32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 178 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2015

Op 15 oktober 2015 ontving ik het advies van de Raad voor Cultuur over de selectie van immaterieel erfgoed kandidaturen die kunnen worden voorgedragen bij het UNESCO-Verdrag ter bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. In mijn adviesaanvraag van 25 augustus 2015 heb ik de raad tevens gevraagd een nominatievolgorde aan te geven.1

Ter voorbereiding op het advies heeft de raad een ad hoc commissie samengesteld met deskundigen op het terrein van (immaterieel) erfgoed en op het terrein van Caribische cultuur en geschiedenis.

Voordracht

Ik ben voornemens het ambacht van molenaar in 2016 voor te dragen voor de Representatieve Lijst van het UNESCO-verdrag ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed. Ik volg daarmee het advies van de raad. In deze brief schets ik u mijn overwegingen.

De raad adviseert om in deze ronde het ambacht van molenaar als eerste kandidaat bij UNESCO voor te dragen. Deze kandidaat voldoet aan de verdragsbepalingen en toetsingscriteria van UNESCO en is een breed gedragen erfgoedelement met een haalbaar safeguarding plan, aldus de raad.

Het ambacht van molenaar is opgenomen in de nationale inventaris, een voorwaarde voor een voordracht bij UNESCO. Het Gilde van Vrijwillige Molenaars heeft samen met de Vereniging De Hollandsche Molen, het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders de aanmelding bij de nationale inventaris verzorgd en het safeguarding plan opgesteld.

Het Gilde van Vrijwillige Molenaars is een landelijke vereniging met provinciale afdelingen, die zich tot doel heeft gesteld een opleiding te verzorgen voor mensen die monumentale wind- en watermolens willen laten draaien. Het Gilde heeft meer dan 2.200 leden. In de loop van haar bestaan hebben ruim 1.900 kandidaten met succes examen gedaan. Ook kunnen mensen lid worden die een cursus «molengids» willen volgen. Voor jongeren bestaat de mogelijkheid jeugdlid te worden om onder begeleiding van een professionele molenaar het ambacht alvast te oefenen. Vereniging De Hollandsche Molen zet zich in voor het behoud van molens en het molenaarsambacht. Zij verzorgt onder meer de examens voor de kandidaat-molenaars. Een veertigtal molenaarsbedrijven is verenigd in Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en in de provincie Friesland verzorgt het Gild Fryske Mounders de opleiding en de examens voor de vrijwillige molenaars.

Zoals de raad constateert, zijn bij het draaiend houden van de molens in Nederland honderden vrijwilligers betrokken. In stichtingen en verenigingen zetten zij zich in voor publieksactiviteiten zoals de jaarlijkse Nationale Molendag en dragen zij hun kennis over technieken over aan een volgende generatie molenaars. Kinderen leren bij een bezoek aan het UNESCO Werelderfgoed Kinderdijk hoe het unieke systeem van de poldermolens het water weg maalt. En met de molenapp kan iedereen die onderweg is de dichtstbijzijnde molens en molenaarsactiviteiten vinden. Het ambacht van molenaar is onlosmakelijk met Nederland verbonden. De brede belangstelling voor het levende vakmanschap van de molenaar maakt dit ambacht een breed gedragen en actueel immaterieel erfgoedelement dat een interessante relatie heeft met het materiële erfgoed van de molen. Naar verwachting zal dit alles een kansrijk nominatiedossier opleveren, waarmee Nederland zich internationaal kan profileren.

Het VIE zal het Gilde van Vrijwillige Molenaars begeleiden bij de samenstelling van het voordrachtdossier. Het dossier dient voor 31 maart 2016 bij UNESCO te worden ingediend. Ik maak binnenkort met de verschillende stakeholders afspraken over planning en samenstelling van het dossier.

Vervolg in 2016

De belangstelling van gemeenschappen om een immaterieel erfgoedelement aan te melden voor plaatsing op de nationale inventaris is toegenomen sinds de ratificatie in 2012, zo merkt de raad op. Voor sommige thematische categorieën zijn echter nog geen of slechts enkele elementen voorhanden. Op mijn vraag om maximaal vijf kansrijke immaterieel erfgoedkandidaten te selecteren voor nominatie, antwoordt de raad dat de nationale inventaris immaterieel erfgoed op dit moment nog onvoldoende een gevarieerd beeld geeft van het immaterieel erfgoed in het Koninkrijk.

Met name de afwezigheid van immaterieel erfgoedelementen uit de Caribische landen en Caribisch Nederland in de inventaris van het Koninkrijk, gaf voor de raad de doorslag af te zien van de beantwoording van mijn adviesvraag om meerdere kandidaten te selecteren. De raad adviseert om daarmee te wachten tot volgend jaar. Dan zal er, naar de verwachting van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE), meer te kiezen zijn uit de verschillende thematische categorieën 2 en uit de Caribische landen en Caribisch Nederland. Zoals ik meerdere malen heb aangegeven, vind ik het van groot belang dat de landen in het Caribisch gebied en Caribisch Nederland betrokken zijn bij de voordrachten bij dit verdrag. Ik neem het advies van de raad dan ook over.

De eilanden zijn op dit moment bezig inventarissen van het immaterieel erfgoed op te stellen. Ik ga ervanuit dat deze binnen afzienbare tijd kunnen worden opgenomen in de koninkrijksinventaris, zodat in de volgende adviesfase deze elementen vertegenwoordigd zijn voor selectie. Ik voer gesprekken met de Caribische landen over de voortgang van de inventarisatie en de nominatieprocedure.

Ik vind het belangrijk dat Nederland internationaal laat zien dat immaterieel erfgoed breed kan worden opgevat. Het gaat niet alleen om tradities, maar ook om hedendaagse uitingen en (stedelijke) jongerencultuur, en om immaterieel erfgoed van migranten. Daarmee ontstaat een gevarieerd beeld van het immaterieel erfgoed in Nederland.

Het VIE zal binnenkort een experiment starten om op een laagdrempelige interactieve wijze immaterieel erfgoed toegankelijk te maken. Via een portal zullen gemeenschappen hun erfgoedpraktijken kunnen toevoegen. Hiermee kan de diversiteit van het immaterieel erfgoed in het Koninkrijk zichtbaarder worden gemaakt.

Ik verwacht dat de inventaris volgend jaar gevarieerder zal zijn geworden en dat meerdere elementen voor selectie in aanmerking komen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
2

Beeld en Geluid, Eten en Drinken, Rituelen en Gebruiken, Ambacht en Techniek, Feest en Spel.

Naar boven