De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat tientallen melkveegezinsbedrijven hebben geïnvesteerd in nieuwe,
duurzame stalruimte, maar door de invoering van het fosfaatrechtenstelsel te maken
hebben met lege of halflege stallen, onomkeerbare financiële verplichtingen en een
onbetaalbare financiële last, met dreiging van faillissement en bijbehorende sociaalemotionele
problematiek;
overwegende dat de overheid volgens Europees recht bij regulering van gebruik gehouden
is een onevenredige last bij individuele bedrijven te voorkomen;
overwegende dat het melkveesectorplafond niet als eis is vastgelegd in het staatssteungoedkeuringsbesluit
en de derogatiebeschikking, en dat voor de Europese Commissie de borging van het nationale
fosfaatplafond centraal staat en niet de precieze hoogte van de sectorale plafonds;
overwegende dat de fosfaatproductie in 2017 vier miljoen kilogram onder het nationale
fosfaatplafond uitkwam;
overwegende dat de melkveefosfaatproductie, gelet op de verwachte daling van het aantal
melkkoeien in de loop van 2018 en het voerspoor in 2018 naar verwachting ruimschoots
onder het melkveefosfaatplafond uit zal komen;
verzoekt de regering, te zoeken naar ruimte om de genoemde melkveegezinsbedrijven
tegemoet te komen en op de kortst mogelijke termijn een afgerond voorstel bij de Europese
Commissie te notificeren met inachtneming van genoemde overwegingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bisschop