33 090 IXB Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 december 2011

In het voorstel van wet tot wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financien (IXB) voor het jaar 2011 (Kamerstukken II, 2011 /2012, 33 090 nr. 1) wordt kolom (3) van de begrotingsstaat als volgt gewijzigd (bedragen x € 1 000).

Art.

Omschrijving

Mutaties suppletoire begroting (+ of –) NJN vóór Nota van wijziging

Mutaties suppletoire begroting (+/–) NJN na Nota van wijziging

       

(3)

   

(3)

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

– 142 748

– 2 576 533

 

– 142 748

– 3 151 533

3

Financieringsactiviteiten publiek-private sector

– 40 500

231 500

1 849 460

– 40 500

231 500

1 274 460

4

Internationale financiële betrekkingen

0

0

3 460

13 610 000

0

3 460

De (sub-)totaaltellingen in de begrotingsstaat worden met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht.

Toelichting

Beleidsartikel 3: bijstelling winstafdracht DNB

De ontvangsten op beleidsartikel 3 «Financieringsactiviteiten publiek-private sector» worden door deze nota van wijziging met € 575 mln verlaagd. Door de toegenomen onzekerheid rondom de winstverwachting ziet De Nederlandsche Bank af van het uitkeren van een interim dividend in 2011.

Beleidsartikel 4: bijstelling garantieverplichtingen

De bestaande garantieverplichtingen op beleidsartikel 4 «internationale financiële betrekkingen» worden door deze nota van wijziging met € 13,61 miljard opgehoogd. Tijdens de Europese Raad op 9 december hebben de regeringsleiders en staatshoofden van de EU besloten de financiële slagkracht van het IMF te vergroten. Het IMF wordt hiermee in staat gesteld zijn rol in de bestrijding van de schuldencrisis in Europa adequaat te vervullen. In totaal zal het eurogebied via bilaterale leningen € 150 miljard beschikbaar stellen aan het IMF. Tsjechië, Denemarken, Polen en Zweden hebben aangegeven eveneens middelen beschikbaar te stellen. Het Verenigd Koninkrijk heeft aangegeven haar bijdrage te bepalen in het kader van de G20 gesprekken die hierover zullen plaatsvinden. Er is overeenstemming dat de in 2010 overeengekomen IMF quota-aandelen als verdeelsleutel worden aangehouden. Conform deze verdeelsteutel bedraagt de Nederlandse bijdrage 13,61 miljard euro.

De Nederlandse bilaterale lening wordt verstrekt door De Nederlandsche Bank (DNB). De Staat geeft een garantie af aan DNB ter omvang van deze lening. DNB kan deze garantie alleen inroepen in het uitzonderlijke geval dat het IMF niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen.

De lening van DNB aan het IMF bestaat in feite uit een overeenkomst waarin is vastgelegd op welk bedrag het IMF maximaal een beroep mag doen. Aan het toezeggen van deze gelden zijn geen kosten verbonden. Wanneer het IMF daadwerkelijk een uitkering doet aan een programmaland en een beroep op de toezegging van DNB doet, ontstaat de volgende situatie. Op de lening loopt DNB renterisico omdat de netto opbrengsten of kosten verbonden aan de lening afhankelijk zijn van het verschil tussen de SDR rente en de geldmarktrente in het eurogebied.

Daarnaast ontstaat een wisselkoersrisico doordat de verplichting aan het IMF in SDRs luidt. Het risico is afhankelijk van de ontwikkeling van de wisselkoers tussen de dollar, het pond, de euro en de yen, waarbij dit risico zowel opwaarts als neerwaarts kan zijn.

Die risico’s worden door DNB meestal afgedekt. Bij een normaal functioneren van de markt zijn de kosten hiervan in de orde van 5 à 10 basispunten. DNB zal bezien op welke termijn en of deze risico’s worden afgedekt op het moment dat tranches daadwerkelijk worden ingeroepen.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven