33 000 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2012

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2012

Op 29 november 2011 (Kamerstuk 33 000 B, nr. 5) heeft mijn ambtsvoorganger een brief aan u gezonden betreffende het onderzoek cluster Educatie en het gemeentefonds. In deze brief is het verschil gemeld tussen de feitelijke uitgaven en het bedrag waarmee bij de verdeling van het gemeentefonds rekening wordt gehouden voor het cluster Educatie en de beide subclusters hierbinnen. Voor het totale cluster, inclusief de vier grote steden, is gemeld dat het verschil € 315 miljoen euro bedraagt (gemeenten geven minder uit dan waar in het gemeentefonds mee wordt gerekend). Voor het subcluster onderwijshuisvesting bedroeg het gemelde verschil € 150 miljoen en voor overige educatie € 165 miljoen. Ook in de brief van mijn collega van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen van 16 maart 2012 (Kamerstuk 31 289, nr. 118) betreffende «Onderwijshuisvesting en het gemeentefonds» wordt melding gemaakt van deze getallen.

Na een controle van de cijfers in overleg met het onderzoeksbureau is gebleken dat de genoemde getallen in de brieven niet correct zijn. Het totale verschil tussen de feitelijke uitgaven en het bedrag waarmee bij de verdeling van het gemeentefonds rekening wordt gehouden voor het cluster Educatie blijkt € 8 miljoen hoger te zijn, namelijk € 323 miljoen inclusief de vier grote steden. Voor het subcluster onderwijshuisvesting wordt het verschil € 256 miljoen en voor overige educatie bedraagt het verschil € 67 miljoen. De verschillen worden met name veroorzaakt doordat in het onderzoek de ingroeiregeling kapitaallasten van het voortgezet onderwijs niet op de juiste manier in de berekeningen was meegenomen.

In onderstaande tabel wordt een cijfermatige samenvatting gegeven van de verschillen.

Tabel 1: Samenvatting cluster Educatie
 

Subcluster Onderwijshuisvesting

Subcluster Overige Educatie

Totaal

Cluster Educatie excl. G41 voor correctie

1 308 mln.

849 mln.

2 157 mln.

Cluster Educatie excl. G4 na correctie

1 393 mln.

765 mln.

2 157 mln.

Cluster Educatie incl. G4 na correctie

1 663 mln.

909 mln.

2 572 mln.

Verschil cluster en feitelijke uitgaven voor correctie

150 mln.

165 mln.

315 mln.

Verschil cluster en feitelijke uitgaven na correctie

256 mln.

67 mln.

323 mln.

X Noot
1

De vier grote steden. Deze bedragen waren opgenomen in de brief van 16 maart 2012 van de minister van OCW.

Aangezien ik waarde hecht aan het verstrekken van de juiste informatie aan uw Kamer, stel ik u hiervan op de hoogte.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Naar boven