Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2017
Per brief van 18 augustus jl. is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van het fosfaatreductieplan
2017. In deze brief is aangegeven dat goede resultaten zijn geboekt waarmee we op
koers liggen om de fosfaatproductie weer onder het nationale plafond uit de derogatiebeschikking
te brengen. De uitdaging voor de rest van het jaar is om de behaalde resultaten vast
te houden. Dat is geen vanzelfsprekendheid, zo blijkt ook uit de derde kwartaalrapportage
van het CBS, die ik uw Kamer hierbij toestuur1. Bijgaande rapportage laat zien dat we nog steeds op de goede weg zijn, maar dat
de komende maanden wel nog veel inzet is vereist.
Resultaten fosfaatreductieplan per 1 oktober 2017
De kwartaalrapportage laat zien dat de drie maatregelen uit het fosfaatreductieplan
voor de melkveehouderij per 1 oktober 2017 hebben gezorgd voor een vermindering van
de fosfaatproductie van 9,2 miljoen kilogram.
Deze vermindering is als volgt toe te rekenen aan de verschillende maatregelen.
Voerspoor
Het verlagen van fosfor in ruwvoer voor melkvee heeft tot 1 oktober 2017 geleid tot
een reductie van 2,9 miljoen kilogram fosfaatproductie. Daarmee is het doel van dit
spoor binnen het reductieplan (1,7 miljoen kilogram reductie) ruimschoots behaald.
Stoppersregeling
Alle bedrijven die hun melkveestapel hebben afgestoten door gebruik te maken van de
Regeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij hebben hun betaling ontvangen. Uiteindelijk
hebben 467 bedrijven gebruik gemaakt van de regeling. Door deze regeling is 30.193
GVE afgevoerd, waardoor een reductie van 1,2 miljoen kilogram fosfaatproductie is
gerealiseerd.
Regeling fosfaatreductieplan
De reductie door de Regeling fosfaatreductieplan staat per 1 oktober 2017 op 5,1 miljoen
kilogram fosfaat. Daarmee is het gestelde doel van 5 miljoen kilogram fosfaat behaald. Echter, waar de eerste maanden het aantal dieren (uitgedrukt
in Grootvee Eenheid, GVE) als gevolg van deze regeling sterk was gedaald, zien we
de afgelopen maanden weer een toename. Deze toename was in augustus nog beperkt tot
een paar honderd GVE maar afgelopen maand is de vrouwelijke veestapel toegenomen met
bijna 10.000 GVE. Dit baart mij zorgen. Het is van belang dat deze stijging zich de
komende maanden niet verder voortzet. Dit zou het verkrijgen van een nieuwe derogatie
vanaf 2018 immers ernstig in gevaar brengen. Ik roep de sector dan ook op om – in
haar eigen belang – de behaalde resultaten vast te houden en de omvang van de melkveestapel
richting het eind van het jaar niet verder te laten stijgen.
Update prognose totale fosfaatproductie in 2017
In de kwartaalrapportage is een update opgenomen van de prognose van de totale fosfaatproductie
door de Nederlandse veehouderij naar de situatie op 1 oktober. Naast de resultaten
van het fosfaatreductieplan voor de melkveehouderij zijn hierbij andere factoren geactualiseerd,
die van invloed zijn op de totale fosfaatproductie. Zo is rekening gehouden met de
autonome verlaging van het fosforgehalte in het varkensvoer in de eerste helft van
2017 waardoor de fosfaatproductie in de varkenshouderij met 1,8 miljoen kilogram is
verminderd. Als deze dalende trend zich voortzet in de tweede helft van 2017 zal dit
tot een verdere verlaging van de fosfaatproductie door de varkenshouderij leiden.
Daarnaast is het aantal dieren in de niet-rundvee diercategorieën volgens de voorlopige
Landbouwtelling 2017 bijgesteld. Onderdeel hiervan is een correctie op aantallen pluimvee
als gevolg van het vroegtijdig afvoeren van legpluimvee en de leegstand van stallen
door het Fipronil-incident. Dit alles leidt tot een daling van 10,8 miljoen kilogram
ten opzichte van het referentiescenario op 1 januari 2017. Als de fosfaatproductie
door de Nederlandse veehouderij gedurende het hele jaar gelijk zou zijn aan de situatie
op 1 oktober, dan zou de jaarproductie uitkomen op 168,7 miljoen kilogram. De grootste
onzekerheden die de resultaten tot eind van dit jaar kunnen beïnvloeden zijn het fosforgehalte
in het ruwvoer dat in 2017 wordt geoogst (gegevens hierover komen beschikbaar in november)
en de ontwikkeling van de gemiddelde melkproductie per koe. Het is van belang dat
ook aan het eind van het jaar de fosfaatproductie onder het nationale fosfaatplafond
(172,9 miljoen kilogram) ligt. Daarvoor is het uiteraard essentieel dat de behaalde
resultaten worden vastgehouden.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp