Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2012
Hierbij bied ik u het rapport aan getiteld «De bijdrage van Defensie aan de Nederlandse
natuur».1 Dit rapport staaft de stelling dat op defensieterreinen bijzondere natuurwaarden
voorkomen die in bepaalde gevallen juist het resultaat van het specifieke defensiegebruik
zijn. Dit verdient brede maatschappelijke erkenning. Dit rapport is aangekondigd in
de Defensie Duurzaamheidsnota 2009–2012 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 61, d.d. 25 november 2008).
Defensie gebruikt en beheert ruim 25 000 hectaren in de vorm van oefen- en schietterreinen.
Ook de militaire vliegvelden vallen hieronder. Militaire terreinen zijn in de eerste
plaats bedoeld voor het primaire doel van de krijgsmacht, namelijk de gereedstelling
van inzetbare eenheden. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de aanwezige
natuurwaarden.
De aanwezigheid van de huidige natuurwaarden op defensieterreinen volgt voor een belangrijk
deel uit de locatiekeuzes in het verleden. Zo bleken de zogenaamde «woeste gronden»
halverwege de 19e eeuw geschikte oefenterreinen. Dit waren lege, onontgonnen gebieden waaraan destijds
geen bijzondere economische en natuurwaarden werden toegekend. Sindsdien is in Nederland
het merendeel van de toenmalige woeste gronden gecultiveerd. Alleen de militaire terreinen
zijn hiervan vrijwel allemaal gevrijwaard gebleven. Daardoor heeft Defensie een belangrijke
conserverende werking op het oude landschap gehad.
Uit het rapport blijkt verder dat sommige bijzondere natuurwaarden alleen op defensieterreinen
voorkomen. Twee natuurtypen op defensieterreinen dragen in het bijzonder bij aan de
Nederlandse natuur. Ten eerste het natuurtype droge heidelandschap waar zich meer
dan 50 procent van de daarbij behorende flora- en faunasoorten bevinden die voor Nederland
belangrijk zijn. Verder is het duin- en kwelderlandschap op de defensieterreinen op
Texel en Vlieland erg goed ontwikkeld. In die gebieden wordt meer dan 75 procent van
de Europees beschermde, kust gebonden plantgemeenschappen aangetroffen.
De natuurwaarden op defensieterreinen zijn vaak het gevolg van de combinatie van de
natuurlijke omstandigheden, het militaire gebruik en het gevoerde beheer door Defensie,
aldus het rapport.
Kortom, natuur gedijt goed op defensieterreinen. In een aantal gevallen komen zeldzame
flora en fauna in Nederland zelfs alleen op militaire terreinen voor. Hoewel deze
terreinen in de eerste plaats ten dienste van het militaire bedrijf staan, is het
verheugend te constateren dat Defensie zo tegelijkertijd een belangrijke bijdrage
aan de Nederlandse natuur levert.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen