32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2021

Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van het actieplan hulpmiddelen. Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging in de Kamerbrief van 10 mei 2021 om uw Kamer over de voortgang van de uitvoering van het actieplan hulpmiddelen te informeren in het vierde kwartaal van 2021.1

In deze brief ga ik in op de volgende onderwerpen:

  • eindresultaten van het actieplan;

  • resultaten van de monitor hulpmiddelen;

  • vooruitblik aankomende maanden.

Eindresultaten van het actieplan hulpmiddelen

Begin vorig jaar heb ik uw Kamer het landelijk normenkader hulpmiddelen en het actieplan hulpmiddelen toegestuurd (Kamerstuk 32 805, nr. 103). Deze documenten bevatten voornemens en plannen om de hulpmiddelenverstrekking voor gebruikers die complexe, op-maat-gemaakte hulpmiddelen nodig hebben, te verbeteren. Onder projectleiderschap van de VNG is het actieplan samen met alle betrokken partijen (gemeenten, hulpmiddelenleveranciers, cliënten en ervaringsdeskundigen, cliënten- en patiëntenorganisaties, zorgprofessionals, zorgkantoren en zorgverzekeraars) uitgevoerd op basis van een uitvoeringsplan, genaamd de «verbeteragenda hulpmiddelen».

In de periode juni 2020 t/m augustus 2021 is deze verbeteragenda hulpmiddelen gerealiseerd en gedurende dat jaar is door de hierboven genoemde partijen hard gewerkt om alle acties uit te voeren. Hieronder schets ik de eindresultaten van dit traject. De volgende handreikingen en documenten zijn ontwikkeld:

  • Wegwijzer voor een complexe hulpvraag. Deze handreiking bevat informatie voor alle partijen (aanvrager, Wmo-consulent, zorgprofessional, adviseur hulpmiddelenleverancier) in de procedure voor een complexe hulpmiddelenaanvraag. De aanvraagprocedure en de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen staan beschreven.

  • Handreiking scholingsmogelijkheden voor gemeentelijke medewerkers. Deze handreiking kan gemeenten op weg helpen het scholingsaanbod voor Wmo-consulenten in brede zin vorm te geven.

  • DRIVE brochure en DRIVE check factsheet. Deze documenten zijn een handreiking voor een gepaste bejegening van de zorgprofessional richting de cliënt. DRIVE staat voor Doelgericht, Respectvol, Inlevend, Vindingrijk en Effectief en kan door iedere professional worden gebruikt (o.a. middels de bijbehorende app), ook buiten de hulpmiddelenzorg.

  • Handreiking vereenvoudiging terugkerende beschikking. Deze handreiking bevat aanbevelingen aan gemeenten om te werken met langdurige beschikkingen voor de hulpmiddelenverstrekking. In de praktijk blijken al meerdere gemeenten via deze werkwijze te werken.

  • Adviezen rondom inkoop. Complexe, op-maat-gemaakte hulpmiddelen, vormen een specifiek aandachtspunt in de hulpmiddeleninkoop. Er is door partijen een advies opgesteld voor het verbeteren van de bestaande handreiking inkoop. De VNG heeft toegezegd dit jaar te starten met het aanpassen van de handreiking inkoop.

  • De ontwikkeling van een hulpmiddelenpaspoort. Er loopt momenteel een verkenning of het hulpmiddelenpaspoort gerealiseerd kan worden met een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). De resultaten van deze verkenning verwacht ik begin volgend jaar.

In mijn vorige brief heb ik u al een toelichting gegeven op de reeds ontwikkelde convenanten en daarom staan die niet opgenomen in bovenstaande opsomming. Ik doel op het convenant met afspraken over hoe te handelen wanneer een hulpmiddelengebruiker verhuist en zijn op-maat-gemaakte hulpmiddel wil meenemen (verhuisconvenant) en het convenant met afspraken hoe partijen moeten handelen bij een complexe hulpmiddelenaanvraag (convenant maatwerkprocedures). Alle genoemde documenten zijn eindproducten en recentelijk vastgesteld door de bestuurlijke tafel hulpmiddelen.

Met het naleven van de landelijke afspraken wordt de kwaliteit van het toegangs- en verstrekkingsproces van complexe hulpmiddelen verbeterd. De verantwoordelijke partijen krijgen de handreikingen en adviezen zodat zij niet afzonderlijk allemaal het wiel opnieuw hoeven uit te vinden. Over de implementatie van de convenanten en handreikingen ga ik verderop in deze brief in onder het kopje «vooruitblik aankomende maanden». Hieronder beschrijf ik eerst de resultaten van de monitor hulpmiddelen.

Resultaten van de monitor hulpmiddelen

In het actieplan hulpmiddelen is ook de afspraak gemaakt de resultaten van de uitgevoerde acties en van het landelijk normenkader te monitoren. Onderzoeksbureau Significant heeft de eerste meting in het kader van deze monitor uitgevoerd onder cliënten met een complexe hulpmiddelenvraag (ongeveer 10% van het totale aantal hulpmiddelen dat jaarlijks vanuit de Wmo 2015 wordt verstrekt). De monitor vindt u in de bijlage bij deze brief2. Deze eerste meting betreft een nulmeting. De ondervraagde cliënten geven gemiddeld een krappe voldoende (6) voor de algehele dienstverlening van gemeenten en leveranciers. Dit geeft aan dat er op een aantal aspecten van toegang, levering en onderhoud van hulpmiddelen verbeteringen nodig zijn. De monitor geeft resultaten op de volgende thema’s:

  • bejegening gemeente (in de toegang);

  • bejegening leverancier (bij de levering);

  • cliënt centraal;

  • reparatie;

  • resultaat (beschikken over het juiste hulpmiddel).

Het valt op dat het resultaat (het beschikken over het juiste hulpmiddel) als zeer positief wordt ervaren door respondenten. Tegelijkertijd valt het ook op dat de reparaties als onvoldoende worden ervaren. De ervaringen met de bejegening door gemeenten en leveranciers en met het centraal stellen van de cliënt, scoren allemaal gemiddeld.

Uit de gemiddelde scores op de verschillende thema’s blijkt dat gemeenten en leveranciers hun dienstverlening voor de doelgroep met een complexe hulpmiddelenvraag moeten verbeteren. De monitor bevestigt dat de thema’s die zijn opgepakt in de verbeteragenda, daadwerkelijk leiden tot positievere ervaringen door de hulpmiddelengebruikers. De monitor onderstreept daarmee het belang van het ondertekenen van de convenanten en het gebruiken van de ontwikkelde handreikingen en adviezen. Dat betekent dat de opdracht aan de partijen met een verantwoordelijkheid in de hulpmiddelenverstrekking is om aan de slag te gaan met alle ontwikkelde producten.

De tweede meting wordt in de tweede helft van 2022 uitgevoerd en de resultaten worden eind 2022 verwacht. In de tweede meting ligt de nadruk op het in beeld brengen van het effect van de gerealiseerde acties uit de verbeteragenda hulpmiddelen en het effect van het landelijk normenkader, door te kijken naar eventuele verschillen in ervaringen met de uitkomsten van de nulmeting. In deze effectmeting worden daarom alleen cliënten geënquêteerd die in de periode ná de 0-meting een levering van een hulpmiddel of reparatie aan een hulpmiddel hebben gehad. In de effectmeting zal ook specifiek aandacht zijn voor de ervaringen met hulpmiddelen van ouders met een kind met een zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperking (ZEVMB).

Vooruitblik aankomende maanden

Het actieplan is afgerond, maar daarmee is het werk niet klaar. In de praktijk valt immers nog veel te verbeteren, zoals ook uit de monitor blijkt. Verantwoordelijke partijen in de hulpmiddelenverstrekking bevinden zich nu in de implementatiefase. Dat betekent dat alle convenanten, handreikingen en producten door de uitvoeringspraktijk gebruikt moeten gaan worden. Om zicht te houden op de implementatie, blijf ik – samen met mijn partners van de bestuurlijke tafel – het vervolg nauwgezet volgen. Daarbij heeft de VNG uitgesproken dat zij zich extra inspant om gemeenten ertoe te bewegen de convenanten te ondertekenen. Gemeenten vervullen immers een spilfunctie in de hulpmiddelenverstrekking.

Daarnaast blijft het landelijk normenkader hulpmiddelen onverminderd van kracht. De effecten ervan zullen met de vervolgmeting van de monitor volgend jaar inzichtelijk worden. Ondertussen blijf ik, samen met mijn bestuurlijke partners, vinger aan de pols houden door signalen van niet goed lopende casuïstiek, te adresseren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 32 805, nr. 116

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven