32 817 (R1956) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en Antigua en Barbuda inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Washington, 30 augustus 2010 (Trb. 2010, 278 en Trb. 2011, 30)

Nr. 2 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 juli 2011

Binnen de vaste commissie voor Financiën1 heeft een enkele fractie de behoefte over de brief en het verdrag inzake uitwisseling van informatie betreffende belastingen, die door de minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer is aangeboden ter stilzwijgende goedkeuring, enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

De vragen en opmerkingen zijn op 4 juli 2011 aan de minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 11 juli 2011 zijn ze door hem beantwoord.

De vragen en opmerkingen en de daarop gegeven antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Dezentjé Hamming-Bluemink

De adjunct-griffier van de commissie,

Giezen

I VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de op 30 augustus 2010 gesloten verdrag inzake uitwisseling van informatie betreffende belastingen (TIEA) tussen Aruba en Antigua en Barbuda. Alvorens in te stemmen met de stilzwijgende goedkeuring willen deze leden nog enkele vragen stellen over de motieven voor het overeenkomen van dit verdrag en deze leden zouden graag willen weten welke gevolgen het sluiten van de TIEA met zich meebrengt.

Daarom willen de leden van de CDA-fractie allereerst weten hoe groot de financiële belangen tussen Aruba enerzijds en Antigua en Barbuda anderzijds zijn. Verwacht de minister veel problemen met het ontgaan of ontduiken van belastingheffing op Aruba via Antigua of Barbuda, die met deze TIEA worden opgelost? Verwacht de minister, gezien het feit dat de op 2 september 2009 gesloten TIEA tussen Nederland en Antigua en Barbuda (nog) niet tot gegevensuitwisseling heeft geleid, dat er ook daadwerkelijk sprake zal zijn van het – veelvuldig – op effectieve wijze uitwisselen van gegevens ten behoeve van de belastingheffing op Aruba? Of is deze TIEA bedoeld om, zoals de minister dat omschrijft, het net te sluiten en te voorkomen dat belastingontduiking zich verplaatst?

Aruba had al een TIEA afgesloten met Antigua en Barbuda. Deze TIEA was nog gesloten door de Nederlandse Antillen. Wat verandert er voor Aruba door het sluiten van de nieuwe TIEA met Antigua en Barbuda? Kan de minister aangeven wat exact de verschillen zijn tussen de oude TIEA en de nieuwe? Wat gaat er nu gebeuren met de eerder afgesloten TIEA tussen Antigua en Barbuda en de Nederlandse Antillen? Wordt deze TIEA opgezegd of blijft de TIEA geldig voor de BES-eilanden?

II REACTIE VAN DE MINISTER

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de vragen en opmerkingen vanuit de vaste commissie voor Financiën van uw Kamer inzake het bovengenoemde verdrag inzake de uitwisseling van belastinginformatie. Ik beantwoord de gestelde vragen gaarne als volgt, mede namens de Staatssecretaris van Financiën.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe groot de financiële belangen tussen Aruba enerzijds en Antigua en Barbuda anderzijds zijn. Verwacht de minister veel problemen met het ontgaan of ontduiken van belastingheffing op Aruba via Antigua of Barbuda, die met deze TIEA worden opgelost? Verwacht de minister, gezien het feit dat de op 2 september 2009 gesloten TIEA tussen Nederland en Antigua en Barbuda (nog) niet tot gegevensuitwisseling heeft geleid, dat er ook daadwerkelijk sprake zal zijn van het – veelvuldig – op effectieve wijze uitwisselen van gegevens ten behoeve van de belastingheffing op Aruba? Of is deze TIEA bedoeld om, zoals de minister dat omschrijft, het net te sluiten en te voorkomen dat belastingontduiking zich verplaatst?

In antwoord hierop merk ik het volgende op. De Regering van Aruba wil in lijn lopen met de internationale standaard op het gebied van informatieuitwisseling zoals neergelegd in artikel 26 van het OESO-modelverdrag «Tax Convention on Income and Capital». Dit vereist een zo'n breed mogelijk netwerk van zogenaamde Tax Information Exchange Agreements (TIEA's), met een minimum van twaalf. Binnen dit brede netwerk past het sluiten van TIEA's met landen in de regio, zoals Antigua en Barbuda, niet zozeer om de financiële belangen, want die zijn er nauwelijks tussen beide landen, maar vanwege het verkrijgen van een sluitend instrumentarium in de strijd tegen belastingontwijking, fraude, witwassen en terrorismefinanciering.

De leden van de CDA-fractie merken op dat de TIEA tussen Nederland en Antigua en Barbuda nog niet tot informatieuitwisseling heeft geleid. De door het Koninkrijk ten behoeve van het Europese deel van Nederland gesloten TIEA met Antigua en Barbuda is op 1 maart 2010 in werking getreden. Verzoeken om administratieve bijstand kunnen worden gedaan over belastingtijdvakken die op of na die datum beginnen. Dit betekent in de praktijk dat over de belastingjaren 2011 en volgende informatie kan worden gevraagd. Het is logisch dat deze TIEA (nog) niet heeft geleid tot gegevensuitwisseling met Antigua en Barbuda aangezien de Belastingdienst nog geen aangiften over 2011 behandelt. Er is sinds 1 maart 2010 ook geen aanleiding geweest om informatie in het kader van strafrechtelijke belastingzaken te vragen hetgeen al sinds die datum mogelijk is.

De leden van de CDA-fractie vragen tevens naar de verhouding tussen de TIEA ten behoeve van Aruba met Antigua en Barbuda en de TIEA ten behoeve van de Nederlandse Antillen met Antigua en Barbuda. Bovendien informeren de leden van de CDA-fractie of de TIEA die ten behoeve van de Nederlandse Antillen met Antigua en Barbuda tot stand is gekomen wordt opgezegd of geldig blijft voor de BES-eilanden.

Aangezien Aruba sinds 1 januari 1986 als een zelfstandig land binnen het Koninkrijk functioneert, heeft de door de Nederlandse Antillen afgesloten TIEA met Antigua en Barbuda geen invloed op het verdrag ten behoeve van Aruba met Antigua en Barbuda.

De TIEA die is gesloten ten behoeve van de Nederlandse Antillen met Antigua en Barbuda blijft gewoon bestaan. De landen Curaçao en Sint Maarten en de BES-eilanden behouden de internationaalrechtelijke rechten en verplichtingen van dit verdrag, omdat deze naar internationaalrechtelijk gebruik, naar analogie met het principe van statenopvolging, aan de opvolgende staatkundige eenheden blijven toekomen. De impact van de staatkundige hervormingen op belastingverdragen is overigens uitgebreid uiteengezet in Bijlage III bij de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, die de Staatssecretaris van Financiën aan uw Kamer heeft gestuurd.2


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), voorzitter, Omtzigt, P.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Knops, R.W. (CDA), Neppérus, H. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Spekman, J.L. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), ondervoorzitter, Bashir, F. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Harbers, M.G.J. (VVD), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Groot, V.A. (PvdA), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Verhoeven, K. (D66), Koolmees, W. (D66), Huizing, M.E. (VVD) en Schouten, C.J. (CU).

Plv. leden: Broeke, J.H. ten (VVD), Werf, M.C.I. van der (CDA), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Hijum, Y.J. van (CDA), Leegte, R.W. (VVD), Haverkamp, M.C. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Veen, E. van der (PvdA), Vacature, SP (), Grashoff, H.J. (GL), Schaart, A.H.M. (VVD), Vermeij, R.A. (PvdA), Smeets, P.E. (PvdA), Beertema, H.J. (PVV), Gent, W. van (GL), Jong, L.W.E. de (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Koşer Kaya, F. (D66), Pechtold, A. (D66), Ziengs, E. (VVD) en Slob, A. (CU).

X Noot
2

bij de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 11 februari 2011, Kamerstukken II 2010–11, 25 087, nr. 7.

Naar boven