32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 196 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2015

Hierbij informeer ik u over de stand van zaken van het convenant «preventie gehoorschade muzieksector». Ik heb dit convenant op 14 februari 2014 met de Vereniging van EvenementenMakers (VVEM) en de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF) afgesloten. Het doel van het convenant is ervoor te zorgen dat bezoekers van de bij de VVEM en VNPF aangesloten muzieklocaties op een voor het gehoor veilige manier van muziek kunnen genieten. In het convenant staat dat er vanaf begin 2015 elk kwartaal voortgangsgesprekken tussen de convenantpartners plaatsvinden. Tijdens deze gesprekken wordt de voortgang bij de uitvoering van de in het kader van het convenant gemaakte afspraken bekeken. Via deze brief informeer ik u over de huidige stand van zaken bij de uitvoering van het convenant. Daarnaast informeer ik u in deze brief over de vervolgstappen die op korte termijn gezet zullen worden. Hiermee kom ik tegemoet aan de toezegging die ik tijdens het AO preventiebeleid van 26 februari jl. (Kamerstuk 32 793, nr. 171) aan uw Kamer heb gedaan.

Het convenant

Het convenant «preventie gehoorschade muzieksector» is er op gericht dat bezoekers van de bij de VNPF en VVEM aangesloten muzieklocaties op een voor het gehoor veilige manier van muziek kunnen genieten. Om dit te bereiken zijn er afspraken gemaakt op het gebied van:

  • 1. Geluidslimitering

    • Het maximale gemiddelde geluidsniveau is Leq=103 dB (A)

    • Differentiatie van het maximum geluidsniveau in combinatie met aanvullende beschermingsmaatregelen passend bij de aard en het oppervlakte in vierkante meters van de locatie en het type muziek.

  • 2. Geluidsmeting

    • Het geluidsniveau wordt gedurende de muziekactiviteit gemeten en gelogd met geschikte apparatuur.

  • 3. Gehoorbescherming

    • In de aangesloten muzieklocaties zijn op een laagdrempelige

    • wijze (bijvoorbeeld bij de bar, toiletten, garderobe of kassa)

    • goede gehoorbeschermingsmiddelen te koop.

    • De aangesloten muzieklocaties informeren de bezoekers over

    • het belang van het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen

    • bij geluidsniveaus boven de 87 dB (A).

  • 4. Communicatie en bewustwording

    • De VVEM en VNPF werken via hun eigen communicatiekanalen (websites, tickets, informatieschermen, posters, etc.) aan het

    • vergroten van de bewustwording van het publiek dat bij hoge

    • geluidsvolumes gehoorbescherming nodig is.

    • Het Ministerie van VWS zal de VNPF en VVEM hierbij ondersteunen via een gerichte bewustwordingscampagne.

    • De VVEM en VNPF communiceren actief naar hun leden over het belang van en de mogelijkheid tot het nemen van maatregelen ter voorkoming van gehoorschade.

Resultaten tot nu toe

In het convenant zijn afspraken gemaakt over de geluidslimitering, geluidsmeting, gehoorbescherming en bewustwording. In de bijlage1 bij deze brief vindt u gedetailleerde informatie over de gemaakte afspraken en de resultaten hiervan tot nu toe. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze brief betrekking heeft op een voor de evenementensector rustige periode met weinig festivals en andere buitenevenementen. Bij de poppodia aangesloten bij de VNPF is dat anders: er zijn activiteiten door het hele jaar heen, waarbij er juist in de zomer minder activiteiten zijn door het grotere aantal buitenfestivals. Bij de VNPF zijn 60 poppodia en 30 festivals aangesloten. Via de VVEM zijn 43 organisatoren van muziekevenementen en 11 muzieklocaties bij het convenant betrokken.

Over het algemeen kan gesteld worden dat de VVEM en VNPF actief aan de slag zijn gegaan met het uitwerken en realiseren van de in het convenant gemaakte afspraken. Er zijn handleidingen voor geluidstechnici voor het voldoen aan de maximale gemiddelde geluidsniveaus opgesteld, er zijn voorlichtingssessies voor muzieklocaties georganiseerd en de leden zijn geadviseerd over de aanschaf van geschikte geluidmeters. Daarnaast wordt er meer ingezet op het maken van afspraken met artiesten over de toegestane maximale geluidsnorm.

In totaal zijn er door de VVEM en VNPF over 299 muziekactiviteiten gegevens aangeleverd. Voor deze muziekactiviteiten geldt dat het maximale gemiddelde geluidsniveau van 103 dB(A) redelijk tot goed wordt nageleefd: van 80% van de kleine popzalen tot 96% van de grote evenementen. Hoewel het convenant niet alle muzieklocaties omvat, worden via de bij de VVEM en VNPF aangesloten muzieklocaties wel veel bezoekers bereikt: per jaar bezoeken ongeveer drie miljoen mensen de VNPF-popzalen en gaan ongeveer zes miljoen mensen naar de grote VVEM-evenementen zoals Lowlands, Pinkpop en Concert at Sea.

De muzieklocaties voldoen dus nog niet allemaal aan de afgesproken maximale geluidsniveaus, vooral de kleine popzalen scoren bij sommige concerten nog onvoldoende. Met de convenantpartners heb ik daarom afgesproken dat zij zich de komende tijd volop gaan inzetten om ervoor te zorgen dat meer muzieklocaties aan de afgesproken maximale geluidsnormen voldoen. Bij het volgende voortgangsgesprek in juli dit jaar zal hier nadrukkelijk naar gekeken worden.

Met de convenantpartners is afgesproken dat zij een differentiatie van het maximum geluidsniveau in combinatie met aanvullende beschermingsmaatregelen overeenkomend met de aard en het oppervlakte in vierkante meters van de locatie en het type muziek zullen opstellen. Passend binnen de verantwoordelijkheden van de VVEM en VNPF wordt door hen per 1 april 2015 bij muziekevenementen voor kinderen met de volgende maximale geluidsniveaus gewerkt: bij shows voor jonge kinderen (t/m 13 jaar) wordt een maximaal geluidsniveau van 91 dB(A) gehanteerd. Voor shows voor kinderen van 14 en 15 jaar is dit maximaal 96 dB(A).

Net als bij de naleving van het maximale geluidsniveau is er ook bij het doen van geluidsmetingen nog een groot verschil in de mate van naleving te zien: van de muzieklocaties die gegevens hebben aangeleverd, meet 40% van de kleine popzalen het geluid, tegenover 100% van de grote evenementen. Veel muzieklocaties beschikken reeds over geschikte meetapparatuur, maar er zijn ook muzieklocaties, met name kleine, die nog geen geschikte meetapparatuur hebben. Ik heb met de convenantpartners afgesproken dat zij zich er voor in zullen spannen dat in de zomer alle bij hen aangesloten muzieklocaties over geschikte meetapparatuur beschikken en dat zij hiermee het geluid meten en loggen.

De muzieklocaties worden door de leveranciers geholpen bij de installatie en de kalibratie van de meetapparatuur. In veel gevallen worden de loggegevens automatisch verzonden naar de VVEM en VNPF. Het voortgangsgesprek in juli is het eerste ijkpunt om de voortgang van deze afspraak te bekijken.

In het convenant is afgesproken dat bij de VVEM en VNPF aangesloten muzieklocaties het mogelijk is om op een laagdrempelige wijze (bijvoorbeeld bij de kassa, garderobe, toiletten of bar) goede gehoorbescherming te kopen. Uit de aangeleverde gegevens blijkt dat bij 62% van de kleine popzalen tot 92% van de grote evenementen die gegevens hebben aangeleverd, bezoekers geschikte gehoorbeschermingsmiddelen kunnen kopen. De VVEM en VNPF organiseren diverse acties om de hoeveelheid verkooppunten van goede gehoorbeschermingsmiddelen te verhogen. Ook hebben zij hun leden aanbevolen het logo van de campagne «I love my ears» op de verkoopplekken te hangen, zodat bezoekers makkelijk kunnen zien waar ze gehoorbeschermingsmiddelen kunnen kopen. De verkoopplekken zijn overwegend gelegen bij de garderobe, wc’s, de bar of andere publieksruimten. Op dit moment zijn er nog geen gegevens beschikbaar over het aantal verkochte gehoorbeschermingsmiddelen. Er wordt aan gewerkt om deze gegevens wel beschikbaar te krijgen.

Om bezoekers te attenderen op het belang van het beschermen van hun gehoor bij harde muziek, is de bewustwordingscampagne «I love my ears» ontwikkeld. Deze campagne is tijdens het Amsterdam Dance Event in oktober 2014 gestart door de VVEM, VNPF, mijzelf en bekenden uit de muziekwereld: Duncan Stutterheim (CEO van SFX Europa) en DJ Oliver Heldens. De boodschap van deze campagne is positief: «Love your ears»: het is de normaalste zaak van de wereld om gehoorbeschermingsmiddelen mee te nemen naar een muziekevenement». Professionals en bezoekers reageren positief op de boodschap van de campagne dat het belangrijk is om op je oren te letten als je nu en in de toekomst van muziek wilt genieten. Via posters, een logo, de website ilovemyears.nl en een publieksflyer wordt het publiek geattendeerd op het belang om gehoorbeschermingsmiddelen te dragen. Het Ministerie van VWS heeft de campagne gefinancierd. De VVEM en VNPF zijn verantwoordelijk voor de verdere uitrol van deze campagne onder het publiek en zij zorgen er voor dat hun leden de in het kader van de campagne ontwikkelde materialen gebruiken. Het logo is al op veel websites van festivals, evenementen en muzieklocaties te zien. Op een gerichte manier wordt de bezoeker geattendeerd op het belang van het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen. Zo heeft de grootste kaartverkoop-website in Nederland gehoorbescherming in het online aankoopproces opgenomen.

Om te kijken hoe bekend de campagne «I love my ears» onder bezoekers is, zullen de VNPF en VVEM in het derde kwartaal van 2015 een bezoekersonderzoek houden. Ook gaan zij in het tweede kwartaal van 2015 onder hun leden onderzoek doen naar het bereik en naleving van de in het kader van het convenant gemaakte afspraken.

Vervolgstappen

In aanvulling op de reguliere activiteiten die voortvloeien uit het convenant, zijn er nog de volgende interessante vervolgstappen te melden:

Kwaliteit meting geluidsniveau:

Mede op mijn verzoek gaan de VNPF en VVEM de kwaliteit van het meten van de geluidsniveaus vanaf het derde kwartaal 2015 borgen via de Stichting Kwaliteit Evenementen Nederland (SKEN). Dit houdt in dat de meetgegevens door SKEN worden opgevraagd, verwerkt, geëvalueerd en gerapporteerd. Vanaf het derde kwartaal dit jaar zal het verwerken van de meetgegevens die binnen het convenant worden aangeboden, geschieden door SKEN. Hiertoe zal er binnen de SKEN een vakcommissie worden ingesteld die voorstellen doet aan het bestuur van SKEN rond het aanleveren, verwerken en rapporteren van de meetgegevens. Het bestuur van SKEN bepaalt op basis van de voorstellen van deze vakcommissie hoe de kwaliteit van het systeem geborgd zal worden. Momenteel wordt deze vakcommissie samengesteld uit betrokken organisaties rond de preventie van gehoorschade door muziek: VVEM, VNPF, Ministerie van VWS, geluidstechnici, KNO-artsen, Nationale Hoorstichting en GGD. Ik sta positief tegenover dit initiatief van de VNPF en VVEM, deze werkwijze biedt naar mijn mening meer zekerheid over de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van de meetgegevens. Tot het moment dat SKEN met de kwaliteit van het meten van de geluidsniveaus aan de slag gaat, worden de meetgegevens conform de in het convenant afgesproken werkwijze verzameld en verwerkt.

Celebrate Safe:

De VVEM en VNPF gaan voor het onderdeel «gehoor» samenwerken met de campagne «Celebrate Safe». Celebrate Safe begeleidt bezoekers bij het veilig feesten. Het is een internationale campagne, die in Nederland steeds breder wordt uitgerold. De bescherming van het gehoor staat op nummer 2 van hun 10-punten lijst: «be gentle for your ears». In de zomer wordt verder uitgewerkt hoe de campagne «Celebrate Safe» kan worden afgestemd op de bewustwordingscampagne «I love my ears» zodat het bereik van «I love my ears» wordt vergroot.

Horeca:

Zoals al eerder aan u gemeld, vind ik het belangrijk dat je ook in horecagelegenheden op een voor het gehoor veilige manier kunt uitgaan. Ik ben in overleg met de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) om tot manieren te komen om KHN bij het convenant te betrekken en ook in horecagelegenheden aandacht te besteden aan de bescherming van het gehoor.

Conclusie

De VNPF en VVEM en de bij hen aangesloten muzieklocaties hebben al veel gedaan om te voldoen aan de in het convenant gemaakte afspraken. Zij nemen hiermee hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het op een voor het gehoor veilige manier kunnen uitgaan. Wel is een duidelijk verschil te zien in de mate van naleving tussen grote en kleine muzieklocaties, vooral de kleine popzalen hebben op meerdere onderdelen nog een inhaalslag te maken. Alles overziend, ben ik van mening dat er voldoende voortgang in de uitvoering van het convenant zit.

Maar we zijn er nog niet, er moet nog veel gebeuren. Ik heb met de VVEM en VNPF afgesproken dat zij zich de komende tijd volop gaan inzetten om te voldoen aan de in het convenant gemaakte afspraken. Tijdens het tweede voortgangsgesprek in juli zal hier uitdrukkelijk naar gekeken worden. Gezien het voorbereidende werk, de inspanningen van de muzieksector en de resultaten tot nu toe, heb ik er vertrouwen in dat de in het convenant gemaakte afspraken zullen worden nagekomen.

Ik ben blij te zien dat de aandacht voor het thema «preventie gehoorschade» groeiende is. Zo zijn er verschillende partijen, zoals de Nationale Hoorstichting, GGD en KNO-artsen, betrokken bij de preventie van gehoorschade door hard geluid, waaronder muziek. Ik wil samen met deze partijen gaan kijken wat er gedaan kan worden om het gehoor te beschermen tegen gehoorschade door hard geluid. Hiertoe zal ik een overleg plannen met betrokken organisaties op het gebied van de preventie van gehoorschade. Ik zal de uitkomst en inzichten van dit overleg meenemen in het actieplan preventie gehoorschade dat ik, conform de motie van de Tweede Kamer-leden Wolbert en Dik-Faber (Kamerstuk 32 793, nr. 184), vóór 1 oktober zal opstellen. Hierbij neem ik ook de uitkomsten mee van het evaluatiegesprek dat de stuurgroep van het convenant «preventie gehoorschade muzieksector» in september zal voeren over de effectiviteit van het convenant.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven