32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2020

De afgelopen tijd heb ik tientallen e-mails gehad van vrouwen die door bekkenbodemmatten klachten ervaren met grote impact op hun leven.

Ook heeft u op 10 september 2019 een aangrijpende e-mail ontvangen van een mevrouw die inmiddels euthanasie heeft gepleegd vanwege ondraaglijk lijden door haar bekkenbodemmat.

De verhalen van patiënten met meshgerelateerde klachten raken mij diep.

Ze bevestigen voor mij het belang van patiëntveiligheid bij implantaten en van goede nazorg voor mensen met meshgerelateerde klachten.

In mijn voortgangsbrief medische hulpmiddelen van 22 november 2019 heb ik u geïnformeerd over mijn inzet op het gebied van de nazorg voor vrouwen met transvaginale bekkenbodemmatten (Kamerstuk 32 805, nr. 88). Hierover heb ik met u gedebatteerd tijdens het AO hulpmiddelen van 27 november 2019 (Kamerstuk 32 805, nr. 101). Tijdens dit debat heeft uw Kamer benadrukt groot belang te hechten aan patiëntveiligheid en nazorg bij het gebruik van implantaten.

Tijdens het AO gaf u aan dat u meer informatie wilt over de typen mesh implantaten die nog worden gebruikt en waarom. In eerste instantie heb ik toegezegd deze informatie in het eerste kwartaal van 2020 te verstrekken.

Op 9 december 2019 heb ik u een brief gestuurd waarin ik aangaf dat ik voornemens ben uw Kamer eind januari 2020 de brief over mesh implantaten te sturen (Kamerstuk 32 805, nr. 99), zodat u deze informatie kan betrekken in uw oordeel over de op 4 december 2019 ingediende moties met betrekking op dit onderwerp.

De IGJ heeft laten weten dat zij in februari 2020 met een duiding komt van een tussenrapportage van het RIVM onderzoek dat in hun opdracht in 2018 is gestart.

De duiding van de tussentijdse rapportage kan informatie bevatten voor uw oordeel over de eerder genoemde moties. Om deze reden wordt de verzending van mijn brief over mesh implantaten uitgesteld tot eind februari 2020 of zoveel eerder als mogelijk. Ik hoop dat u hiermee kunt instemmen.

In de brief zal ik u informeren over de verschillende typen mesh en tevens ingaan op de stappen die ik zet om de nazorg voor patiënten met meshgerelateerde klachten te verbeteren.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven