Klacht
Verzoeker klaagt erover dat hij zijn recht op zorgtoeslag over het jaar 2010 kennelijk
slechts te gelde had kunnen maken door vóór 1 april 2011 een aanvraag te hebben ingediend
bij de Belastingdienst/Toeslagen.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoeker vroeg in oktober 2011 telefonisch hoe hij zorgtoeslag over het jaar 2010
kon aanvragen, maar kreeg te horen dat hij dat vóór 1 april van dat jaar had moeten
doen. Verzoeker heeft de aanvraag echter toch ingediend, die inmiddels is afgewezen.
Verzoeker kan nog gebruik maken van de mogelijkheden van bezwaar en beroep.
Verzoeker meent echter dat hem alleen al uit coulance over 2010 zorgtoeslag moet worden
toegekend. Op de eerste plaats ervaart hij regelingen omtrent toeslagen als willekeurig:
de ene toeslag wordt automatisch toegekend, de andere slechts op verzoek, hetgeen
zijns inziens verwarrend is. Bovendien vindt hij de termijn van drie maanden na het
betreffende jaar te kort.
Overwegingen
De wetgever heeft bewust niet gekozen voor automatische toekenning van de inkomensafhankelijke
zorgtoeslag. Toen verzoeker eind 2007 vroeg om stopzetting van de uitbetaling van
zorgtoeslag omdat hij die toch weer zou moeten terugbetalen gezien zijn inkomen, is
hem ook uitdrukkelijk gemeld dat geen sprake zou zijn van automatische herleving als
zijn inkomen zou wijzigen. De termijn waarbinnen een aanvraag van zorgtoeslag kan
worden ingediend beslaat bovendien een termijn van 15 maanden, namelijk gedurende
het gehele jaar waarover de toeslag wordt aangevraagd plus de eerstvolgende drie maanden.
Oordeel van de commissie3
Verzoeker heeft nog de mogelijkheden van bezwaar en beroep tegen de negatieve beslissing
van de Belastingdienst/Toeslagen op zijn aanvraag van zorgtoeslag over het jaar 2010.
De staatssecretaris van Financiën heeft terecht geen aanleiding gezien om verzoeker
reeds om redenen van coulance tegemoet te komen.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen reden om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk