32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 452 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2018

De positie van vakantieparken in het kader van toerisme, ondermijning en wonen kan op grote maatschappelijke aandacht rekenen. Het onderwerp staat duidelijk op mijn netvlies en heeft zowel onder de noemer «Toekomstbestendig wonen» als onder de titel «Ondermijning» een plaats gekregen in het Interbestuurlijk Programma. Uw Kamer stelde recentelijk ook Kamervragen over vakantieparken. De beantwoording van de vragen van lid Kops (PVV) vindt u in de bijlage (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 775). Met deze brief informeer ik u verder over het onderzoek naar permanente bewoning van vakantieparken dat ik uw Kamer heb toegezegd. Tot slot informeer ik u over de actie-agenda vakantieparken die op 29 november zal worden gepresenteerd.

Onderzoek permanente bewoning op vakantieparken

Door de druk op de woningmarkt lijkt de huisvestingsvraag soms op informele wijzen te worden vervuld. Daarom heb ik, samen met het programma Vitale Vakantieparken Veluwe, Platform31 opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de bewoners van vakantieparken. Het doel van het onderzoek was om een beter inzicht te krijgen in de aard en omvang van bewoning van vakantieparken. Dat er bewoning op vakantieparken plaats vindt is al langere tijd bekend. Wie daar precies wonen en waarom zijn vragen die tot nog toe onbeantwoord zijn gebleven. Het onderzoek «Wonen in de luwte» geeft naast een indicatie van het aantal mensen, ook meer duiding bij de reden van vestiging en de huisvestingsbehoefte van deze bewoners. Een sluitend antwoord op het aantal mensen dat exact permanent op vakantieparken verblijft geeft het echter niet. Het resultaat hiervan vindt u bijgevoegd bij deze brief1.

Hoewel het onderzoek waardevolle informatie oplevert, is het van belang om zorgvuldig met de uitkomsten om te gaan. In het onderzoek is slechts in een beperkt deel van Nederland, op een beperkt aantal parken, met een beperkt aantal bewoners gesproken. Daarnaast zijn door de gemaakte keuzes bij het selecteren van de parken en de gekozen onderzoeksmethode mogelijk selectie-effecten ontstaan. Bewoners van vakantieparken zijn niet allemaal even goed benaderbaar voor deelname aan een dergelijk onderzoek. Dit kan doordat zij slechts beperkt aanwezig zijn of omdat zij niet mee willen werken. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor kwetsbare mensen, die wellicht wantrouwend tegenover de overheid staan, of criminelen, die niet gevonden willen worden.

Desalniettemin levert het onderzoek veel inzichten op ten aanzien van de groep bewoners op vakantieparken. Op basis van de interviews met verschillende gemeenten en andere sleutelfiguren, het gebruik van beschikbare data zoals de BRP en de interviews die op de parken zelf zijn uitgevoerd hebben de onderzoekers een educated guess kunnen maken van het aantal bewoners dat op vakantieparken op de Veluwe woont. Deze schatting komt uit tussen de 6.000 en 9.000 personen in de regio met de hoogste vakantieparkendichtheid.

Het onderzoek laat verder zien dat vakantieparkenbewoners een diverse groep mensen zijn, die niet onder één noemer kunnen worden geschaard. Zij zijn te onderscheiden in meerdere groepen die ieder andere beweegredenen en wensen hebben. Grofweg lijkt er een onderscheid te maken in vijf groepen: mensen die een bewuste keuze maken voor het vakantiepark, spoedzoekers, arbeidsmigranten, mensen die niet meer in aanmerking komen voor een reguliere woning, en mensen die onder de radar willen blijven. Voor een deel van deze groepen biedt het vakantiepark de woon- en leefvorm met de rust waar zij al lange tijd naar op zoek zijn en die zij niet kunnen vinden op de reguliere woningmarkt. Voor sommigen is het vakantiepark echter een laatste uitvalsbasis of een plek die hen extra kwetsbaar maakt, doordat zij uit het zicht van instanties bewegen.

De vraag is of de bewoning van vakantieparken per definitie een negatief fenomeen is of dat daar genuanceerder naar kan worden gekeken. Voor groepen die hier hun woonwens vervullen en mensen die hier tijdelijk naar uitwijken biedt het vakantiepark een oplossing. Onder bepaalde randvoorwaarden, zoals goed inzicht van de gemeente op het park en de bewoners, goede kwaliteit van de verblijfsobjecten en een heldere rechtspositie en perspectief voor de bewoners, kan bewoning van vakantieparken voor deze mensen ook een kans bieden. Het inzicht in parken en bewoners is ook de basis om de excessen op vakantieparken aan te pakken.

Actie-agenda vakantieparken

Afgelopen maanden heb ik met gemeenten, provincies, de RECRON en andere betrokken organisaties gewerkt aan de actie-agenda vakantieparken. Deze schetst een breed spectrum van oplossingen dat aansluit op eerder genoemde kansen en problemen op vakantieparken. Met deze actie-agenda worden op vijf cruciale thema’s (Ruimte, Economie, Veiligheid, Sociaal en Wonen) acties voor de komende jaren geagendeerd die door verschillende stakeholders worden opgepakt. De actie-agenda wordt op 29 november tijdens de Vakantieparkentop gepresenteerd.

Uiteraard worden de uitkomsten en aanbevelingen van dit onderzoek naar permanente bewoning daar in meegenomen. Daarbij wil ik benadrukken dat voor een effectieve aanpak en het benutten van de kansen die vakantieparken lokaal kunnen bieden, gemeenten hun zicht op de parken en de mensen die daar verblijven kunnen verbeteren. Om te voorkomen dat het probleem van ongewenste permanente bewoning zich regionaal verplaatst, is het van belang om zowel vanuit de verschillende gemeentelijke diensten als op regionaal niveau samen te werken. De problematiek rondom vakantieparken kent daarnaast verschillende uitingsvormen die per regio en zelfs per park verschillen. Er is dus niet één oplossing die voor heel Nederland effect kan hebben. Uiteindelijk blijft het een lokale afweging wat de beste manier is om met de lokale vakantieparken om te gaan. Met de actie-agenda vakantieparken 2018–2020 zetten we ons gezamenlijk in voor zowel de problemen als de kansen die vakantieparken bieden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven