32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd voortgezet onderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 7 oktober 2011

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

Blz.

   

1. Inleiding

1

2. Aanleiding

2

3. Inhoud van het wetsvoorstel

3

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van verschillende onderwijswetten in verband met samenwerking tussen onbekostigd voortgezet onderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo). De genoemde leden spreken hun steun uit voor het besluit de wetgeving in overeenstemming te brengen met de bestaande praktijk dat 16- en 17-jarigen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs aan een niet-bekostigde instelling onderwijs volgen. Het onbekostigde onderwijs kan, zoals de regering terecht stelt, net als het bekostigde onderwijs een bijdrage leveren aan ondermeer de kabinetsdoelstelling om het aantal voortijdig schoolverlaters terug te dringen. De leden zien aanleiding tot het stellen van vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij vinden dat het belang van de leerling voorop dient te staan en als een leerling beter via het vavo aan een diploma kan worden geholpen, dan mag dat niet stuiten op onnodige belemmeringen in de regelgeving. Kan de regering toelichten hoe het wetsvoorstel voorkomt dat onbekostigde onderwijsinstellingen leerlingen overplaatsen op het vavo niet in het belang van de leerling, maar in het belang van de instelling, bijvoorbeeld om met de examenresultaten voor de Inspectie met een fraaier beeld tevoorschijn te komen?

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel «Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd voortgezet onderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs». Dit wetsvoorstel betreft de uitbesteding van leerlingen van een onbekostigde school voor voortgezet onderwijs naar het onbekostigde voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. De leden van de fractie kunnen zich in dit wetsvoorstel vinden. Deze wet biedt 16- en 17-jarigen van het voortgezet onderwijs (vo), welke een schooljaar over moeten doen, de mogelijkheid samen met de vo-school de afweging te maken of de leerling het volledige laatste leerjaar overdoet op de vo-school of dat het beter is om alleen de onvoldoende vakken over te doen aan de vavo-instelling. De leden zijn van mening dat dit wetsvoorstel recht doet aan deze groep van leerlingen welke behoefte hebben aan een andere onderwijsomgeving dan de vo-school, om uiteindelijk hun vo-carrière af te sluiten met een diploma.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben hierover enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorgestelde wijzigingen in de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs. Deze leden zien aanleiding tot het stellen van enkele vragen.

2. Aanleiding

De leden van de SP-fractie vragen of het verstandig is om de bevoegdheden van onbekostigd onderwijs uit te breiden nu de kwaliteit van de examens ter discussie staat. De onderwijsinspectie doet onderzoek naar de kwaliteit van de schoolexamens van het privéonderwijs omdat leerlingen hierop vaak hogere cijfers halen dan op het centraal examen. In de brief van 14 april 20092 schreef de regering al dat onbekostigde vavo-instellingen zich niet aan de regels houden. Is sindsdien nog een breed onderzoek gedaan naar het onbekostigde volwassenenonderwijs? Wat was hiervan de uitkomst? Is ondertussen voldoende duidelijkheid over het hebben van een passende aanwijzing of toestemming voor het afnemen van examens vo bij deze instellingen? Voldoen zij aan de wettelijke vereisten die gelden voor de betrokken licentie? Zo neen, aan welke wettelijke vereisten wordt niet voldaan door alle instellingen? Hoe groot zijn de verschillen tussen de cijfers voor het schoolexamen en het centrale examen nu bij deze instellingen, zo vragen de leden van genoemde fractie. Een aantal niet-bekostigde scholen voor volwassenenonderwijs accepteert nu al leerlingen jonger dan 18 jaar. Welke sanctie volgt hierop? In hoeverre legaliseert deze wet datgene dat eerst niet mocht maar toch gebeurde? Is het nu al mogelijk voor niet-bekostigde vo-scholen om leerlingen uit te besteden aan een bekostigde vavo-instelling? Hoe vaak gebeurt dit? Wat is dan nog de toegevoegde waarde om ook te kunnen uitbesteden aan onbekostigd vavo? In de brief van 14 april 2009 is gedreigd met handhaving van de wet binnen twee jaar, indien niet-bekostigde scholen voor volwassenenonderwijs zich niet volledig aan de wettelijke en andere voorschriften houden. Voldoen al deze instellingen inmiddels hieraan? Hoeveel instellingen niet? Is inmiddels overgegaan tot handhaving? Hoeveel en welke sancties zijn opgelegd? Indien door scholen niet is voldaan aan alle voorschriften en vanuit het ministerie niet is gehandhaafd, waarom niet?

3. Inhoud van het wetsvoorstel

Volgens de leden van de VVD-fractie kan uitbesteding van leerlingen naar voortgezet algemeen volwassenenonderwijs op vier manieren plaatsvinden. Ten eerste:van bekostigd voortgezet onderwijs naar bekostigd voortgezet algemeen volwassenenonderwijs(bij wet geregeld). Ten tweede: van bekostigd voortgezet onderwijs naar onbekostigd voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Ten derde: van onbekostigd voortgezet onderwijs naar bekostigd voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Ten vierde: van onbekostigd voortgezet onderwijs naar onbekostigd voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.

Het wetsvoorstel beoogt formeel de uitbesteding van leerlingen uit het niet-bekostigd voortgezet onderwijs naar het niet-bekostigde voortgezet algemeen volwassenenonderwijs te regelen conform het vierde punt. Hoe is de uitbesteding in het geval van de tweede en derde wijze bij wet geregeld, zo vragen de leden van genoemde fractie. Is de zogenaamde Rutte-regeling van toepassing op de leerlingen die vanuit het niet-bekostigd voortgezet onderwijs worden uitbesteed naar een niet bekostigde vavo-instelling? Zo nee, zal de Rutte-regeling van toepassing worden verklaard, zo vragen de leden van genoemde fractie?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan toelichten hoe het wetsvoorstel voorkomt dat onbekostigde onderwijsinstellingen leerlingen overplaatsen op het vavo niet in het belang van de leerling, maar in het belang van de instelling, bijvoorbeeld om met de examenresultaten voor de Inspectie met een fraaier beeld tevoorschijn te komen?

De leden van de PVV-fractie constateren dat het bevoegd gezag van een vo-school leerlingen mag laten deelnemen aan een opleiding verzorgd door een vavo-instelling, als de leerling volgens het bevoegd gezag meer kans heeft op het halen van een vo-diploma als hij het onderwijs aan de vavo-instelling volgt. De vo-school bepaalt in overleg met de leerling of deze meer gebaat is bij een opleiding aan een vo-school of bij een opleiding aan een vavo-instelling door middel van uitbesteding. Doorgaans zal het gaan om leerlingen die gezakt zijn voor het eindexamen. De leden vragen of de regering kan toelichten op grond van welke argumenten deze groep van leerlingen een vavo-instelling verkiezen boven de vo-school. Erkent de regering het signaal uit het onderwijsveld dat de manier van onderwijs aanbieden op een vavo-instelling beter past bij een bepaalde groep leerlingen, zo vragen de leden van de genoemde fractie? Zo ja, kan de regering toelichten welke consequenties dit heeft voor het vo-onderwijs op het gebied van onderwijskwaliteit?

De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze de ouders van de betrokken leerling worden betrokken bij het besluit de leerling aan het onbekostigde voortgezet algemeen volwassenenonderwijs uit te besteden? Op welk punt worden deze ouders geïnformeerd over het voornemen tot uitbesteden? De leden vragen hoe lang de leerlingen uitbesteedt kunnen worden aan het onbekostigde voortgezet algemeen volwassenenonderwijs?

De voorzitter van de commissie,

Van Bochove

De adjunct-griffier van de commissie,

Thomassen


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Ham, B. van der (D66), Bochove, B.J. van (CDA), voorzitter, Miltenburg, A. van (VVD), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Bosma, M. (PVV), Dijk, J.J. van (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Dibi, T. (GL), Wolbert, A.G. (PvdA), ondervoorzitter, Biskop, J.J.G.M. (CDA), Smits, M. (SP), Elias, T.M.Ch. (VVD), Beertema, H.J. (PVV), Dijkstra, P.A. (D66), Jadnanansing, T.M. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Dijkgraaf, E. (SGP), Çelik, M. (PvdA), Lucas, A.W. (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV), Klaver, J.F. (GL), Liefde, B.C. de (VVD) en Werf, M.C.I. van der (CDA).

Plv. leden: Koşer Kaya, F. (D66), Ferrier, K.G. (CDA), Burg, B.I. van der (VVD), Schouten, C.J. (CU), Dille, W.R. (PVV), Kooiman, C.J.E. (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Peters, M. (GL), Dam, M.H.P. van (PvdA), Haverkamp, M.C. (CDA), Wit, J.M.A.M. de (SP), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Mos, R. de (PVV), Pechtold, A. (D66), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Klijnsma, J. (PvdA), Staaij, C.G. van der (SGP), Hamer, M.I. (PvdA), Harbers, M.G.J. (VVD), Gerbrands, K. (PVV), Sap, J.C.M. (GL), Lodders, W.J.H. (VVD) en Rouwe, S. de (CDA).

X Noot
2

Kamerstuk 31 289, nr. 58.

Naar boven