Klacht
Verzoeker klaagt erover dat de belastingdienst geen rentevergoedingen heeft toegekend
over teruggaven van omzetbelasting over de periode 1990 tot en met 1995, ondanks toezeggingen.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Bij verzoeker zijn in 1998 en 2003 boekenonderzoeken uitgevoerd door de belastingdienst,
beide over de periode 1990 tot en met 1995. Reeds toegekende teruggaven omzetbelasting
over die jaren waren overigens reeds verrekend met nog door verzoeker te betalen aanslagen.
De onderzoeken spitsten zich vooral toe op de onderbouwing van door verzoeker over
verschillende jaren gevraagde teruggaven van omzetbelasting vanwege «oninbare debiteuren».
Na afloop van het tweede boekenonderzoek is een positieve beschikking afgegeven op
een verzoek om teruggaaf omzetbelasting daterend uit januari 2001. Daarover is geen
rentevergoeding toegekend omdat het verzoek was gebaseerd op artikel 29 van de Wet
op de omzetbelasting 1968. In juli 2010 doet verzoeker zijn beklag bij de belastingdienst
over het uitblijven van een rentevergoeding.
Overwegingen
Verzoeker stelt dat het eerste boekenonderzoek in 1998 zonder resultaat is gestaakt
en in 2003 weer is voortgezet. In het kader van dit tweede onderzoek zou door de belastingdienst
zijn toegezegd dat over een aantal herzieningen omzetbelasting in de periode 1990–1995
alsnog rentevergoedingen zouden worden toegekend vanwege het verstrijken van de tijd.
De eerdergenoemde positieve beschikking komt volgens verzoeker echter niet aan die
toezegging tegemoet.
De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat het verzoek waarop de beschikking
betrekking had ziet op de periode december 2000 en niet op eerdere perioden. Bovendien
heeft verzoeker geen bezwaar tegen die beschikking gemaakt.
Naar aanleiding van verzoekers klacht in juli 2010 heeft de belastingdienst hem in
de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat er toezeggingen zouden zijn gedaan met
betrekking tot de afwikkeling van de periode 1990–1995. Daarin is verzoeker echter
niet geslaagd.
Het verstrijken van de jaren tussen 2003 en 2010 en het feit dat ook nog eens gegevens
uit de periode 1990–1995 relevant zijn, heeft overigens zowel voor verzoeker als voor
de belastingdienst het probleem veroorzaakt dat anno 2010 niet alle gegevens meer
zijn te achterhalen.
Oordeel van de commissie3
Voorzover valt na te gaan, zijn de aan verzoeker toekomende teruggaven omzetbelasting
verrekend met openstaande belastingaanslagen. Van een toezegging omtrent een rentevergoeding
is niet gebleken. Verzoeker heeft tegen de door hem bestreden beschikking van januari
2001 geen bezwaar gemaakt, zodat die thans voor juist en rechtmatig moet worden gehouden.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk