33 033 Wapen- en munitiebezit

Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2022

In deze brief informeer ik u mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de gegevensuitwisseling op grond van de Wet wapens en munitie tussen het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) en de korpschef van de nationale politie.

Als gevolg van het op 1 januari 2020 vervangen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) is artikel 7a Wet wapens en munitie gewijzigd. Door de wijziging van artikel 7a Wet wapens en munitie bestaat er een wettelijke verplichting voor het CIZ om de korpschef van de nationale politie op de hoogte te stellen van afgegeven rechterlijke machtigingen of inbewaringstellingen in het kader van de Wzd ten aanzien van aanvragers en houders van een wapenvergunning. Het CIZ heeft namelijk in het kader van de Wzd en, voor zover zij zijn geïnformeerd door burgemeester of rechtbank, het overzicht over afgegeven rechterlijke machtigingen en inbewaringstellingen voor psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Er geldt een potentieel veiligheidsrisico voor de samenleving indien voor een persoon die over een wapenvergunning (en wapen) beschikt een rechterlijke machtiging of inbewaringstelling in het kader van de Wzd is afgegeven. Immers, personen die onder de Wzd vallen kunnen niet altijd de mogelijke risico’s van hun handelen inschatten. Omdat deze cliënten veelal in zorg zijn op het moment dat er door burgemeester of rechtbank een Wzd-beschikking is afgegeven en deze informatie bij het CIZ bekend is, is de kans dat zij (nog) over een wapen kunnen beschikken zeer klein.

De beoogde structurele vergelijking van versleutelde gegevens tussen het CIZ en de korpschef van de nationale politie is uiterlijk oktober 2022 gereed. Dit heeft op zich laten wachten omdat er lange tijd is gezocht naar een veilige wijze van geautomatiseerde uitwisseling van gegevens. Vervolgens vereist het bouwen van de benodigde ICT-voorzieningen tijd alvorens deze structurele oplossing in gebruik kan worden genomen. Met deze structurele oplossing zal worden voldaan aan de wettelijke verplichting. In afwachting hiervan vindt er sinds november 2021 een zevenwekelijkse gegevensuitwisseling plaats tussen het CIZ en de korpschef van de nationale politie over aanvragers en houders van een wapenvergunning. Deze tijdelijke oplossing is geen volledige uitvoering van artikel 7a, tweede lid, onder c Wet wapens en munitie. Immers, volgens de Wet wapens en munitie dient het CIZ terstond, en niet zevenwekelijks, informatie te verstrekken aan de korpschef van de nationale politie over wapenvergunninghouders die bij het CIZ op grond van de Wzd-gegevens bekend zijn. De reden van deze discrepantie is dat de frequentie van zeven weken het voor het CIZ mogelijk maakt om de beschikbare capaciteit efficiënt in te zetten op de tijdelijke én structurele oplossing. Tegelijk past de zevenwekelijkse vergelijking binnen de acht weken durende aanvraagprocedure voor een wapenvergunning bij de korpschef van de nationale politie. De tijdelijke oplossing is hiermee niet volmaakt maar in de afweging van belangen om te komen tot een correcte uitvoering van de Wet wapens en munitie zeker een belangrijke en goede stap richting een structurele oplossing. Hiermee is sprake van een verantwoord tijdelijk risico.

De gegevensuitwisseling in november 2021 heeft geen matches opgeleverd. In januari 2022 zijn er twee matches geconstateerd. Deze twee matches worden door de korpschef van de nationale politie betrokken bij de beoordeling of een wapenvergunning dient te worden geweigerd of ingetrokken.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven