Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2022
Tijdens het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 30 juni 2022 zijn door het lid Agnes
Mulder vragen gesteld over nulmetingen aan gebouwen in relatie tot de afhandeling
van schade door zoutwinning in Harlingen. Ik heb toegezegd uw Kamer hier voorafgaand
aan het tweeminutendebat op 6 juli 2022 over te informeren. Met deze brief doe ik
deze toezegging gestand.
Sinds september 2020 wordt er door Frisia Zout B.V. zout gewonnen onder de Waddenzee
door middel van een schuine boring vanuit Harlingen. Bewoners en kleine bedrijven
die mogelijk schade hebben aan hun woning of gebouw door bodembeweging als gevolg
van de zoutwinning kunnen dit melden bij de onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade.
De Commissie Mijnbouwschade ontzorgt bewoners en kleine bedrijven bij het afhandelen
van schade, doordat zij de schade alleen maar hoeven te melden. De Commissie Mijnbouwschade
doet onderzoek naar de oorzaak en omvang van de schade en neemt daarmee de bewijslast
van de schademelders over. Bewoners hoeven daardoor niet zelf aan te tonen dat hun
schade het gevolg is van bodembeweging door zoutwinning.
In de pilot Harlingen zijn door Frisia Zout B.V., provincie Fryslân, gemeente Harlingen
en Stichting Bescherming Historisch Harlingen afspraken gemaakt over een aanvullend
meetnetwerk, naast de metingen die voorgeschreven zijn vanuit de Mijnbouwwet. Vanuit
de Mijnbouwwet is voor elke mijnbouwactiviteit een meetplan voorgeschreven waar de
metingen voor bodembeweging staan beschreven. Dit meetplan wordt jaarlijks herzien
en Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) houdt hier toezicht op. In het kader van deze
pilot worden er onder meer met tiltsensoren metingen aan gebouwen verricht. Met tiltsensoren
kan de scheefstand van gebouwen worden gemeten. Aangezien de metingen gestart zijn
voordat de zoutwinning begon, hebben deze metingen de nulsituatie vastgelegd. Bewoners
en een meerderheid van provinciale staten Fryslân pleitten ervoor dat de Commissie
Mijnbouwschade deze meetgegevens van de nulsituatie meeneemt bij de afhandeling van
schades door bodembeweging als gevolg van de zoutwinning in Harlingen.
Nulmetingen kunnen behulpzaam zijn om vast te stellen of er sinds de nulmeting bewegingen
hebben plaatsgevonden onder een gebouw waardoor schade kan zijn ontstaan. Met nulmetingen
kan echter geen causaal verband tussen schade en een mijnbouwactiviteit vast worden
gesteld. Scheefstand van gebouwen kan ook door andere oorzaken ontstaan, zoals natuurlijke
bodemdaling of doorbuiging van onderliggende constructie. Om de relatie tussen de
schade en bodembeweging door zoutwinning vast te stellen, kijkt de Commissie Mijnbouwschade
naar de invloed van bodembeweging die zoutwinning heeft veroorzaakt. De Commissie
maakt daarbij gebruik van meetgegevens over diepe bodemdaling en kijkt daarbij ook
naar de mogelijke invloed van diepe bodemdaling op vervormingen van het aardoppervlak
en de grondwaterstand. Ook kijkt de Commissie naar de door KNMI gemeten aardbevingen.
De metingen van het KNMI laten de sterkte zien van de trillingen die aardbevingen
in bepaalde gebieden hebben veroorzaakt. De Commissie kijkt op basis van deze gegevens
en modellen of er een verband is tussen de invloed van mijnbouwactiviteiten in de
diepe ondergrond en de gemelde schade. Ook wordt gekeken naar eventuele invloeden
op het gebouw, vanuit de ondiepe ondergrond en de omgeving. Bodemdalingsmetingen en
seismische metingen worden standaard toegepast in Nederland, dus ook voorafgaand aan
nieuwe mijnbouwactiviteiten. Daarmee wordt er ook standaard een nulmeting van de bodembeweging
in gebieden waar mijnbouwactiviteiten plaatsvinden verricht.
De Commissie Mijnbouwschade zal bij meldingen van mogelijke schade door bodembeweging
als gevolg van zoutwinning in Harlingen gebruik maken van alle gegevens die bekend
zijn, waaronder de bodemdalingsgegevens en gegevens van het seismisch meetnetwerk
KNMI alsook de nulmetingen door tiltsensoren, foto’s of andere informatie uit de pilot
Harlingen. De Commissie is onlangs al in gesprek geweest met Stichting Bescherming
Historisch Harlingen. Na de zomer zal ook ik in gesprek gaan met bewoners uit Harlingen
over dit onderwerp en ik zal daarbij ook de Commissie Mijnbouwschade uitnodigen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief