33 000 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) voor het jaar 2012

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

   

blz.

     

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSVOORSTEL

3

     

B.

DE BEGROTINGSTOELICHTING

5

     

1.

Leeswijzer

5

     

2.

Het beleid

7

2.1

De begrotingsartikelen

7

 

Artikel 1. Raad van State

7

 

Artikel 2. Algemene Rekenkamer

10

 

Artikel 3. De Nationale ombudsman

14

 

Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

20

 

Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

23

 

Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

26

 

Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

28

2.2

Het niet-beleidsartikel

31

 

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

31

     

Internetbijlage (gepubliceerd op www.rijksbegroting.nl)

 
     

1.

Verdiepingshoofdstuk

 
     

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsartikel strekt ertoe om de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) voor het jaar 2012 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2012. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2012.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2012 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht. (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Indeling van de begroting

Deze begroting is opgebouwd uit 7 begrotingsartikelen en 1 niet-beleidsartikel. Ieder College/Kabinet heeft een eigen begrotingsartikel.

De begrotingsartikelen zijn ingedeeld naar onderstaande paragrafen (met uitzondering van de Raad van State).

  • 1. Algemene doelstelling

  • 2. Speerpunten 2012

  • 3. Context

  • 4. Succesfactoren

  • 5. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • 6. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

Bovengenoemde indeling wijkt in verband met de bijzondere staatsrechtelijke positie van de overige Hoge Colleges van Staat en de daarmee op een lijn gestelde Kabinetten op enkele punten af van het (voorgeschreven) sjabloon/richtlijnen. Hieronder wordt dit toegelicht.

Speerpunten

De overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten kennen geen gezamenlijke beleidsagenda. In navolging van de ontwerpbegroting 2009 is bij de beleidsartikelen een paragraaf Speerpunten 2012 opgenomen. Deze dient als tegenhanger van de (departementale) beleidsagenda.

Context

Vanwege de staatsrechtelijke positie van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten is ervoor gekozen om de paragraaf «verantwoordelijkheid van de minister» te vervangen door een paragraaf met de ruimere omschrijving «context».

Budgettaire gevolgen van beleid

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is voor de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten geen regel met «juridisch verplicht» opgenomen. Met juridisch verplicht wordt inzichtelijk gemaakt welk deel van programmagelden juridisch verplicht is. Bij de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten zijn de verschillende budgetten echter te duiden als apparaatskosten.

Taakstellingen

Tabel taakstellingen «Rijk, agentschappen en uitvoerende ZBO’s»1 (in € 1 000)

Omschrijving

2012

2013

2014

2015

struct

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

         

Raad van State

 

– 1 600

– 2 000

– 3 100

– 3 283

Algemene Rekenkamer

 

– 800

– 1 100

– 1 600

– 1 726

Nationale ombudsman

 

– 300

– 500

– 700

– 731

Kanselarij der Nederlandse Orden

 

– 100

– 100

– 200

– 234

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

   

– 100

– 100

– 91

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

 

– 100

– 100

– 200

– 188

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

   

– 100

– 100

– 100

X Noot
1

Betreft taakstelling na departementale herindeling.

2. HET BELEID

2.1 DE ARTIKELEN

ARTIKEL 1: RAAD VAN STATE
1.1. Algemene taak

De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

1.2. Speerpunten 2012

De Raad van State heeft voor 2012 geen speerpunten.

De Afdeling advisering

In de onderstaande tabel is de realisering en de planning van de afhandeling van adviesaanvragen weergegeven.

Tabel 1.1 Afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

Realisatie 2010

Planning 2011

Planning 2012

Planning 2013

Planning 2014

Planning 2015

Planning 2016

Instroom

588

550

600

600

600

550

600

Uitstroom

600

550

600

600

600

550

600

Toelichting

Gemeten over een lengte van jaren ontvangt de Afdeling per jaar gemiddeld 600 adviesaanvragen.

Het cijfer voor de jaren 2011 en 2015 is gebaseerd op het ervaringsgegeven dat in het jaar na de vorming van een nieuw kabinet een vermindering van de instroom geconstateerd kan worden.

De Afdeling bestuursrechtspraak

In de onderstaande tabellen zijn de realisatie en de planning van de afhandeling van hoofdzaken met zitting door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven.

Tabel 1.2 Doorlooptijden van zaken met zitting (in weken)

Kamer

Hoofdzaken

Realisatie 2010

Gemiddelde doorlooptijd

1

Ruimtelijke Ordening

52

48

2

Milieu

52

38

3

Hoger Beroep

40

32

4

Hoger Beroep Vreemdelingen

23

13

Instroom van zaken Kamers 1, 2 en 3 (Ruimtelijke Ordening, Milieu en Hoger Beroep)

In de onderstaande tabel is de gerealiseerde instroom van zaken voor de Kamers 1, 2 en 3 in het jaar 2010 en instroomverwachting voor 2011 en verdere jaren weergegeven. De Kamers 2 en 3 zullen worden geïntegreerd. Dit verklaart waarom vanaf 2012 de instroom op Kamer 2 op nihil staat.

Tabel 1.3 Instroom zaken Kamers 1, 2 en 3 (in aantallen)
 

Afgedaan 2010

Planning 2011

Planning 2012

Planning 2013

Planning 2014

Planning 2015

Planning 2016

Wro

1 669

2 350

2 145

2 145

1 950

1 950

1 950

Milieu

1 273

1 230

0

0

0

0

0

Hoger Beroep

2 706

2 880

4 018

4 108

3 768

3 768

3 768

Instroom van zaken Kamer 4 (Hoger Beroep in Vreemdelingenzaken)

In de onderstaande tabel is de instroom van zaken bij het HBV verdeeld over de categorieën asiel en regulier weergegeven.

Tabel 1.4 Instroom zaken Hoger Beroep Vreemdelingen (in aantallen)
 

Afgedaan 2010

Planning afgedaan 2011

Planning 2012

Planning 2013

Planning 2014

Planning 2015

Planning 2016

Asiel

4 910

5 220

5 000

4 640

4 590

4 590

4 590

Regulier

2 817

2 080

2 430

2 430

2 430

2 430

2 430

Voorraadverwerking

 

400

         

Totaal

7 726

7 700

7 430

7 070

7 020

7 020

7 020

In het jaar 2011 is rekening gehouden met gerealiseerde voorraadverwerking (400). Omdat de tabel meerjarig beperkt is tot de in de asielketen vastgestelde instroomcijfers, zijn veronderstellingen over de voorraadverwerking niet meegenomen. Deze cijfers zijn respectievelijk 800 (2012) en 1 000 (2013).

1.3. Positionering van de Raad

De Raad van State als Hoog College van Staat

De groep Hoge Colleges van Staat bestaat, behalve uit de beide Kamers der Staten-Generaal, uit de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman 2. Tussen deze instituties bestaan belangrijke verschillen in samenstelling, taakstelling en positionering. Die verschillen onderscheiden de Raad van State duidelijk van de beide Kamers van de Staten-Generaal enerzijds en de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman anderzijds.

De brede taakstelling van de Raad, die zich uitstrekt over alle drie de «staatsmachten», de benoeming voor het leven van zijn leden en de positionering van de Raad ten opzichte van het Koningschap, de Regering en de Staten-Generaal bepalen zijn bijzondere positie met betrekking tot de eenheid en de continuïteit van de democratische rechtsstaat, óók in Europees en Koninkrijksverband. Centraal in de taakstelling van de Raad staan algemene vragen naar de betekenis van de constitutie in brede zin, de functies van wetgever, bestuur en rechter en hun onderlinge relaties, de verhoudingen binnen het bestuur, de rechtmatigheid van het bestuur en de rechtsbescherming van de burger en de inhoud van het burgerschap.

1.4. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1.5 Raad van State

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

63 889

56 000

53 972

53 471

52 187

52 004

             

Uitgaven

63 889

56 000

53 972

53 471

52 187

52 004

1.3: Raad van State

63 889

56 000

53 972

53 471

52 187

52 004

             

Ontvangsten

2 352

1 852

2 002

2 002

1 950

1 950

ARTIKEL 2: ALGEMENE REKENKAMER
2.1. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

2.2. Speerpunten 2012

Ons werkprogramma 2012 wordt in december 2011 gepubliceerd. Voor de speerpunten en prioriteiten in de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer wordt verwezen naar die publicatie. In de aanloop op het voorzitterschap van EUROSAI, de European Organization of Supreme Audit Institutions, dat de Algemene Rekenkamer van 2014–2017 zal bekleden, heeft de Algemene Rekenkamer vanaf 2011 als inkomend voorzitter zitting in de Governing Board van EUROSAI. Onze strategie voor de periode 2010–2015 wordt in 2012 onderworpen aan een mid-term-review. Hierin ga we na in hoeverre we slagen in onze voornemens. Ons eigen lerend vermogen en de verbetermogelijkheden in ons presteren en functioneren staan daarbij centraal.

2.3. Context

De taken en bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer staan in de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2001. De Algemene Rekenkamer toetst het doelmatig, rechtmatig en doeltreffend functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen. Dit geldt ook voor de Nederlandse verplichtingen in internationaal verband. Dankzij haar unieke bevoegdheden voorziet de Algemene Rekenkamer de Staten-Generaal van informatie waarmee zij in staat worden gesteld haar controlerende taak ten opzichte van de regering te vervullen. Op die manier draagt de Algemene Rekenkamer bij aan de verbetering van het openbaar bestuur in ons land.

Als Hoog College van Staat is de Algemene Rekenkamer voor het uitvoeren van haar taken onafhankelijk van de regering. Deze onafhankelijkheid vloeit niet alleen voort uit haar grondwettelijke positionering, maar komt ook tot uitdrukking in de verklaring die hierover door de wereldorganisatie van rekenkamers, de International Organisation of Supreme Audit Institutions (INTOSAI), mondiaal is onderschreven. De hier voorliggende begroting, de toelichting daarop en de totstandkoming daarvan tonen aan dat de Algemene Rekenkamer nog niet kan voldoen aan de verklaring die op de driejaarlijkse wereldconferentie van rekenkamers, in november 2010 in Johannesburg, unaniem is aangenomen. Het is gewenst dat hierin een verandering in de goede richting teweeg wordt gebracht.

2.4. Succesfactoren

Een eerste belangrijke externe factor die de positie en het beoogde resultaat van de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer beïnvloedt, is de omvang van haar begroting. Een stabiel budget dat is afgestemd op haar wettelijke taken, is voor de Algemene Rekenkamer een belangrijke voorwaarde om verantwoord te kunnen functioneren als onafhankelijke controleur van het Rijk.

Een andere belangrijke externe factor is de kwaliteit van de controle bij de departementen. In de periode sinds 1986 is met de Operatie Comptabel Bestel een zorgvuldig systeem van checks and balances opgebouwd. Daarmee zijn de beheersbaarheid en de rechtmatigheid van de rijksuitgaven op het gewenste niveau gebracht; een niveau waarvoor in de toonaangevende internationale organisaties veel waardering bestaat. De controle door de departementale auditdiensten neemt in dat bouwwerk een plaats van eminent belang in. De Algemene Rekenkamer steunt voor haar werkzaamheden voor een belangrijk deel op deze controle. Deze «voorcontrole» draagt dan ook in belangrijke mate bij aan de resultaten van het werk van de Algemene Rekenkamer.

Voor het effectief en efficiënt beheersen van bedrijfsrisico’s heeft de Algemene Rekenkamer een risicoanalyse voor het instituut en de ambtelijke organisatie gemaakt. Deze analyse dient als instrument voor het management om risico’s te beheersen. De risico’s verbonden aan de realisatie van de missie en aan de realisatie van de strategische doelstellingen (externe omgevingsrisico’s en interne organisatierisico’s) staan hierin centraal.

2.5. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2.1 Algemene Rekenkamer

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

30 039

29 077

28 334

28 034

27 534

27 408

             

Uitgaven

30 039

29 077

28 334

28 034

27 534

27 408

2.1 Algemene Rekenkamer

30 039

29 077

28 334

28 034

27 534

27 408

             

Ontvangsten

1 217

1 217

1 217

1 217

1 217

1 217

Om de uit het lood geslagen overheidsfinanciën weer op orde te brengen is in het regeerakkoord afgesproken dat de Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs ook een bijdrage dienen te leveren in de vorm van een generieke efficiencytaakstelling. Het aandeel van de Algemene Rekenkamer is in de meerjarencijfers verwerkt.

De Algemene Rekenkamer wijst op de gevolgen van de Compacte Rijksdienst en met name de ontwikkelingen binnen de rijksoverheid met gevolgen voor de departementale auditdiensten c.q. de Rijksauditdienst. De Rekenkamer steunt op het werk van de auditdiensten. De Rekenkamer geeft aan dat pas wanneer de effecten van de veranderde rijksdienst in redelijke mate zijn neergedaald, aangeven kan worden of zij in staat is weer een inspanningsverplichting op zich te nemen.

Het kabinet is van mening dat ook de Algemene Rekenkamer haar aandeel moet leveren in het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Ontwikkelingen in het kader van de Compacte Rijksdienst zullen op hun gevolgen voor de Rekenkamer getoetst worden.

2.6. Operationele doelstellingen

De Algemene Rekenkamer maakt haar eigen werkprogramma. Dit publiceert zij voor het eind van elk kalenderjaar op haar website, www.rekenkamer.nl. De Staten-Generaal ontvangen daarvan een afschrift op papier. Ook in 2012 draagt de Algemene Rekenkamer er zorg voor dat er sprake is van een evenwichtige verdeling tussen haar taken op het gebied van rechtmatigheid en doelmatigheid; dit alles ingebed in haar strategie die loopt van 2010 tot en met 2014. In haar eigen bedrijfsvoering geeft de Algemene Rekenkamer zich daar, onder meer met kwartaalrapportages, rekenschap van.

In toenemende mate blijkt dat Nederland zich ook in dit tijdsbestek niet van het buitenland kan isoleren. Op de driejaarlijkse bijeenkomst van EUROSAI, de Europese regio van INTOSAI, is de Algemene Rekenkamer in mei 2011 in Lissabon unaniem benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van deze organisatie. Dit betekent dat de Algemene Rekenkamer van medio 2014 tot medio 2017 de eervolle taak heeft het voorzitterschap van EUROSAI op zich te nemen. De aanloop naar dit voorzitterschap legt reeds in 2012 een extra beslag op de inzet van alle medewerkers van de Algemene Rekenkamer en op haar financiële middelen.

2.6.1. Functioneren van het openbaar bestuur

Operationele doelstelling

Onderzoek en andere activiteiten gericht op verantwoording en toezicht met als effectdoelstellingen:

  • het systematisch bijdragen aan verbetering begroting en verantwoording;

  • het sluitend maken van ketens van toezicht en verantwoording.

Motivering

Met de activiteiten wil de Algemene Rekenkamer inzicht bieden in de staat van toezicht en verantwoording bij het Rijk en de daarmee verbonden instellingen. Zo wil de Algemene Rekenkamer zichtbaar maken of de ministeriële verantwoordelijkheid is waargemaakt, of het parlement zijn controlerende taak kan waarmaken en of burgers en maatschappelijke organisaties inzicht hebben in de besteding van de publieke middelen, de geleverde prestaties en de effecten.

Activiteiten 2012

Het werkprogramma 2012 wordt in december 2011 vastgesteld. De volgende onderwerpen zijn op dit ogenblik bekend:

  • Verslag 2011 en enkele zogenoemde «terugblikken»;

  • EU-trendrapport 2012;

  • Rapporten bij de jaarverslagen 2011 en Rijk Verantwoord 2011;

  • Staat van de Beleidsinformatie 2012;

  • Rapport bij de Nederlandse lidstaatverklaring 2011.

Evaluatie onderzoek

De Algemene Rekenkamer monitort over een langere periode – vijf jaar of langer – of ministeries haar aanbevelingen uit onderzoeken opvolgen en hun toezeggingen nakomen. Deze zogenoemde «terugblikken» worden jaarlijks gepubliceerd.

2.6.2. Presteren van het openbaar bestuur

Operationele doelstelling

Onderzoek en andere activiteiten gericht op de aansluiting van beleid en uitvoering, gegroepeerd in drie domeinen: mens, Nederland, planeet.

Motivering

De aansluiting tussen beleid en uitvoering wordt vooral onderzocht ten aanzien van de doelen en doelgroepen die in belangrijke mate afhankelijk zijn van een goed presterende publieke sector.

Activiteiten 2012

Het werkprogramma 2012 wordt in december 2011 vastgesteld.

Evaluatie onderzoek

De Algemene Rekenkamer monitort over een langere periode – vijf jaar of langer – of ministeries haar aanbevelingen uit onderzoeken opvolgen en hun toezeggingen nakomen. Deze zogenoemde «terugblikken» worden jaarlijks gepubliceerd.

2.6.3. (Inter)nationale projecten

Operationele doelstelling

Samenwerking met en ondersteuning van andere rekenkamers in het Koninkrijk der Nederlanden en in het buitenland. De activiteiten zijn verdeeld over drie thema’s: wettelijke taken en institutionele verplichtingen, lerende organisatie en capacity building.

Motivering

(Inter)nationale activiteiten moeten de uitvoering van de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer ondersteunen. De Algemene Rekenkamer wil een lerende organisatie zijn. Met haar (inter)nationale activiteiten wil de Algemene Rekenkamer niet alleen van anderen leren, maar wil zij ook anderen in de gelegenheid stellen van haar te leren. De Algemene Rekenkamer ziet het als haar taak zusterinstellingen en relevante internationale organisaties te helpen hun verantwoordelijkheden waar te maken.

Activiteiten 2012

Het werkprogramma 2012 wordt in december 2011 vastgesteld. De volgende onderwerpen zijn op dit moment bekend:

  • samenwerking met Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR);

  • ondersteuning op institutioneel niveau van zusterorganisaties van de zelfstandige Koninkrijksdelen (Curaçao, Aruba en Sint Maarten); Tunesië en Armenië en een aantal Afrikaanse Engelssprekende landen, verenigd in Afrosai-e;

  • korte ad hoc samenwerkingsverbanden met zusterinstellingen en internationale organisaties, gericht op training en advies;

  • diverse samenwerkingsprojecten binnen het Koninkrijk, de EU of in ander internationaal verband (Contact Comité EU, EUROSAI, INTOSAI).

De Algemene Rekenkamer zal aan het begin van haar EUROSAI voorzitterschap in 2014, dat samenvalt met het 200 jarig bestaan van de Algemene Rekenkamer, een congres voor Europese rekenkamers organiseren. In de aanloop daar naartoe zullen diverse activiteiten worden ontplooid.

ARTIKEL 3: DE NATIONALE OMBUDSMAN
3.1. Algemene doelstelling

De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt dat ook. Maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman, wiens missie is de burger te beschermen tegen onbehoorlijk overheidsoptreden. De visie van de ombudsman is dat de organisatie staat voor dienstverlening, gerichte beïnvloeding, professionaliteit, transparantie en kennisdeling

De Nationale ombudsman is, als Hoog College van Staat onafhankelijk. De organisatie is gericht op het effectief oplossen van problemen tussen burgers en overheid door steeds een verbinding te leggen tussen rechtmatigheid en behoorlijkheid. Het voortdurend ontwikkelen van deze behoorlijkheid is het uitgangspunt, zowel voor het functioneren van de eigen professionals en organisatie, als voor overheidsinstanties.

3.2. Speerpunten 2012

De maatschappij stelt met recht hoge eisen aan de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman heeft de ambitie daaraan te voldoen en streeft voortdurend naar verbetering in de uitvoering van zijn taken. Kerntaak is en blijft het bieden van aanvullende rechtsbescherming voor burgers.

De Nationale ombudsman richt zich, naast de kerntaak van het behandelen van individuele klachten, ook op het structureel voorkomen en verminderen van klachten. Middelen die hiertoe worden ingezet zijn vroegtijdige signalering bij een toename van klachten bij een overheidsinstelling (zorgenbrief of gesprek), het doen van (preventieve) aanbevelingen, het geven van voorlichting, advisering van overheidsinstanties over verbetering van de interne klachtbehandeling en dienstverlening, het uitdragen van kennis over behoorlijkheidaspecten van overheidshandelen en regelmatig bestuurlijk overleg met overheidsinstanties.

Voor 2012 zijn de speerpunten:

  • de flexibele organisatie: garanderen van voldoende kwaliteit bij de klachtbehandeling bij een grote instroom van klachten;

  • de digitale organisatie: Verder werken aan de digitalisering van het onderzoeksproces;

  • de lerende organisatie: Management Development traject, verbeteren telefonische dienstverlening en andere wijze van klachtbehandeling, waaronder een nieuwe, effectievere onderzoeks aanpak, bevorderen van de zelfredzaamheid van de verzoekers (empowerment) en versterken van het lerend vermogen van de overheid, opstellen kwaliteitsnormen, meten effectiviteit van het optreden van de Nationale ombudsman en effectiever rapporteren;

  • Versterken professionaliteit van de medewerkers en de organisatie;

  • Nieuwe taken: voorbereiden van de mogelijke komst van een klokkenluidersinstituut en uitbreiding van de klachtbehandeling voor veteranen en de verdere invulling van de ombudsfunctie op Caribisch Nederland.

Door deze speerpunten is de Nationale ombudsman effectiever en efficiënter in de afhandeling van klachten. Daardoor is de ombudsman beter en sneller in staat om de burger te helpen met zijn klachten.

3.3. Context

Klachtbehandeling door de Nationale ombudsman biedt de burger aanvullende bescherming. Die is vooral gericht op burgers en de overheidsinstanties waarover wordt geklaagd. De Nationale ombudsman is onafhankelijk en onpartijdig. De Nationale ombudsman werkt oplossingsgericht, waarbij dejuridisering, advisering en nazorg centraal staan.

Door de complexiteit van sommige ketens en de interne professionele ontwikkeling van de klachtbehandeling bij overheden, neemt de complexiteit toe van de klachten welke bij de Nationale ombudsman worden aangedragen.

De Nationale ombudsman ondersteunt de goede ontwikkeling van het klachtrecht door onder meer het benutten van de ervaringen en inzichten van collegae in het binnen- en buitenland, van maatschappelijke organisaties en van de wetenschap.

Ook levert hij een bijdrage aan scholing van medewerkers van overheden over aspecten die direct te maken hebben met de wijze waarop burgers worden bejegend.

De Nationale ombudsman kan zijn functie alleen vervullen als hij bekend is bij mensen die hem nodig hebben en bij de overheid. De financiële middelen voor zijn voorlichtingsbeleid worden vooral ingezet voor zijn vindbaarheid en toegankelijkheid voor kwetsbare groepen.

3.4. Succesfactoren
  • Onafhankelijkheid: zowel van belang voor het vertrouwen dat de burger in het instituut heeft als voor de overheidsinstellingen waarover wordt geklaagd;

  • Goede dienstverlening: transparant, tijdig en probleemoplossend;

  • Effectief zijn in het voorkomen van klachten: door tijdige signalering en preventief advies;

  • Voldoende capaciteit: de Nationale ombudsman werkt voortvarend, professioneel en levert kwaliteit. De Nationale ombudsman zorgt voor oplossingen: het levert oplossingen voor individuele klachten en het levert een bijdrage aan de oplossing van structurele behoorlijkheidproblemen;

  • De Nationale ombudsman levert een bijdrage aan de ontwikkeling van behoorlijkheidnormen;

  • Heldere afronding van de politieke besluitvorming: waardoor de Nationale ombudsman in staat is een nieuwe taak uit te voeren;

  • Goede laagdrempelige bekendheid van het instituut: dit bereiken we door succesvolle publieksvoorlichting. De Nationale ombudsman ontvangt daardoor klachten, waarvoor zij bevoegd is om deze te behandelen.

3.5. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3.1 De Nationale ombudsman

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

17 047

15 657

14 761

14 561

14 361

14 330

             

Uitgaven

17 047

15 657

14 761

14 561

14 361

14 330

3.1: Reguliere klachten

15 274

13 884

12 988

12 788

12 588

12 557

3.2: Klachten van lagere overheden

1 773

1 773

1 773

1 773

1 773

1 773

             

Ontvangsten

1 789

1 789

1 789

1 789

1 789

1 789

3.6. Operationele doelstellingen

3.6.1. Het op verzoek van de burgers beoordelen van de behoorlijkheid van het optreden van de departementen, de zelfstandige bestuursorganen, de politie en de overheden van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.

Operationele doelstelling

Motivering Activiteiten 2012

Vanaf 2010 stijgt het aantal klachten. De verwachting van de Nationale ombudsman is dat het aantal klachten de komende jaren licht zal toenemen.

Tabel 3.2
 

realisatie 2009

realisatie 2010

Prognose 2011

prognose 2012

Afgedane klachten

12 222

13 979

14 400

14 500

groei t.o.v. t-1

100%

+14%

+18%

+19%

Inclusief klachtafhandeling t.b.v. decentrale overheden

De burger heeft de mogelijkheid om via de Nationale ombudsman aandacht te vragen voor klachtafhandeling. Steeds meer overheidsorganisaties hebben een goede klachtenprocedure. Daarmee zijn de klachten die door de Nationale ombudsman opgelost moeten worden complex van aard. Ook in 2012 gaat de Nationale ombudsman door met het structureel feedback vragen van mensen die een klacht indienen bij de Nationale ombudsman. Verzoekers wordt op laagdrempelige wijze gevraagd hun mening te geven over hun ervaringen met de Nationale ombudsman. Dit is een belangrijke vorm van terugkoppeling die continu inzicht geeft in de wijze van klachtbehandeling door de Nationale ombudsman. Hierdoor is de Nationale ombudsman in staat de klachtbehandeling steeds weer te optimaliseren.

Prestatie Indicatoren

Tabel 3.3 Meetbare gegevens/kengetallen
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Prognose 2011

Prognose 2012

Klachten buiten werkterrein

Het doel is dat het % klachten buiten werkterrein vanaf 2012 afneemt.

1 598

2 256

2 584

2 350

Klachten voorzien van advies of doorverwijzing

In 2010 was het % klachten afgewikkeld d.m.v. advies of doorverwijzing 58%. Het doel is om dit % vanaf 2011 te laten dalen.

6 630

8 298

8 151

8 150

Klachten in onderzoek genomen

doel is om het aantal klachten in onderzoek vanaf 2012 weer te laten stijgen

4 029

3 757

3 676

3 900

Klachten in onderzoek genomen en waarover rapport is uitgebracht

doel is ongeveer 350 rapporten te schrijven

303

382

357

350

3.6.2. Onderzoek op eigen initiatief

Operationele doelstelling

Het uit eigen beweging instellen van onderzoek naar de behoorlijkheid van overheidsoptreden in structurele kwesties die uitstijgen boven het niveau van individuele verzoekschriften.

Motivering

Het betreft de uitoefening van de bevoegdheid om onderzoek te doen los van ontvangen klachten. Met dit onderzoek beschermt de ombudsman burgers tegen onbehoorlijk overheidsoptreden wanneer die burgers zelf niet of onvoldoende in staat zijn om klachten in te dienen, of wanneer door het onderzoek structurele verbetering kan worden bevorderd.

Activiteiten 2012

Vanaf 2010 worden jaarlijks tussen de 10 en 12 grote onderzoeken afgerond.

Voor 2012 wordt vooralsnog op eenzelfde aantal gerekend. Daarnaast wordt onderzocht of door de inzet van andere instrumenten het mogelijk is een meer gerichte beïnvloeding tot stand te brengen.

3.6.3. Actief voorlichtingsbeleid

Operationele doelstelling

Vindbaar zijn voor mensen die de Nationale ombudsman nodig kunnen hebben. Financiële middelen worden vooral ingezet ten behoeve van kwetsbaren groepen: mensen die gezien hun omstandigheden veel in aanraking kunnen komen met de overheid en die niet goed in staat zijn zelf hun weg te vinden of voor zichzelf op te komen.

Motivering

Burgers uit alle geledingen van de maatschappij moeten weten dat er een Nationale ombudsman is en dat hij klachten over de overheid behandelt. Burgers moeten de Nationale ombudsman ook feitelijk weten te vinden. Daarbij moet voorkomen worden dat zij als gevolg van onbekendheid met de taak van het instituut vergeefs aankloppen. Hoog opgeleiden weten hun weg te vinden. Dat is minder het geval voor laag en middelbaar opgeleiden.

Activiteiten 2012

De Nationale ombudsman heeft een actief publieksvoorlichtingsbeleid. Dat gebeurt langs twee sporen: continu vindbaar zijn voor mensen die naar hem op zoek gaan (online-strategie, website) en acht keer in 2012 massamediaal campagnes (televisiespots, huis-aan-huisbladen, bannering, prerolls). Dit gebeurt op basis van evaluatie van de publieksvoorlichting in 2011. Voor het leveren van meer specifieke informatie wordt gebruik gemaakt van een website voor burgers, een nieuwssite en van nieuwsbrieven voor intermediairs.

Daarnaast wordt via een actieve aanpak van de contacten met de media het werk van de Nationale ombudsman en de uitkomsten van zijn onderzoeken bekend gemaakt. Waar nodig geeft de Nationale ombudsman gevolg aan de wens van de Tweede Kamer zich te mengen in maatschappelijke discussies als hij in een publieke omgeving met gezag kan bijdragen aan de publieke meningsvorming. Daarbij speelt de zichtbaarheid in de media van de Nationale ombudsman een grote rol.

3.6.4. Ondersteunen van ombudsmaninstituten in het buitenland

Operationele doelstelling

Het op initiatief van de Nederlandse regering, de Europese Unie of de Raad van Europa dan wel op verzoek van het betreffende instituut ondersteunen van ombudsman- en vergelijkbare instituten in Midden- en Oost Europa dan wel op verzoek van het betreffende instituut ondersteunen van ombudsman- en vergelijkbare instituten in Midden- en Oost Europa, in de Balkan, in de landen vallende binnen het nabuurschapbeleid en in landen waarmee Nederland historische banden heeft.

Motivering

Het bijdragen aan de vorming van goed bestuur, eerbiediging van mensenrechten en versterking van de rechtsstaat.

Activiteiten 2012

In 2012 worden met name de activiteiten ten behoeve van collega-instituten in toegetreden of toe te treden landen van de Europese Unie opgepakt.

3.6.4a. Ontwikkelen klachtbehandeling Caribisch Nederland Rijk

Operationele doelstelling

Op de eilanden worden klachten over de Rijksoverheid, de politie en het openbaar ministerie op gelijkwaardige wijze behandeld als in het Europese deel.

Motivering

Per 10 oktober 2010 is de Nationale ombudsman bevoegd klachten over de Rijksdienst Caribisch Nederland, de politie en het openbaar ministerie te behandelen.

Activiteiten 2012

Een gespecialiseerd team onderzoekers behandelt de klachten en bouwt ervaring uit. Aandacht hierbij verdienen de geografische ligging van de eilanden, de eigen taal en cultuur en het beperkt aantal inwoners. Uiterlijk bij Voorjaarsnota 2012 zal de structurele financiering worden geregeld.

3.6.4b. klachtbehandeling openbare lichamen Caribisch Nederland

Operationele doelstelling

Inwoners die te maken hebben met de bestuursorganen van de openbare lichamen beschikken over een passende klachtbehandeling.

Motivering

De eilanden moeten voor 10 oktober 2012 beslissen of zij zich bij de Nationale ombudsman aansluiten of zelf een voorziening treffen. Nemen ze geen beslissing dan vallen ze automatisch binnen de bevoegdheid van de Nationale ombudsman. De structurele financiering ligt binnen het Vergoedingenbesluit Decentrale overheden. Herijking van dit besluit wordt in 2011 uitgewerkt en zal per 2012 in werking treden.

Activiteiten 2012

Ondersteunen en waar nodig adviseren van de openbare lichamen bij het opstellen van een klachtenprocedure. Zodoende kan goed bestuur verder ontwikkeld worden op de eilanden.

3.5.5. Het op verzoek van burgers beoordelen van de behoorlijkheid van het optreden van de bij de Nationale ombudsman aangesloten decentrale overheden.

Operationele doelstelling

Motivering

Het betreft de uitvoering van een wettelijke taak.

Activiteiten 2012

Ook voor 2012 wordt rekening gehouden met een stijging van het aantal klachten.

Tabel 3.4
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Prognose 2011

Prognose 2012

Afgedane klachten decentrale overheden:

       

Waterschappen

154

126

180

180

Gemeenten

1 626

1 926

2 062

2 158

Provincies

72

82

82

82

Gemeenschappelijke regelingen

128

166

166

170

Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties

8

14

10

10

Totaal

1 988

2 314

2 500

2 600

De prognose voor 2011 is bijgesteld

Prestatie indicatoren

Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen is ruim 70 % van de gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman. Het percentage deelnemende gemeenten stijgt steeds weer. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door decentrale overheden.

Tabel 3.5 Meetbare gegevens/kengetallen
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Prognose 2011

Prognose 2012

Aantal afgedane/af te wikkelen klachten

1 988

2 314

2 500

2 600

3.6.6. Bevorderen dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties

Operationele doelstelling

Motivering

Het betreft de uitvoering van een wettelijke taak.

Activiteiten 2012

Op 1 april 2011 is de Kinderombudsman van start gegaan met zijn nieuwe taken. Deze zijn het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het instellen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging en het toezicht houden op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.

ARTIKEL 4: KANSELARIJ DER NEDERLANDSE ORDEN
4.1. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen (zie artikelonderdeel 2, decoraties) en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen;

  • in de persoon van de Kanselier der Nederlandse Orden de zuiverheid en waardigheid van de orden bewaakt.

De werkzaamheden die binnen de Kanselarij worden uitgevoerd vloeien direct voort uit de taakomschrijving van de Kanselier der Nederlandse Orden, de taakopdracht aan het Kapittel der Militaire Willems-Orde en aan het Kapittel voor de Civiele Orden.

4.2. Speerpunten 2012

De Kanselarij der Nederlandse Orden neemt een centrale plaats in in het geautomatiseerde proces van de decoratieverlening. Dit komt tot uitdrukking in de webapplicatie Daisy. Met thans meer dan 1 500 gebruikers, van gemeente tot ministerie, zijn alle werkprocessen hierin opgenomen, waarmee Daisy een vitaal object is geworden. Een verdere optimalisering van Daisy blijft evenwel gehandhaafd met daarbij meer de focus op calamiteitenzorg en kostenbeheersing. In dit kader wordt ook aandacht besteed aan de inrichting van een «burgerportaal» waarmee iedere burger direct via het internet een aanvraag kan indienen via het digitale gemeenteloket.

In verband met de ontwikkelingen binnen het Nederlandse decoratiestelsel dient in 2012 ook de website van de Kanselarij der Nederlandse Orden / Kapittel voor de Civiele Orden te worden vernieuwd. De huidige website is 10 jaar oud.

4.3. Context

De Kanselarij der Nederlandse Orden vormt met een aantal instanties een gesloten keten van actoren die leidt tot de (eventuele) toekenning van een Koninklijke onderscheiding of anderszins. Tot deze actoren worden gerekend de gemeenten, de provincies, het Kapittel voor de Civiele Orden, het Kapittel der Militaire Willems-Orde, de ministeries alsmede de verschillende diplomatieke posten – verspreid over de continenten – van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De relatie tussen de actoren is in bestuurlijke zin hiërarchisch van aard (van lokale overheid naar Rijksoverheid) waarin de Kanselarij der Nederlandse Orden enerzijds een intermediaire doch anderzijds een sterk administratief ondersteunende en beherende rol vervult naar de ministeries in totaliteit.

4.4. Succesfactoren

De Kanselarij der Nederlandse Orden kent een aantal risico’s in de taakuitvoering dat van invloed zou kunnen zijn op de resultaten. Een belangrijke factor is het totaal te verwerken aantal decoratieaanvragen van Koninklijke en niet-Koninklijke onderscheidingen op jaarbasis. Dit is in belangrijke mate van invloed op de benodigde formatie, bedrijfsvoering en aanschaf van versierselen.

Naast de voornoemde bedrijfseconomische factoren zijn er nog factoren van mogelijk politieke of burgerlijke aard die van invloed kunnen zijn op de resultaten waarop de Kanselarij der Nederlandse Orden zelf geen directe invloed heeft.

4.5. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4.1 Kanselarij der Nederlandse Orden

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

3 655

3 485

3 333

3 421

3 321

3 287

             

Uitgaven

3 655

3 485

3 333

3 421

3 321

3 287

4.1: Apparaat

1 901

1 802

1 703

1 703

1 603

1 569

4.2: Decoraties

1 749

1 678

1 625

1 713

1 713

1 713

4.3: Riddertoelagen

5

5

5

5

5

5

             

Ontvangsten

29

29

29

29

29

29

4.6. Operationele doelstellingen

Verstrekking van versierselen

Operationele doelstelling 1

Motivering

De afdeling Facilitaire Zaken is belast met de aanschaf, beheer en verstrekking van de versierselen behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast vragen de Politiekorpsen en Brandweerkorpsen hun medailles (waaronder O.O.V.) en oorkonden aan.

  • uitlevering van versierselen, doorlopend;

  • uitlevering van trouwe dienst medailles KL/Klu/Mar, doorlopend;

  • uitlevering van vrijwilligersmedailles en jaartekens, doorlopend;

  • uitlevering van officiersdienstkruizen, doorlopend;

  • uitlevering van trouwe dienst medailles Politie/KLPD, doorlopend;

  • uitlevering van overige versierselen, doorlopend.

Activiteiten 2012

Prestatie indicatoren

 

2007–2008

2008–2009

2009–2010

2010–2011

2011–2012

Totaal ingediend

6 500

6 300

6 928

5 762

1

Niet decorabel

650

630

463

422

1

Verstrekking Versierselen 2

5 850

5 670

6 465

5 340

1

X Noot
1

Gegevens nog niet bekend.

X Noot
2

Basiswaarde: gemiddeld 10 000–12 000 stuks (versierselen) per jaar, aangezien de inputcijfers van de politiekorpsen thans nog niet voorhanden zijn, is een schatting moeilijk en weinig zinvol. De bedoelde cijfers komen overigens wel bovenop de eerdergenoemde 12 000 stuks.

Relevante beleidsnota’s/kamerstukken/wetsartikelen

Archiefwet 1995, Basis Selectie Document, Documentair Structuurplan KNO, Informatiebeleidsplan, Functioneel en Technisch Ontwerp Dekor II en Daisy. Besluit van 7 maart 2006, houdende instelling van de medaille voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie (stbl. 2006, 165)

Interne behandeling van decoratievoorstellen

Operationele doelstelling 2

Motivering

De afdeling Toetsing & Advisering (T&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. De afdeling Facilitaire Zaken (FZ) verricht ondersteunende werkzaamheden.

H.M. de Koningin ondertekent het Koninklijk Besluit (KB) waarna de Minister die het aangaat dit contrasigneert. De ontvangst van een exemplaar van dit KB is voor de Kanselarij der Nederlandse Orden de legitimering (opdracht) om het versiersel met toebehoren uit te geven aan het betrokken ministerie.

  • Procedurele controle en registratie van decoratievoorstellen (FZ);

  • Splitsing van voorstellen op Algemene en Bijzondere Gelegenheid (FZ en T&A);

  • Inhoudelijke beoordeling en toetsing van voorstellen alsmede het prepareren en uitbrengen van preadviezen ten behoeve van het Kapittel voor de Civiele Orden (T&A);

  • Het omzetten van het preadvies naar definitief advies en het verzenden naar de minister die het aangaat (T&A en FZ).

Activiteiten 2012

Prestatieindicatoren

Basiswaarde: gemiddeld 5 500 preadviezen;

Streefwaarde: gemiddeld 6000/6300 preadviezen;

Realisatie: eind februari/begin maart van het lopende decoratiejaar (1 mei–30 april).

Evaluatie onderzoek

De activiteiten van het Kapittel voor de Civiele Orden, het Kapittel der Militaire Willems-Orde worden in het reguliere jaarverslag nader verwoord.

ARTIKEL 6: KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA
6.1. Algemene doelstelling

De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het kabinet een afgeleide van de wettelijke taken en bevoegdheden van de Gouverneur.

6.2. Speerpunten 2012

Het jaar 2012 is voor het kabinet het jaar van consolidatie. Daarom worden er geen bijzondere speerpunten voorzien.

6.3. Context

De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Aruba als in relatie tot het Koninkrijk brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van de overheid contacten worden onderhouden met ministeries en instellingen in Nederland en Aruba en incidenteel daarbuiten.

Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst [IND] en het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties [BPR] en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Lokaal werkt het kabinet intensief samen met de vreemdelingendienst van Aruba, Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (DIMAS), Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregisteren [BBSB] het Openbaar Ministerie. Genoemde diensten maken onderdeel uit van de vreemdelingenketen en spelen een belangrijke rol in het naturalisatieproces.

De samenwerking met BBSB krijgt tevens vorm in het kader van de paspoortuitgifte aan ingezetenen van Aruba

6.4. Succesfactoren

Binnen het kabinet dient sprake te zijn van een mix van generalistische en specialistische kennis en ervaring met bestuur aangelegenheden en uitvoering van wettelijke taken.

De beperkte omvang van het kabinet brengt met zich mee dat de vereiste expertise en adviescapaciteit niet altijd beschikbaar is. Enige flexibiliteit bij de inzet van derden is daarom aangewezen. Dit geldt zowel voor facilitaire zaken als voor specialistisch deskundig advies.

Bij de meeste uitvoerende processen is het kabinet afhankelijk van de informatie die door landsdiensten wordt verstrekt. De bereidheid tot en de mate van samenwerking alsmede de beschikbare capaciteit bij die diensten is daarom mede bepalend voor het resultaat.

6.5. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6.1 Kabinet van de Gouverneur van Aruba

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

2 127

1 832

1 832

1 732

1 732

1 741

             

Uitgaven

2 127

1 832

1 832

1 732

1 732

1 741

6.1: Apparaat

2 127

1 832

1 832

1 732

1 732

1 741

             

Ontvangsten

150

60

60

60

60

60

6.6. Operationele doelstellingen

6.6.1. Ondersteuning van de Gouverneur

Operationele doelstelling

Het kabinet signaleert en analyseert politiek bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur daarover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering van de Gouverneur.

Motivering

De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is er op gericht dat deze zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan optimaal kan vervullen.

Activiteiten 2012

Het kabinet bereidt overleggen, ontvangsten en werkbezoeken voor en stelt in dat kader adviezen op en begeleidt genoemde activiteiten.

6.6.2. Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

Operationele doelstelling

Het kabinet bereidt de toetsing voor van landsverordeningen en landsbesluiten en adviseert de Gouverneur over de verdere afdoening.

Motivering

De Gouverneur bekrachtigt als hoofd van de Arubaanse regering landsverordeningen en landsbesluiten. Aan de Gouverneur voorgedragen landsverordeningen en landsbesluiten worden getoetst aan de Staatsregeling, Rijkswetgeving, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen, als ook aan de wetgeving en het beleid van Aruba.

Activiteiten 2012

Naar verwachting zullen circa 40 Landsverordeningen en circa 3 000 Landsbesluiten ter ondertekening worden aangeboden. In voorkomende gevallen zal daarover nader overleg over worden gevoerd dan wel over worden gecorrespondeerd.

6.6.3. Uitvoeringstaken

Operationele doelstelling

Het kabinet voert namens de Gouverneurs taken uit die aan hem zijn opgedragen op grond van de diverse Rijkswetten en -regelingen.

Motivering

De Gouverneur is belast met de uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet, de Paspoortuitvoeringsregeling Caribische landen en de visuminstructies van de Minister van Buitenlandse zaken.

Activiteiten 2012

Naar verwachting zullen circa 300 reisdocumenten en 150 visa worden uitgegeven. Verder zullen omstreeks 300 naturalisatie- en optieverzoeken in behandeling worden genomen. Tevens zal in circa 30 zaken op verzoek van de IND een hoorzitting worden gehouden in bezwaarzaken naturalisatie. Daarnaast is de verwachting dat in een aantal optie- en paspoortzaken bezwaar- en beroepsprocedures zullen worden gevoerd.

6.6.4. Paspoortuitgifte aan ingezetenen Aruba

Operationele doelstelling

Bij de uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba werkt het kabinet samen met BBSB.

Motivering

De Gouverneur is verantwoordelijk voor de uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba. De uitvoering heeft hij op basis van een zekere taakverdeling gemandateerd aan BBSB en aan het kabinet, teneinde een kwaliteitsslag bij BBSB te bevorderen en te ondersteunen.

Activiteiten 2012

De samenwerking van het kabinet met BBSB wordt voortgezet. Daarbij worden circa 14 000 paspoortaanvragen afgehandeld.

ARTIKEL 7: KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN CURAÇAO
7.1. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het Kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden.

7.2. Speerpunten 2012

Het werkaanbod wordt bepaald door externe factoren (agenda van de Gouverneur), staatsstukken vanuit de Ministeries, verzoekschriften van burgers etc. Eigen speerpunten zijn hierdoor niet op voorhand aanwijsbaar.

7.3. Context

De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het Kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Curaçao, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. De relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint Maarten zijn verder geïnstitutionaliseerd.

Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het Kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Curaçao werkt het Kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van Ministers, het Openbaar Ministerie en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Curaçao heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Kranchi).

7.4. Succesfactoren

De meest relevante omgevingsfactor is de omvang van de externe vraag naar dienstverlening door het Kabinet (consulaire zaken, waaronder de verlening van visa voor Nederland, Caribisch Nederland en het Schengengebied, en de justitiële zaken met betrekking tot de verlening van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie) en het beroep op de Gouverneur van Curaçao om als orgaan van het Koninkrijk toezicht te houden op bestuursdaden van de raad van Ministers in de diverse werkterreinen van de overheid.

De beperkte omvang van het Kabinet brengt met zich mee dat de vereiste expertise en adviescapaciteit niet altijd beschikbaar is. Enige flexibiliteit bij de inzet van derden is daarom aangewezen. Bij de een aantal consulaire en justitiële processen is het Kabinet afhankelijk van de informatie die door landsdiensten wordt verstrekt. De kwaliteit en de bereidheid tot en de mate van samenwerking is daarom bepalend voor het resultaat.

7.5. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7.1 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

2 948

2 830

2 730

2 730

2 630

2 642

             

Uitgaven

2 948

2 830

2 730

2 730

2 630

2 642

7.1 Apparaat

2 948

2 830

2 730

2 730

2 630

2 642

             

Ontvangsten

200

200

200

200

200

200

7.6. Operationele doelstellingen

7.6.1. Ondersteuning van de Gouverneur

Operationele doelstelling 1

Het Kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het gaat hierbij om een veelheid aan onderwerpen, van belastingwetgeving tot constitutionele verhoudingen, van armoedebeleid tot budgetdiscipline, van privatisering tot NGO-beleid. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering van de Gouverneur.

Motivering

De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.

7.6.2. Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

Operationele doelstelling 2

De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van Rijkswetten, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen. In verband hiermee bereidt het Kabinet de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-)regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur

Motivering

Aangeboden stukken worden tijdig en in correcte vorm aan de Gouverneur ter tekening of ter goedkeuring voorgelegd.

7.6.3. Uitvoeringstaken

Operationele doelstelling 3

Uit enkele verdragen en Rijkswetten vloeit voort, dat de Gouverneur de uitvoering daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Wet op Naturalisatie en Optie, en de Paspoortwet en – voor wat betreft de uitgifte van visa – het Verdrag van Schengen. Het Kabinet bereidt de afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken, verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen.

Motivering

Aanvragen voor naturalisatie en/of optie, paspoorten en visa worden volgens de geldende voorschriften behandeld. Op de uitgifte van paspoorten door het land Curaçao wordt actief toezicht gehouden.

ARTIKEL 8: KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN SINT MAARTEN
8.1. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als orgaan van het Koninkrijk. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden.

8.2. Speerpunten 2012

Na de bouwfase in 2010 en 2011 kan in 2012 het Kabinet conform de wettelijke en constitutionele opdracht acteren. Het werkaanbod wordt naast het consulaire werk voor een belangrijk deel bepaald door de agenda van de Gouverneur, inkomende stroom uit de diverse ministeries, verzoekschriften van burgers, bezwaar en beroepsschriften van ambtenaren. Het Kabinet is in die zin afhankelijk van dat proces zonder verdere beleidsruimte.

8.3. Context

De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het Kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Curaçao zijn verder geïnstitutionaliseerd.

Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het Kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten werkt het Kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van Ministers, het Openbaar Ministerie en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken(Census).

8.4. Succesfactoren

De meest relevante omgevingsfactor is de omvang van de externe vraag naar dienstverlening door het Kabinet (consulaire zaken, waaronder de verlening van visa voor Nederland, de BES-eilanden en het Schengengebied, en de justitiële zaken met betrekking tot de verlening van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie ) en het beroep op de Gouverneur van Sint Maarten om als orgaan van het Koninkrijk toezicht te houden op bestuursdaden van de raad van Ministers in de diverse werkterreinen van de overheid.

De beperkte omvang van het Kabinet brengt met zich mee dat de vereiste expertise en adviescapaciteit niet altijd beschikbaar en is daarom op de inzet van derden is aangewezen.

Bij de een aantal consulaire en justitiële processen is het Kabinet afhankelijk van de informatie die door landsdiensten wordt verstrekt. De kwaliteit en de bereidheid tot en de mate van samenwerking is daarom bepalend voor het resultaat.

8.5. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8.1 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

2 335

1 886

1 817

1 717

1 717

1 647

             

Uitgaven

2 335

1 886

1 817

1 717

1 717

1 647

8.1 Apparaat

2 335

1 886

1 817

1 717

1 717

1 647

             

Ontvangsten

70

70

70

70

70

0

8.6. Operationele doelstellingen

8.6.1. Ondersteuning van de Gouverneur

Operationele doelstelling 1

Het Kabinet signaleert en analyseert politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur daarover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter ondersteuning en advisering van de Gouverneur.

Motivering

De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur in de vorm van het Kabinet van de Gouverneur is er op gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en als Koninkrijksorgaan op optimale wijze kan vervullen. In algemene zin wordt de Gouverneur primair door senior jurist en directeur ondersteunt. Het schrijven van toespraken, het verzamelen van bestuurlijk voorinformatie en bijvoorbeeld het voorbereiden van buitenlandse bezoeken wordt mede door directeur en senior jurist verzorgd. De directeur vergezeld de Gouverneur bij buitenlandse reizen. De adjudant is verantwoordelijk voor agendering, beveiliging en begeleiding van de Gouverneur.

8.6.2. Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

Operationele doelstelling 2

Motivering

Bij het voorbereidend proces rond Landswetgeving heeft de Gouverneur, naast de directeur de beschikking over een senior jurist. Het Kabinet draagt bij aan de rechtsstatelijkheid binnen het land Sint Maarten. Aangeboden stukken worden voorzien van juridisch en bestuurlijke adviezen en aangeboden aan de Gouverneur.

8.6.3. Uitvoeringstaken

Operationele doelstelling 3

In enkele verdragen en Rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het Kabinet zorgt voor afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur, geeft namens de Gouverneur paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert naturalisatieverzoeken, neemt de leges in ontvangst en geleidt de naturalisatieverzoeken door, organiseert de naturalisatieceremonies en beoordeelt aanvragen voor toestemming voor schepen en luchtvaartuigen die het Sint Maartense deel van territorium van het Koninkrijk doorkruizen of willen bezoeken.

Motivering

Aanvragen voor paspoorten en visa worden volgens vaste procedures en wettelijke bepalingen behandeld. Voorts is op landsniveau de paspoortuitgifte van de burgeradministratie onder toezicht gesteld van de Gouverneur. Hiertoe is een Vertegenwoordiger van de Gouverneur bij de Burgeradministratie geplaatst.

8.6.4. Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint Maarten

Operationele doelstelling 4

De Gouverneur houdt het mandaat tot uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten aan zich totdat de Burgeradministratie van Sint Maarten, waar de uitgifte tot 10.10.10 werd verricht, zodanig is geprofessionaliseerd dat ondermandaat aan het land Sint Maarten (en de uitvoering door de Burgeradministratie) verantwoord is. In de concrete uitwerking betekent dit dat met name de uitgifte van de paspoorten bij de Burgeradministratie onder verantwoordelijkheid van het Kabinet geschiedt.

Motivering

Door de commissie Toetsing Overheidsapparaten voor onder meer Sint Maarten is twijfel geuit over de juistheid van de gegevens in de basisadministratie persoonsgegevens zoals in beheer bij de afdeling Burgerzaken van Sint Maarten. Door Sint Maarten is een plan van aanpak gemaakt welke onder meer moet leiden tot de opschoning van de basisadministratie persoonsgegevens. Gelet op voorgaande heeft de Gouverneur nog geen mandaat verleend om namens hem besluiten te nemen omtrent de verstrekking van nationale paspoorten.

2.2 Het niet-beleidsartikel

ARTIKEL 10: NOMINAAL EN ONVOORZIEN
10: Nominaal en onvoorzien

(in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

996

595

464

656

637

634

             

Uitgaven

996

595

464

656

637

634

10.1: Loonbijstelling

470

439

421

416

406

404

10.2: Prijsbijstelling

526

163

151

251

246

245

10.3: Onvoorzien

0

– 7

– 108

– 11

– 15

– 15

             

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0


X Noot
2

De Grondwet kent de term Hoog College van Staat niet. Alleen in de Comptabiliteitswet wordt deze term gebruikt. In die wet worden ook de beide Kamers der Staten-Generaal gerekend tot de Hoge Colleges van Staat.

Naar boven