De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister gekozen heeft voor de verwezenlijking van een nieuwe
marinierskazerne in Vlissingen en de komende maanden de behoeftestelling uitwerkt
in het kader van het DMP-proces;
constaterende dat renovatie van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn onder voorwaarden
aan de gestelde ruimtelijke eisen kan voldoen, maar voor de minister geen serieuze
optie is omdat het onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt;
constaterende dat Defensie een taakstelling moet verwerken van 61 mln. op infrastructuur
en derhalve structurele verlaging van de exploitatielasten uitgangspunt is van het
Strategisch Vastgoedplan van de minister;
overwegende dat op basis van het Strategisch Vastgoedplan defensielocaties moeten
sluiten, waardoor er klappen vallen in diverse regio's;
van mening dat het niet uit te leggen is om tegelijkertijd een nieuwe marinierskazerne
te realiseren als dit leidt tot hogere exploitatielasten voor Defensie;
verzoekt de regering, om voortvarend aan de slag te gaan met het uitwerken van de
plannen voor een nieuwe marinierskazerne, daarbij geen onomkeerbare beslissingen te
nemen ten aanzien van de Van Braam Houckgeestkazerne, en een besluit aan de Kamer
voor te leggen waarvan de exploitatielasten niet hoger uitvallen dan de optie van
renovatie van de Van Braam Houckgeestkazerne,
en gaat over tot de orde van de dag.