Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2022
In mijn brieven van 26 april 2022 en 5 juli 2022 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd
over het proces voor het verlenen van derogatie van de Nitraatrichtlijn voor de periode
2022–2025 (Kamerstuk 33 037, nrs. 439 en 446). Ik heb in deze brieven aangegeven dat ik in de derogatieonderhandelingen met de
diensten van de Europese Commissie (hierna: EC) een balans zoek tussen een inzet die
haalbaar is in Brussel, maar die ook (langjarig) duidelijkheid geeft voor de sector
en aansluit bij de noodzakelijke transitie van de landbouw in het kader van de gebiedsgerichte
aanpak die onder meer gericht is op het behalen van de doelen voor waterkwaliteit.
Conform mijn toezegging in mijn brief van 5 juli 2022 informeer ik de Tweede Kamer
hierbij over het verloop van de gesprekken met de Europese Commissie over de derogatie
en licht ik het verdere proces toe.
Zoals ook eerder gecommuniceerd door mijzelf en mijn ambtsvoorganger is gebleken dat
het opnieuw verkrijgen van een derogatie voor het gebruik van graasdiermest geen vanzelfsprekendheid
is. De afgelopen periode zijn zowel op ambtelijk als politiek niveau intensieve gesprekken
gevoerd met de EC over het opnieuw verkrijgen van derogatie. Ik heb mij in deze gesprekken
maximaal ingespannen ten behoeve van de drie eerder benoemde kernvoorwaarden in voornoemde
brief van 26 april 2022:
-
• gelet op de rechtszekerheid voor boeren is het mijn inzet om een derogatiebeschikking
voor 4 jaar te verkrijgen;
-
• door het inmiddels gevorderde stadium van het uitrijdseizoen, is mijn inzet om de
omvang van de derogatie voor 2022 op hetzelfde niveau te houden als de afgelopen jaren;
-
• ten slotte streef ik naar een derogatie zonder directe interventies vanuit de EC in
gebiedsgerichte aanpak gedurende de looptijd van de beschikking.
De EC plaatst deze derogatieverlening uitdrukkelijk in het licht van de transitie
van de landbouw en de impact daarvan op het landelijk gebied door het Nationaal Programma
Landelijk Gebied. Tegen deze achtergrond verwacht ik dat de EC aan het Nitraatcomité
een conceptderogatiebeschikking zal voorleggen voor de periode 2022–2025 die significant
anders zal zijn.
De procedure om tot een nieuwe beschikking te komen, is nog niet afgerond. Het proces
is gericht op behandeling van een conceptderogatiebeschikking aan Nederland in het
geplande Nitraatcomité op 15 september 2022. De lidstaten zullen dan stemmen over
een voorstel van de EC om de conceptderogatiebeschikking aan Nederland te verstrekken.
Bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen zal de EC de conceptderogatiebeschikking
aan het College van Commissarissen aanbieden ter besluitvorming. Op dit moment kan
ik dan ook geen verdere informatie met de Kamer delen. Zodra dit proces is afgerond
en de EC een formeel akkoord heeft gegeven op de conceptbeschikking voor de derogatieverlening,
zal de beschikking definitief worden vastgesteld door de EC.
In aanloop naar het geplande Nitraatcomité op 15 september 2022 zal de EC de conceptbeschikking
met de lidstaten delen. Ik verwacht dat ik in de eerste helft van september de Tweede
Kamer kan informeren over de inhoud van de conceptderogatiebeschikking.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer