden van bestaande projecten en er geen nieuwe projecten zijn opgestart.

Voorts vindt verlaging plaats met € 2,5 mln als compensatie voor extra kosten van het Kennis Centrum Recreatie (zie OD34.14).

Tenslotte wordt de bijdrage aan de provincies in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor de aanleg van bufferzones verlaagd met € 2,8 mln in verband met neerwaarts bijgestelde prestaties. Hiertegenover staan lagere ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van dezelfde omvang.

OD 34.14 Recreatie

Als uitvloeisel van de bezuiniging op het rijksnatuurbeleid en de decentralisatieopgaven uit het regeerakkoord wordt de bijdrage aan het Kennis Centrum Recreatie vanaf 2011 afgebouwd. In 2011 vergt dit echter nog extra uitgaven van € 2,5 mln (onder andere om de medewerkers te begeleiden naar ander werk en bestaande verplichtingen af te bouwen) die in latere jaren zullen worden gecompenseerd. Tevens is de loon- en prijscompensatie voor Staatsbosbeheer ad € 0,4 mln aan deze OD toegevoegd.

Toelichting op de ontvangsten

De bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor de aanleg van bufferzones wordt verlaagd met € 2,8 mln. in verband met neerwaarts bijgestelde prestaties.

Tevens vindt verlaging plaats met € 2,1 mln omdat het resterende deel van de bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2011 via budgetoverheveling geëffectueerd wordt. Deze resterende bijdrage loopt in 2011 derhalve niet via de ontvangstenbegroting.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

35 Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Stand begroting t/m ISB1

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

66 301

78 880

30 724

109 604

UITGAVEN

67 211

78 673

30 481

109 154

         

Programma-uitgaven

30 428

29 967

– 7 283

22 684

35.11 Bevorderen van kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon

14 033

13 581

– 829

12 752

35.12 Handhaven diergezondheidsniveau

16 395

16 386

– 6 454

9 932

         

Apparaatsuitgaven

36 783

48 706

37 764

86 470

35.21 Apparaat

4 797

6 331

923

7 254

35.22 Baten-lastendiensten

31 986

42 375

36 841

79 216

         

ONTVANGSTEN

1 247

2 154

2 606

4 760

Toelichting op verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget heeft voornamelijk betrekking op de hogere bijdrage aan de baten-lastendiensten. Deze hogere bijdrage is toegelicht bij het OD 35.22 Baten-lasten diensten.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 35.11 Bevorderen van kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon

Op het terrein van voedselkwaliteit worden een aantal projecten door DLO uitgevoerd. Hiertoe wordt € 0,7 mln overgeheveld naar artikel 36 (Kennis en Innovatie).

OD 35.12 Handhaven diergezondheidsniveau

Ten behoeve van uitvoering van diverse opdrachten door de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) inclusief inhuur derden wordt een budget overgeheveld van € 4,4 mln.

Om de insleep van dierziekten in Europa te voorkomen voert de Douane extra passagierscontroles uit op Schiphol. In verband met deze werkzaamheden wordt een bedrag van € 1,6 mln overgeheveld naar Hoofdstuk IXB (Ministerie van Financiën).

Toelichting op de apparaatsuitgaven

OD 35.21 Apparaat

Bij de apparaatskosten doet zich een tegenvaller voor van € 0,9 mln. De belangrijkste reden is dat de werkelijke middensommen hoger uitvallen dan de genormeerde middensom.

OD 35.22 Baten-lastendiensten

Bijdrage nVWA

In verband met de reorganisatie van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) wordt een voorziening getroffen. Deze voorziening is noodzakelijk om de taakstelling op het apparaat te kunnen realiseren. De voorziening wordt in de komende jaren aangewend ter dekking van de kosten van herplaatsingskandidaten, alsmede voor de kosten van sociaal flankerend beleid. Aan deze voorziening draagt EL&I in 2011 € 12,5 mln bij en het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport in 2011 éénmalig € 10 mln.

Daarnaast wordt de bijdrage aan de nVWA verhoogd met € 10,6 mln in verband met:

  • In 2011 is de uitstroom van boventallig personeel trager verlopen dan eerder werd voorzien (€ 5,4 mln);

  • De nVWA wordt gecompenseerd voor de niet kostendekkende tarieven. Deze compensatie is bedoeld als vergoeding voor keuringsactiviteiten die op basis van bestaande afspraken niet volledig kunnen worden doorberekend aan de sector. Het betreft de tarieven voor kleine slachterijen en de gederfde inkomsten als gevolg van het roodvleesconvenant (€ 3,4 mln);

  • Hogere kosten voor inhuur externen en ICT (€ 1,8 mln).

Bijdrage Dienst Regelingen

Dienst Regelingen (DR) verricht werkzaamheden voor de nieuwbouw van het Identificatie en Registratiesysteem Runderen (€ 0,6 mln per jaar) en ten behoeve van de uitvoering van artikel 68 maatregelen (€ 1,5 mln per jaar). De uitvoeringskosten worden gedekt uit de sectorbijdragen. Middels het verhogen van zowel de uitgavenbegroting als de ontvangstenbegroting met € 2,1 mln worden de hiermee samenhangende uitvoeringskosten en ontvangsten van DR inzichtelijk gemaakt.

Toelichting op de ontvangsten

De hogere bijdrage hangt samen met bijdragen van de sector voor het Identificatie en Registratiesysteem Runderen (€ 0,6 mln) en ten behoeve van de kosten voor de uitvoering van artikel 68 maatregelen (€ 1,5 mln).

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

36 Kennis en Innovatie

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties

suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

963 326

957 389

28 385

985 774

UITGAVEN

979 039

975 742

14 495

990 237

     

Programma-uitgaven

968 637

966 107

14 442

980 549

36.15 Kennisontwikkeling en innovatie

150 132

147 564

21 752

169 316

36.16 Waarborgen en vernieuwen onderzoek en onderwijs

818 505

818 543

– 7 310

811 233

       

Apparaatsuitgaven

10 402

9 635

53

9 688

36.21 Apparaat

9 685

8 918

51

8 969

36.22 Baten- lastendiensten

717

717

2

719

     

 

ONTVANGSTEN

10 441

11 018

1 378

12 396

Toelichting op de verplichtingen

Het verschil tussen de verplichtingen en de uitgaven houdt verband met het feit dat er meer verplichtingen worden overgeboekt voor de DLO-projecten dan kas. Daarnaast worden de verplichtingen voor bekostiging opgehoogd met € 9 mln in 2011. De verplichtingen voor de bekostiging worden in het jaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar vastgelegd. De verplichting 2012 wordt in 2011 vastgelegd.

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 36.15 Kennisontwikkeling en innovatie

De verhoging van OD 36.15 betreft voornamelijk het volgende:

  • Er wordt € 8,7 mln overgeboekt naar artikel 36 voor de uitvoering van diverse onderzoeksprojecten door Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) op het gebied van onder andere natuur, mestbeleid, gewasbescherming, vaccinontwikkeling, dierenwelzijn, visserij en smaaklessen.

  • In het kader van de voorjaarsbesluitvorming 2011 heeft binnen de EL&I begroting een herprioritering van middelen plaatsgevonden, hiervan is € 9 mln verwerkt op OD 36.15. Deze € 9 mln is uiteindelijk ingevuld op OD36.16, waardoor OD36.15 met € 9 mln wordt verhoogd.

  • De subsidietaakstelling uit het regeerakkoord wordt ingevuld op OD36.16 in plaats van OD36.15, voor 2011 wordt OD36.15 daarom met € 2 mln verhoogd.

OD 36.16 Waarborgen en vernieuwen onderzoek en onderwijs

De verlaging van OD 36.16 heeft met name betrekking op het volgende:

  • In het kader van de voorjaarsbesluitvorming 2011 heeft binnen de EL&I begroting een herprioritering van middelen plaats gevonden, hiervan is € 9 mln verwerkt op OD 36.15. Deze € 9 mln is uiteindelijk ingevuld op OD36.16, waardoor OD36.16 met € 9 mln wordt verlaagd.

  • De subsidietaakstelling uit het regeerakkoord wordt ingevuld op OD36.16 in plaats van OD36.15, voor 2011 wordt OD36.16 daarom met € 2 mln verlaagd.

  • Er wordt € 1,6 mln overgeboekt naar artikel 2 voor de Nationale Satellietbank.

  • De jaarlijkse bijdrage van € 1,4 mln aan het planbureau voor de leefomgeving wordt naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu overgeboekt.

  • Voor de loon- en prijsbijstelling wordt er € 6,1 mln toegevoegd aan OD36.16.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

37 Bodem, water en reconstructie zandgebieden

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

19 625

19 625

72

19 697

UITGAVEN

107 059

115 864

– 981

114 883

         

Programma-uitgaven

89 685

98 490

– 1 053

97 437

37.11 Reconstructie zandgebieden

61 764

61 764

 

61 764

37.12 Bodem en Water

27 921

36 726

– 1 053

35 673

         

Apparaatsuitgaven

17 374

17 374

72

17 446

37.21 Apparaat

       

37.22 baten-lastendiensten

17 374

17 374

72

17 446

         

ONTVANGSTEN

27 928

36 733

– 1 053

35 680

Toelichting op de programma-uitgaven en de ontvangsten

De bijdrage aan de provincies in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor duurzaam watergebruik is verlaagd met € 1,1 mln aangezien de afgesproken prestaties in het kader van het ILG neerwaarts zijn bijgesteld. Hiertegenover staan tevens lagere ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van dezelfde omvang.

4) DE NIET-BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

21 Algemeen

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

98 848

95 065

1 523

96 588

UITGAVEN

104 210

101 427

– 511

100 916

         

Apparaatsuitgaven

104 210

101 427

– 511

100 916

Personeel

50 205

50 660

– 1 305

49 355

Materieel

54 005

50 767

794

51 561

         

ONTVANGSTEN

2 300

2 300

315

2 615

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

22 Nominaal en onvoorzien

Stand Incidentele suppletoire Begroting 2011

Stand 1e suppletoire begroting 2011

Mutaties 2e suppletoire begroting 2011

Stand 2e suppletoire begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

2 775

16 178

– 16 178

 

UITGAVEN

2 775

16 178

– 16 178

 

Loonbijstelling

 

5 719

– 5 719

 

Prijsbijstelling

 

11 124

– 11 124

 

Budget onvoorzien

3 440

250

– 250

 

Nog te verdelen

250

– 915

915

 
         

ONTVANGSTEN

       

Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven

De mutatie van – € 16,2 mln wordt met name veroorzaakt door de afboeking van de loon- en prijsbijstelling.

Met de bij eerste suppletoire begroting 2011 ontvangen loon- en prijsbijstelling zijn binnen de EL&I begroting budgetten verhoogd om deze in lijn te brengen met de loon- en prijsontwikkeling. Een deel van de prijsbijstelling 2011 en het nog beschikbare restant van de prijsbijstelling 2010 is ingezet ter dekking van de uitvoeringsproblematiek op de EL&I begroting (en deels de invulling van de subsidietaakstelling regeerakkoord) en de aan EL&I bij begroting 2012 opgelegde taakstelling, zijnde de EL&I bijdrage aan de problematiek op het terrein van de zorg en de rest problematiek op de Rijksbegroting.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

38 Nominaal en onvoorzien

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

4 019

33 553

– 33 544

9

UITGAVEN

4 019

33 553

– 33 544

9

         

38.11 Prijsbijstelling

6 891

28 450

– 28 499

-49

38.12 Loonbijstelling

 

7 975

– 7 917

58

38.13 Onvoorzien

-2 872

-2 872

2 872

0

         

ONTVANGSTEN

       

Toelichting

Vanuit het artikel Nominaal en onvoorzien zijn vanuit de OD’s loon- en prijsbijstelling de juridisch verplichte loon- en prijsbijstellingstranches van € 11,6 mln uitgedeeld en tevens zijn een aantal knelpunten van € 22 mln op de EL&I begroting gedekt uit het beschikbare niet juridisch verplichte deel van de prijsbijstelling. Het betreft hier: werkzaamheden in het kader van de subsidieregeling natuur en landschap, toezicht op het terugdringen van het gebruik van antibiotica, de versnelling van programma biobased economy, de outsourcing van de kantoorautomatisering, de uitrol van de digitale dienstverlening en maatregelen in het kader van het sociaal flankerend beleid. Tevens is op het OD onvoorzien, de laatste tranche van € 2,8 mln van de bij begroting 2009 opgelegde aanvullende subsidietaakstelling ingevuld.

Budgettaire gevolgen van beleid

(bedragen x € 1 000)

39 Algemeen

Stand begroting t/m ISB

Stand suppletoire begroting VJN 2011

Mutaties

suppletoire begroting NJN

Stand suppletoire begroting NJN

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

268 488

415 125

87 144

502 269

UITGAVEN

268 484

415 121

87 144

502 265

         

Programma-uitgaven

63 796

208 980

57 896

266 876

39.11 Internationale contributies

9 887

15 171

– 1 669

13 502

39.12 Uitvoering van EU maatregelen

50 609

190 509

57 111

247 620

39.13Verzameluitkeringen

3 300

3 300

2 454

5 754

         

Apparaatsuitgaven

204 688

206 141

29 248

235 389

39.21 Apparaat

188 761

186 176

17 085

203 261

39.22 Baten-lastendiensten

15 927

19 965

12 163

32 128

         

Ontvangsten

313 556

313 556

2 708

316 264

Toelichting op de programma-uitgaven

39.11 Internationale contributies

Het kas- en verplichtingenbudget wordt verlaagd met € 1,7 mln in verband met een vertraging in de realisatie voor het project «Duurzame economische ontwikkeling, armoedebestrijding», dit project zal in 2012 en 2013 tot uitbetaling leiden. Dit project is opgezet aan de hand van de Beleidsbrief «Ontwikkelingssamenwerking» («Landbouwontwikkeling, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid») zoals vastgelegd in het kamerstuk (Tweede Kamer 2007–2008, 31 250 nr. 14).

39.12 Uitvoering EU-maatregelen

Het kas en verplichtingen budget wordt met € 60 mln verhoogd ten behoeve van een storting in de interne begrotingsreserve apurement. Deze storting houdt verband met verwachte correcties die in 2012 door de Europese Commissie worden opgelegd op door Nederland ingediende declaraties over 2008 en 2009 ten laste van het Europees Landbouw Garantie Fonds en het Europees Landbouw Fonds voor Plattelandsontwikkeling. Over deze correctievoorstellen is Nederland in onderhandeling met de Europese Commissie. Definitieve vaststelling van de correcties worden in 2012 verwacht.

Daarnaast vindt binnen deze operationele doelstelling nog een (budgetneutrale) mutatie plaats van € 50 mln. Het betreft een storting van € 50 mln in de interne begrotingsreserve, omdat van de oorspronkelijk geplande betalingen in 2011 ad € 102 mln er € 52 mln wordt betaald aan de Europese Commissie. Het restant komt in 2012 tot uitbetaling.

In 2011 is een aantal regelingen inzake restitutie voor zuivel en suiker door de Europese Commissie beëindigd. Hierdoor valt de vergoeding aan de productschappen voor de uitvoering van de zogenaamde medebewindstaken circa € 3 mln lager uit.

U39.13 Verzameluitkeringen

Het kas en verplichtingen budget wordt verhoogd met € 2,4 mln in verband met uitgaven voor het programma leren voor Duurzame Ontwikkeling, het beschikbare budget hiervoor is overgeheveld vanuit het OD U33.14 (Beheer natuur buiten EHS).

Toelichting op de apparaatsuitgaven

U39.21 Apparaat

Het kas- en verplichtingenbudget wordt verhoogd met € 6 mln op basis van een meerjaren ramingsbijstelling van de à fonds perdu kosten voor de renovatie hoofdgebouw. Daarnaast wordt € 4,9 mln uitgetrokken voor de personele uitgaven die verband houden met de vertraagde realisering van de Bekker krimptaakstelling. Voor de verbetering van de ICT systemen in het kader van de samenvoeging departement, de gezamenlijke programma’s voor Digitale werkplek Rijk worden € 4 mln aan extra uitgaven gedaan.

U39.22 Baten-lastendiensten

Het kas en verplichtingen budget wordt verhoogd in verband met de overheveling van € 2,5 mln aan budget voor projecten in het kader van de digitale dienstverlening. Daarnaast vindt een bijstelling plaats van € 9,5 mln voor uitvoeringskosten voor de vernieuwing kantoorautomatisering, versnelde afschrijving van gesaneerde pakketten en extra uitgaven voor het integreren van de ICT voor het nieuwe departement EL&I.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten vallen € 4,6 mln hoger uit vanwege doorbelastingen aan de uitvoerende diensten voor onder andere facilitaire kosten huisvesting, functioneel beheer ICT-systemen en P-systemen. Daarnaast is er sprake van lagere ontvangsten van € 1,9 mln die het gevolg zijn van afname van de vervallen waarborgen inzake exportrestituties.


X Noot
1

I.v.m. een correctie in tabel 4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding.

X Noot
2

Idem

Naar boven