33 030 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 15 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M. E. TE H.2 BETREFFENDE KWIJTSCHELDING VAN EEN BELASTINGAANSLAG

Vastgesteld 8 maart 2012

Klacht

Verzoeker klaagt erover dat hem geen kwijtschelding wordt verleend van een aanslag in de inkomstenbelasting over het jaar 2006.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

In 2006 gaat de eenmanszaak van verzoeker over in een besloten vennootschap en vindt verliesverrekening over de voorgaande jaren plaats. In 2007 wordt door de inspecteur, ten onrechte en in afwijking van de aangifte van verzoeker, nog eens verliesverrekening over 2006 toegepast, leidende tot een bij voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting 2006 verleende belastingteruggave. Deze wordt gestort op rekening van de vennootschap. In februari 2009 legt de belastingdienst een definitieve aanslag aan verzoeker op, waarbij de teruggave wordt teruggevorderd. Verzoeker doet in oktober 2009 vergeefs een verzoek om kwijtschelding bij de belastingdienst en gaat in april 2010 vergeefs in beroep.

Overwegingen

De belastingdienst ontkent niet dat de onderhavige belastingteruggave ten onrechte is verleend en bevestigt dat verzoeker daarbij niets te verwijten valt.

Volgens de belastingdienst is de teruggave op de rekening van de BV gestort omdat verzoeker eerder, in 2005, had verzocht om alle belastingteruggaven op die rekening te storten, hetgeen tot maart 2009, toen verzoeker een ander rekeningnummer opgaf, ook is gebeurd.

Dat de ten onrechte verleende teruggave pas in 2009 bij definitieve aanslag over 2006 wordt teruggevorderd is geen uitzonderlijk feit. Verzoeker ontkent niet altijd geweten te hebben dat de teruggave onjuist was. Dat de vennootschap in 2008 failliet is gegaan, heeft volgens hem verhinderd dat hij de terugvordering kon doorschuiven naar de vennootschap. Bovendien was verzoeker in de jaren 2006 en 2007 grotendeels ernstig ziek en niet in staat de naderende problemen te voorzien. Met deze argumenten heeft hij om kwijtschelding verzocht. Die is echter niet verleend omdat verzoeker een woning bezit met een aanmerkelijke overwaarde.

Oordeel van de commissie3

De commissie begrijpt dat de gang van zaken voor verzoeker frustrerend is. De inmiddels failliete vennootschap heeft immers het voordeel genoten van een belastingteruggave op naam van verzoeker, terwijl verzoeker zelf twee jaar later het nadeel krijgt van de terugvordering.

De belastingdienst valt echter niets te verwijten, op de oorspronkelijk onjuiste teruggave na. Verzoeker heeft bovendien, naar de vaste normen die daarvoor gelden, voldoende betalingscapaciteit om de aanslag te voldoen.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Van Dijk


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

3De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA,) Harbers (VVD) en Mulder (VVD).

Naar boven