33 030 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 29 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN J. S. TE W. 2 BETREFFENDE HET HANDELEN VAN DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 24 mei 2012

Klacht

Verzoeker klaagt erover dat de belastingdienst geen rentevergoedingen heeft toegekend over teruggaven van omzetbelasting over de periode 1990 tot en met 1995, ondanks toezeggingen.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Bij verzoeker zijn in 1998 en 2003 boekenonderzoeken uitgevoerd door de belastingdienst, beide over de periode 1990 tot en met 1995. Reeds toegekende teruggaven omzetbelasting over die jaren waren overigens reeds verrekend met nog door verzoeker te betalen aanslagen.

De onderzoeken spitsten zich vooral toe op de onderbouwing van door verzoeker over verschillende jaren gevraagde teruggaven van omzetbelasting vanwege «oninbare debiteuren». Na afloop van het tweede boekenonderzoek is een positieve beschikking afgegeven op een verzoek om teruggaaf omzetbelasting daterend uit januari 2001. Daarover is geen rentevergoeding toegekend omdat het verzoek was gebaseerd op artikel 29 van de Wet op de omzetbelasting 1968. In juli 2010 doet verzoeker zijn beklag bij de belastingdienst over het uitblijven van een rentevergoeding.

Overwegingen

Verzoeker stelt dat het eerste boekenonderzoek in 1998 zonder resultaat is gestaakt en in 2003 weer is voortgezet. In het kader van dit tweede onderzoek zou door de belastingdienst zijn toegezegd dat over een aantal herzieningen omzetbelasting in de periode 1990–1995 alsnog rentevergoedingen zouden worden toegekend vanwege het verstrijken van de tijd. De eerdergenoemde positieve beschikking komt volgens verzoeker echter niet aan die toezegging tegemoet.

De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat het verzoek waarop de beschikking betrekking had ziet op de periode december 2000 en niet op eerdere perioden. Bovendien heeft verzoeker geen bezwaar tegen die beschikking gemaakt.

Naar aanleiding van verzoekers klacht in juli 2010 heeft de belastingdienst hem in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat er toezeggingen zouden zijn gedaan met betrekking tot de afwikkeling van de periode 1990–1995. Daarin is verzoeker echter niet geslaagd.

Het verstrijken van de jaren tussen 2003 en 2010 en het feit dat ook nog eens gegevens uit de periode 1990–1995 relevant zijn, heeft overigens zowel voor verzoeker als voor de belastingdienst het probleem veroorzaakt dat anno 2010 niet alle gegevens meer zijn te achterhalen.

Oordeel van de commissie3

Voorzover valt na te gaan, zijn de aan verzoeker toekomende teruggaven omzetbelasting verrekend met openstaande belastingaanslagen. Van een toezegging omtrent een rentevergoeding is niet gebleken. Verzoeker heeft tegen de door hem bestreden beschikking van januari 2001 geen bezwaar gemaakt, zodat die thans voor juist en rechtmatig moet worden gehouden.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Van Dijk


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter), (VVD), Van Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA,) Harbers (VVD) en Mulder (VVD).

Naar boven