33 058 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële markten BES in verband met het invoeren van een aansprakelijkheidsbeperking voor de toezichthouders op de financiële markten (Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is om de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële markten BES te wijzigen teneinde een aansprakelijkheidsbeperking in te voeren voor De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Na artikel 1:25b van de Wet op het financieel toezicht wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:25c

  • 1. De Nederlandsche Bank, de leden van haar directie en raad van commissarissen en haar werknemers zijn niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van een op grond van deze wet opgedragen taak of de hun bij of krachtens deze wet gegeven bevoegdheden, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.

  • 2. De Autoriteit Financiële Markten, de leden van haar bestuur en raad van toezicht en haar werknemers zijn niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van een op grond van deze wet opgedragen taak of de hun bij of krachtens deze wet gegeven bevoegdheden, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijke onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 24 mei 2011 ingediende voorstel van wet, houdende regels met betrekking tot de financiële markten in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het toezicht op die markten (Wet financiële markten BES) (Kamerstukken 32 786), tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 1, paragraaf 2, wordt na artikel 1:13 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:13a (aansprakelijkheidsbeperking toezichtautoriteiten)

  • 1. De Nederlandsche Bank, de leden van haar directie en raad van commissarissen en haar werknemers zijn niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van haar op grond van deze wet opgedragen taak of een op grond van deze wet verleende bevoegdheid, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.

  • 2. De Autoriteit Financiële Markten, de leden van haar bestuur en raad van toezicht en haar werknemers zijn niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van haar op grond van deze wet opgedragen taak of een op grond van deze wet verleende bevoegdheid, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.

B

In hoofdstuk 10, paragraaf 1, wordt na artikel 10:10 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10:10a (aansprakelijkheidsbeperking toezichtautoriteiten)

Artikel 1:13a is niet van toepassing op een handelen of nalaten van de Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten, de leden van hun organen of hun werknemers dat heeft plaatsgevonden voor de inwerkingtreding van artikel II van de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM.

ARTIKEL III

Artikel 1:25c van de Wet op het financieel toezicht is niet van toepassing op een handelen of nalaten van De Nederlandsche Bank N.V., de stichting Autoriteit Financiële Markten, de leden van hun organen en hun werknemers dat vóór het in werking treden van deze wet heeft plaatsgevonden.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

Naar boven