32 783 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID IRRGANG

Ontvangen 21 oktober 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor

I

In artikel I wordt na de artikelaanduiding van dat artikel ingevoegd:

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:1 wordt in de definitie van overwegende zeggenschap na «naamloze vennootschap» ingevoegd: waarbij mede in aanmerking worden genomen de stemrechten verbonden aan de aandelen waarover een persoon op grond van artikel 5:45, tiende lid, wordt geacht te beschikken.

B

II

In artikel I, onderdeel B (nieuw), wordt «In artikel 5:45 van de Wet op het financieel toezicht» vervangen door: In artikel 5:45.

Toelichting

Het voorgestelde tiende lid van artikel 5:45 Wft zorgt ervoor dat bepaalde cash settled instrumenten voortaan worden betrokken bij de meldingsplicht voor het openbaar maken van aanzienlijke kapitaalbelangen. Doel daarvan is het probleem van hidden ownership bij de meldingsplicht op te lossen. Het is echter van belang ook belangen in cash settled instrumenten bij de plicht tot het uitbrengen van een openbaar overnamebod in overweging te nemen. De grens voor het verplichte bod (30 procent) wordt nu alleen berekend aan de hand van stemrechten (artikel 1:1 Wft). Derivaten als cash settled equity swaps en cash settled opties vallen nu daardoor niet onder deze grens. Het is van belang om deze derivaten mee te nemen omdat het goed denkbaar is dat de partij die de onderliggende aandelen houdt (een bank) zich bij haar stemgedrag gedurende de looptijd van het cash settled instrument richt naar de wensen van de houder van het instrument (de wederpartij), die immers het economische belang op deze aandelen houdt. Met onderhavig amendement wordt bewerkstelligd dat cash settled instrumenten, in de zin van artikel 5:45, tiende lid, van de Wft alsnog bij de berekening van de verplicht bod grens worden betrokken. Daardoor is het niet langer mogelijk met cash settled instrumenten feitelijk meer dan 30% van de stemrechten in een beursvennootschap uit te oefenen en daarmee de besluitvorming in de aandeelhoudersvergadering te controleren zonder dat de verplichting bestaat om (andere) minderheidsaandeelhouders een reële exit te bieden. Hierdoor wordt het wetsvoorstel effectiever: de maatregelen tegen hidden ownership zijn completer. Hidden ownership kan er niet langer toe leiden dat de biedplicht wordt ontweken waardoor de onderneming en haar stakeholders, zoals aandeelhouders en werknemers, worden gedupeerd. Het wetsvoorstel met het amendement komt tevens beter in lijn met de biedingsregels in het Verenigd Koninkrijk, die een belangrijk inspiratiebron vormden voor het wetsvoorstel.1 Onder de Britse verplicht bod-regeling valt nu ook «a person who has a long economic exposure».2 De relevante Europese overnamerichtlijn, welke zogeheten minimumharmonisatie betreft, laat de uitbreiding van de werkingssfeer van het verplichte bod zoals voorgesteld in het amendement volledig toe.3 Lidstaten mogen op grond van artikel 5 van die richtlijn immers verder gaan wanneer dit ten goede komt aan de bescherming van de minderheidsaandeelhouders.

Irrgang


X Noot
1

Zie de memorie van toelichting, p. 3 (Kamerstukken II 2010/11, 32 783, nr. 3).

X Noot
2

Zie de definitie van «interests in securities» in sectie C jo. sectie F rule 9.1 van de Britse Takeover Code.

X Noot
3

Richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PbEU L 142).

Naar boven