32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2017

De Gezondheidsraad heeft uw Kamer eind 2015 een briefadvies gezonden over antivirale middelen («griepremmers») bij een grieppandemie. Twaalf jaar geleden adviseerde de Gezondheidsraad ook over de inzet van antivirale middelen, zoals tamiflu. Toen was het advies om iedere patiënt met klinische verschijnselen van pandemische griep antivirale middelen te geven. Mede op basis van dat advies en in de context van een dreigende vogelgriep in Azië heeft de overheid toen vijf miljoen kuren antivirale middelen aangeschaft om iedereen met pandemische griep te kunnen behandelen. Veel landen hebben dat toentertijd gedaan.

Het Gezondheidsraadadvies van eind 2015 was gevraagd omdat er door de jaren heen meer gepubliceerd was over de effectiviteit van antivirale middelen en omdat de houdbaarheid van een deel van onze strategische voorraad van deze middelen was verlopen. In het briefadvies adviseert de Gezondheidsraad om bij een toekomstige pandemie alleen de standaard risicogroep bij griep (zoals hartpatiënten) en de pandemiespecifieke risicogroepen (bijvoorbeeld zwangeren of jonge kinderen) voor behandeling met antivirale middelen in aanmerking te laten komen.

Eerder (Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 158) heb ik u gemeld dat het RIVM de markt voor antivirale middelen ging bekijken omdat zich nieuwe aanbieders op die markt hebben begeven. Mede op basis van die analyse kom ik tot de conclusie dat de strategische voorraad antivirale middelen (die nu bestaat uit ruim 2,5 miljoen lang houdbare kuren) voldoende is om eventuele schaarste op de markt te verlichten bij een pandemie, zeker nu de Gezondheidsraad geadviseerd heeft niet de hele bevolking, maar alleen risicogroepen voor behandeling met antivirale middelen in aanmerking te laten komen. Ik heb daarom besloten dat nu geen nieuwe antivirale middelen worden aangeschaft voor de strategische voorraad.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers