Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2018
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft verzocht om informatie
over de uitvoering van de «Bestuursovereenkomst aanvullende aanpak nitraatuitspoeling
uit agrarische bedrijfsvoering in specifieke grondwaterbeschermingsgebieden». Hierbij
geef ik, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, invulling aan dit
verzoek.
De bestuursovereenkomst over grondwaterbeschermingsgebieden is overeengekomen in het
kader van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn. De betrokken provincies, drinkwaterbedrijven,
LTO Nederland en het Rijk geven gezamenlijk naar tevredenheid uitvoering aan de bestuursovereenkomst.
Dit blijkt onder andere uit het feit dat er conform afspraak vier provinciale uitvoeringsovereenkomsten
zijn ondertekend in Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant. Na goed bestuurlijk
overleg, waarin het IPO een belangrijke rol heeft vervuld, is ook voor de provincie
Limburg ondertekening van een uitvoeringsovereenkomst in zicht.
Met afdoende onderbouwing en unanieme instemming van provincies, drinkwaterbedrijven
en regionale LTO-organisaties is de lijst van grondwaterbeschermingsgebieden gewijzigd
van de 40 gebieden genoemd in het actieprogramma naar de definitieve 34 gebieden die
zijn genoemd in de bijlage bij deze brief1. Afspraak 1c van de bestuursovereenkomst gaf de mogelijkheid hiertoe. In onderlinge
overeenstemming zijn 11 gebieden afgevallen omdat de invloed van land- en tuinbouw
op het grondwater niet bepalend bleek te zijn, doordat het grondwaterbeschermingsgebied veel stedelijk gebied of natuur beslaat. Er zijn 5 gebieden toegevoegd
waarin de invloed van de land- en tuinbouw wel een aanvullende aanpak vraagt. Voor
de volledigheid ontvangt u bijgaand de kaarten van de 5 toegevoegde gebieden (Gilzerbaan,
Waalwijk, Haarlo, ’t Klooster en Leggeloo)2 in aanvulling op de kaarten die bij het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn beschikbaar
zijn.
Voor het monitoren van effecten en het vaststellen van de nul-situatie is een handreiking
opgesteld, die omwille van eenduidigheid nauw aansluit op de systematiek die in het
Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) wordt toegepast. Daarnaast is een format
voor rapportage van de activiteiten in gebieden vastgesteld. Per gebied wordt een
plan van aanpak opgesteld en worden via «keukentafelgesprekken» de inliggende agrarische
ondernemers benaderd. In sommige gebieden is men hier al mee begonnen. Er zijn coördinatoren
voor elk gebied benoemd en afspraken gemaakt over afstemming en communicatie op regionaal
en nationaal niveau.
Op basis van het bovenstaande stel ik vast dat uitvoering van de bestuursovereenkomst
naar wens verloopt. Conform de bestuursovereenkomst moet uiterlijk 30 juni 2019 in
bestuurlijk overleg worden besloten of de uitgewerkte aanpak voldoende perspectief
biedt om de uitspoeling van nitraat naar grondwater afdoende te reduceren. Gezien
de huidige constructieve samenwerking heb ik er vertrouwen in dat de betrokken partijen
hierin zullen slagen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten