32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 568 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2021

Op 9 september jongstleden heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om een antwoord te geven op een verklaring van de Dorpsraad Wijk aan Zee van 4 juli jongstleden naar aanleiding van de geopenbaarde correspondentie over het GGD-rapport «Incidentie en prevalentie van kanker regio Kennemerland 2004–2018». De Dorpsraad Wijk aan Zee geeft in de verklaring aan zich zorgen te maken over de totstandkoming van het GGD-rapport.

De leden Bouchallikht en Westerveld respectievelijk Leijten hebben op 7 juli jongstleden vragen van dezelfde strekking gesteld. Op 7 september jongstleden zijn beide sets vragen beantwoord (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nrs. 3973 en 3974) door ondergetekende en de Staatssecretaris van IenW Van Weyenberg.

In die beantwoording hebben wij aangegeven het belangrijk te vinden dat de gezondheidsdiensten onafhankelijk en betrouwbaar onderzoeken en rapporteren. Het is goed dat het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) een extern onafhankelijk onderzoek heeft laten uitvoeren naar de totstandkoming van het rapport «Incidentie en prevalentie van kanker in de regio Kennemerland 2004–2018».

Het onderzoeksrapport is op 26 augustus jl. gepubliceerd. In het onderzoeksrapport, dat door onderzoeker en voormalig ombudsman van Den Haag Peter Heskes is uitgevoerd, is geconcludeerd dat er volstrekt integer is gehandeld door de directeur en zijn medewerkers; de directeur heeft op een juiste manier sturing gegeven en het rapport is op een integere manier tot stand gekomen.1

Ik vertrouw erop dat dit antwoord tegemoet komt aan de vragen die de Dorpsraad Wijk aan Zee ook heeft.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven