32 821 Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten (voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID PAULUS JANSEN

Ontvangen 29 maart 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel G een onderdeel toegevoegd, luidende:

H

Artikel 10.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt een krachtens artikel 4.3, tweede lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Toelichting

In de Nota naar aanleiding van het Nader Verslag (32 821 nr. 8, p. 3) stelt de regering: «In het Barro is provinciaal medebewind beperkt tot nationale belangen waar dit niet op rechtstreekse wijze was te borgen.» In concreto betreft het de Ecologische Hoofdstructuur en de UNESCO-erfgoederen. Het amendement regelt, kennis genomen hebbend van de opmerkingen van de Raad van State, een zware nahangprocedure op een AMvB waarin onderwerpen aangaande het provinciaal medebewind worden geregeld. Daardoor kunnen de Staten Generaal zich zo nodig uitspreken over het wijzigen van de thema’s waarop provinciaal medebewind van toepassing is.

Paulus Jansen

Naar boven