33 037 Mestbeleid

Nr. 483 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2023

Bij diverse gelegenheden heeft de pluimveesector het ministerie verzocht om moederdieren van trager groeiende vleeskuikens (hierna: minimoederdieren) aan te merken als een aparte categorie in de Meststoffenwet (Msw). Onlangs heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) advies in dezen uitgebracht. Ook heeft de CDM recent een advies uitgebracht over de actualisatie van excretieforfaits voor vleesvee. Beide adviezen bied ik de Kamer hierbij aan. Tevens bied ik de Kamer met voorliggende brief het resultaat van de monitoring van de fosfaatrechtenmarkt in 2021 aan.

CDM-advies minimoederdieren

In de afgelopen jaren hebben de sectorpartijen Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland/Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) en Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) meerdere keren verzocht de categorie-indeling (bijlage II Msw) van het pluimveerechtenstelsel aan te passen.

Hierover is de CDM gevraagd om advies. In haar advies heeft de CDM een analyse gemaakt van de mogelijke voordelen, nadelen en implicaties van het verzoek van de pluimveesector.

Vanwege de gevolgen voor het milieu en de potentiële gevolgen voor het stelsel van dierrechten heb ik besloten om het verzoek van de pluimveesector niet te honoreren. Ik heb de sector hierover geïnformeerd.

CDM-advies vleesveehouderij

Op verzoek van mijn ministerie heeft de CDM in samenspraak met enkele sectordeskundigen verkend of het mogelijk is om binnen de mestregelgeving diercategorieën voor vleesvee te definiëren die (beter) aansluiten bij de structuur van de huidige Nederlandse vleesveehouderij, en of het mogelijk is om voor de onderscheiden diercategorieën representatieve stikstof- en fosfaatexcreties te berekenen. Het resultaat van de verkenning heeft zijn weerslag gekregen in het bijgevoegde CDM-advies actualisatie excretieforfaits van vleesvee.

Concreet adviseert de CDM om vijf nieuwe diercategorieën voor vleesvee met bijbehorend excretieforfaits te introduceren. De implicaties van dit advies zijn vergaand, niet alleen voor de vleesveehouderij maar zeker ook voor aanpalende sectoren en voor de uitvoering. Daarom heb ik nog geen besluit genomen over het al dan niet opvolgen van het CDM-advies. Echter, om het gesprek tussen de betrokken sectoren mogelijk te maken en vanuit het oogpunt van transparantie informeer ik uw Kamer hierbij vooruitlopend op deze besluitvorming over het uitgebrachte advies.

Onderzoek fosfaatrechtenmarkt

Na invoering van het fosfaatrechtenstelsel in 2018 heeft de Kamer bij motie van het lid Lodders c.s.1 verzocht om onafhankelijk onderzoek naar de mogelijkheden tot markttoezicht op het verhandelen van de fosfaatrechten met als uitgangspunt een eerlijke en transparante handel. In mei 2019 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten en adviezen van dit onderzoek2. Een van de adviezen was om de fosfaatrechtenmarkt te monitoren.

In oktober 2020 heeft de toenmalige Minister van LNV de resultaten van de (eerste) monitoring van de fosfaatrechtenmarkt in 20193 met de Kamer gedeeld. De conclusie van de onderzoekers was dat bij de monitoring geen aanwijzingen zijn gevonden voor een slecht functionerende (fosfaatrechten-)markt, noch dat er sprake zou zijn van machtsmisbruik. En hoewel de conclusies daartoe geen aanleiding gaven, heeft de toenmalige Minister bij het aanbieden van het rapport aangegeven voornemens te zijn om de monitoring voort te zetten. Hierbij doe ik u toekomen het recent door mij ontvangen tweede monitoringsrapport naar het functioneren van de markt in fosfaatrechten in 2021.

Op basis van een nadere analyse van door RVO ter beschikking gestelde transactiedata van fosfaatrechten over 2021 komen de onderzoekers (wederom) tot de conclusie dat er geen aanwijzingen zijn voor een slecht functionerende markt voor fosfaatrechten. Tevens zijn er geen aanwijzingen gevonden van machtsmisbruik. Ook het feit dat de fosfaatrechtenmarkt een geografische omvang heeft die duidelijk bovenregionaal is, en binnen de regio goed functioneert, is volgens de onderzoekers een indicator van een goed functionerende markt.

Gelet op de bevindingen van de onderzoekers in de recente monitoringsrapportage en die uit de eerdere rapportage zie ik geen aanleiding om de monitoring naar het functioneren van de fosfaatrechtenmarkt verder voor te zetten. Hiermee beschouw ik genoemde motie Lodders c.s. als uitgevoerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Kamerstuk 33 037, nr. 304.

X Noot
2

Kamerstuk 33 037, nr. 355.

X Noot
3

Kamerstuk 33 037, nr. 376.

Naar boven