32 710 XIV Jaarverslag en slotwet Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2010

Nr. 13 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2011

Bijgaand ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in het kader van het rapporteurschap voor het jaarverslag LNV 2010 (Kamerstuk 32 710 XIV, nr. 1).

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

1. Kunt u de Kamer een overzicht doen toekomen van de subsidiegelden aan maatschappelijke organisaties, niet op winst gerichte organisaties, veelal ontstaan als gevolg van maatschappelijk initiatief, boeren, stallenbouwers, onderzoeksinstellingen en andere bedrijfsmatige subsidieontvangers en andere wel op winst gerichte organisaties?

Voor het overzicht van de subsidie-uitgaven in 2010 en de begunstigden verwijs ik u naar de antwoorden op de Kamervragen 1 en 17 bij het jaarverslag LNV 2010 van 6 juni 2010 (TK 2010–2011, 32 710-XIV-1). De door u gevraagde uitsplitsing van alle door LNV gesubsidieerde eindbegunstigden is gelet op de privacywetgeving arbitrair. Echter alle begunstigden worden getoetst op de subsidievoorwaarden met het oog op de beoogd maatschappelijke doelen van de regeling.

2. Kunt u de Kamer daarnaast een overzicht sturen van de bijdragen aan organisaties (bijvoorbeeld contributies) zoals FAO, WTO etc.?

Contributie

Bijdrage 2010

FAO: Official Development Assistance (ODA)

€ 3 900 000

FAO: non ODA

€ 3 000 000

United Nations Environment Programme (UNEP) via Buitenlandse Zaken

€ 243 000

OECD

€ 63 177

Atlantic Exchange Programm

€ 9 750

International Treaty

€ 45 406

Div. Funds UNEP w.o. Cites, CBD, etc.

€ 442 581

IUCN

€ 191 386

ITTO

€ 69 576

Organisation der Epizooties (besmettelijke dierziekten)

€ 143 750

Union for the Protection of the Varieties of Plants

€ 112 332

European Plant Protection Organisation (Europese Plantenziektenkundige Dienst)

€ 63 780

Int. Committee for the Exploration of the Seas (onderzoek van de zeeën)

€ 162 009

International treaty bi-annual programme FAO for Plant Genetic resources

€ 151 511

Overige kleine bijdragen

€ 103 700

3. Op welke wijze vindt toetsing voorafgaand aan de toekenning van subsidie plaats?

Er vindt altijd toetsing plaats voorafgaand aan de toekenning van de subsidie. Van alle aanvragen wordt beoordeeld of de aanvrager behoort tot de doelgroep en of de activiteiten subsidiabel zijn. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de criteria uit de regelingstekst. De regelingstekst wordt altijd gepubliceerd in de Staatscourant.

Voor bijvoorbeeld de innovatiesubsidies of voor subsidies voor het bereiken van maatschappelijke doelen waarbij de activiteiten vaak over meerdere jaren worden uitgevoerd, worden bij de aanvraag een projectvoorstel en een begroting ingediend. Deze worden beoordeeld aan de hand van de criteria uit de subsidieregeling om vast te stellen of een aanvraag voldoet aan de doelstelling van de regeling.

Alleen aan de projecten die voldoen aan de voorwaarden van de regeling wordt subsidie toegekend tot aan het beschikbaar gestelde subsidiemaximum van de betreffende regeling.

4. Dienen voor alle subsidie-aanvragen eerst projectplannen en begrotingen te worden ingediend? Worden deze inhoudelijk en financieel beoordeeld op basis van vastgestelde criteria en door wie? Welke criteria zijn dat dan?

Of bij een aanvraag voor een subsidie een projectplan of een begroting moet worden ingediend, is afhankelijk van de subsidieregeling. In de regelingstekst is vastgelegd of een projectplan en een begroting moeten worden ingediend. Voor de innovatie, investeringssubsidies of subsidies voor het bereiken van maatschappelijke doelen is het gangbaar dat een projectplan en een begroting moet worden ingediend. De criteria voor het beoordelen van de projectplannen en begrotingen staan vermeld in de regelingstekst. Toetsing door DR vindt plaats namens de staatssecretaris van EL&I.

5. Wanneer draagt een project voldoende bij aan de doelstelling uit de regelingen en wie bepaalt dat?

In principe geldt dat een project bijdraagt aan de doelstelling van de regeling, als de betreffende aanvraag voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in de regelingstekst. Om meer differentiatie aan te brengen kan ik besluiten om de toekenning van de subsidie volgens een tenderprocedure uit te voeren. Bij een tender worden de aanvragen die meer bijdragen aan het beleidsdoel hoger gerangschikt. De criteria die bij deze beoordeling worden gebruikt, staan vermeld in de regelingstekst. Een tender wordt vooral gebruikt voor innovatiesubsidies, investeringen en voor het bereiken van maatschappelijke doelen.

6. Als het maximum van het beschikbare subsidiebudget voor de betreffende regeling bereikt is of inschrijving is gesloten, op basis van welke criteria vindt dan toekenning plaats? Is dat de datum van inleveren of anders? En wie bepaalt dat dan?

Per openstelling van een regeling wordt bepaald op welke wijze de subsidie wordt verstrekt. Dit kan op drie manieren: volgtijdelijk (wie het eerst komt, die het eerst maalt), door loting of via een tender. Alleen bij de volgtijdelijke openstellingen vindt de rangschikking plaats op basis van de datum van indiening. Overigens geldt in alle gevallen dat een project alleen in aanmerking komt voor subsidie als deze tijdig is ingediend en het beschikbare subsidiebudget dat toelaat.

7. Indien subsidies zijn verstrekt die buiten de regelingen vallen, geldt dan ook een projectvoorstel inclusief financiële paragraaf moet worden ingediend? Op welke wijze toetst u de effectiviteit van het voorstel en of het voorstel past in het bestaande beleid, zeker als het gaat om interdepartementaal beleid?

Voor alle subsidies die buiten de regelingen vallen moet een projectvoorstel inclusief een financiële paragraaf worden ingediend. De effectiviteit van het projectvoorstel wordt getoetst aan de beleidsafspraken zoals vastgelegd in de begroting. Indien er sprake is van interdepartementale beleidsafspraken vindt tussen de betreffende ministeries afstemming plaats.

8. Welk toezicht is er op hoe deze subsidies worden gebruikt? Is een evaluatie een vereist onderdeel van de projectplannen?

Beleidsdirecties zijn verantwoordelijk voor het toezicht op gebruik van subsidies. Evaluatie is een vereist onderdeel van de subsidieverlening.

9. Zijn subsidieontvangers verplicht om jaarlijks inhoudelijk en financieel verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidiegelden? Wie houdt daar toezicht op.

Subsidieontvangers zijn volgens de betreffende regeling (zie antwoord op vraag 3) verplicht inhoudelijk en financieel verantwoording af te leggen aan de subsidieverlener.

10. Wordt er bij de verstrekking van subsidies ook gekeken welke subsidies de natuur- en milieuorganisaties boeren, stallenbouwers, onderzoeksinstellingen en andere bedrijfsmatige subsidieontvangers reeds ondersteuning krijgen van provincies en van de Europese Commissie en/of fiscale voordelen genieten?

Bij de verstrekking van subsidies wordt inderdaad rekening gehouden met overige subsidies die zijn ontvangen voor dezelfde activiteit. Van de aanvrager wordt gevraagd om een overzicht mee te sturen van de andere subsidies die voor dezelfde activiteit zijn ontvangen.

11. Worden alle genoemde subsidies in het Subsidie overzicht Rijk (SOR) periodiek doorgelicht waarbij doeltreffendheid en doelmatigheid kritisch worden bekeken?

Ja, doeltreffendheid en doelmatigheid wordt getoetst aan de beleidsafspraken vastgelegd in de begroting conform de uitgangspunten van de Comptabiliteitswet en nader uitgewerkt in de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek (RPE).

Naar boven