Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2014
Hierbij bied ik u het rapport «Monitoring scenario’s flexibilisering van contactmomenten
in de jeugdgezondheidszorg» aan1. Het onderzoek is uitgevoerd door het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) en
door mij gefinancierd.
Aanleiding voor de flexibilisering in de jeugdgezondheidszorg was de wens van professionals,
JGZ-organisaties en gemeenten om jeugdgezondheidszorg meer op maat aan te kunnen bieden
aan jeugdigen en hun ouders. De bestaande «Richtlijn Contactmomenten JGZ 0–19 jaar»
die bepaalde wanneer jeugdigen gezien werden door de jeugdgezondheidszorg werd niet
meer als passend ervaren. In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg is het
veld gaan experimenteren met alternatieve werkwijzen die het mogelijk maken de jeugdgezondheidszorg
beter aan te sluiten op de behoefte van de jeugdige en zijn ouders. Op basis van deze
alternatieven heeft het NCJ scenario’s opgesteld. Hierover heeft mijn voorgangster
u geïnformeerd (brief van 19-1-2012 Kamerstuk 32 793 nr. 11). Daarbij is aangegeven dat onderzoek zou starten naar de effecten van de scenario’s
op de jeugdgezondheidszorg voor jeugdigen.
Het rapport geeft de resultaten van het onderzoek weer en concludeert dat de twee
onderzochte scenario’s voor de uitvoering van de JGZ uitvoerbaar zijn in de praktijk.
Professionals zijn van mening dat met de scenario’s verantwoorde zorg wordt geleverd.
De registraties geven hierover geen uitsluitsel. Professionals noemen ook een grotere
betrokkenheid van ouders. Op basis van het onderzoek kan niet worden bepaald of met
de scenario’s extra tijd beschikbaar komt voor ouders/kinderen die meer aandacht nodig
hebben. Dit laatste was wel een van de uitgangspunten van de scenario’s. Het derde
scenario, dat als uitgangspunt had het vrijmaken van extra ruimte voor een contactmoment
voor adolescenten, is niet verder onderzocht. Reden hiervoor is dat contactmoment
inmiddels overal is/wordt ingevoerd omdat hiervoor per 2013 extra financiële middelen
aan het gemeentefonds zijn toegevoegd.
Ik ben een voorstander van het doorvoeren van vernieuwingen in de uitvoering van de
jeugdgezondheidszorg maar ik vind wel dat die gericht moeten zijn op betere zorg voor
jeugdigen. Het huidige onderzoek geeft daar nog onvoldoende uitsluitsel over. Ik vind
daarom dat het werken met de scenario’s verder onderzocht moet worden. Hiervoor heb
ik ruimte gemaakt via het ZonMw programma Versterking uitvoering jeugdgezondheidszorg.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg beschouwt de Richtlijn Contactmomenten JGZ 0–19
als een norm voor goede uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Inzet van de ontwikkeling
van de scenario’s was om te komen tot een nieuwe veldnorm. Deze veldnorm moet de bestaande
Richtlijn contactmomenten JGZ 0–19 jaar gaan vervangen. Het NCJ ontwikkelt op basis
van de scenario’s een Professioneel kader voor de uitvoering van de JGZ. Ik zal met
betrokken partijen nagaan in hoeverre het professioneel kader kan dienen als nieuwe
veldnorm voor de uitvoering van de JGZ, dan wel wat nodig is om tot een nieuwe veldnorm
te komen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, M.J. van Rijn