Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juli 2020
Met deze brief informeer ik u over het Nivel rapport «Toegang tot medische hulpmiddelen
in de thuissituatie; een internationaal verkennend onderzoek». Het rapport heb ik
als bijlage1 meegestuurd.
Aanleiding
De hulpmiddelenzorg in Nederland is over het algemeen goed toegankelijk en van goed
niveau. Niettemin is de afgelopen jaren regelmatig aandacht besteed aan enkele knelpunten
die zowel de kwaliteit als toegankelijkheid van hulpmiddelen uit zowel de Zorgverzekeringswet
(Zvw) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) domein betroffen. Er zijn diverse
verbetertrajecten gestart om deze knelpunten aan te pakken. Daarnaast leek het mij
zinvol om te verkennen hoe de hulpmiddelenzorg in andere landen georganiseerd is,
omdat dat wellicht aanknopingspunten biedt voor Nederland. Daarom heb ik het Nivel
opdracht gegeven voor een onderzoek naar hoe de vergoeding en aanspraak op medische
hulpmiddelen in de thuissituatie in andere landen is geregeld.
Samenvatting
Het Nivel heeft geïnventariseerd hoe de toegang tot medische hulpmiddelen bij de mensen
thuis (extramurale zorg) is georganiseerd in landen met een vergelijkbaar welvaartsniveau
als Nederland. Voor de vergelijking is gebruik gemaakt van gebruikersprofielen (vignetten)
die bestaan uit realistische casebeschrijvingen van personen die meerdere typen hulpmiddelen
nodig hebben. Voor elk hulpmiddel zijn vragen gesteld over de aanvraag en verstrekking
procedures aan beleidsmakers, beslissers/betalers en patiëntvertegenwoordigers in
België, Frankrijk, Canada, Noorwegen, Duitsland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd
Koninkrijk.
Hulpmiddelenzorg maakt in sommige landen deel uit van het zorgstelsel, terwijl dit
in andere landen daar geheel of gedeeltelijk los van is georganiseerd. Hulpmiddelenzorg
valt soms geheel onder de verantwoordelijkheid van ziekenfondsen (Duitsland, Frankrijk,
Oostenrijk), in andere landen is het de verantwoordelijkheid van lokale overheden
zoals gemeenten of lokale zorgautoriteiten (zoals in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen
en Zweden).
In alle landen uit de studie is gedeeltelijke of gehele vergoeding van bepaalde hulpmiddelen
mogelijk, maar er zijn verschillen in de breedte van het pakket aan hulpmiddelen dat
wordt vergoed. Bescherming tegen hoge eigen bijdragen bestaat in de meeste landen,
ofwel via een maximale eigen bijdrage of via een compensatie voor mensen met een laag
inkomen. De meest genoemde barrières betreffen de kosten van hulpmiddelen, de beperkte
keuzevrijheid en soms de kwaliteit van de verstrekte hulpmiddelen.
Vergelijking met Nederland
In vergelijking met de andere landen zit Nederland qua uitgaven in de middenmoot.
In alle landen uit de studie is echter een voorschrift van een zorgverlener nodig
om de aanvraag te starten. Dit is in Nederland anders. Voor Wmo hulpmiddelen kan men
rechtstreeks de gemeente benaderen, waarna de gemeente kan beslissen of een medische
evaluatie nodig is of niet. Voor Zvw hulpmiddelen hebben sommige zorgverzekeraars
de indicatiestelling gedelegeerd naar leveranciers. Het Nivel is deze werkwijze nergens
anders tegengekomen.
Nederland verschilt ook van de andere landen doordat hulpmiddelen door zorgverzekeraars
(landelijk) en gemeenten (lokaal) worden geregeld. Deze combinatie is in de andere
landen niet aangetroffen. In enkele landen wordt regionale ongelijkheid genoemd als
gevolg van de decentrale organisatie. Dit lijkt ook in Nederland het geval. Het Nivel
signaleert dat in alle onderzochte landen de hulpmiddelenzorg complex is, informatie
vaak moeilijk te vinden is en dat een vereenvoudiging een relevant onderwerp is.
Toekomstvisie
Het signaal dat mensen bij de aanspraak en vergoeding van hulpmiddelen thuis vaak
te maken hebben met meerdere regelingen (Wmo 2015, Zvw, of Wia) is bekend. Meerdere
regelingen betekenen meer loketten, zoals gemeenten, zorgverzekeraars, of het UWV.
Voor een gebruiker, mantelzorger of zorgverlener is niet altijd duidelijk op grond
van welke regeling, uit welk loket, welk hulpmiddel wordt vergoed.
In de Kamerbrief Visie medische technologie2 heeft mijn ambtsvoorganger u reeds geïnformeerd dat samen met de Minister van VWS
voor de langere termijn een structurele vereenvoudiging wordt verkend, zodat mensen
voor hulpmiddelen bij één loket terecht kunnen. Ik zal u daar later dit jaar nader
over infomeren.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark