32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 12 MOTIE VAN HET LID ÇÖRÜZ C.S.

Voorgesteld 29 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de positie van vrouwen en meisjes in conflictgebieden zeer kwetsbaar is en dat het aantal berichten over verkrachtingen als wapen in de strijd en als oorlogsbuit schrikbarend toeneemt;

overwegende, dat ook de manier waarop de Libiër Kadhafi zijn troepen aanzet tot verkrachting, de urgentie van deze problematiek onderstreept;

overwegende, dat deze praktijken eens temeer de noodzaak aantonen van een brede en snelle uitvoering van resolutie 1325;

verzoekt de regering de problematiek van verkrachting als oorlogsbuit te betrekken bij de geïntegreerde Nederlandse benadering en specifiek te benoemen in het Nederlandse actieplan ter uitvoering van resolutie 1325 en te bevorderen dat deze problematiek ook in andere actieplannen wordt geïntegreerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Çörüz

Voordewind

Dijkhoff

Van der Staaij

Naar boven