32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 13 MOTIE VAN HET LID ÇÖRÜZ C.S.

Voorgesteld 29 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties ook open staat voor landen met een zeer slechte reputatie op dit gebied;

overwegende, dat een goede reputatie op dit gebied een noodzakelijke voorwaarde is voor een geloofwaardig optreden van de Mensenrechtenraad;

van mening, dat dit elementaire respect voor mensenrechten in ieder geval zou moeten worden getoetst aan de deelname van aspirant-leden bij bestaande mensenrechtenverdragen;

verzoekt de regering om internationale afspraken te bevorderen die deelname aan bestaande mensenrechtenverdragen als voorwaarde stellen voor het lidmaatschap van de VN Mensenrechtenraad,

en gaat over tot de orde van de dag.

Çörüz

Voordewind

Dijkhoff

Van der Staaij

Naar boven