32 780 IXA Wijziging van de begrotingsstaat van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN VRAAG EN EEN ANTWOORD

Vastgesteld 24 juni 2011

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst houdende een vraag met het daarop gegeven antwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Dezentjé Hamming-Bleumink

De adjunct-griffier van de commissie,

Giezen

1

In de toelichting op de post «rentelasten en rentebaten» is te lezen dat de «mutatie in de rentelasten grotendeels wordt veroorzaakt door ontwikkelingen bij de sociale fondsen». Om welke ontwikkelingen gaat het hier, hoe worden deze ontwikkelingen veroorzaakt en acht de regering deze ontwikkelingen wenselijk? Zo neen, welke maatregelen zijn hier tegenover gezet? Verwacht de regering dat de «ontwikkelingen» hiermee worden beheerst?

Het betreft hier de mutatie van de inleg op het schatkistbankieren door de sociale fondsen. Dit houdt in dat zij hun tijdelijke overtollige liquide middelen aanhouden in de schatkist. Dit gebeurt door middel van een zogenaamde rekening courant. Roodstanden zijn hierbij ook geoorloofd. Het schatkistbankieren wordt verantwoord in hoofdstuk IXA artikel 2. Hierin wordt gerapporteerd over de aangehouden middelen in de schatkist en de rentelasten die de Staat hierbij heeft. Op de aangehouden middelen wordt namelijk rente vergoed (bij een eventuele roodstand wordt rente ontvangen door de Staat). De rekening-courant saldi bij de sociale fondsen worden bepaald door ontwikkelingen bij de beleidsterreinen van de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). De raming voor de rekening-courant saldi van de sociale fondsen wordt op macroniveau bepaald; deze volgt uit de raming voor de premie-inkomsten, premiegefinancierde uitgaven en rijksbijdragen. Omdat deze ramingen sterk fluctueren tussentijds is daarmee de raming voor het saldo van de sociale fondsen ook volatiel. Er is geen reden om aanvullende beheersmaatregelen te introduceren, omdat zowel de premie-inkomsten als premie-uitgaven al in de reguliere begrotingssystematiek meelopen. Daarnaast leiden mutaties bij de sociale fondsen niet tot fluctuaties in EMU-saldo en -schuld van de collectieve sector als geheel. Het gaat hier namelijk om een toerekening van een bepaald saldo tussen Rijk en sociale fondsen.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Voorzitter, Omtzigt, P.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Knops, R.W. (CDA), Neppérus, H. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Spekman, J.L. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Ondervoorzitter, Bashir, F. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Harbers, M.G.J. (VVD), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Groot, V.A. (PvdA), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Verhoeven, K. (D66), Koolmees, W. (D66), Huizing, M.E. (VVD) en Schouten, C.J. (CU).

Plv. leden: Broeke, J.H. ten (VVD), Werf, M.C.I. van der (CDA), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Hijum, Y.J. van (CDA), Leegte, R.W. (VVD), Haverkamp, M.C. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Veen, E. van der (PvdA), Vacature (SP), Grashoff, H.J. (GL), Schaart, A.H.M. (VVD), Vermeij, R.A. (PvdA), Smeets, P.E. (PvdA), Beertema, H.J. (PVV), Gent, W. van (GL), Jong, L.W.E. de (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Koşer Kaya, F. (D66), Pechtold, A. (D66), Ziengs, E. (VVD) en Slob, A. (CU).

Naar boven